Hollands Spoor - Historische Vereniging Holland
Hollands Spoor - Historische Vereniging Holland
Hollands Spoor - Historische Vereniging Holland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
werkramp van Enschede in 2000. Qua omvang was<br />
het getroffen gebied ongeveer even groot; het aantal<br />
dodelijke slachtoffers lag echter hoger – bijna<br />
160 – en er vielen ruim 2000 gewonden. Koning Lodewijk<br />
Napoleon kwam diezelfde nacht nog naar<br />
Leiden. In eigen persoon gaf hij leiding aan het reddingswerk.<br />
De getroffen bevolking putte zoveel<br />
troost uit zijn aanwezigheid dat Lodewijks voorbeeld<br />
tot op de dag van vandaag door vorsten en<br />
presidenten wordt gevolgd. Ook andere punten<br />
van de ramp waren zeer modern. Ten behoeve van<br />
de slachtoffers werd de allereerste ‘giro 555’-collecte<br />
gehouden. Ramptoeristen overspoelden de<br />
stad en prompt stegen de bierprijzen. Het verzekeringswezen,<br />
dat nog in de kinderschoenen stond,<br />
werd geconfronteerd met de noodzaak van ‘kleine<br />
lettertjes’. De Buskruitwet van maart 1807 vormt de<br />
basis van de huidige regelgeving rond het vervoer<br />
van gevaarlijke stoffen.<br />
Vragen over ‘het fataal evenement’, zoals de ramp<br />
door een Leidse ambtenaar in 1807 werd ge noemd,<br />
zijn er sindsdien gebleven.<br />
Voor de samenstellers van<br />
deze gedenkbundel was het<br />
belang dat onverminderd aan<br />
‘de ramp van Leiden’ wordt gehecht<br />
voldoende reden om<br />
opnieuw in de bronnen en de<br />
literatuur te duiken. Het is tenslotte<br />
alweer een eeuw geleden<br />
dat een zelfstandige publicatie aan de gebeurtenis<br />
werd gewijd. Het verhaal dat Laurentius Knappert in<br />
1907 vertelde in zijn gedenkboek De ramp van Leiden –<br />
12 januari 1807 – na 100 jaar herdacht moest dus in een<br />
nieuw jasje worden gestoken en aan het moderne publiek<br />
worden aangeboden.<br />
Nieuwsgierig naar het Leidse verleden, en in het<br />
besef dat oude bronnen wellicht nieuwe antwoorden<br />
konden geven, bundelde een dozijn onderzoekers<br />
in het begin van 2005 de krachten met het doel<br />
om een nieuw gedenkboek uit te brengen. De <strong>Vereniging</strong><br />
Oud Leiden, het Regionaal Archief Leiden<br />
en het Stedelijk Museum De Lakenhal waren vanaf<br />
het begin betrokken bij dit project. Dat daarin accenten<br />
anders zouden worden gelegd en nieuwe<br />
onderzoeksterreinen zouden worden ont gonnen,<br />
was van meet af aan duidelijk; iedere generatie<br />
schrijft immers haar eigen ge schiedenis. Maar wie<br />
had kunnen bevroeden dat uit de bestofte archieven<br />
een geheel nieuw inzicht in de toedracht van de<br />
ramp tevoorschijn zou komen? Dat schipper Adam<br />
van Schie, die 200 jaar lang voor de grote aanstich-<br />
boekbesprekingen 319<br />
ter van de catastrofe is uitgekreten, achteraf onschuldig<br />
zou blijken? Het resultaat kwam ook voor<br />
de deelnemers aan het project als een verrassing:<br />
het verhaal moest niet opnieuw, maar heel anders<br />
worden verteld.<br />
De bundel opent met een schets van de nationale<br />
achtergrond en van de stedelijke context. Dit<br />
geeft een beeld van het koninkrijk <strong>Holland</strong> en de<br />
stad Leiden aan de vooravond van de ramp, met<br />
voldoende scherpte om de gebeurtenissen in een<br />
historisch kader te plaatsen. Op kleinschaliger niveau<br />
wordt dat beeld vervolgens ingekleurd in een<br />
bespreking van de situatie aan het Steenschuur<br />
voordat het stadsbeeld er in één klap (of waren het<br />
er twee?) voorgoed zou veranderen. Een reconstructiekaart<br />
van het rampgebied vóór 12 januari<br />
1807 is als bijlage aan het boek toegevoegd.<br />
Eindelijk krijgen we antwoord op een vraag die<br />
onderzoekers nu al twee eeuwen bezighoudt:<br />
waarom toch lag het met kruit geladen schip in het<br />
centrum van Leiden? Het onderzoek voor deze bijdrage<br />
is grotendeels gebaseerd op ‘explosief’ bronnenmateriaal,<br />
dat in 1807 het stempel ‘ge heim’<br />
heeft gekregen en dat sindsdien in de archieven is<br />
verdwenen. De verhoren, getuigenverklaringen en<br />
ambtelijke correspondentie bevatten cruciale informatie<br />
over zowel de feitelijke gebeurtenissen die<br />
tot de ramp hebben geleid, als over de bestuurlijke<br />
bemoeienis in het kielzog ervan. Het kruitvat veranderde<br />
al snel in een doofpot.<br />
Het leed dat de ramp heeft veroorzaakt, komt nergens<br />
pregnanter tot uiting dan in een lijst met namen<br />
van de dodelijke slachtoffers. Daarvan zijn er in de<br />
loop der tijd verscheidene vervaardigd, die allemaal<br />
van elkaar verschillen. De schijnbare consensus over<br />
151 doden als onmiddellijk gevolg van de ramp wordt<br />
in deze bundel opnieuw onder de loep genomen. Dat<br />
heeft geleid tot een bijgewerkte ‘dodenlijst’, die als<br />
bijlage in het boek is opgenomen.<br />
Vele andere thema’s komen aan bod in deze rijk<br />
geïllustreerde en veelzijdige bundel, die tot stand is<br />
gekomen als samenwerkingsproject van professionele<br />
historici en liefhebbers van de Leidse stadsgeschiedenis.<br />
De samenstellers pretenderen niet dat<br />
het laatste woord over de kruit ramp nu wel is geschreven.<br />
Integendeel: zij nodigen nadrukkelijk uit<br />
tot verder onderzoek naar, en meer publicaties over<br />
het onderwerp. Enkele nieuwe initiatieven zijn al in<br />
gang gezet. Ter ondersteuning van diverse aan de<br />
kruitramp gekoppelde (onderwijs)projecten wordt<br />
bij het Regionaal Archief Leiden een kruit ramp-website<br />
ingericht, gebouwd door studenten van de Ho