15.09.2013 Views

a&mr 10 2010 middelkoop - VluchtelingenWerk Nederland

a&mr 10 2010 middelkoop - VluchtelingenWerk Nederland

a&mr 10 2010 middelkoop - VluchtelingenWerk Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

hier de aandacht. Het gaat (a) om de wettelijke onmogelijkheid<br />

om rechtmatig verblijf te hebben, (b) om de daaruit door de<br />

Raad van State afgeleide niet-ontvankelijkheid van lopende verblijfsprocedures<br />

en om (c) de strafbaarstelling van aanwezigheid<br />

op het grondgebied van een ongewenst verklaard persoon<br />

in art 197 Sr. Het zijn aspecten die in het wetsvoorstel in grote<br />

lijnen ook aan een inreisverbod zijn verbonden.<br />

4.8.a Onmogelijkheid rechtmatig verblijf<br />

Nu de richtlijn niet bepaalt dat aan een inreisverbod de juridische<br />

onmogelijkheid mag worden verbonden om in de lidstaat<br />

rechtmatig verblijf te hebben of te verkrijgen, is de meest voor<br />

de hand liggende gevolgtrekking, dat zo’n beperkende regeling<br />

– die verder gaat en ongunstiger is dan de richtlijn - niet is toegestaan.<br />

Art. 67 lid 3 Vw 2000 bepaalt dat de ongewenst verklaarde<br />

vreemdeling in afwijking van art. 8 geen rechtmatig verblijf<br />

kan hebben. Lid 3 moet dus worden geschrapt.<br />

In ontwerp 32420 wordt deze onmogelijkheid tot rechtmatig<br />

verblijf niet geschrapt, maar (met enige uitzonderingen) juist<br />

uitgebreid.<br />

4.8.b Belang bij verblijfsprocedure tijdens ongewenstverklaring<br />

De vorige alinea’s hebben vanzelfsprekend ook consequenties<br />

voor de houdbaarheid van de rechtspraak van de Afdeling volgens<br />

welke het belang zou ontbreken bij voortzetting of het<br />

aanspannen van een procedure over een verblijfsvergunning.<br />

Als art. 67 lid 3 Vw 2000 met de richtlijn in strijd is, ontvalt ook<br />

de grond aan die jurisprudentie.<br />

4.8.c Strafbaarstelling<br />

Nu een ongunstiger behandeling dan de minimumstandaard<br />

van de richtlijn voorschrijft niet is toegestaan, dient zich de<br />

vraag aan of art. 197 Sr nog mag worden gehandhaafd. Het valt<br />

te verwachten dat de <strong>Nederland</strong>se regering zich op het standpunt<br />

zal stellen dat het hier gaat om materie die buiten het<br />

bereik van de richtlijn valt en uitsluitend de handhaving van<br />

het inreisverbod betreft. Ervaring met eerdere Europese procedures<br />

tegen <strong>Nederland</strong> wettigt twijfel aan de overtuigingskracht<br />

van die stelling. In de legeszaak van de Commissie tegen<br />

<strong>Nederland</strong> (HvJ EU 29 april 20<strong>10</strong>, C-92/07, JV 20<strong>10</strong>/237, nt Groenendijk,<br />

r.o. 34, ve<strong>10</strong>000639) had <strong>Nederland</strong> betoogd dat leges<br />

de standstill clausule niet raakten omdat het ging om een “louter<br />

formeel vereiste” voor de vaststelling van het verblijfsrecht<br />

door de <strong>Nederland</strong>se autoriteiten. Het Hof meende echter dat<br />

het gaat om het opleggen van nieuwe verplichtingen die door<br />

de standstill clausule wordt bestreken (r.o. 63). In die lijn is<br />

goed voorstelbaar dat het Hof zal menen dat het strafbaar stellen<br />

van verblijf op het grondgebied, bovenop het al geldende<br />

verbod van toegang en verblijf een verzwarende maatregel is<br />

die de richtlijn niet toestaat.<br />

5 Slotopmerkingen<br />

De Terugkeerrichtlijn is rijk aan belangrijke en lastige vragen.<br />

Zoals uit mijn betoog blijkt kan men er heel anders over denken<br />

dan de <strong>Nederland</strong>se ontwerpwetgever doet. Het verschil<br />

tussen de ene uitleg en de andere kan zeer ingrijpend zijn.<br />

Hopelijk zal het Hof van Justitie de gelegenheid krijgen de<br />

belangrijkste kwesties binnenkort op te helderen. •<br />

De Terugkeerrichtlijn<br />

NOTEN<br />

1 HvJ EU 27 juni 2006, C-540/03, JV 2006/313, nt. P. Boeles, ve06000854.<br />

2 HvJ EU 4 maart 20<strong>10</strong>, C-578/08, JV 20<strong>10</strong>/177, nt C.A. Groenendijk, ve<strong>10</strong>000350.<br />

3 HvJ EU 17 februari 2009, C-465/07, JV 2009/111, nt T.P. Spijkerboer, ve09000233.<br />

4 Of de SIS II verordening, wanneer deze in werking zal worden gesteld.<br />

5 Zie ook preambule nr 18 van de Terugkeerrichtlijn<br />

6 De Schengengrenscode geldt niet voor het VK, Ierland en Denemarken.<br />

7 Rapport nr 20<strong>10</strong>/115 van de Nationale Ombudsman van 17 juni 20<strong>10</strong> ve<strong>10</strong>000876.<br />

8 Brief van de Commissie Meijers van 3 september 20<strong>10</strong>, ve<strong>10</strong>001505.<br />

9 Het voorgestelde amendement luidt: Artikel 66a: 1a. Een inreisverbod wordt alleen<br />

dan uitgevaardigd als het weren van de vreemdeling van het grondgebied van de lidstaten<br />

en de daaruit voortvloeiende beperking van zijn recht op internationale bewegingsvrijheid<br />

voor de opgelegde periode noodzakelijk is in het kader van de openbare<br />

orde en veiligheid op basis van een individuele beoordeling. Voorafgaand aan het uitvaardigen<br />

van een inreisverbod wordt nagegaan of de gepastheid, de relevantie en het<br />

belang van de zaak een inreisverbod rechtvaardigen.<br />

<strong>10</strong> De regel van art. 6 lid 1 van de richtlijn is, dat de lidstaten een terugkeerbesluit uitvaardigen<br />

tegen iedere derdelander die illegaal op hun grondgebied verblijft. Twee<br />

praktische uitzonderingen op die regel van het tweede en derde lid ondermijnen deze<br />

regel niet wezenlijk nu het steeds gaat om derdelanders die onmiddellijk naar een<br />

ander land kunnen vertrekken. De belangrijkste tegenhanger van het eerste lid vormen<br />

de leden 4 en 5. Lidstaten kunnen te allen tijde een derdelander die illegaal op<br />

hun grondgebied verblijft een verblijfsvergunning of een andere vorm van toestemming<br />

tot verblijf geven.<br />

11 Vz ABRvS 5 juni 2009, JV 2009/304 ve09000803.<br />

12 De wijziging van de glijdende schaal die al in werking is getreden is onderdeel van<br />

een groter koninklijk besluit van 24 juli 20<strong>10</strong>, Staatsblad 20<strong>10</strong>, 307, ve<strong>10</strong>001127.<br />

A&MR 20<strong>10</strong> Nr. <strong>10</strong> - 537

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!