Nadere toegang nr. 71 - Gemeente Schiedam

NADERE TOEGANG 71
Cornelis Cornelisz. Calff en Mees Jansz. scheepstimmerman hebben verkocht aan Arijen Aertsz. van
Zwartewaal een visboot zo die van stapel gelopen is. Prijs f 450, te betalen op 2 St. Maartensdagen
toekomende, telkens de helft. Penningborg: Sijmon Arijensz. Er is nog bevoorwaard dat de koper 4
jaar lang een ton haring geeft aan de verkopers.
Nr. 102 folio 41 d.d. 20-06-1585.
Cornelis Joppen stierman heeft gekocht van Ewout Jansz. scheepstimmerman een buiskarveel zo die
van stapel gelopen is. Prijs f 600 als restant, te betalen Martini toekomende. Penningborgen: Cors
Corsz. in de Plemp en Henrick Willemsz. Juijst.
Nr. 103 folio 41v. d.d. 22-06-1585.
Jacob Jansz. schipper heeft verkocht aan Quirijn Pietersz. Daelrijck een huis en erf op het Einde,
belend ten Z: Jacob Jacobsz. molenaar en ten N: Willem Cornelisz. tHooftge. Prijs f 650 van 40 gr.
Vlaams, te betalen met £ 12 Vlaams contant en de rest op £ 4 Vlaams per jaar. De verkoper is
gehouden te voldoen f 400 op £ 4 per jaar t.b.v. Huijbrecht Lenertsz. op hetzelfde huis en erf. Vrij en
niet belast. Penningborgen: Jan Davitsz. kuiper en Heijman Wiggersz. mede kuiper, elk voor de helft.
Waarborg: Jan Joostensz. bakker.
Nr. 104 folio 41v. d.d. ut supra.
Gommer Woutersz. is schuldig aan Pieter Claesz. brouwer een losrente van f 8 van 40 gr. Vlaams per
jaar. Hij verzekert dit op zijn huis en erf waarin hij woont, belend ten O: Claes van Beveren met erf, ten
N: Arijen Claesz. met huis en erf en ten Z: en W: ’s-herenstraat.
Nr. 105 folio 42 d.d. 24-06-1585.
Jan Heijnricxz. schipper alias Goude Jan hier ter stede, is schuldig aan Maertgen Arijensdr. te Brielle
de somme van f 375 over de koop van ¼ part van een boot met toebehoren, schut en munitie ten
oorlog, tegenwoordig door Jan gevoerd. Te betalen ⅓ part contant en de rest op 2 Martini dagen.
Gedaan onder verband van waterrecht. Penningborg: Arijen Sijmonsz. vroedschap.
Nr. 106 folio 42v. d.d. 08-07-1585.
Maritgen Jansdr. weduwe Lenert Arijensz. rietdekker als principaal geassisteerd met haar gekozen
voogd Jan Arijensz. Panser en Heijnrick Geerlofsz. houtzager als borg, zijn schuldig aan Joost Aemsz.
een losrente van f 6 van 40 gr. Vlaams per jaar. Zij verbindt hieraan haar huis en erf waarin zij woont
op de Schie alhier, belend ten O: Maritgen Tijelen weduwe Bastiaen Cornelisz. de Luijten en ten W:
Lenert (Sul)leman.
Nr. 107 folio 43 d.d. 10-07-1585.
Engebrecht Pietersz. metselaar is schuldig aan Jan Jansz. van Leiden de somme van f 98-02-00 van
40 gr. Vlaams, te ontvangen van een kustingbrief in dato 05-05-1584, verleden door Jan Jansz. alhier
over de koop van een huis en erf op de Nieuwstraat met £ 5 gr. Vlaams per jaar, ten einde te beuren f
100 die Jan Dircxz. lakenkoper mede daaruit resteren te ontvangen. Zulks dat Engebrecht de voorn.
Jan Jansz. dezelfde brief ter zijner contigent is opdragende.
Nr. 108 folio 43v. d.d. 26-07-1585.
Wouter Pietersz. Scherp burger Schiedam als principaal en Rochus Pietersz. Vrijes als borg zijn
schuldig aan Gerrit Pietersz. van Montfoort brouwer te Delft, de somme van f 200 carolus van 40 gr.
Vlaams ter zake van de levering van goed Delfts bier. Deze somme zal hij onder zich mogen houden
zolang Wouter Pietersz. Scherp van de voorsz. Gerrit Pietersz. bier blijft afnemen. Hij belooft te
betalen op 4 halve jaren.
Nr. 109 folio 44 d.d. 27-07-1585.
Pieter Jochumsz. Cabelgaren heeft verkocht aan Willem Mouwerensz. een erf over de Haven, zoals
het thans door Willem Mouwerensz. is betimmerd, strekkende tot in de haven, belend ten O: Sijmon
Joosten met huis en erf en ten W: Pieter Jochumsz. voorn. Prijs f 300 van 40 gr. Vlaams, te betalen
met f 50 contant en de rest op f 20 per jaar. Belast met 12 st. per jaar, toekomende deze stad.
Nr. 110 folio 44 d.d. 12-07-1585.
Pieter Jacobsz. van Amsterdam heeft geruild tegen Margelis Andrijesz. een krabschuit om een
krabschuit. Margelis belooft bij te betalen f 64-10-00 op 2 termijnen. Gedaan onder verband van
waterrecht. Penningborg: Jan Jacobsz. schoenmaker als borg en als principaal.
Nr. 111 folio 44v. d.d. 27-07-1585.
Heijnrick Jansz. van Delft burger alhier is schuldig aan Gerrit Jansz. Schuijffhoeck de somme van f
200 carolus van 40 gr. Vlaams, door hem Gerrit Jansz. als borg voor de voorn. Heijnrick
gedebourseerd, welke Heijnrick aan Gerrit Jansz. schuldig is. Hij belooft te betalen tot vermaning van
voorn. Gerrit Jansz. en verbindt hieraan een kustingbrief in dato 22-12-1584, verleden door Floris
Cornelisz. Lans t.b.v. voorn. Heijnrick van Delft, ter zake van het huis en erf op het Marktveld ter
somme van f 1.250 en waarop f 100 betaald is. Hiermede zal dood en te niet zijn 2 obligatien, de ene
van f 25 verleden door Heijnrick Jansz. van Delft als principaal en Gerrit Jansz. als borg t.b.v. Maerten
13