Rolstoelen geen bezwaar - Sports Media
Rolstoelen geen bezwaar - Sports Media
Rolstoelen geen bezwaar - Sports Media
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Fontys Sporthogeschool Maud Lelkens<br />
Conclusie<br />
In de conclusie wordt er geprobeerd antwoord te geven op de van te voren gestelde hoofd en deel<br />
vragen. De hoofdvraag van deze scriptie was hoe spelgerichte lessen in het basisonderwijs gegeven<br />
kunnen worden aan leerlingen in een handbewogen rolstoel in combinatie met lopende leerlingen.<br />
Met behulp van de deelvragen word er antwoord gegeven op de hoofdvraag.<br />
De eerste deelvraag was; Welke visies zijn er op bewegingsonderwijs?<br />
Uit het literatuuronderzoek is te concluderen dat er vijf visies( vakconcepten) op bewegingsonderwijs<br />
zijn. Deze vijf visie zijn opgesteld door Crum (1991). Er zijn meerdere vakdicati die indelingen hebben<br />
gemaakt maar die van Crum ( 1991) is het meest gebruikelijk. De indeling van Crum (1991) ziet er als<br />
volgt uit (Crum 1991, in Stegeman e.a., 1998);<br />
1. Het biologisch georienteerde lichaamsoefeningenconcept.<br />
2. Vormingstheoretisch lichamelijke opvoedingsconcept.<br />
3. Personalistisch bewegingsonderwijsconcept.<br />
4. Conformistisch sportsocialisatieconcept.<br />
5. Kritisch-constructief bewegingssocialisatie vakconcept.<br />
Mijn conclusie<br />
Uit het literatuur onderzoek is te concluderen dat er vijf verschillende vakvisies zijn. In elk van deze<br />
vakvisies wordt er anders tegen bewegingsonderwijs aangekeken. Sommige visies vinden het<br />
motorisch ontwikkelen heel belangrijk terwijl een andere visie de nadruk legt op de sociale of gehele<br />
ontwikkeling van het kind. Daarnaast is te concluderen dat niet binnen elke visie het les geven aan<br />
een leerling in een rolstoel past. Wanneer motorisch presteren als belangrijk wordt ervaren is er voor<br />
de leerling in de rolstoel weinig ruimte om te presteren.<br />
De tweede deelvraag was; Wat is mijn visie op bewegingsonderwijs?<br />
Uit het literatuur onderzoek is te concluderen dat mijn visie op bewegingsonderwijs een combinatie<br />
is tussen het vormingstheoretisch lichamelijke opvoedingsconcept en kritisch-constructief<br />
bewegingssocialisatie vakconcept (Stegeman e.a., 1998). In deze visie wordt het ontwikkelen en<br />
vormen van persoonseigenschappen en het leren van bewegingsvaardigheden met de nadruk op<br />
sociale ontwikkeling belangrijk gevonden. Leerlingen leren samen en zelfstandig te werken.<br />
Daarnaast wordt het leren communiceren belangrijk gevonden. Het is van belang sociaal en<br />
communicatief vaardig te zijn om later in de maatschappij te kunnen functioneren. Tijdens de lessen<br />
worden de leerlingen nauw betrokken bij de organisatie ervan. Op die manier leren de leerlingen te<br />
reguleren.<br />
Het leren van bewegingsvaardigheden wordt in deze visie gezien als middel om leerlingen te<br />
ontwikkelen. Er wordt een breed aanbod gegeven in bewegingsvaardigheden waarbij tactieken,<br />
technieken en regels worden behandeld. In deze visie wordt er niet gekeken naar het product ( de<br />
uitgevoerde beweging) maar naar het proces. Als laatste wordt er bij deze visie aandacht geschonken<br />
aan een gezonde leefstijl. Er wordt voorlichting gegeven over gezonde voeding en het belang van<br />
bewegen.<br />
Mijn conclusie<br />
In mijn visie op bewegingsonderwijs is er ruimte om voor leerlingen in een rolstoel aanpassingen te<br />
maken. Omdat de sociale en communicatieve ontwikkeling belangrijk wordt gevonden krijgt de<br />
leerling in de rolstoel de kans om optimaal deel te kunnen nemen aan de les. De leerling wordt<br />
immers bij de les betrokken omdat o.a samenwerken belangrijk gevonden. Daarnaast wordt er bij het<br />
beoordelen van de leerlingen niet gekeken naar het product dat ze laten zien maar naar het proces<br />
Scriptie: <strong>Rolstoelen</strong> <strong>geen</strong> <strong>bezwaar</strong><br />
36