VAN STROHALM TOT STRATEGIE - Politie & Wetenschap
VAN STROHALM TOT STRATEGIE - Politie & Wetenschap
VAN STROHALM TOT STRATEGIE - Politie & Wetenschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De Regionale Mediacommissie (RMC)<br />
In de Aanwijzing Opsporingsberichtgeving van 2000 werd de werkwijze van een RMC zeer<br />
gedetailleerd beschreven. De praktijk bleek echter harder dan de leer. Voor zover die<br />
commissies bestonden, hadden ze elk een eigen werkwijze. In de Aanwijzing van 2004<br />
worden die regionale verschillen aanvaard. Wel moet er in elke regio een mediacommissie<br />
zijn.<br />
Het doel daarvan wordt als volgt omschreven : “... verantwoordelijk voor de inzet en de wijze<br />
van<br />
uitvoering van de regionale opsporingsberichtgeving.” Daartoe selecteert de RMC: “....... na<br />
samenspraak met de zaaksofficier van justitie, potentiële berichten en stelt de prioriteiten<br />
vast.” 17<br />
Verder wordt geadviseerd om in een huishoudelijk reglement de werkverdeling tussen de<br />
voorzitter en degene die toeziet op de uitvoering van de opsporingsberichtgeving, op te<br />
nemen. Ook wordt nog voorgeschreven wie in een RMC zitting hebben, namelijk<br />
vertegenwoordigers van justitie, politie en Koninklijke Marechaussee.<br />
Hoe zag in het najaar van 2004 de praktijk er uit?<br />
Waar is een Regionale Mediacommissie (RMC)<br />
In de regio's waarover gegevens werden verzameld bleek dat er in zes provincies een '1 op<br />
1' situatie bestaat. Er is binnen de provincie een arrondissementsparket, een politiekorps en<br />
een regionale omroep. In de andere provincies is de toestand gecompliceerder, zoals uit<br />
onderstaand overzicht blijkt.<br />
Drenthe, Flevoland, Gelderland en Zeeland bleken geen eigen opsporingsprogramma te<br />
kennen. Aangezien in drie daarvan een '1 op 1'- situatie zou kunnen bestaan, is het<br />
onwaarschijnlijk dat dit een gevolg is van een onoverzichtelijke bestuurlijke situatie. In enkele<br />
provincies is getracht te achterhalen wat daarvoor wel de redenen zijn. In ten minste een<br />
provincie bleek men de mogelijkheid tot het opzetten van een opsporingsprogramma te<br />
onderzoeken. In een andere provincie denkt men dat er onvoldoende zaken zijn die zich<br />
lenen voor zo'n programma. De bestaande (landelijke) mogelijkheden en kanalen vindt men<br />
daar voldoende. Voor zover kon worden vastgesteld, is er in die provincies ook geen<br />
RMC.Een bijzondere situatie bestaat er in het gebied dat bestreken wordt door RTV<br />
Rijnmond. Die zender heeft een wekelijkse opsporingsrubriek. In Hoofdstuk 3 par. 1 is al<br />
ingegaan op de bijzondere verhoudingen rond dit programma.<br />
Tabel 3. Overzicht van het aantal omroeporganisaties, politiekorpsen en<br />
arrondissementen per provincie<br />
Provincie Organisaties<br />
Fryslân, Groningen, Drenthe*, Flevoland*, 1 regionale omroep, 1 politiekorps, 1 arrondissement<br />
Utrecht, Zeeland*<br />
Overijssel, Limburg 1 regionale omroep, 2 korpsen en 2 arrondissementen<br />
Gelderland*, Noord-Holland, Noord-Brabant 1 regionale omroep, 3 of meer korpsen, 2 of 3<br />
arrondissementen<br />
Zuid-Holland 1 regionale omroep voor 2 korpsen en 1 arrondissement<br />
1 regionale omroep voor 2 korpsen en 2 arrondissementen<br />
* Hier heeft de regionale omroep (nog) geen eigen opsporingsprogramma. Wel is er enige jaren geleden een<br />
opsporingsprogramma in Gelderland geweest. Om onbekende redenen is dat beëindigd.<br />
In het gebied van RTV Rijnmond liggen twee arrondissementen en twee korpsen. Er is<br />
echter geen RMC. Als reden daarvoor werd opgegeven dat men er enige jaren geleden niet<br />
in was geslaagd voor een oprichtingsbijeenkomst een vergaderdatum te vinden. En daarbij<br />
zou het zijn gebleven.<br />
17 bijl. 4 par. 3.2 Aanwijzing 2004<br />
24