Medisch begeleide voortplanting - UZ Gent
Medisch begeleide voortplanting - UZ Gent
Medisch begeleide voortplanting - UZ Gent
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Eén dag na de punctie belt u het centrum op om het resultaat van de bevruchting<br />
te vernemen en om het ogenblik van de terugplaatsing van embryo’s af te<br />
spreken. De embryo’s worden 2 tot 3 dagen na de eicelpunctie in de baarmoeder<br />
gebracht, namelijk als de bevruchte eicellen gedeeld zijn. Normaal bevinden<br />
de embryo’s zich dan op het 2-, 4- tot 8-cellig stadium. Ieder embryo wordt vóór<br />
de terugplaatsing beoordeeld op zijn kwaliteit volgens een puntenscore van 1 tot<br />
4 (4 = excellent, 3 = goed; 2 = matig en 1 = zwak). De kwaliteit van de embryo’s<br />
wordt bepaald door de gelijkheid en gaafheid van de afzonderlijke cellen en door<br />
de delingssnelheid. Sommige cellen verbrokkelen doordat celmateriaal wordt<br />
uitgestoten tijdens de delingen. Hoe meer verbrokkeling, hoe kleiner de kans<br />
op innesteling. Maar ook de kans op inplanting van een embryo dat er perfect<br />
uitziet bedraagt nooit meer dan 50% (afhankelijk van de leeftijd van de vrouw).<br />
De reden hiervoor is dat de <strong>voortplanting</strong> in het algemeen en die van een mens in<br />
het bijzonder niet volmaakt is. Veel embryo’s, ook bij een natuurlijke bevruchting,<br />
dragen genetische defecten die zich niet noodzakelijkerwijs manifesteren tijdens<br />
de eerste celdelingen, maar die de latere ontwikkeling en dus ook de inplanting<br />
van het embryo verhinderen. In geval van zwangerschap is er geen verband<br />
aangetoond tussen de gezondheid van het kind en de kwaliteit van het teruggeplaatste<br />
embryo.<br />
5 Micro-injectie van zaadcellen<br />
(Intracytoplasmatische sperma injectie of ICSI)<br />
Zaadcellen beschikken over natuurlijke mechanismen om de eicel binnen te<br />
dringen terwijl de eicel ervoor zorgt dat slechts één zaadcel wordt toegelaten.<br />
In een aantal gevallen is er geen bevruchting, omdat er te weinig zaadcellen<br />
aanwezig zijn of omdat zij de natuurlijke eigenschappen voor penetratie missen.<br />
1 2 3 4<br />
1 Bevruchte eicel waarin duidelijk de twee voorkernen zichtbaar zijn.<br />
2-4 Embryo in het 2-cellig stadium, 4-cellig stadium en 8-cellig stadium<br />
10 <strong>Medisch</strong> <strong>begeleide</strong> <strong>voortplanting</strong><br />
In zeldzame gevallen kan het uitblijven van bevruchting te wijten zijn aan een<br />
ondoordringbare eicelmembraan waar de zaadcellen niet kunnen doordringen.<br />
Sinds 1993 bestaat er een methode die één zaadcel met een fijn naaldje oppikt<br />
en rechtstreeks in de eicel injecteert (intracytoplasmatische sperma-injectie of<br />
afgekort ICSI). ICSI leidt (gemiddeld) tot de bevruchting van 70% van de geïnjecteerde<br />
rijpe eicellen. Redenen waarom geen bevruchting optreedt kunnen zijn:<br />
onrijpe eicellen, abnormale eicellen, beschadiging van de eicel tijdens de injectie<br />
of defecten in de zaadcel. Eens er een bevruchting is, is de kans op zwangerschap<br />
dezelfde als na een gewone IVF-behandeling. Deze kans hangt immers<br />
uitsluitend af van het aantal teruggeplaatste embryo’s en hun kwaliteit.<br />
Vroeger dacht men dat bij het natuurlijke bevruchtingsproces de ‘beste’ zaadcel<br />
werd geselecteerd. Daarom bestond aanvankelijk de vrees dat men door ICSI<br />
deze natuurlijke selectie van ‘goede zaadcellen’ zou uitschakelen. Uit de talrijke<br />
zwangerschappen die uit deze techniek voortvloeiden, blijkt dat deze vrees<br />
grotendeels ongegrond is. Ook wanneer de uitslag van een routine spermaonderzoek<br />
uiterst ongunstig uitvalt, is het bijna altijd mogelijk voldoende gezonde<br />
zaadcellen te vinden voor ICSI. Als we over vormafwijkingen van zaadcellen<br />
spreken, bedoelen we dat de zaadcellen niet in staat zijn op eigen houtje de<br />
eicel te bevruchten; dit heeft meestal echter niets te maken met de genetische<br />
inhoud van de zaadcellen.<br />
Bij kinderen die geboren zijn na ICSI zien we weliswaar een kleine toename van<br />
genetische afwijkingen. Het betreft hier meestal afwijkingen van de geslachtschromosomen.<br />
Deze toename heeft niets te maken met de techniek van<br />
bevruchting zelf, maar is het gevolg van het feit dat onvruchtbaarheid bij een<br />
klein deel van de koppels een genetische achtergrond heeft. Indien dit aspect<br />
voor u van toepassing zou zijn, zal de arts dit tijdens de vooronderzoeken met<br />
u bespreken.<br />
Bij ICSI wordt de zaadcel met een<br />
fijne naald in de eicel geïnjecteerd.<br />
<strong>Medisch</strong> <strong>begeleide</strong> <strong>voortplanting</strong> 11