VAN STROHALM TOT STRATEGIE - Politie & Wetenschap
VAN STROHALM TOT STRATEGIE - Politie & Wetenschap
VAN STROHALM TOT STRATEGIE - Politie & Wetenschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Inleiding<br />
Doel van het onderzoek<br />
Opsporingsberichtgeving, dat wil zeggen burgers vragen om hun medewerking bij het<br />
oplossen van een misdrijf, is waarschijnlijk een heel oude werkwijze. Dat gebeurt<br />
tegenwoordig op allerlei manieren zoals getuigenoproepen in huis-aan-huisbladen of in<br />
dagbladen, buurtonderzoeken, het uitloven van beloningen, straatinterviews, foldertjes of<br />
zeer bijzondere vormen als de reconstructie van het hoofd van een slachtoffer. Het gebruik<br />
van elektronische kanalen is ook niet nieuw. De bekende politieberichten worden al 'sedert<br />
mensenheugenis' na een radio- of tv-nieuwsbulletin uitgezonden. En in Duitsland loopt het<br />
tv-programma Aktenzeichen XY-Ungelöst al ruim 35 jaar.<br />
Opsporingsberichtgeving is zozeer en al zo lang onderdeel van het proces van<br />
waarheidsvinding in misdrijven dat het daaruit niet weg te denken valt. Dat technische<br />
ontwikkelingen van invloed zijn op de methoden waarvan bij opsporingsberichtgeving gebruik<br />
kan worden gemaakt, spreekt vanzelf. Vooral de laatste jaren zien we een aanmerkelijke<br />
groei van opsporingsberichtgeving via met name tv en internet. Het zijn middelen die, vooral<br />
in combinatie, ongekende mogelijkheden bieden. De ervaringen die daarmee worden<br />
opgedaan zijn echter niet onmiddellijk voor alle betrokkenen toegankelijk. Het kost tijd om<br />
zulke ervaringen op te doen en vervolgens kost het tijd om ze te inventariseren, te<br />
systematiseren, te analyseren en de mogelijke conclusies en aanbevelingen daaruit te<br />
verspreiden.<br />
Dit onderzoek wil daaraan een bijdrage leveren.<br />
Twee visies<br />
Opsporingsberichtgeving kan gezien worden als een middel om burgers bij de handhaving<br />
van de rechtsorde te betrekken. Door het vragen om medewerking maken politie en justitie<br />
duidelijk dat ze hun taak niet in afzondering kunnen en willen uitvoeren, maar daartoe de<br />
hulp van de samenleving nodig hebben.<br />
Traditioneel wordt tegenover deze maatschappelijke visie op opsporing een visie gesteld,<br />
waarbij justitie en politie veel meer vanuit een technocratische positie hun werk verrichten.<br />
De leidraad daarbij is dat rechercheurs door ervaring, kennis en inzicht in en<br />
opsporingsonderzoek superieur zijn ten opzichte van de ervaringen van een betrokken<br />
burger. Zaken worden daarbij opgelost door het elimineren van mogelijke verdachten aan de<br />
hand van technisch bewijs, van zelf opgespoorde getuigen of van een doordachte tactische<br />
aanpak 1 .<br />
Dat in de praktijk beide visies elkaar bepaald niet uitsluiten weet niet alleen elke insider,<br />
maar ook elke geïnteresseerde buitenstaander. In de dagelijkse praktijk zien we immers dat<br />
niet alleen bij uitgebreide recherche-onderzoeken maar ook bij het onderzoek naar<br />
alledaagse misdrijven beide benaderingen worden toegepast. Desondanks zien we dat soms<br />
de ene benadering de voorkeur krijgt en soms de andere. Zelfs op nationale schaal zien we<br />
die verschillen. Zo kent men in Frankrijk noch in zuid-Europa opsporingsprogramma's zoals<br />
die in Duitsland, Engeland of bij ons al tientallen jaren bestaan. Vooral in landen als Frankrijk<br />
en Italië is dit een gevolg van een visie op politiewerk waarin opsporingsprogram-ma's (nog<br />
steeds) niet passen.<br />
Dichter bij huis blijkt het verschil in benadering ook nog steeds te bestaan. Als gekozen moet<br />
worden tussen een meer technische benadering of het inschakelen van het publiek via een<br />
tv-uitzending, kiest menig rechercheur vaak voor het eerste. Tijdgebrek is daarbij een veel<br />
gehoord argument. Dat kan een legitiem argument zijn, maar is tegelijk ook wat eenzijdig.<br />
Want stel nu dat we weten dat inschakeling van het publiek via een opsporingsbericht de<br />
kans op oplossing aanzienlijk vergroot. Dan zou tijdgebrek als argument waarschijnlijk<br />
minder zwaar gaan wegen.<br />
Een recent voorbeeld van dit dilemma biedt ook het rapport 'Spelverdeler in de opsporing'<br />
1 zie Kuijvenhoven, 1985, pg. 216-217<br />
8