Signalen nader bekeken. Onderzoek naar ... - Huiselijk Geweld
Signalen nader bekeken. Onderzoek naar ... - Huiselijk Geweld
Signalen nader bekeken. Onderzoek naar ... - Huiselijk Geweld
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3.2 Methoden van onderzoek<br />
Om zoveel mogelijk informatie te verzamelen voor het onderzoek, heeft de projectgroep gekozen voor<br />
een kwalitatief en een kwantitatief onderzoek.<br />
Bij het kwalitatief onderzoek zijn de volgende methoden van onderzoek gebruikt:<br />
Theoretische voorbereiding:<br />
• Er is literatuur opgezocht en gelezen over het onderwerp huiselijk geweld.<br />
Praktische voorbereiding:<br />
• Er zijn wekelijkse bijeenkomsten geweest met de projectgroep en 2 leden van de projectgroep<br />
hebben een presentatie van ASHGZ bezocht. Ook zijn instanties telefonisch en per e-mail<br />
be<strong>nader</strong>d met het verzoek om mee te werken aan het onderzoek.<br />
Effectiviteit bewaken:<br />
• Tijdens de bijeenkomsten is er gewerkt met een roulerende notulist en voorzitter. Hierbij is<br />
gebruik gemaakt van een agenda, notulen en logboek. Om de tijd te bewaken, heeft de<br />
projectgroep gebruik gemaakt van de balkenplanning uit beslisdocument 2.<br />
Diepte-interview:<br />
• Om een zo breed en kwalitatief mogelijk beeld te krijgen, zijn 23 slachtoffers van huiselijk<br />
geweld, 9 huisartsen en 4 leerkrachten uit Zeeland persoonlijk be<strong>nader</strong>t voor een diepteinterview.<br />
De redenen waarom gekozen is voor het gebruik van diepte-interviews zijn divers:<br />
• Het doel van de projectgroep is de beleving of betekenisgeving van de betrokkenen te<br />
achterhalen.<br />
• Het onderwerp is ingewikkeld en complex. Daarbij ligt het onderwerp gevoelig en behoort het<br />
tot de taboesfeer.<br />
• De respondenten kunnen moeite hebben met het verwoorden van hun opvattingen.<br />
Bovendien is vertrouwen in en interactie met de interviewer nodig voor het kunnen<br />
verstrekken van informatie door slachtoffers van huiselijk geweld 16 .<br />
Voor deze diepte-interviews is gebruik gemaakt van interview- en topiclijsten die zijn bijgevoegd als<br />
bijlage. De respondenten zijn zoveel mogelijk zelf aan het woord gelaten. De resultaten van de<br />
interviews zijn terug te vinden in hoofdstuk 4.<br />
Het kwantitatief onderzoek bestaat uit een enquête die is verzonden <strong>naar</strong> scholen van het<br />
basisonderwijs en voortgezet onderwijs in heel Zeeland.<br />
Er is gekozen voor een Internet-enquête. Voor het opstellen van de vragen is gebruik gemaakt van<br />
dezelfde topiclijst als bij de interviews van de leerkrachten.<br />
3.3 Verantwoording interviews en enquête<br />
3.3.1 Slachtoffers:<br />
Voor het onderzoek <strong>naar</strong> signalen van huiselijk geweld, zijn 23 slachtoffers geïnterviewd. Tijdens de<br />
interviews is rekening gehouden met onder andere het tijdstip waarop de respondenten konden<br />
worden geïnterviewd. Ook is op verzoek van instanties bij een aantal respondenten rekening<br />
gehouden met een voorkeur voor vrouwelijke interviewers.<br />
De interviews zijn op een door de respondenten zelf gekozen locatie afgenomen. Om de anonimiteit te<br />
waarborgen, is geen gebruik gemaakt van een bandrecorder.<br />
3.3.2 Huisartsen:<br />
Door de projectgroep is gekozen om huisartsen in Zeeland te be<strong>nader</strong>en in het kader van dit<br />
onderzoek. Zoals al eerder genoemd in hoofdstuk 1 bij de probleemstelling, bezoeken slachtoffers<br />
vaak huisartsen met onverklaarbare klachten. Daarom zijn huisartsen volgens de projectgroep<br />
belangrijke respondenten om inzichtelijk te maken of signalen gelezen worden en wat er met de<br />
signalen wordt gedaan.<br />
De respondenten zijn persoonlijk be<strong>nader</strong>d en zijn bereid gevonden om tijdens het spreekuur in de<br />
praktijk het interview te laten afnemen. In de meeste gevallen is er gebruik gemaakt van een<br />
interviewer en een notulist.<br />
16 Baarda, D.B., Goede, M.P.M. ed, en Theunissen, J. Basisboek Kwalitatief <strong>Onderzoek</strong>. Groningen/Houten 2001<br />
9