Nadere toegang nr. 71 - Gemeente Schiedam

NADERE TOEGANG 71
van Delfshaven stierman op is. Hij belooft te betalen f 800 carolus contant, St. Maartensdag f 555 en
de resterende f 555 St. Maartensdag 1590. Gedaan onder verband van waterrecht.
Nr. 639 folio 287v. d.d. 14-08-1589.
Pauwels Arentsz. wonende Overschie heeft gecedeerd aan Jan Dircxz. van Coelen lakenkoper alhier
de somme van f 150 carolus welke Jan Dircxz. ontvangen zal uit een penningbrief van dato 06-06-
1589 waar deze brief doorsteekt, verleden voor Cornelis Cornelisz. Onbeschaemde en Jacob Jansz.
Roos schepenen te Rotterdam, te betalen met f 50 per jaar.
Nr. 640 folio 288v. d.d. eodem die.
Joost Aemsz. van der Burch ziek op bed gelegen en Trijntgen Thonisdr. echtgenoten, ingezetene
poorters alhier, maken hun testament. Zij benoemen tot universele erfgenamen hun naaste vrunden
en magen, behoudens dat hij testant aan zijn 2 broeders Jan Aemsz. en Beuckel Aemsz. zal afstaan
en zij daar tevreden mee moeten zijn, de lijftocht van 2 percelen goederen, in welke percelen hij hun
institueert tot zijn erfgenamen. Eerst de lijftocht van een kamp land van 4 morgen 2 hond gelegen bij
de Kartuizers buiten Delft, genaamd ’t Lange Land, te versterven van de een op de ander en na de
dood van zijn 2 voorn. broeders, is het zijn begeerte dat de 4 morgen 2 hond besterven op zijn
testants andere broeders en zusters, maar alleen op al zijn broeders en zusters kinderen. Deze zullen
hoofd voor hoofd hierin erven. Ten tweede zullen zijn broeders Jan en Beuckel ontvangen de lijftocht
van zijn portie welke nog in het gemeen en ongedeeld is in de boedel van zijn zaliger moeder, te
versterven van de een op de ander, zonder dat dezelve mogen vervreemden of belasten. Hiermede
zullen Jan en Beuckel Aemsz. afstand doen van de verdere erfenis. Nog is het beiden testanten
begeerte dat de langstlevende in eigendom zal blijven bezitten het huis en erf waarin zij wonen met
alles wat daarin nagelvast is. Na overlijden van beiden, zal het half om half gaan naar hun beider
erfgenamen ab intestato. De langstlevende zal tot zijn last nemen de kustingen rustende op het huis.
Nog is het hun begeerte dat de langstlevende zal hebben alle meubels en roerende goederen in het
voorn. huis, insgelijks het tarwe en greinen, al het geld, zilver, etc. De langstlevende zal nog hebben
het schip van Arien Dircxz. en het schip van Jan Decker. De schulden zullen half om half gedragen
worden over de erfgenamen, uitgezonderd Jan en Beuckel Aemsz. Bij oppositie van de erfgenamen,
zal deze zijn portie verbeuren t.p.v. de goedwillende erfgenamen. Alle renten, landen en brieven
gekomen van de testants zijde, zullen gaan naar diens erfgenamen. Alle andere brieven e.d. naar
haar testantes zijde. Nog legateert hij testant aan zijn zuster Trijntgen Aemen huisvrouw van Matheus
Fransz. of indien zij voor de testant overlijdt, haar kinderen, de kustingen hem toekomende van het
huis en brouwerij waar zijn zaliger moeder in gewoond heeft. Nog bespreekt hij aan Aem Joosten zijn
broeder (sic), al zijn kleding, geweer en harnas.
Nr. 641 folio 293 d.d. 24-08-1589.l
Pieter Arentsz. van der Wal is schuldig een Gommer Woutersz. timmerman de somme van £ 10 gr.
Vlaams ter zake van de levering van materialen en arbeidsloon door hem aan het huis van de
comparant gedaan. Hij belooft te betalen £ 2 gr. Vlaams contant, St. Maartensdag toekomende f 7 en
de rest met f 9 per jaar. Gommer Woutersz. belooft nog aan het voorn. huis te maken een blind
venster. Hij verzekert dit op het voorn. huis en erf op de hoek van ’t Land van Beloften, belend ten W:
het pad van het Broershuis en ten O: het huis en erf waar Jasper de visser in woont.
Nr. 642 folio 293v. d.d. 25-08-1589.
Jan Claesz. Coecketer is schuldig aan Ewout Jansz. scheepstimmerman de somme van f 700 carolus
ter zake van de koop van een visboot zo die van stapel gelopen is. Hij belooft te betalen f 350 St.
Maartensdag toekomende en de andere f 350 St. Maartensdag 1590. Hiervan zal t.l.v. Ewout Jansz.
een waterbrief gemaakt worden. Penningborg: Jan Willemsz. van Haerlem.
Nr. 643 folio 294 d.d. 26-08-1589. (doorgehaald).
De burgemeesters hebben met advies van de vroedschap verkocht aan Wouter Reijnen Scherp de
stadstuin achter het Ziekenhuis, raaiende van de oosthoek van dezelfde tuin af tot aan de hoek van
het Ziekenhuis. Prijs f 703 welke de koper zal mogen houden op renten tegen de penning 16,
belopende f 43-18-12 per jaar. De koper dient de tuin af te heinen op zijn kosten. Hij zal een doorgang
hebben over het erf van Haesgen Huijgens, mitsgaders ook door de gang beginnende van het
Pesthuis strekkende oostwaarts op. Hij verzekert dit op de voorgaande tuin met alle verbeteringen van
dien, mitsgaders op zijn huis en erf waarin hij woont, belast met een losrente van f 22 per jaar en een
daalder opstal, staande in de Gooistraat genaamd De Drije Gulden Haringen, belend ten Z: Wouter
Jacobsz. Scherp met huis en erf en ten N: Cornelis Cornelisz. schipper met huis en erf.
Kanttekening: Actum 03-03-1590 hebben Willem Jansz. en Cornelis Alewijnsz. burgemeesters met
advies van de vroedscahp, ontslagen en gekwiteerd Wouter Reijniersz. Scherp van de rente en koop,
mits dat Wouter Reijniersz. de stad vergoed heeft de penningen en renten als kopers van de tuin
beloofd hebben, zoals door dezelve Wouter Reijnersz. aan de kopers gegeven.
Nr. 644 folio 295v. d.d. eodem die.
80