Nadere toegang nr. 71 - Gemeente Schiedam
Nadere toegang nr. 71 - Gemeente Schiedam
Nadere toegang nr. 71 - Gemeente Schiedam
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
NADERE TOEGANG <strong>71</strong><br />
Jacob Meesz. Visch, hebben verkocht aan Jan Marcusz. ⅓ part van een plaats en schuur, waarvan<br />
Gerrit Meesz. en Jacob Sterrenburch de resterende ⅔ parten competeren, staande aan de Haven,<br />
uitkomende aan de Gooistraat, belend ten N: Arien IJsbrantsz. en ten Z: Floris Gerritsz. den Ridder.<br />
Prijs f 1.300 Vlaams, te betalen f 200 contant en de rest met f 72 per jaar. Hiervan zal Sebastiaen<br />
Jacobsz. ontvangen ¼ part, Gerrit Meesz. ⅜ parten, Jacob Pietersz. en Heijndrick Willemsz. Juijst elk<br />
⅛ part en de resterende ⅛ part komt de koper zelf toe. Belast met 32½ st. per jaar, te ontvangen door<br />
de Heilige Geest alhier 22½ st. en de Memorie of kerk alhier 10 st. Hiervan zal de koper ⅓ part tot zijn<br />
last nemen.<br />
Nr. 683 folio 325 d.d. eodem die.<br />
Sebastiaen Jacobsz. heeft verkocht aan Jacob Pietersz. Sterrenburch ⅓ part van een schuur en<br />
plaats aan de Haven alhier, uitkomende aan de Gooistraat, belend ten N: Arien IJsbrantsz. en ten Z:<br />
Floris Gerritsz. den Ridder. Prijs f 1.266-14-00, te betalen f 200 contant en de rest met f 72 per jaar.<br />
Belast met 32½ st. per jaar, te ontvangen 22½ st. door de Heilige Geest alhier en de Memorie of kerk<br />
alhier 10 st. De koper neemt hiervan ⅓ part tot zijn last. Penningborg: Heijndrick Willemsz. Juijst.<br />
Waarborg: Gerrit Meesz. Visch.<br />
Kanttekening: Deze penningbrief is dood en te niet en gecasseerd met het verlijden van een nieuwe<br />
penningbrief in dat 24-07-1592.<br />
Nr. 684 folio 326v. d.d. 22-01-1590.<br />
Jan Pietersz. voor zichzelf en als vader en voogd van de 2 nagelaten weeskinderen van Cuniertgen<br />
Dircxdr., heeft overgedragen aan Willem Gerritsz. een kustingbrief van f 38, sprekende op Rochus<br />
Dircxz. timmerman over de koop van ¼ part van het huis en erf waar hij Willem Gerritsz. inwoont op<br />
de hoek van de Kruisstraat, naar uitwijzen de kustingbrief in dato 12-05-1576 waardoor deze brief is<br />
getransfixeerd. Mitsgagers nog f 12 die de voorn. Rochus Dircxz. dezelve weeskinderen belooft heeft<br />
ten einde de betaling van de getransporteerde kustingbrief, volgens een accoord verleden voor Jacob<br />
Arentsz. notaris en Jan Ariensz. Panser en Heijndrick Aertsz. Winter als getuigen op 21-03-1583.<br />
Nr. 685 folio 327 d.d. 25-01-1590.<br />
Jan Anthonisz. hoedenmaker voor zichzelf en Rutgen Faesz. voogd van Cornelis Anthonisz. die nog<br />
onmondig is, erfgenamen van Anthonis Jansz. Cramer hun vader, hebben getransporteerd aan Jacob<br />
Pietersz. van Cleeff, elk 1/7 part van een kustingbrief sprekende op dezelve Jacob Pietersz., over de<br />
koop van het huis en erf waarin hij woont, gedateerd 24-03-1585, welke hierdoor is getransfixeerd.<br />
Nr. 686 folio 327 d.d. 26-01-1590.<br />
Cornelis Jansz. schipper wonende alhier is schuldig aan Maerten Pietersz. schipper de somme van f<br />
248 Vlaams over de koop van de helft van een krabschuit, waarvan de wederhelft de comparant<br />
toekomt. Hij belooft te betalen f 24 contant en de rest met f 50 per jaar en verzekert dit op de<br />
krabschuit, onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid hebben Corstiaen Cornelisz.<br />
houtkoper en Pieter Jansz. schipper zich borgen geconstitueerd voor ⅔ parten van de voorn. somme<br />
en Jan Joosten koperslager en Lenert Lenertsz. voor het resterende ⅓ part.<br />
Nr. 687 folio 328 d.d. eodem die.<br />
Pieter Fransz. wonende alhier heeft verkocht aan de leproosmeesters alhier een losrente van f 2-10-<br />
00 per jaar. Hij verzekert dit op zijn huis en erf in de Gooistraat, belend ten N: Dirck Jansz. snijder met<br />
huis en erf en ten Z: Lenert Lenertsz. met huis en erf. Hiermede is gecasseerd een losrentebrief van<br />
30 st. per jaar, door de comparant t.p.v. de leproosmeesters verleden op 08-02-1553.<br />
Nr. 688 folio 328v. d.d. 07-01-1590.<br />
Jacob Lambrechtsz. en Neeltgen Gerritsdr. echtgenoten en ingezetene poorters alhier, hij gezond en<br />
zij ziek op bed, maken hun testament. Hij institueert tot universele erfgenamen zijn kind of kinderen en<br />
indien hij zonder kinderen komt te overlijden, dan zijn broeder Dirck Lambrechtsz. Haega of bij<br />
vooroverlijden zijn kinderen. Zij institueert Fijtgen Jacobsdr. haar halve zuster van moeders zijde of bij<br />
vooroverlijden haar kinderen, in de goederen die Neeltgen Gerritsdr. zal nalaten. Uitgezonderd dat<br />
Fijtgen Jacobsdr. of haar kinderen bij haar overlijden gehouden zullen zijn uit haar gerechtste<br />
goederen uit te reiken f 300, te weten aan de Heilige Geest alhier f 100 een jaar na haar overlijden,<br />
een jaar daarna f 100 aan het Gasthuis alhier, (hiermee zal het Gasthuis afstand doen van de eis van<br />
het beste kleed) en nog een jaar daarna f 100 aan de voorn. Heilige Geest.<br />
Nr. 689 folio 329v. d.d. 18-01-1590.<br />
Jan Huijgensz. lijndraaier en Emmetgen Jacobsdr. echtgenoten inwonende poorters alhier, maken<br />
hun testament reciproce. De langstlevende dient aan de erfgenamen van de erststervende uit te<br />
reiken f 12, te betalen f 6 na 1 jaar en f 6 een jaar later.<br />
Nr. 690 folio 331 d.d. 27-01-1590.<br />
Joris Heijndricxz. voor zichzelf en met procuratie van Arien Heijndricxz. zijn broeder en Louris Ariensz.<br />
oom en voogd van de nagelaten weeskinderen van Dirck Cornelisz., hebben verkocht aan Joost<br />
Arentsz. schipper een huis en erf op het Grote Groenendal, belend ten O: Goris Reijersz. en ten W:<br />
86