JAARVERSLAG 2011 - Federale Overheidsdienst Justitie - Belgium
JAARVERSLAG 2011 - Federale Overheidsdienst Justitie - Belgium
JAARVERSLAG 2011 - Federale Overheidsdienst Justitie - Belgium
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
INLEIDING<br />
Toen op vrijdag 22 juli <strong>2011</strong> het nieuws van<br />
de aanslagen in Oslo zich verspreidde, was<br />
het moeilijk te voorspellen welke omvang<br />
de crisis in ons land zou aannemen. De<br />
ontroering had natuurlijk de Noorse grenzen<br />
overschreden: de omvang en de brutaliteit<br />
van de dubbele moordpartij en de wreedheid<br />
van de moord op tientallen jongeren die<br />
een voor een uit de weg geruimd werden,<br />
hebben de wereld geschokt. Maar het<br />
eenzame karakter van de terrorist, kind van<br />
het land, en zijn doelstellingen, waarvan<br />
aangenomen wordt dat ze deels religieus<br />
maar niet fundamentalistisch, en deels<br />
ultranationalistisch maar strikt genomen<br />
niet xenofoob zijn, bleken weinig gunstig te<br />
zijn voor de verspreiding van angst.<br />
Meerdere elementen hebben het ontstaan<br />
van een Europese paniekgolf in de hand<br />
gewerkt.<br />
In de eerste plaats is Noorwegen een van<br />
die Noord-Europese regimes dat vaak<br />
als voorbeeld aangehaald wordt voor de<br />
verwezenlijking van zijn democratisch<br />
systeem en voor zijn tolerantiebeleid.<br />
Men zou dus de omgekeerde biotoop<br />
verwachten voor de ontwikkeling van een<br />
persoonlijkheid, zoals die van Anders<br />
Behring BREIVIK. Kortom, als het daar kon<br />
gebeuren waar dat het minst waarschijnlijk<br />
was, waarom zou het dan niet hier bij ons<br />
kunnen gebeuren? Om zijn dodelijke theorie<br />
te motiveren, gebruikte Anders Behring<br />
BREIVIK hoofdzakelijk ultranationalistische<br />
stellingen die in de volledige oude wereld<br />
verdedigd werden door weinig of niet<br />
gewelddadige politieke groeperingen.<br />
foCus 1 pagina 17<br />
1 De aanslagen van 22 juli <strong>2011</strong> in Oslo<br />
Alvorens zijn aanslagen te plegen, had de<br />
terrorist zijn politiek manifest via e-mail naar<br />
diverse organisaties of personen gestuurd<br />
die in Europa publieke opinies verdedigen,<br />
van nationalistisch rechts tot extreemrechts.<br />
De onbekende aard van zijn banden met<br />
deze partners liet de deur open voor iedere<br />
interpretatie inzake internationaal complot.<br />
Tenslotte werd de angst geuit dat een<br />
gestoord persoon, die gefascineerd<br />
werd door deze massamoord en door<br />
de beroemdheid die de dader hierdoor<br />
verworven had (Anders Behring BREIVIK<br />
was immers in enkele uren uit de<br />
anonimiteit getreden en voorpaginanieuws<br />
geworden), zou kunnen proberen zich in<br />
een gelijkaardig avontuur te storten: wat de<br />
Engelstaligen een “copycat” noemen.<br />
DE ROL VAN DE VEILIGHEID VAN<br />
DE STAAT<br />
Na de bekendmaking van de aanslagen<br />
in Oslo werd de Veiligheid van de Staat<br />
overstelpt met informatieve vragen van de<br />
overheid - wat te voorspellen was - , maar<br />
ook van de pers. De media hebben zeer<br />
snel onze dienst gekozen als bevoorrechte<br />
gesprekspartner voor het verslaan van de<br />
Noorse crisis.<br />
Ook al had de Veiligheid van de Staat al<br />
lange tijd efficiënte communicatiemanieren<br />
met haar institutionele schakels -<br />
politieke en gerechtelijke overheid,<br />
controle- en analyseorgaan van de<br />
dreiging, crisiscentrum, buitenlandse<br />
inlichtingendiensten - vastgelegd, toch<br />
moest zij een hiervoor geschikte gedragslijn<br />
inzake het beantwoorden van vragen van<br />
journalisten opstellen. In de allereerste