25.09.2013 Views

afvalzorg Deponie methaanreductie door actieve beluchting en ...

afvalzorg Deponie methaanreductie door actieve beluchting en ...

afvalzorg Deponie methaanreductie door actieve beluchting en ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

gevuld met de fijnere afvalfractie, terwijl de monsters in de vat<strong>en</strong> ook grovere del<strong>en</strong> (plastic <strong>en</strong><br />

kartonn<strong>en</strong> verpakking<strong>en</strong>) bevatt<strong>en</strong>.<br />

In vergelijking met de kleinere monsters van de nulmeting hebb<strong>en</strong> de afvalmonsters van de<br />

eindmeting e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk hogere totale zuurstofvraag <strong>en</strong> initiële respiratie-index. Alle<br />

afvalmonsters hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> RI4-waarde hoger dan de Duitse <strong>en</strong> Oost<strong>en</strong>rijkse gr<strong>en</strong>swaarde van<br />

5 mg O2/g ds (gemiddeld 16,6 mg O2/g ds).<br />

Opvall<strong>en</strong>d is dat de resultat<strong>en</strong> van deze eindmeting echter weinig verschill<strong>en</strong> met die van het<br />

m<strong>en</strong>gmonster van de nulmeting. De gemiddeld iets hogere totale zuurstofvraag <strong>en</strong> initiële<br />

respiratie-index voor de eindmeting wordt mogelijk veroorzaakt <strong>door</strong> e<strong>en</strong> hoger gehalte aan<br />

organisch stof in deze monsters (gloeiverlies).<br />

/g ds]<br />

2<br />

4 [mg O<br />

RI<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

diverse afvaltyp<strong>en</strong><br />

voorbehandelde afvalmonsters<br />

afvalmonsters SWS - voor luchtinjectie<br />

afvalmonsters SWS - na luchtinjectie<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

gloeiverlies [% ds]<br />

Figuur 16: Vergelijking RI4-waarde <strong>en</strong> gloeiverlies geteste afvalmonsters met andere<br />

onderzoeksresultat<strong>en</strong> [Cossu et al., 1999; Cossu et al., 2001; Raninger et al., 1999; Van<br />

der Sloot et al., 2000].<br />

Lage waard<strong>en</strong> gloeiverlies <strong>en</strong> zuurstofvraag<br />

In figuur 16 zijn alle geteste afvalmonsters vergelek<strong>en</strong> met andere onderzoeksresultat<strong>en</strong>. Uit<br />

deze figuur blijkt dat de geteste afvalmonsters van de nulmeting e<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>d lage RI4-waarde<br />

<strong>en</strong> gloeiverlies bezitt<strong>en</strong> in vergelijking met andere onderzoeksresultat<strong>en</strong>; de reactiviteit van de<br />

onbehandelde afvalmonsters van Braamberg<strong>en</strong> is lager dan die van oorspronkelijke <strong>en</strong> reeds<br />

voorbehandelde afvalmonsters. Enigszins afwijk<strong>en</strong>d hierin zijn afvalmonster 8 <strong>en</strong> het kolomm<strong>en</strong>gmonster,<br />

welke beide e<strong>en</strong> hogere RI4-waarde <strong>en</strong> gloeiverlies bezitt<strong>en</strong>.<br />

Voor de geteste monsters van de eindmeting is de initiële respiratie-index <strong>en</strong> het gloeiverlies<br />

hoger in vergelijking met de nulmeting. De waard<strong>en</strong> zijn echter vergelijkbaar met die van<br />

voorbehandelde afvalmonsters uit andere onderzoek<strong>en</strong>.<br />

40

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!