15.09.2013 Views

a&mr 10 2010 middelkoop - VluchtelingenWerk Nederland

a&mr 10 2010 middelkoop - VluchtelingenWerk Nederland

a&mr 10 2010 middelkoop - VluchtelingenWerk Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Doordat de signalering voorkomt in een door alle aangesloten<br />

lidstaten te raadplegen databestand is het inreisverbod op<br />

Europees niveau effectief.<br />

Een nationaal inreisverbod krijgt dus pas daadwerkelijk het<br />

karakter van een inreisverbod in de zin van de Terugkeerrichtlijn<br />

als het gepaard gaat met een signalering in het SIS.<br />

Het omgekeerde lijkt ook waar: zodra een nationaal inreisverbod<br />

– hoe het ook in het nationale recht van een lidstaat wordt<br />

genoemd en geregeld – gecombineerd wordt met een signalering<br />

in het SIS, gaat het om een Unierechtelijk inreisverbod.<br />

De criteria voor oplegging van een Unierechtelijk inreisverbod<br />

van de Terugkeerrichtlijn zijn niet gelijkluidend als, maar lijken<br />

wel verenigbaar met, de criteria voor signalering in het SIS,<br />

zoals neergelegd in art. 96 SUO (en t.z.t. in de SIS II verordening<br />

als die in werking zal zijn gesteld). Ik denk dat de criteria van de<br />

richtlijn en die van de signalering cumulatief moeten worden<br />

toegepast. Dat zal in de praktijk, naar ik verwacht, weinig collisieproblemen<br />

op leveren omdat het in beide gevallen gaat om<br />

ruim geformuleerde bevoegdheden. Als je veel mag onder het<br />

ene regiem en veel mag onder het andere regiem dan is de<br />

optelsom dat je veel mag. De lidstaten<br />

kunnen de twee discretionaire<br />

ruimtes tamelijk makkelijk aan<br />

elkaar aanpassen.<br />

Moeilijker zou het kunnen zijn<br />

voor zover de criteria cumulatieve<br />

verplichtingen bevatten. Als je<br />

onder het ene regiem het ene niet<br />

mag en onder het andere regiem<br />

iets anders niet mag, dan is de<br />

optelsom dat je die twee dingen<br />

niet mag. Maar ook op dat punt zie ik weinig problemen. Wat<br />

beide rechtsbronnen met elkaar gemeen hebben is de nadruk<br />

op de verplichting tot een individuele beoordeling. In de terugkeerrichtlijn<br />

staat dat in preambules 6, 13, en de artikelen 5, 6<br />

lid 4, en 11 leden 2 en 3. In de SIS II verordening staat dat in de<br />

artikelen 21 en 14 lid 1. Individuele beoordeling dus, daarover<br />

zijn de rechtsbronnen het eens.<br />

Evenmin worden complicaties opgeleverd door de verplichting<br />

om de duur van het inreisverbod vast te stellen. De Terugkeerrichtlijn<br />

kent een maximum termijn van vijf jaar die in bijzondere<br />

gevallen langer kan worden. De SIS II verordening kent<br />

geen maximum termijn maar bepaalt in art. 29 alleen dat de<br />

signaleringen niet langer worden bewaard dan nodig is en dat<br />

uiterlijk drie jaar na de opneming moet worden getoetst of de<br />

signalering het doel nog dient. Het lijkt mij dat deze voorschriften<br />

zonder principiële bezwaren cumulatief kunnen<br />

worden toegepast.<br />

Ervaringen met het SIS hebben geleid tot observaties van de<br />

Nationale Ombudsman die reden zijn om bij de oplegging van<br />

een inreisverbod terughoudend te zijn. De Ombudsman heeft<br />

in een rapport over de uitvoeringspraktijk van de signalering<br />

in het SIS 7 geconstateerd dat die uitvoeringspraktijk niet aan<br />

het evenredigheidbeginsel voldoet. Hij heeft de aanbeveling<br />

gedaan de criteria te heroverwegen op basis van de uitgangspunten<br />

dat:<br />

- de begane misstap zodanig is dat het weren van deze persoon<br />

noodzakelijk is in het kader van de openbare orde en<br />

veiligheid na het wegvallen van binnenlandse grenscontroles;<br />

De Terugkeerrichtlijn<br />

- de begane misstap in beginsel rechtvaardigt dat iemand<br />

enkele jaren niet meer wordt toegelaten tot het Schengengebied;<br />

- de inbreuk op de belangen van de vreemdeling om vrij te<br />

reizen niet onevenredig mag zijn aan het doel dat gediend<br />

wordt met het Schengen Informatie Systeem (veiligheid).<br />

Ook dient naar de opvatting van de Ombudsman een evenredigheidstoets<br />

te worden ingevoerd. De uitkomst van deze toets<br />

moet worden vastgelegd en desgevraagd voor de<br />

vreemdeling inzichtelijk zijn. De Commissie Meijers heeft in<br />

een commentaar aan de Tweede Kamer 8 gevraagd het wetsvoorstel<br />

32420 dienovereenkomstig te amenderen 9 .<br />

Wat er van die criteria zij: in <strong>Nederland</strong> wordt een ongewenstverklaring<br />

steevast met een signalering in het SIS gecombineerd.<br />

Ook bij de signalering OVR is dat doorgaans het geval.<br />

Dat zijn dus Europese inreisverboden.<br />

2.4 “samen met een terugkeerbesluit”<br />

De definitie bevat, achter de komma, een laatste toevoeging<br />

“samen met een terugkeerbesluit”. Zie ook artikel 11 van de<br />

richtlijn. Het terugkeerbesluit gaat gepaard met inreisverbod<br />

Ik denk dat deze implementatie niet in overeenstemming<br />

met de richtlijn is. De waarborgen verbonden aan een<br />

EU-inreisverbod zouden in het <strong>Nederland</strong>se systeem<br />

eenvoudigweg van ieder nut worden beroofd.<br />

als er geen termijn voor vrijwillig vertrek is toegekend of indien<br />

niet aan de terugkeerverplichting is voldaan. In de overige<br />

gevallen kàn het terugkeerbesluit een inreisverbod inhouden.<br />

Een inreisverbod gaat dus samen met een terugkeerbesluit.<br />

Het systeem van de richtlijn is dat er in iedere situatie van illegaal<br />

verblijf een terugkeerbesluit moet worden genomen, met als<br />

belangrijkste uitzondering het geval waarin tot verblijfsaanvaarding<br />

wordt besloten <strong>10</strong> . De relatie die in de definitie van het inreisverbod<br />

wordt gelegd met een terugkeerbesluit betekent dus dat<br />

er bij inreisverboden sprake moet zijn van illegaal verblijf.<br />

Opnieuw rijst de vraag of we te maken hebben met een constitutief<br />

element van de definitie waarmee kan worden vastgesteld<br />

of een inreisverbod al dan niet onder de Terugkeerrichtlijn<br />

valt. Als dat zo is, dan zou de toepasselijkheid van de<br />

richtlijn op bepaalde categorieën van ongewenstverklaringen<br />

problematisch kunnen zijn.<br />

Om met de niet-problematische gevallen te beginnen: de<br />

<strong>Nederland</strong>se ongewenstverklaring kan in sommige gevallen<br />

worden opgelegd in een situatie van niet-rechtmatig verblijf, te<br />

weten in de situaties genoemd in art 67 sub a en c Vw 2000. Het<br />

ligt voor de hand dat daar onder de Terugkeerrichtlijn steeds<br />

een terugkeerbesluit zal moeten zijn genomen. Die ongewenstverklaringen<br />

zullen dus steeds worden uitgevaardigd “samen<br />

met een terugkeerbesluit” en vallen binnen het bereik van de<br />

definitie.<br />

Lastiger zou het kunnen liggen met de categorieën van art. 67<br />

lid 1 sub b (strafrechtelijke veroordeling), d (ingevolge een ver-<br />

A&MR 20<strong>10</strong> Nr. <strong>10</strong> - 533

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!