Van contacten naar vervlechting? - Cinop
Van contacten naar vervlechting? - Cinop
Van contacten naar vervlechting? - Cinop
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4 Vgl. o.a.Verhoef, M.,<br />
Klaeijsen, A. en Hövels, B.<br />
(2004). Naar vraaggestuurde<br />
innovaties in het hoger<br />
onderwijs. Nijmegen:<br />
Kenniscentrum<br />
Beroepsonderwijs<br />
Arbeidsmarkt.<br />
Kernelementen van een dergelijk kader zouden kort als volgt gekarakteriseerd kunnen<br />
worden4 :<br />
1 De slagader van het beroepsonderwijs wordt gevormd door de relatie tussen het<br />
individu/de leerling en de samenleving. Arbeid en arbeidsmarkt maken een wezenlijk<br />
bestanddeel uit van die samenleving en bedrijven zijn daarvan de exponenten bij<br />
uitstek. In beroepsonderwijs gaat het in de kern om optimalisering van de relatie tussen<br />
individu en arbeid(smarkt).<br />
2 Kernspelers zijn dus het individu en bedrijven/instellingen. Onderwijsinstellingen en<br />
kenniscentra hebben een faciliterende functie in het optimaliseren van de relatie tussen<br />
de kernspelers en zijn daarin ondersteunend, daaraan bijdragend.<br />
3 Elk van de kernspelers heeft in principe zijn eigen actielogica. Individuen/leerlingen<br />
leren, werken aan hun loopbaan, ontwikkelen hun competenties. Zij hebben een<br />
ontwikkelingslogica, die meer of minder is afgestemd op hun levenslogica.<br />
Bedrijven/instellingen maken producten, leveren diensten en zijn primair gericht op<br />
continuïteit. Zij laten zich leiden door wat de rendements-winstlogica genoemd kan<br />
worden en een eigen daar min of meer op afgestemde bedrijfsvoeringslogica.<br />
Ook de faciliteerders – onderwijsinstellingen en kenniscentra – hebben hun eigen<br />
beroepspedagogisch-didactische respectievelijk kwalificatielogica plus eigen daar meer<br />
of minder op afgestemde intern-organisatorische logica’s.<br />
4 Nogal wat innovatiedenken – ook waar het gaat om samenwerking tussen bedrijven en<br />
beroepsonderwijs – lijkt gekenmerkt te worden door ten minste twee aannames, te<br />
weten:<br />
a Er wordt gedaan alsof de actielogica’s van verschillende spelers hetzelfde zijn en als<br />
vanzelf in elkaar vloeien.<br />
b Er wordt gedaan alsof actielogica’s van elk van de verschillende spelers zich steeds<br />
op dezelfde wijze manifesteren, alsof er sprake is van een grote homogeniteit tussen<br />
en binnen bedrijven, tussen en binnen (levensfase!) individuen en tussen en binnen<br />
faciliteerders.<br />
5 De uitdaging voor robuuste innovaties die tevens beklijven – ook waar het de<br />
<strong>vervlechting</strong> van de wereld van het leren en de wereld van de arbeid betreft – ligt in<br />
het creëren van zo natuurlijk mogelijk geformeerde, betekenisvolle leeromgevingen. Zij<br />
dienen gezocht te worden juist op de raakvlakken, de overlapgebieden van de<br />
actielogica’s van de betrokken spelers. Potenties van elk van de spelers kunnen juist op<br />
die overlapgebieden optimaal benut en verzilverd worden.<br />
6 In het verlengde daarvan past ten minste een drietal ingangen voor stimulering van een<br />
grotere <strong>vervlechting</strong> tussen bedrijven en beroepsonderwijs:<br />
VAN CONTACTEN NAAR VERVLECHTING?<br />
41