Signalen nader bekeken. Onderzoek naar ... - Huiselijk Geweld
Signalen nader bekeken. Onderzoek naar ... - Huiselijk Geweld
Signalen nader bekeken. Onderzoek naar ... - Huiselijk Geweld
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.1.6 Rol van de huisarts<br />
In totaal hebben 17 van de 23 respondenten in de periode van de mishandeling op enig moment<br />
contact gehad met de huisarts. De ‘reden’ waarvoor ze bij de huisarts kwamen is erg uiteenlopend.<br />
In 8 gevallen kwamen respondenten primair om te praten over de geweldsituatie. In 5 gevallen<br />
kwamen de respondenten om hun verwondingen te laten behandelen.<br />
In totaal zijn 4 respondenten bij de huisarts geweest zonder over het geweld te vertellen.<br />
Van de respondenten hebben er 2 aangegeven, dat de mishandelende partner altijd mee ging <strong>naar</strong> de<br />
huisarts of dat ze juist niet <strong>naar</strong> de huisarts mochten waardoor ze ook geen signalen konden afgeven.<br />
Door 1 respondent is aangegeven, dat haar man tegen de huisarts vertelde dat zij geen Nederlands<br />
sprak en de huisarts zijn vragen maar aan hem moest stellen.<br />
De respondent geeft aan wel degelijk Nederlands te spreken, maar mocht geen vragen beantwoorden<br />
van haar man. Zij durfde dit echter niet aan de huisarts te vertellen uit angst voor ‘straf’.<br />
Op de vraag hoe de huisarts omging met het huiselijk geweld zijn o.a. de volgende antwoorden<br />
gegeven:<br />
“Goed maar had te weinig tijd voor me”.<br />
“Ik ben door de huisarts aan alle kanten geholpen”.<br />
“De huisarts was op de hoogte van de situatie maar heeft er niets mee gedaan.”<br />
“De huisarts vroeg door maar, omdat ik bij mijn verhaal bleef stopte hij<br />
Ik heb de huisarts verzocht om met de dader te praten maar hij zei dat ik dit ook zelf kon doen.”<br />
Een aantal huisartsen heeft doorverwezen <strong>naar</strong> de hulpverlening. De respondenten waren tevreden<br />
met deze doorverwijzingen. Andere respondenten vinden dat de huisarts zich niet genoeg verdiept<br />
heeft in de situatie van de patiënt, de ogen ervoor sloot en meer hulp had moeten bieden. Er zijn ook<br />
respondenten die de huisarts als grote steun hebben ervaren en als iemand die ze serieus nam.<br />
Veel van de respondenten zien de huisarts als een persoon die een belangrijke rol kan spelen in het<br />
stoppen van huiselijk geweld. Respondenten geven aan dat het belangrijk is dat de huisarts weet op<br />
welke signalen hij moet letten. Ook voor advies en tips waarmee het slachtoffer het geweld kan<br />
stoppen, wordt de huisarts als een belangrijk persoon gezien.<br />
De vertrouwensband met de huisarts is een belangrijke voorwaarde voor slachtoffers om het gesprek<br />
met de huisarts over het geweld aan te gaan. Belangrijk hierbij is dat de huisarts voldoende tijd neemt<br />
voor de patiënt.<br />
Wat <strong>naar</strong> voren komt uit de gesprekken is, dat de respondenten graag zouden zien dat de huisarts<br />
meer initiatief zou tonen om huiselijk geweld te stoppen, door bijvoorbeeld huisbezoeken af te leggen<br />
of het beroepsgeheim aan te passen, zodat de huisarts meer mogelijkheden heeft om melding te<br />
maken van het geweld.<br />
Ook voor hulp aan de dader zou de huisarts zich meer moeten inzetten volgens de respondenten.<br />
Op de vraag of de huisarts zou kunnen helpen het huiselijk geweld te stoppen zijn o.a. de volgende<br />
antwoorden gegeven:<br />
“Ik heb de vertrouwelijke band met de huisarts gemist. Ik had dan misschien eerder aan durven geven<br />
wat er speelde.”<br />
“Ja, hij zou een huisbezoek kunnen afleggen om meer zicht te krijgen op de situatie en dan instanties<br />
inschakelen. De huisarts moet sturender worden in dit soort situaties.”<br />
“Ja, ik had volop vertrouwen in de huisarts. Ik was ontzettend blij met de hulp die hij heeft geboden.”<br />
“Hij zou ervoor moeten zorgen dat mijn (ex) man de juiste hulp krijgt en aanvaardt.”<br />
“Artsen moeten leren waar ze op moeten letten.”<br />
4.1.7 Rol van de leerkracht<br />
Van de 23 respondenten zijn er 10 met schoolgaande kinderen. Van 1 respondent weten we dat haar<br />
kind <strong>naar</strong> een peuterspeelzaal ging, maar daar zijn geen signalen uitgezonden. Volgens de 10<br />
respondenten hebben hun kind(-eren) wel signalen uitgezonden op school. Er is niet bekend of de<br />
vrouwen zelf signalen hebben afgegeven aan de leerkrachten.<br />
De volgende signalen zijn genoemd:<br />
• Het vertonen van druk gedrag<br />
• Het tonen van boosheid<br />
• Het slaan en schoppen van andere kinderen<br />
15