Nadere toegang nr. 71 - Gemeente Schiedam

NADERE TOEGANG 71
en Maritgen Hendricxdr. echtgenoten, volgens de akte van 14-05-1583, te weten de helft aan het
Gasthuis en de andere helft aan de Heilige geest alhier.
Nr. 495 folio 219 d.d. 22-12-1588.
Huijch Sijmonsz. stierman alhier is schuldig aan Willem Cornelisz. stierman van Delfshaven, de
somme van f 1.300 carolus van 40 r. Vlaams uit zake van de koop van een boot genaamd het Hert
groot 18 lasten. Te betalen met ⅓ part contant, ⅓ part Martini 1589 en het laats ⅓ part Martini 1590.
Borg: Bruijn Ariensz. koopman alhier.
Nr. 496 folio 220 d.d. 23-12-1588.
Rochus Jansz. Verschel wonende alhier heeft overgedragen aan de nagelaten weeskinderen van
Frans Cornelisz. Kievit wonende Rotterdam, een losrentebrief inhoudende f 22-10-00 carolus van 40
gr. Vlaams, sprekende op Gijsbrecht Dammisz. wonende aan de Veenweg in Kralingen in dato 09-02-
1584 stilo communi. Hij verbindt hieraan zijn huis en erf op de Nieuwstraat, belend ten Z: Dirck
Lambrechtsz. Haga met achterhuis en ten N: de poort van Jan Willemsz. Indien Rochus Jansz.
infussisant wordt, zal Huijbrecht Rochusz. zijn zoon zich borg stellen, welke hieraan verbindt zijn huis
in de Westmolensteeg, belend ten O: Jacob Cornelisz. Coon met erf en ten W: Cornelis Willemsz.
houtkoper met erf.
Nr. 497 folio 221 d.d. 02-01-1589.
Pieter Engelbrechtsz. schipper van Maassluis is schuldig aan Cornelis Cornelisz. scheepmaker de
somme van f 834 carolus van 40 gr. Vlaams uit zake van de koop van een visboot zo die van stapel
gelopen is. Hij belooft te betalen met f 423 contant, f 311 op Kerstmis 1589 en een half jaar daarna de
resterende f 100. De koper zal aan de verkoper leveren een ton met een kinnetje vis.
Nr. 498 folio 221 d.d. 02-01-1589.
Jan Jansz. schipper van Bommenee wonende alhier is schuldig aan Pieter Engelbrechtsz. schipper
van Maassluis de somme van £ 17 gr. Vlaams als restant van de koop van een kaagschuit, te betalen
St. Nicolaas 1589.
Nr. 499 folio 221v. d.d. 14-01-1589.
Pieter Pouwelsz. stierman nomine uxoris, Cornelis Maertensz. Koij, Mr. Lucas Jansz. met procuratie
van Joris Maertensz. Koij, Cornelis Willemsz. Keloff nomine uxoris en de weesmeesters alhier als
voogden van de nagelaten weeskinderen van Maerten Pietersz., voor hunzelf en gezamenlijk
vervangende Jan Pietersz., allen erfgenamen van Cornelis Pietersz. alias Neel Heijnen, voor de ene
helft en Pieter Jacobsz. schoenmaker nomine uxoris erfgenaam van Neeltgen Jacobsdr. Schoonweer
huisvrouw van de voorn. Neel Heijnen, voor de andere helft, hebben verkocht aan Jacob Joosten
Bolleman een huis en erf aan de zuidzijde van de Dam en waarin de koper een portie toekomt, belend
ten O: Pier Doesen met huis en erf en ten W: Jacob Jansz. schipper met huis en erf. Prijs f 1.850
carolus van 40 gr. Vlaams, te betalen met £ 20 Vlaams contant en de rest op termijnen van f 57 per
jaar. Penningborgen: Pieter Pouwelsz. en Cornelis Willemsz. timmerman, elk voor de helf. Waarborg:
de oude waarbrief. Aangaande Pieter Jacobsz. schoenmaker in de voorn. kwaliteit, heeft Cornelis
Gerritsz. Schoonweer zich borg geconstitueerd.
Nr. 500 folio 222 d.d. ut supra.
Annetgen Jansdr. weduwe, de moeder wonende in het Ziekenhuis geassisteerd met Cors Cornelisz.
haar gekozen voogd heeft verkocht aan Dirck Meesz. een huis en erf bij het St. Sebastiaans Doel in
een poortje, belend ten O: Jan Schipper met huis en erf en ten W: Emmer Lourisz. met huis en erf.
Prijs f 350, te betalen met £ 4 gr. contant en de rest op termijnen van f 14 per jaar. Vrij en niet belast.
Waarborg: Willem Reijniersz.
Nr. 501 folio 222v. d.d. ut supra.
Cors Cornelisz. heeft verkocht aan Jacob Lourisz. een huis en erf op de Verbrande Erven achter de
Stoof, belend ten O: Schoudt de metselaar met huis en erf en ten W: Pieter Lievensz. met huis en erf.
Prijs f 400 carolus van 40 gr. Vlaams, te betalen met f 30 contant en de rest op termijnen van f 15 per
jaar. Vrij en niet belast. Waarborg: Dirck Meesz.
Nr. 502 folio 223 d.d. 17-01-1589.
Hendrick Jansz. kuiper transporteert aan Jan Huijghensz. lijndraaier een kustingbrief sprekende op
Maritgen Barentsdr. als principaal en Jan Jacobsz. schoenmaker en Engelbrecht Jansz. lijndraaier als
borgen, inhoudende de somme van f 850 carolus waarvan f 16 reeds betaald zijn in dato 30-04-1588,
waar deze brief door getransfixeerd is. Hiermede is gecasseerd de kustingbrief die Jan Huijgensz.
sprekende had op Cornelis Jansz. pottenbakker, inhoudende f 800 carolus gedateerd 09-12-1581,
mitsgaders de kustingbrief die Cornelis Jansz. pottenbakker sprekende had op Heijndrick Jansz.
kuiper in dato 03-05-1586.
Nr. 503 folio 223v. d.d. 21-01-1589.
Cornelis Josephsz. weduwnaar en boedelhouder van Maritgen Cornelisdr. ter ene zijde en Heijndrick
Woutersz. smid gehuwd met Agniesgen Cornelisdr. voor zichzelf en vervangende Jacob Cornelisz.
64