Pleidooi voor betrokkenheid - PurSang 2010-3
Pleidooi voor betrokkenheid - PurSang 2010-3
Pleidooi voor betrokkenheid - PurSang 2010-3
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Begrotingsproblemen van de Zuid-Europese landen, een te snelle of<br />
juist te langzame groei in China en de gevolgen van het ongekend<br />
grote stimuleringsprogramma van de centrale bank in Amerika (Fed)<br />
beheersten het financiële nieuws in <strong>2010</strong>. In dit wispelturige klimaat<br />
heeft ons beleggingsbeleid het toch beter gedaan dan onze benchmark.<br />
Ook in <strong>2010</strong> heeft ons beleggingsraamwerk, dat kijkt naar de<br />
economische cyclus, waardering en sentiment, zijn waarde bewezen.<br />
Vier beleggingsbeslissingen hebben een belangrijke bijdrage geleverd<br />
aan het beleggingsresultaat. Allereerst hebben we in de eerste helft<br />
van <strong>2010</strong> minder aandelen opgenomen dan gebruikelijk. Daarnaast<br />
hebben we binnen het aandelengedeelte gedurende het jaar een steeds<br />
nadrukkelijkere keuze gemaakt <strong>voor</strong> de opkomende landen. Ten derde<br />
hebben we binnen het obligatiedeel van de portefeuilles juist extra risico<br />
opgezocht. En tot slot heeft de juiste selectie van een aantal opgenomen<br />
beleggingsfondsen extra rendement opgeleverd.<br />
Aandelen – Angst <strong>voor</strong> de dubbeldip<br />
Eind 2009 lieten de beurzen flinke koersstijgingen zien. Ons inziens<br />
waren hiermee de aandelenmarkten – <strong>voor</strong>al de Aziatische - te<br />
enthousiast geraakt over de <strong>voor</strong>tgang van het economisch herstel. De<br />
kans op een correctie als gevolg van tegenvallend nieuws, schatten wij<br />
hoog in. We namen dan ook het zekere <strong>voor</strong> het onzekere en brachten in<br />
januari en februari het belang in aandelen in twee stappen terug van een<br />
over- naar een onderwogen positie.<br />
De verwachte beurscorrectie kwam maar gedeeltelijk uit. In de westerse<br />
economieën zwakte de economische groei inderdaad wat af, maar<br />
later en in mindere mate dan dat we <strong>voor</strong> ogen hadden. Een grote<br />
koersdaling op de aandelenbeurzen bleef – gelukkig - uit. Per saldo<br />
bewogen de aandelenbeurzen het eerste deel van <strong>2010</strong> zijwaarts. Een<br />
dieptepunt werd bereikt in de periode mei en juni, toen de zorgen<br />
over de begrotingsproblemen van met name Griekenland leken over te<br />
waaien naar andere Europese landen. De euro daalde tot een meerjarig<br />
dieptepunt en de renteopslagen op de probleemlanden liepen op tot<br />
ongekende hoogte. De oprichting van een noodfonds door de Europese<br />
Unie samen met het IMF, bracht tijdelijk de rust weer terug.<br />
Intussen bleef de economische groei in de opkomende landen op een<br />
hoog peil. De centrale bank van Amerika toonde zich vastberaden om de<br />
economie te stimuleren. Al met al nam in de loop van <strong>2010</strong> onze angst<br />
af <strong>voor</strong> een nieuwe recessie. Daardoor durfden we weer meer risico te<br />
nemen. In mei deden we dat door het bijkopen van onroerend goed,<br />
vervolgens door het opnemen van opkomende markten en later ook<br />
door uitbreiden van het aandelenbelang in Europa. Hierdoor wisten we<br />
te profiteren van de oplopende aandelenkoersen in de tweede helft van<br />
het jaar.<br />
Profiteren van opkomende markten<br />
Alhoewel de aandelencategorie in de portefeuilles afgelopen jaar lange<br />
tijd onderwogen was, zochten we daarbinnen wel de meer risicovolle<br />
hoek op. Bij de eerste ophoging van de aandelenpositie kochten we<br />
<strong>voor</strong>al aandelen uit opkomende markten. Signalen uit China, de belangrijkste<br />
opkomende economie, wezen op <strong>voor</strong>tgaande groei en alertheid<br />
van de overheid op oververhitting. Daarbij was de waardering van<br />
aandelen uit opkomende landen niet veeleisend meer. Aan het eind van<br />
<strong>2010</strong> maakten opkomende landen en Azië tussen de 20% en 30% uit<br />
van het aandelenbelang. Hierdoor hebben we kunnen profiteren van de<br />
koersstijgingen die opkomende markten in de tweede helft lieten zien.<br />
Beleggingsstrategie <strong>PurSang</strong> 1|2011 13<br />
Obligaties – Beloond <strong>voor</strong> risico’s<br />
Waar we <strong>voor</strong> aandelen in het eerste deel van <strong>2010</strong> terughoudend<br />
waren vanwege de economische risico’s, zagen we binnen de obligaties<br />
juist kansen in de meer risicodragende segmenten. Sinds medio 2009<br />
hebben we een relatief hoge weging aangehouden in hoogrentende<br />
bedrijfsobligaties en bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit. Het verwachte<br />
rendement op Amerikaanse high-yieldobligaties, hoogrentende leningen<br />
van minder solide ondernemingen, oversteeg dat van Amerikaanse<br />
staatsleningen bij aanvang van <strong>2010</strong> met circa 5,4%, Voor solide<br />
bedrijfsleningen bedroeg het verschil begin <strong>2010</strong> 1,6%, terwijl dat circa<br />
0,8% is in ‘normale’ omstandigheden. Ofwel, deze leningen beloonden<br />
ons ruimschoots <strong>voor</strong> het hogere risico. In de eerste helft van <strong>2010</strong><br />
stegen de koersen van hoogrentende leningen nog verder, met name<br />
als gevolg van een dalende rente. Op dat moment vonden we de<br />
<strong>voor</strong>uitzichten van high yield niet langer voldoende aantrekkelijk. We<br />
stelden de opgelopen koerswinsten veilig en verkochten deze posities.<br />
De obligaties van solide ondernemingen bieden nog steeds een opslag<br />
van 1,5%. Door het <strong>voor</strong>tgaande winstherstel van de bedrijven zien we<br />
bovendien de balansposities nog wat aansterken. Vooralsnog houden we<br />
deze posities dan ook vast.<br />
Beleggingsfondsen voegen rendement toe<br />
De vierde factor die heeft bijgedragen aan het positieve resultaat is onze<br />
beleggingsfondsenselectie. Wij selecteren fondsbeheerders op basis van<br />
de kwaliteit van het management, de beleggingsfilosofie en discipline<br />
die ze tonen in het uitvoeren van hun strategie. De <strong>voor</strong>keur hebben<br />
we daarbij <strong>voor</strong> fondsbeheerders die binnen hun aandachtsgebied<br />
uitgesproken keuzes maken en niet simpelweg een index volgen. Deze<br />
selectie heeft in <strong>2010</strong> goed uitgepakt. Zo presteerden de fondsen gericht<br />
op Azië en onroerend goed aanmerkelijk beter dan de indices waarmee<br />
wij hen vergelijken. Ook de keuze <strong>voor</strong> de fondsbeheerder gericht op<br />
Europese smallcaps heeft duidelijk rendement toegevoegd.<br />
Hebben alle beleggingskeuzes dan goed uitgepakt? De onderweging in<br />
aandelen van begin <strong>2010</strong> bleek achteraf gezien niet geheel nodig. De<br />
meeste aandelenbeurzen bewogen de eerste jaarhelft zijwaarts en liepen<br />
na de zomerperiode weer op. De koersen van hoogrentende obligaties<br />
stegen nog verder, nadat wij de posities hadden verkocht. In beide<br />
gevallen hebben we enig rendement misgelopen in ruil <strong>voor</strong> een lager<br />
risico.<br />
Bij het bepalen van ons beleid kijken we naar drie factoren: de fase in de<br />
economische cyclus, de waardering van de beleggingscategorieën waarin<br />
we beleggen en het sentiment. Als belegger kopen we bij <strong>voor</strong>keur<br />
de beleggingscategorieën met de aantrekkelijkste waarderingen ten<br />
opzichte van het risico. Uit ervaring weten we dat waarderingen<br />
gedurende lange tijd aantrekkelijk of juist onaantrekkelijk kunnen blijven.<br />
Het wachten is dan op het juiste sentiment. Deze aanpak is in <strong>2010</strong><br />
opnieuw succesvol gebleken. We zien het beleggingsjaar 2011 dan ook<br />
met vertrouwen tegemoet. ___________________________________________