Nadere toegang nr. 71 - Gemeente Schiedam

NADERE TOEGANG 71
onderling hebben gesloten voor notaris op 16-02-1589. Sijon de Lus blijft gehouden aan de stad te
voldoen de jaarlijkse pacht.
Nr. 513 folio 229v. d.d. 17-02-1589.
Dominicus de Castel verklaarde dat Sijon de Lus tafelhouder te Dordrecht en Leiden, aan hem
getransporteerd heeft het recht van tafelhouden te Schiedam op voorwaarde vastgelegd voor notaris
Cornelis Cornelisz. en Alexander Balbiaen als getuige op 16-02-1589.
Nr. 514 folio 230 d.d. 18-02-1589.
Alewijn Hendricxz. koopman alhier is schuldig aan Adriaen Maertensz. en Cornelis Jansz. Boij beiden
burgers van Zierikzee, de somme van f 1.965 carolus van 40 gr. Vlaams ter zake van de koop van een
visboot, groot 13 lasten genaamd den Palmboom. Hij belooft te betalen met f 722 contant en de rest
op 2 Martini dagen. Borgen: Henrick Alewijnsz. stierman en Daniel Willemsz. Danecop, elk voor de
helft.
Nr. 515 folio 230v. d.d. 25-02-1589.
Jan Hendricxz. van Brakel alias den Appelman is schuldig aan Jan Florisz. en Jacob Rochusz. alias
Doesz. beiden scheepstimmerlieden, de somme van £ 45 gr. Vlaams, spruitende uit de koop van een
kromstevenschuit. Te betalen met f 50 carolus contant, Kerstmis 1589 f 100 en voorts op 2
Kerstmisdagen f 60.
Nr. 516 folio 231 d.d. 26-02-1589.
Jacob Rochusz. stierman alhier voor de ene helft mitsgaders Joris Maertensz. Knapper mede
wonende alhier en Louris Jacobsz. zijn zwager wonende in de Kethelpolder, voor de andere helft,
hebben zich geconstitueerd als borgen voor Jan Rochusz. t.b.v. Arijen Gerritsz. smid voor de opstal
van £ 6 Hollands per jaar op zeker land in Kethel-ambacht, door Jan Rochusz. verkocht aan Arijen
Gerritsz., belend ten Z: de weduwe van Papsouwtgen te Delft, ten W: de Slimme watering, ten N: het
convent van St. Barbaren te Delft en ten O: Dirck Gerritsz.
Nr. 517 folio 231v. d.d. 27-02-1689.
Huijch Jansz. wonende alhier is schuldig aan Dirck Dircxz. van Haarlem, de somme van f 724 carolus
van 40 gr. Vlaams als restant van de koop van een smalschip. Hij belooft te betalen op 01-03-1590.
Borgen: Dirck Ariensz. Niesen en Daniel Willemsz. Danecop.
Nr. 518 folio 232 d.d. 28-02-1589.
Jan Michielsz. schuitvoerder is schuldig aan Jan Pietersz. alias Broot int tresoer, de somme van £ 30
gr. Vlaams ter zake van de koop van een krabschuit, door Jan Pietersz. gevoerd geweest. Hij belooft
te betalen met £ 7 contant en de rest op termijnen van £ 7 per jaar. Borg: Jacob Jansz. schipper.
Nr. 519 folio 233 d.d. 03-03-1589.
Gerrit Dircxz. van der Wolff ter ene zijde en Gerrit Jansz. Hoeck ter andere zijde bekennen dat de
achtergevel van de grote huizing van Gerrit Dircxz. voorn. aan de zuidzijde een gemene muur is
tussen hun beider woningen, zodat Gerrit Jansz. daarin zal mogen timmeren en ankeren. Maar
aangaande de timmerage van de loodsen van Gerrit Dircxz. die hem vrij eigen toe toebehoren,
hebben hun waterlozing over het erf en plaats van Gerrit Dircxz.
Nr. 520 folio 233 d.d. 02-03-1589.
Sijmon Jansz. weduwnaar van de Doornickerdam en Maritgen Cornelisdr., beiden wonende te
Rotterdam, de voorn. Maritgen Cornelisdr. geassisteerd met Hendrick Jansz. taander haar oom,
verklaren dat zij op 12-02-1589 voor Lucas Jansz. notaris te Schiedam huwelijksvoorwaarden
gemaakt hebben en enige dagen daarna zijn getrouwd. In de huwelijksvoorwaarden is niet duidelijk
weergegeven de intentie dat als een van hun kwam te overlijden zonder kinderen na te laten, dat dan
de goederen welke bij huwelijk waren ingebracht, zullen gaan naar de zijde vanwaar zij gekomen zijn,
mitsgaders ook alle erfenissen hun staande huwelijk opgekomen. De kleding en juwelen van hun gaan
eveneens naar de desbetreffende erfgenamen.
Nr. 521 folio 235 d.d. 03-03-1589.
Jop Joppesz. Fabri vroedschap alhier heeft verkocht aan de heilige geestmeesters alhier als de
administratie hebbende van het St. Anna convent van Schiedam, een losrente van £ 2 gr. Vlaams per
jaar met een hoofdsom van £ 32, ontvangen uit handen van Elant Ariensz. oud burgemeester,
betalende vanwege en uit naam van de weeskinderen en erfgenamen van zaliger Adriaen Cornelisz.
Duijst, over de redemptie en aflossing van gelijke £ 2 gr. per jaar, welke Adriaen Cornelisz. Duijst
verleden had t.p.v. het voorn. convent in dato 24-04-1565. Deze is hiermede dood en te niet. Hij
verbindt hieraan zijn huis en erf op het Einde, voor van de straat tot achter op de Haven toe, belend
ten O: Maritgen Cornelisdr. weduwe Hendrick Joosten Bolleman met huis en erf en ten W: Gerrit
Jansz. Janpone met huis en erf. Borg: Cornelis Willemsz. Penning.
Nr. 522 folio 236v. d.d. 18-03-1589.
Cornelis Arentsz. Verwal voor zichzelf en als vader en voogd van Meijnsgen Cornelisdr., heeft
verkocht aan Cornelis Maertensz. een huis en erf in de Boterstraat, belend ten W: Maritgen Jansdr.
66