VERSLAGEN DAG VAN HET LITERATUUR ONDERWIJS
VERSLAGEN DAG VAN HET LITERATUUR ONDERWIJS
VERSLAGEN DAG VAN HET LITERATUUR ONDERWIJS
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Straattaal<br />
Nasr leest een fragment uit zijn gedicht ‘Radicaal<br />
intiem’, waarin hij onder meer zijn bewondering voor<br />
de Rotterdamse dichter J.H. Leopold uitspreekt,<br />
mijn zeldzame held / heel zijn leven verpeinzend tot<br />
schoonheid. Nasr noemt hem misschien wel de grootste<br />
dichter uit het Nederlandse taalgebied. Leopold heeft<br />
gedoceerd aan het Erasmiaans Gymnasium, net als<br />
dichteres Ida Gerhardt, die leerling van Leopold was<br />
geweest. Nasr vindt het een mooi toeval dat hijzelf later<br />
ook leerling aan het Erasmiaans was. Hij vindt Leopolds<br />
gedichten zo teder dat ze bijna ontastbaar worden,<br />
en toch zijn ze nergens larmoyant. Leopolds werk was<br />
internationaal georiënteerd, hoewel hijzelf bij wijze van<br />
spreken de deur niet uitkwam.<br />
Het is mooi als een schijver in zijn werk verdwijnt,<br />
zoals ook Mulisch zijn boeken was. Zelf hoopt Nasr dat<br />
zijn gedichten zullen overblijven. Want als ze gelezen<br />
blijven worden, bestaan ze. In zijn gedichten wil hij<br />
vooral andere mensen aan het woord laten, een vorm<br />
van meerstemmigheid bereiken.<br />
Uit de zaal komt de vraag of, in het algemeen,<br />
gedichten niet gewoon mooier zijn als ze worden<br />
voorgedragen. Nasr antwoordt dat hij zijn eigen<br />
gedichten ziet als partituren die uitgevoerd worden.<br />
Als hij zijn gedichten voorleest, is dat één mogelijke<br />
uitvoering. Degene die de vraag stelde oppert dat<br />
gedichten misschien wel per definitie aantrekkelijker<br />
zijn voor leerlingen als ze worden voorgelezen. Nasr<br />
beaamt dat dat grote indruk kan maken. Zelf zag<br />
hij ooit op school Simon Vinoog optreden, en diens<br />
vitaliteit is hem altijd bijgebleven. Maar er zijn ook<br />
dichters die niet goed zijn in het voordragen van hun<br />
werk, of die dat gewoon niet willen. Je kan een gedicht<br />
niet afhankelijk maken van de voordracht ervan.<br />
Steinz vraagt Nasr naar diens recente gedicht ‘mi<br />
have een droom’. Hierin is een Rotterdammer in het<br />
jaar 2059 aan het woord, die terugkijkt op vroeger toen<br />
alles beter was en er minder buitenlanders in de stad<br />
waren. De grap is dat zijn betoog vol zit met straattaal,<br />
met invloeden uit het Kaapverdiaans, Papiamento,<br />
Duits en nog veel meer. Als Nasr dit gedicht op scholen<br />
voordraagt, vertelt hij, wordt er soms per woord door<br />
verschillende leerlingen gereageerd en gelachen,<br />
omdat ze bepaalde uitdrukkingen herkennen.<br />
Nasr draagt ter afsluiting ‘mi have een droom’ voor,<br />
dat begint met: wullah, poetry poet, let mi takki you<br />
1 ding: di trobbi hier is dit / ben van me eigen now zo<br />
66 jari & skerieus ben geen racist, aber / alle josti op<br />
een stokki, uptodate, wats deze shit? ik zeg maar zo /<br />
mi was nog maar een breezer als mi moeder zij zo zei:<br />
“azizi / doe gewoon jij, doe je gekke shit genoeg, wees<br />
beleefd, maak geen tsjoeri / toon props voor je brada,<br />
zeg ‘wazzup meneer’, ‘fawaka’.<br />
47