17.09.2013 Views

Hollands Spoor - Historische Vereniging Holland

Hollands Spoor - Historische Vereniging Holland

Hollands Spoor - Historische Vereniging Holland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

werden door de Van Logterens ontworpen en vervaardigd.<br />

Zij kenden de beroemde Franse ontwerper<br />

Daniël Marot persoonlijk en waren vertrouwd<br />

met zijn werk en de door hem verspreide Lodewijk<br />

XIV-stijl en lieten in die stijl een omvangrijk en artistiek<br />

hoogstaand oeuvre na. Op aanraden van I.Q.<br />

van Rechteren Altena en Th. Lunsing Scheurleer<br />

koos P.M. Fischer in 1964 de Van Logterens en hun<br />

oeuvre als onderwerp voor een dissertatie die zou<br />

leiden tot het hier besproken boek. Fischer was behalve<br />

kunsthistoricus ook musicoloog en werkte<br />

aan zijn dissertatie naast zijn loopbaan als musicoloog<br />

en musicus. Hij deed zijn onderzoek zeer<br />

grondig en minutieus, wat in zo’n veertig jaar een<br />

enorme hoeveelheid informatie opleverde over de<br />

personen Van Logteren, hun scheppingen en hun<br />

opdrachtgevers. Helaas overleed de auteur kort nadat<br />

hij het manuscript had voltooid en vond er geen<br />

promotie plaats, maar gelukkig kon de studie dankzij<br />

de inspanningen van E. Munning Schmidt wel<br />

worden gepubliceerd.<br />

Het omvangrijke boek biedt meer dan de titel aangeeft.<br />

De auteur gaat namelijk eerst uitgebreid in op<br />

de Amsterdamse beeldhouwkunst van vóór de 18de<br />

eeuw. Vele beeldhouwers waren toen geïnspireerd<br />

door voorbeelden uit de oudheid en uit de Italiaanse<br />

barok van de 15de tot 17de eeuw. Fischer onderscheidt<br />

perioden die hij in afzonderlijke hoofdstukken behandelt:<br />

die van Hendrick de Keyser en zijn zonen (ca.<br />

1590-ca. 1650), van Artus Quellijn (Quellinus), Rombout<br />

Verhulst en diens helpers (ca. 1650-ca. 1675) en<br />

die van Ignatius en Jan van Logteren. Fischer constateert<br />

dat er eind 18de eeuw weerstand kwam tegen de<br />

overdadige beeldhouwkunst uit vroegere perioden, die<br />

veronachtzaming, verwaarlozing en in een aantal gevallen<br />

ook vernietiging tot gevolg had. In die tijd werden<br />

er ook weinig nieuwe beelden meer voor huis en<br />

tuin gemaakt, zodat hij de Van Logterens beschouwt<br />

als de laatsten in een lange traditie van <strong><strong>Holland</strong>s</strong>e beeldhouwers.<br />

Van de voorgangers van de Van Logterens laat Fischer<br />

diverse werken zien, zoals die van beeldhouwer<br />

Anthonie Turck, waarover Fischer veel te weten<br />

kwam. Dat komt deels door een familierelatie met<br />

de Van Logterens, want Hendrica Turck, een zuster<br />

van Anthonie, huwde met Ignatius van Logteren en<br />

werd de moeder van Jan. In twee afzonderlijke en<br />

omvangrijke hoofdstukken komt het werk van de<br />

beide Van Logterens aan bod. Dat gebeurt op een<br />

uitputtende wijze. Interessant zijn vooral de vele<br />

ontwerptekeningen voor gevels, tuinhekken, beelden<br />

en interieurs, of onderdelen daarvan, die Fi-<br />

boekbesprekingen 315<br />

scher aantrof en die alle zijn afgebeeld. Daarnaast<br />

zijn veel foto’s van de uitgevoerde en nog bestaande<br />

scheppingen opgenomen, waar nodig in afzonderlijke<br />

onderdelen. Ook wordt ingegaan op verdwenen,<br />

maar documentair overgeleverde werken die<br />

bekend zijn dankzij veilingcatalogi, advertenties in<br />

‘couranten’, topografische afbeeldingen en ontwerptekeningen.<br />

Daardoor is Fischer erin geslaagd<br />

een vrijwel compleet overzicht van het oeuvre van de<br />

beide van Logterens te geven.<br />

Het is onmogelijk in een boekbespreking in te gaan<br />

op alle werken. Maar om de lezer een beeld te geven<br />

van het oeuvre wil ik er enkele noemen. Ignatius was<br />

verantwoordelijk voor het ontwerp en de vervaardiging<br />

van het beeldhouwwerk en stucdecoraties van<br />

de bekende buitenplaats Beeckestein bij Velsen, onder<br />

meer bestaande uit decoratief stucwerk van wanden<br />

met inbegrip van wand beelden, plafonds en de<br />

in natuursteen uitge voerde ingangspartij en gevelbekroning.<br />

Interessant is ook het huis Kruisstraat 45<br />

te Haarlem, dat in opdracht van Cornelis Sylvius werd<br />

gebouwd, of beter gezegd verbouwd.<br />

De ontwerptekeningen<br />

laten varianten zien die duidelijk<br />

maken dat een in oorsprong<br />

17de-eeuwse gevel gemoderniseerd<br />

moest worden.<br />

De opdrachtgever kon uit die<br />

varianten kiezen. Het gerealiseerde<br />

pand laat zien dat bij de<br />

uitvoering ook nog wijzigingen<br />

in het plan werden doorgevoerd.<br />

Het meesterwerk van Jan van Logteren is onbetwist<br />

Herengracht 475 in Amsterdam, een waar<br />

stadspaleis. In het boek komen uiteraard zeer veel<br />

Amsterdamse grachtenpanden aan bod, maar ook<br />

panden in andere steden en ook buitenplaatsen, de<br />

meeste in <strong>Holland</strong>, waaraan de Van Logterens werk<br />

hebben geleverd. Er blijken ook zaken als geveltoppen<br />

en tuinhuizen te zijn verplaatst, soms zelfs buiten<br />

de landsgrenzen. Fischer speurde ze allemaal op.<br />

Ook komt hij tot een aantal gemotiveerde toeschrijvingen<br />

van anoniem werk. Het boek besluit met enkele<br />

bijlagen over de tijdgenoten Michiel Stree, Jasper<br />

Wageman, Hendrik van Streeck en Jan Janz en<br />

over het atelier van Rombout Verhulst.<br />

Het boek is een standaardwerk geworden over de<br />

Amsterdamse en daarmee ook in belangrijke mate<br />

<strong><strong>Holland</strong>s</strong>e beeldhouwkunst in de eerste helft van de<br />

18de eeuw op zijn best. Vele ingangspartijen, geveltoppen,<br />

toegangshekken en stucinterieurs zijn aan<br />

de anonimiteit ontrukt. De auteur gebruikt een

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!