Rolstoelen geen bezwaar - Sports Media
Rolstoelen geen bezwaar - Sports Media
Rolstoelen geen bezwaar - Sports Media
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Fontys Sporthogeschool Maud Lelkens<br />
2.1.2 Het vormingstheoretisch lichamelijke opvoedingsconcept<br />
Bij dit concept wordt er gekeken naar de bijdrage die bewegen kan leveren aan de ontwikkeling van<br />
de leerlingen. Tijdens de lessen bewegingsonderwijs wordt niet alleen een bijdrage geleverd aan de<br />
ontwikkeling van bewegingsvaardigheden maar ook op sociaal, cognitief en communicatief gebied.<br />
‘Het motto van dit concept is moving to learn’ (Stegeman e.a.,1998, p68). Binnen dit vakconcept<br />
worden bewegingsactiviteiten niet gezien als doel maar als middel om leerlingen te vormen. Het gaat<br />
vooral om de vorming van wilskracht, doorzettingsvermogen, concentratie, zelfvertrouwen, gevoel<br />
van eigenwaarde, gemeenschapszin en cognitieve ontwikkeling. Het leren van bewegingsvaardigheden<br />
is ook van belang maar in mindere maten. Bij het leren van een vaardigheid wordt er gekeken naar het<br />
proces dat het kind doorloopt en in mindere mate naar de uiteindelijk vertoonde prestatie (Stegeman<br />
e.a.,1998).<br />
2.1.3 Personalistisch bewegingsonderwijsconcept<br />
Het personalistisch bewegingsonderwijsconcept heeft als uitgangspunt dat bewegen en het kunnen<br />
bewegen belangrijk is voor de ontwikkeling van het individu. Hierbij wordt er niet gekeken naar<br />
vakoverstijgende doelen als het leren regelen, samenwerken, leren van sociale en communicatieve<br />
vaardigheden. Het leren bewegen is de belangrijkste doelstelling, waarbij er veel waarde wordt<br />
gehecht aan ontdekkend leren. Bij het aanleren van bewegingsvaardigheden wordt er niet gekeken<br />
naar de uitvoering van de eindvorm maar naar het leerproces dat het kind heeft doorlopen. De groei<br />
van de leerling staat bij dit concept centraal (Stegeman e.a., 1998).<br />
2.1.4. Conformistisch sportsocialisatieconcept.<br />
Het conformistisch sportsocialisatieconcept is ontstaan door ontwikkelingen in de geschiedenis van de<br />
sport. In de loop der jaren is de georganiseerde wedstrijdsport toegenomen, wat zijn invloed heeft<br />
gehad op het bewegingsonderwijs. Het bewegingsonderwijs is zich steeds meer gaan richten op de<br />
wedstrijdsport. Het werd steeds meer sportonderwijs. Het vaardig maken van de verschillende<br />
technieken, tactieken en regels van de gangbare takken van sport word als doel gezien. Per tak van<br />
sport worden technische en tactische vormen uitgewerkt die in de wedstrijdsport voorkomen. Tijdens<br />
de lessen bewegingsonderwijs wordt er gewerkt met een gesloten lessituatie. De les en de inhoud<br />
daarvan staat vast en wordt besloten door de (vak)leerkracht. Daarnaast ligt het accent in<br />
tegenoverstelling tot de andere concepten op het product. Er wordt gekeken naar de sportvaardigheid<br />
van de leerling en niet naar het proces dat de leerling doorloopt (Stegeman e.a., 1998).<br />
2.1.5 Kritisch-constructief bewegingssocialisatie vakconcept<br />
Het kritisch-constructief bewegingssocialisatie vakconcept komt voort uit doelstellingen van het vak<br />
bewegingsonderwijs (zie paragraaf 3.1) bijvoorbeeld de sociale vorming, verbetering van fysieke<br />
conditie en de persoonlijke bewegingsvorming. Er wordt een evenwicht gezocht tussen enerzijds het<br />
voorbereiden op maatschappelijk functioneren, en anderzijds de ontwikkeling van individuele<br />
kwaliteiten. Naast de tactieken, technieken en regels van de sport spelen ook sociaal contact en<br />
gezondheid een belangrijke rol. Binnen dit concept gaat het zowel om proces als om productevaluatie.<br />
Er wordt gekeken naar de ontwikkeling die de leerling doorloopt maar ook naar de uitvoering van de<br />
bewegingsvaardigheid. Een eigen inbreng in de les en zelfstandig kunnen werken speelt een<br />
belangrijke rol in dit concept. Binnen de lessen bewegingsonderwijs wordt er ruime aandacht<br />
geschonken aan het sociaal ontwikkelen van de leerlingen (Stegeman e.a., 1998).<br />
Crum (1991) maakt dus onderscheidt in vijf vakconcepten. Het is echter niet zo dat er <strong>geen</strong> andere<br />
visie gevormd kan worden. Het kan zijn dat een visie bestaat uit bijvoorbeeld een combinatie van twee<br />
of meerdere concepten.<br />
Scriptie: <strong>Rolstoelen</strong> <strong>geen</strong> <strong>bezwaar</strong><br />
12