25.09.2013 Views

Onderzoek naar politieke betrokkenheid van jongeren laat vaak zien ...

Onderzoek naar politieke betrokkenheid van jongeren laat vaak zien ...

Onderzoek naar politieke betrokkenheid van jongeren laat vaak zien ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

kamerverkiezingen, terwijl het animo voor verkiezingen voor de Gemeenteraad, de<br />

Provinciale Staten en het Europees Parlement minder is (vergelijk: Aarts, 2000; Van der<br />

Linden, 1990).<br />

Er zijn verschillen tussen groepen <strong>jongeren</strong> in de mate waarin zij <strong>van</strong> plan zijn te gaan<br />

stemmen. De algemene tendens dat hoger opgeleiden meer participeren (Birch, 1993;<br />

Emler & Frazer, 1999) doet zich ook onder <strong>jongeren</strong> voor (Beker & Merens, 1994). Ook<br />

hier geldt een paradox. Op basis <strong>van</strong> de gemiddeld hoge opleiding <strong>van</strong> <strong>jongeren</strong>, zou<br />

men verwachten dat zij vaker opkomen bij verkiezingen. Aange<strong>zien</strong> zij juist minder <strong>vaak</strong><br />

opkomen kan geconcludeerd worden dat leeftijd belangrijker is om te gaan stemmen dan<br />

opleiding (Aarts, 2000). Jongens zeggen vaker te gaan stemmen dan meisjes (Nuus,<br />

2002). Volgens Boelhouwer (2002) kunnen niet-stemmers echter het best beschreven<br />

worden aan de hand <strong>van</strong> hun <strong>politieke</strong> kenmerken. Jongeren die geïnteresseerd zijn in<br />

politiek gaan vaker stemmen dan ongeïnteresseerde <strong>jongeren</strong> (Nuus, 2002; Russell et<br />

al., 2002). Stemmers hebben tevens <strong>vaak</strong> een relatief groot politiek zelfvertrouwen en<br />

voelen zich vaker verbonden met een <strong>politieke</strong> partij (Aarts, 2000).<br />

In veel onderzoek gaat het niet om de daadwerkelijke opkomst <strong>van</strong> <strong>jongeren</strong>, maar om<br />

hun bereidheid <strong>naar</strong> de stembus te gaan. Hiertussen kan echter een enorme discrepantie<br />

bestaan. Zo laten Russell c.s. (2002) <strong>zien</strong> dat 59% <strong>van</strong> de <strong>jongeren</strong> gaat stemmen als<br />

80% zegt dit te doen. Dit verschil hoeft niet te komen door desinteresse maar kan<br />

veroorzaakt zijn door toevallige redenen die niets met politiek te maken hebben. Zo is<br />

men soms zijn oproep kwijt of heeft men geen tijd (SCP, 1999). Men kan hieruit afleiden<br />

dat veel mensen weliswaar willen stemmen, maar ook gemakkelijk <strong>van</strong> dat voornemen af<br />

te brengen zijn. Een relatief onbelangrijke reden om niet te stemmen is dat het<br />

ongemakkelijk is om te stemmen, bv. omdat je niet via internet kunt stemmen of omdat<br />

de stembureaus te kort open zijn. Voor <strong>jongeren</strong> spelen onverschilligheid en<br />

vervreemding een belangrijkere rol; zij vinden het minder belangrijk om te stemmen of<br />

denken dat het niet uitmaakt wie er wint vii (Russell et al., 2002).<br />

Volwassen respondenten <strong>van</strong> Wahl-Jorgensen (2001) zagen het als een plicht om te gaan<br />

stemmen. Zij vonden stemmen dan ook heel belangrijk ondanks het feit dat velen <strong>van</strong><br />

hen ook vonden dat het weinig verschil zou maken of ze hun stem uitbrachten of niet.<br />

Het feit dat mensen dit zeggen, betekent dat zij dus weldegelijk in de politiek willen<br />

participeren, maar dat er geen mogelijkheden toe zijn (Wahl-Jorgensen, 2001). Dit lijkt<br />

ook op te gaan voor <strong>jongeren</strong>, die in meerderheid zouden willen stemmen bij<br />

verkiezingen, maar dit <strong>vaak</strong> door hun leeftijd nog niet mogen. Jongeren gaan weliswaar<br />

16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!