10.09.2013 Views

Korte Verklaring der Heilige Schrift DE KLEINE PROFETEN

Korte Verklaring der Heilige Schrift DE KLEINE PROFETEN

Korte Verklaring der Heilige Schrift DE KLEINE PROFETEN

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

uitgedrukte) volheid <strong>der</strong> Goddelijke voorzorg wordt tentoongesteld op dien énen steen, en dus daar<br />

als op één punt is saamgetrokken.<br />

Volgens de meeste nieuweren zou de bijzon<strong>der</strong>e betekenis, die aan het zevental werd toegekend, in<br />

verband staan met het zevental <strong>der</strong> planeten, en op Babylonischen oorsprong teruggaan. Intussen<br />

bestond juist on<strong>der</strong> Israel, en niet in dien zin bij de Babyloniërs, van ouds de zevendaagse week, en<br />

volgens de <strong>Schrift</strong> is deze in de schepping zelve gegrond; er was dan ook geen behoefte aan<br />

Babylonische sterrenkunde om zeven voor Israel tot een heilig getal te maken.<br />

[76] Wat hier van de voltooiing des tempels wordt gezegd, heeft voor een deel enkel symbolische<br />

betekenis. Al wordt hier, gelijk gezegd, ongetwijfeld de gelukkige voltooiing van den thans<br />

on<strong>der</strong>nomen tempelbouw voorzegd, aan de an<strong>der</strong>e zijde is toch zeker niet de bedoeling, dat die<br />

tempel een sluitsteen zou hebben, die door Godzelf gegraveerd zou zijn.. De sluitsteen, dien<br />

Zacharia ziet, wordt slechts in een visioen gezien, en heeft enkel symbolische betekenis. — Tenslotte<br />

valt nog op te merken, dat de voltooiing van den tempel, blijkens het voorafgaande en het volgende,<br />

hier geplaatst wordt in het licht <strong>der</strong> Messiaanse toekomst, vgl. Hagg. 2:7-10; Zach. 6:12. Dat er<br />

tussen de voltooiing van den thans gebouwden tempel en het aanbreken van die toekomst nog een<br />

lange tijd zal verlopen, wordt evenmin uitgesproken als ontkend; de profetie vat, gelijk zo dikwijls,<br />

heel de toekomst samen in één beeld.<br />

In vs. 9b en vs. 10 wordt nu aan het vorige nog toegevoegd een meer algemene beschrijving van de<br />

zegeningen van den Messiaansen tijd. Hierbij gaat voorop, dat de HEERE de zondeschuld van dit land<br />

op één dag zal wegdoen. "Dit land" is het land Juda, en de voorstelling is deze, dat de bewoners het<br />

land met hun zonde en schuld hebben vervuld. Maar natuurlijk is dan toch de schuld des volks<br />

bedoeld. Wel mocht Jozua een won<strong>der</strong>teken worden genoemd: de bevrijding van zondeschuld, die<br />

hem als hogepriester tebeurtvalt, vs. 4, is profetie van de schuldvergiffenis, die in den Messiaansen<br />

heilstijd in volkomenheid aan heel het Godsvolk zal geschonken worden. — De toezegging van de<br />

vergeving <strong>der</strong> zonden komt ook el<strong>der</strong>s in de Messiaanse profetieën meermalen voor, vgl. Jer.<br />

31:34b; Mi. 7:18 v. Het geestelijk karakter van het Messiaanse heil treedt in dezen trek zeer duidelijk<br />

aan het licht; hij toont, dat de zonde des volks de oorzaak van allen nood is, en spreekt uit, dat er<br />

geen heil is dan langs dezen weg, dat de schuld vergeven worde, en dat aldus worde hersteld de<br />

Goddelijke gunst, die de bron van alle zegeningen is. — Dat de schuld van dit land "op één dag" zal<br />

worden weggedaan, doet uitkomen de grootheid van het Goddelijk genade-won<strong>der</strong>, waardoor heel<br />

die zware schuld, die op Juda rust, als met één slag wordt weggenomen; de vervulling ligt in de éne<br />

offerande, waardoor Christus de zonde heeft verzoend, Hebr. 7:27.<br />

Vs. 10 noemt hiernaast de meer uiterlijke zijde van het heil: men zal elkan<strong>der</strong> nodigen on<strong>der</strong> den<br />

wijnstok en den vijgeboom: m. a. w. men zal, door geen gevaar van buiten verschrikt, en ook in<br />

on<strong>der</strong>lingen vrede, samen het goede van het land genieten, vgl. Mi. 4:4. Over de vervulling zie bij<br />

Jes. 11:16; Hos. 1:12; Hagg. 2:8 vv. 1 .<br />

[77]<br />

Het vijfde gezicht: de gouden luchter en de twee olijfbomen. H. 4.<br />

1 En de engel, die tot mij sprak, kwam we<strong>der</strong> en wekte mij, zoals iemand uit zijn slaap gewekt wordt.<br />

2 En hij zeide tot mij: Wat ziet gij? En ik 2 zeide: Ik zie, daar is een luchter, geheel van goud, en er is<br />

een 3 oliehou<strong>der</strong> bovenop, en er zijn zeven lampen 4 aan, en er zijn zeven 5 toevoer-buizen voor de<br />

1 Vgl. ook Het Godswoord <strong>der</strong> profeten II blz. 214 vv.<br />

2 Wij lezen het q e rê.<br />

3 Wij lezen met de Septuagint gullā.<br />

4 Wij lezen met de Septuagint nērôth.<br />

5 Met de Septuagint schrappen wij sjib c ā.<br />

46

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!