Nadere toegang nr. 71 - Gemeente Schiedam

NADERE TOEGANG 71
betalen f 100 contant, 15 maal f 42 per jaar en de rest met f 38 per jaar. Waarborg: Michiel Jansz.
schipper. Penningborg: Anna Huijgensdr. geassisteerd met Feijs Ariensz. haar gekozen voogd.
Nr. 653 folio 301 d.d. 13-10-1589.
Afniesgen Lenertsdr. wonende Rockanje in het land van Voorne geassisteerd met Huijch Woutersz.
Bol haar gekozen voogd, heeft getransporteerd aan de nagelaten weeskinderen van Pieter
Joostensz., genaamd Jan Pietersz. en Hadewij Pietersdr., de helft van een kustingbrief, sprekende op
Adriaen Florisz. (waarvan de wederhelft Trijntgen Bastiaensdr. wed. of Arent Woutersz. timmerman
toekomt), inhoudende nog f 233, verleden voor Cornelis Jacobsz. Fabri en Cornelis Alewijnsz.
schepenen in Schiedam in dato 09-12-1581.
Nr. 654 folio 301v. d.d. 14-10-1589.
Dirck Ariensz. Niesen en Lijsbet Jacobsdr. echtgenoten wonende alhier hebben gecedeerd aan de
Heilige Geest ⅔ parten en het Gasthuis ⅓ part van een rentebrief van f 18 -15-00 per jaar, sprekende
op Pieter Lievensz. metselaar als principaal en Lieven Pietersz. als borg. Dit is vezekerd op het huis
de Drie Aeckers volgens de rentebrief van 17-04-1577 waar deze brief door is getransfixeerd. Na het
overlijden van de comparanten dienen de penningen belegd te worden t.p.v. de naaste arme vrienden
van de comparanten.
Nr. 655 folio 302v. d.d. 18-10-1589.
Gerrit Jansz. Vinck schoenmaker heeft verkocht aan Arent Danckertsz. van Smalevelt oud
burgemeester alhier, een losrentebrief van f 10 carolus per jaar. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op
de Gooistraat, belend ten N: Jacob Rochusz. bakker met huis en erf en ten Z: Cornelis Jansz.
kaaskoper met huis en erf. Ter meerdere zekerheid stelt Winant Jacobsz. schoenmaker zich borg.
Nr. 656 folio 303v. d.d. 21-10-1589.
Floris Jacobsz. wonende lahier heeft verkocht aan Pieter Claesz. Pesser een losrente van f 7 per jaar.
Hij verzekert dit op zijn huis en erf in de Breedstraat, belend ten ZW: Dirck Meesz. en ten NO: Simon
Hubrechtsz.
Nr. 657 folio 304 d.d. 04-11-1589.
Wijnant Jacobsz. schoenmaker heeft verkocht aan Elant Ariensz. oud burgemeester alhier voor de
ene helft en Dirck Ariensz. Niesen voor de andere helft het 5° en 6° erf in het Groeneveld. Voor en
achter breed 18 voeten en lang 3 roeden 9 voeten, belend ten O: ’s-herenweg en ten W: Cornelis
Thomasz. wielmaker met huis en erf. Prijs een som penningen die reeds betaald zijn. Belast met een
losrente van f 1-10-00 per jaar t.b.v. de stad. Waarborg: Jan Huijgensz. lijndraaier.
Nr. 658 folio 304v. d.d. 08-11-1589.
Joost Aemsz. van der Burch en Trijntgen Anthonisdr. echtgenoten en ingezetene poorters alhier, hij
ziek op bed gelegen en zij gezond, maken hun testament. Zij revoceren alle voorgaande testamenten
en bespreken aan elkaar de inboedel en meubele goederen als huisraad, contant geld, goud en zilver,
etc. Mede de portien scheeps die zij hebben in de schepen van Arien Dircxz. en Jan Decker. Item hun
portie dat nog staat te ontvangen uit de verkoop van het schip van Lemme. De langstlevende zal tot
zijn last nemen hetgeen op de schepen nog staat te betalen ten tijde van het overlijden van de
eerststervende. Nog bespreken zij aan elkaar de lijftocht van het huis waarin zij wonen. Dit huis zal na
het overlijden van beiden besterven half om half aan beiden hun erfgenamen. Bij het overlijden van de
eerststervende zullen de schulden t.p.v. de boedel, verdeeld worden aan beide zijden Trijntgen
Aemen zuster van Joost Aemsz. testateur, huisvrouw van Matheus Fransz., of bij haar aflijvigheid haar
kinderen, zal vooruit hebben de eigendom van de goederen van Joost Aemsz. van de portie die hem
toekomt uit het huis en brouwerij waarin zijn zaliger moeder gewoond heeft. Nog zal Aem Joosten
hebben al zijn testateurs kleding en geweer. Item aan Jan Aemsz. en Beuckel Aemsz. zijn broeders
de lijfttocht van 4 morgen 2 hond land bij de Cathuizers buiten Delft, te versterven van de een op de
ander. De eigendom zal komen op zijn testants broeders en zusters of hun erfgenamen. Dit betreft
hofland in het Hof van Delft welk niet bezwaard mag worden. De testateur vertoont een bezegelde
brief van octrooi en consent door hem verkregen, beginnende met: Ick Jochum Fransz. door de
burgemeesters van Delft gecommitteerd als landgister van het Hof van Delft, doe kondt etc., in dato
14-08-1589. De testateur wil niet dat de voorn. Jan en Beuckel zich verder bemoeien met het verdelen
van de boedel, noch ook met het verhuren van het voorsz. hofland, maar de administratie zullen laten
aan de andere erfgenamen en tevreden moeten zijn op peine van het verbeuren van de besterfenis
t.p.v. de andere erfgenamen. De goederen door hem ten huwelijk aangebracht of door hem in huwelijk
aangebracht, zullen gaan op de naaste vrienden en magen van Joost Aemsz. testateur welke hij
hierbij institueert tot erfgenamen. De schulden hierop zullen ook gedragen worden door zijn
erfgenamen. De verdere goederen zullen komen aan Trijntgen Thonisdr. indien zij haar man overleeft.
De doodschulden zullen gelijkelijk betaald worden door de langstlevende.
Nr. 659 folio 307 d.d. 06-11-1589.
82