Hollands Spoor - Historische Vereniging Holland
Hollands Spoor - Historische Vereniging Holland
Hollands Spoor - Historische Vereniging Holland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
316 boekbesprekingen<br />
enigszins verouderde schrijftrant, maar daar staat<br />
een enorme hoeveelheid vaak zeer gedetailleerde<br />
informatie tegenover. Per hoofdstuk is een notenapparaat<br />
opgenomen en achterin een uitvoerige bibliografie<br />
en index. Zij die informatie zoeken over<br />
de 18de-eeuwse beeldhouwkunst in ons land, weten<br />
in welk boek ze veel kunnen vinden.<br />
Wim Weve<br />
Cis van Heertum, Ton Jongenelen en Frank van Lamoen<br />
(red.), De andere achttiende eeuw. Opstellen voor<br />
André Hanou (Nijmegen: Vantilt, 2006, 304 blz. ge -<br />
ill., isbn 10-90-77503-67-6 / isbn 13-978-77503-<br />
67-6, prijs ¤22,50).<br />
Deze bundel, uitgebracht ter gelegenheid van het afscheid<br />
van André Hanou als hoogleraar Nederlandse<br />
letterkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen,<br />
vraagt vooral aandacht voor de bonte wereld van<br />
18de-eeuwse satirici, stukjesschrijvers, pamflettisten,<br />
vrijmetselaars en hekeldichters uit de 18de eeuw. Uit<br />
hun werk, veelal verschenen in het nieuwe medium:<br />
het tijdschrift, doemt het beeld op van wat de samenstellers<br />
‘de andere achttiende eeuw’ noemen. Dat<br />
beeld verschilt, aldus de redactie, hemelsbreed van<br />
de keurige, christelijke, bedaagde en uiterst beleefde<br />
samenleving van de ‘pruikentijd’. In een inleidend<br />
voorwoord wijzen de redacteuren er niet geheel ten<br />
onrechte op dat men in Nederland sedert Potgieter<br />
lange tijd het idee had, dat voor zover er in de pruikentijd<br />
al politieke en maatschappelijke discusssie<br />
plaatsvond, deze geschiedde ‘via een debat in besloten<br />
kring tussen maatschappelijk gelijken die in<br />
de eerste plaats keurige christenen waren, de een wat<br />
progressiever, de ander wat behoudender. In dit bedaagde<br />
intellectualistische gesprek viel geen onvertogen<br />
woord, want terwijl men de buitenlandse literatuur<br />
las en kennis nam van nieuwe ideeën, was de<br />
conversatie gespeend van elke<br />
weerslag op de toch al kleurloze<br />
geschiedenis van de Republiek,<br />
waar de politieke machtsstrijd<br />
decennialang niet meer<br />
geweest zou zijn dan een inhoudsloze<br />
factiestrijd tussen elkaar<br />
beconcurrerende familienetwerken’<br />
(blz. 8).<br />
De redactie schetst hiermee<br />
een enigszins gechargeerd<br />
beeld van de vroegere visie op<br />
de 18de eeuw. Maar het is een<br />
feit dat lange tijd tegen de 18de eeuw is aangekeken<br />
als zou tussen Rembrandt en Van Gogh, tussen<br />
Vondel en Multatuli en tussen Johan de Witt en<br />
Thorbecke het leven min of meer stilgestaan hebben.<br />
Het mag echter toch langzamerhand, ook door<br />
de redactie, bij de lezers van een bundel als De andere<br />
achttiende 18de eeuw bekend worden verondersteld,<br />
dat de 18de eeuw al weer ongeveer vijftig jaar geleden<br />
is herontdekt door de Nederlandse historici. En<br />
dat met die herontdekking ook ons beeld van de<br />
pruikentijd grondig is veranderd. Vanaf de jaren<br />
zestig van de 20ste eeuw gebeurde dat op het gebied<br />
van de politieke en sociale geschiedenis. Het boek<br />
zou aanzienlijk aan kwaliteit gewonnen hebben als<br />
in een aantal artikelen meer aandacht was besteed<br />
aan het verband met de nieuwe visie op de politieke<br />
gebeurtenissen. Uiteraard gebeurt dat wel als de patriottenstrijd<br />
aan bod komt, maar dan kan het ook<br />
niet anders.<br />
De redactie is van mening dat de verzameling artikelen<br />
‘een caleidoscopisch en (...) levensecht<br />
beeld van de 18de eeuw biedt (...) vanwege de persoonlijkheidsstructuur<br />
van de hoofd personen’<br />
(blz. 10). Die hoofdpersonen zijn de schrijvers Jacob<br />
Weyerman, Jan van Hoogstraten en Jan Kinker.<br />
Hier slaan de samenstellers van deze bundel de<br />
plank mis. Men kan toch niet zonder nadere adstructie<br />
beweren dat genoemde schrijvers op grond<br />
van hun ‘persoonlijkheidsstructuur’ exemplarisch<br />
waren voor dé 18de eeuw? Het is onwetenschappelijk<br />
om op grond van de summiere gegevens betreffende<br />
drie personen te concluderen, een beter<br />
gelijkend beeld te hebben gegeven van de gehele<br />
18de-eeuwse samenleving.<br />
Toch biedt de bundel een aantal boeiende artikelen,<br />
vooral voor hen die belangstelling hebben voor<br />
de geschiedenis van de Nederlandse literatuur. Een<br />
paar artikelen overstijgen dit beperkte terrein. Zo<br />
prikt Pim van Oostrum in ‘Trammelant rond de<br />
theestoof: over de sekse van thee (en koffie)’ (blz.<br />
49-70) een aantal aannames door betreffende theedrinken<br />
en koffiehuizen. Hij maakt allereerst meer<br />
dan aannemelijk dat het een fabeltje is dat slechts in<br />
de hogere kringen thee werd gedronken. Ook waren<br />
koffiehuizen zeker niet exclusief het domein van de<br />
mannen. Wel zochten de vrouwen elkaar vaker op<br />
om thee te drinken, maar aan de theetafel schoven<br />
ook mannen aan. De koffiehuizen vormden weldra<br />
de centra waar de verlichte ideeën en de kritische<br />
geest van de elite doorsijpelden naar de gewone man<br />
– Jonathan Israel spreekt in zijn Radicale Verlichting in<br />
dit verband van het ‘stedelijk koffiehuisdeïsme’. Aan