10.09.2013 Views

Korte Verklaring der Heilige Schrift DE KLEINE PROFETEN

Korte Verklaring der Heilige Schrift DE KLEINE PROFETEN

Korte Verklaring der Heilige Schrift DE KLEINE PROFETEN

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

de HEERE toornt tegen de volken; hier betreft ze de voorzegging van 1:16 aangaande Jeruzalems<br />

we<strong>der</strong>opbouw.<br />

[57]<br />

1-5 Opnieuw slaat Zacharia zijn ogen op en ziet (vgl. bij 1:18): een man met een meetsnoer. Weer<br />

vraagt hij — vs. 2 — naar de betekenis; ditmaal echter niet aan den engel <strong>der</strong> uitlegging, maar aan<br />

den man zelf; dit is omdat hetgeen hij thans zal horen, slechts een voorlopig karakter zal dragen;<br />

eerst in vs. 3 verschijnt de engel <strong>der</strong> uitlegging, om over dit alles het hogere, hemelse licht te<br />

ontsteken. — De man antwoordt, dat hij met zijn meetsnoer Jeruzalem gaat opmeten, om te zien,<br />

hoe groot haar breedte en haar lengte is, vgl. Ezech. 40:3. — Tot zover herinnert het visioen aan de<br />

belofte van 1:16. Wel is er enig on<strong>der</strong>scheid: terwijl daar sprake was van het meetsnoer, dat over<br />

Jeruzalem gespannen zal worden om het in bouwpercelen te verdelen, is hier het doel: te zien, hoe<br />

groot de omvang <strong>der</strong> stad is. Maar hierbij heeft men dan toch te denken aan het Jeruzalem <strong>der</strong><br />

toekomst, na den in 1:16 beloofden opbouw; en dus is de verschijning van den meetsnoer-man een<br />

bevestiging dier belofte en een aankondiging van haar na<strong>der</strong>ende vervulling.<br />

Het meten kan moeilijk betrekking hebben op den omvang <strong>der</strong> toenmalige stad. Immers, in dit geval<br />

had het doel moeten zijn: de tegenstelling met de (in vs. 4 en 5 beschrevene) toekomstige stad te<br />

doen uitkomen; maar dan had het (natuurlijk uiterst geringe) resultaat <strong>der</strong> meting ook moeten zijn<br />

medegedeeld, wat niet geschiedt. De meting betreft dus de stad zoals ze zijn zal na den in 1:16<br />

beloofden we<strong>der</strong>opbouw. Hierbij wordt echter de situatie niet geheel duidelijk. Wordt de herbouwde<br />

stad in het visioen reeds als aanwezig gedacht ? Men zou het wel zeggen, want hoe kan ze an<strong>der</strong>s<br />

gemeten worden ? Toch ontvangt men een an<strong>der</strong>en indruk uit vs. 4 v., waar het nieuwe Jeruzalem als<br />

nog toekomstig wordt beschreven. Men zal hier dus rekening moeten houden met den aard van het<br />

visioen, die meebrengt, dat de situatie niet altijd met volledige consequentie wordt getekend. (Men<br />

kan ook de oplossing hierin zoeken, dat men vertaalt: "hoe groot hare breedte en hoe groot hare<br />

lengte moet worden"; zo de Leidse Vert.). Wat den man met het meetsnoer betreft, deze is o.i. niet<br />

an<strong>der</strong>s dan een figuur in het visioen, evenals de smeden van 1:20, en de ruiters van 1:8 vv. Dat hij de<br />

Engel des HEEREN zou zijn, wordt op generlei wijze aangeduid, en is ook uit Ezech. 40:3 niet af te<br />

leiden. En ook is er o.i. geen grond, hem voor een engel te houden; de twee engelen, die in dit visioen<br />

voorkomen, worden uitdrukkelijk als zodanig aangeduid.<br />

Vs. 3 brengt het visioen ver<strong>der</strong>. De verschijning van den meetsnoer-man vormt slechts de inleiding,<br />

en de eigenlijke inhoud van het visioen is de belofte van nog heerlijker dingen. Zacharia ziet thans<br />

den engel <strong>der</strong> uitlegging (zie bij 1:9) "tevoorschijntreden", dus verschijnen. Velen nemen aan, dat hij<br />

tot dusver naast Zacharia had gestaan, en nu naar voren trad; maar o.i. is de bedoeling, dat hij thans<br />

in dit visioen voor het [58] eerst zichtbaar wordt. 1 Dat deze engel in een nieuw visioen eerst opnieuw<br />

verschijnen moet, eer Zacharia hem ziet, heeft niets bevreemdends; zo staat in 4:1, dat deze engel<br />

"we<strong>der</strong>kwam", en in 5:5, dat hij (opnieuw) tevoorschijnkwam of verscheen, evenals in onzen tekst.<br />

— Onmiddellijk daarop verschijnt een an<strong>der</strong>e engel, die den engel <strong>der</strong> uitlegging tegemoet treedt.<br />

Blijkbaar is die tweede engel dus aan een an<strong>der</strong> punt van Zacharia's gezichtskring verschenen, zodat<br />

hij van een an<strong>der</strong>en kant den engel <strong>der</strong> uitlegging tegemoet kan treden.<br />

Vervolgens — vs. 4 — geeft de ene engel aan den an<strong>der</strong>e een boodschap, om over te brengen aan<br />

"dezen jongeling". Wij vatten dit zó op, dat de engel <strong>der</strong> uitlegging deze boodschap overgeeft aan<br />

den an<strong>der</strong>en engel, en dat de "jongeling", aan wien ze moet worden gebracht, de man met het<br />

meetsnoer is (al is de hoofdzaak natuurlijk, dat Zacharia ze heeft gehoord, opdat hij ze aan het volk<br />

verkondige). — De boodschap luidt allereerst, dat Jeruzalem een "open gebied", een opene, niet<br />

ommuurde stad zal vormen, vanwege de menigte van mensen en vee: de uitbreiding harer bevolking<br />

1 De eerstgenoemde mening is vooral dan onaannemelijk, wanneer ze (zoals gewoonlijk) gepaard gaat met de<br />

(ook door ons aanvaarde) opvatting, dat hij tevoorschijn treedt met het doel, aan den an<strong>der</strong>en engel een<br />

boodschap voor den meetsnoer-man te geven. Immers, die meetsnoer-man stond pas nog dicht genoeg bij<br />

Zacharia om met hem te spreken; stond de engel <strong>der</strong> uitlegging toen ook reeds bij Zacharia, dan had hij toen zelf<br />

gemakkelijk zijn boodschap aan den meetsnoer-man kunnen bekendmaken.<br />

34

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!