De Biologische landbouw in Vlaanderen - NOBL
De Biologische landbouw in Vlaanderen - NOBL
De Biologische landbouw in Vlaanderen - NOBL
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
42<br />
Vl<strong>in</strong>derbloemige groenbemesters:<br />
welke en hoe pak je het aan?<br />
Groenbemesters w<strong>in</strong>nen algemeen opnieuw aan belang om erosie tegen<br />
te gaan en om het nitraatresidu <strong>in</strong> de bodem te beperken. In de gangbare<br />
<strong>landbouw</strong> worden groenbemester hoofdzakelijk <strong>in</strong>gezet als vanggewas ‘na’<br />
een teelt. In de biologische <strong>landbouw</strong> vervullen groenbemesters daarentegen<br />
een sleutelfunctie <strong>in</strong> de teeltrotatie. Naast hun functie als vanggewas dienen<br />
ze voornamelijk om de bodemstructuur op peil te houden en als bemest<strong>in</strong>g<br />
‘vóór’ een volgende hoofdteelt.<br />
Vl<strong>in</strong>derbloemige groenbemesters onder de loep<br />
MAP4 stuurt vrij eenzijdig naar het gebruik van grasachtige en bladrijke<br />
groenbemesters. Uitgaande van de stikstof en fosfornormen <strong>in</strong> MAP4 en de<br />
<strong>in</strong>tentie om tot meer gesloten kr<strong>in</strong>glopen te komen, zijn vl<strong>in</strong>derbloemige<br />
groenbemesters evenwel meer dan ooit van belang voor de biologische<br />
<strong>landbouw</strong>. Hierbij stelt zich de vraag welke vl<strong>in</strong>derbloemige groenbemesters<br />
kunnen <strong>in</strong>gezet worden.<br />
B<strong>in</strong>nen het lopende CCBT-project legum<strong>in</strong>oos – grandioos! worden<br />
verschillende vl<strong>in</strong>derbloemige groenbemesters op 3 drie verschillende<br />
zaaidata uitgetest nl. onderzaai <strong>in</strong> een graangewas, zaai <strong>in</strong> augustus na<br />
een vroege teelt of zaai <strong>in</strong> oktober na een late teelt. In onderzaai worden<br />
naast witte klaver een aantal andere klaversoorten uitgetest. Voor de zaai<br />
<strong>in</strong> augustus werd gekozen voor een mengteelt van een vl<strong>in</strong>derbloemige<br />
met Japanse haver. Met de oktoberzaai wordt nagaan of het mogelijk is<br />
om na de oogst van latere teelten nog vl<strong>in</strong>derbloemige groenbemesters <strong>in</strong><br />
te zaaien en welke zich hiertoe het best lenen. In deze proef zal enerzijds<br />
de ontwikkel<strong>in</strong>g van de groenbemester beoordeeld worden en anderzijds<br />
de stikstofbeschikbaarheid <strong>in</strong> de bodem voor de volgteelt evenals de<br />
gewasontwikkel<strong>in</strong>g van de volgteelt opgevolgd worden.<br />
Groenbemesters goed onderwerken<br />
Daarnaast moeten (vl<strong>in</strong>derbloemige) groenbemesters en het beheer ervan<br />
afgestemd zijn op de volgteelt en op het type bodembewerk<strong>in</strong>g. Een verkeerde<br />
groenbemester of een verkeerd beheer ervan kan <strong>in</strong> biologische <strong>landbouw</strong><br />
voor veel ellende zorgen bij de volgteelt. Vooral rond het onderwerken van