30.09.2013 Views

M A N A G E M E N T

M A N A G E M E N T

M A N A G E M E N T

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

JULI • 2002<br />

SERVICE<br />

7<br />

M A G A Z I N E<br />

MANAGEMENT


COLOFON<br />

Service Management Magazine is een vaktijdschrift op het<br />

gebied van service management en verschijnt drie keer per<br />

jaar in een oplage van 2000 exemplaren.<br />

Postadres:<br />

Postbus 448, 3500 AK Utrecht,<br />

Bezoekadres:<br />

St. Jacobsstraat 16, 3511 BS Utrecht<br />

Telefoonnummer: (030) 234 86 04<br />

E-mail:<br />

redactie@samhoud.nl<br />

© Copyright 2002 &Samhoud Service Management<br />

Redactie:<br />

Hans van der Loo, Sander Mallie, Wouter van der Weijden<br />

Medewerkers:<br />

Rob van de Blaak, Remko ten Brinke, Frank van Empel, Hans<br />

van der Loo, Wim Luteijn, Sander Mallie, Jarijn Nijkamp<br />

Martijn Roseboom, Salem Samhoud, Charlotte Schoenmakers,<br />

Tamara Toering, Wouter van der Weijden<br />

Fotografie:<br />

Rim Lichtveld, Huib Rutten, Brian Dorff<br />

Vormgeving:<br />

Rim Lichtveld, Brian Dorff


SAMHOUD<br />

7<br />

SERVICE M A G A Z I N E<br />

MANAGEMENT<br />

REDACTIONEEL 3<br />

CUSTOMER MINDING 5<br />

Filosofie<br />

Customer Minding: van marktbewerking naar klantenpassie 5<br />

Klantwaardevergelijking: Klantwaarden als basis voor een geïntegreerde klantervaring 15<br />

Tool<br />

BetterBeGood: online klanttevredenheid en loyaliteit meten 23<br />

Interview met Rob van de Blaak:<br />

‘Denken vanuit klantwaarde is de basis voor superieure marketing’ 27<br />

Salem’s bovenkamer 32<br />

Arenadiscussies: &Samhoud haalt de klant in huis 33<br />

Case: De supermarkt als bankier: top of flop?<br />

Jaap Rieter (Essent), Marcel van Birgelen (Universiteit Maastricht) en Wim Luteijn (&Samhoud) 35<br />

Interview met Ko de Ruyter:<br />

'De Service Profit Chain doet recht aan de waarde van frontliners' 41<br />

SEMINARS 45<br />

Drivers of Growth 45<br />

Service Branding 46<br />

BOEKEN 49<br />

De servicegerichte onderneming 49<br />

Klantenloyaliteit 50<br />

The Customer Delight Principle 51<br />

Driving Customer Equity 52<br />

Synergetische marketing 53<br />

Be Our Guest 54<br />

The Customer Revolution 54<br />

LEESWIJZER 56<br />

INHOUDSOPGAVE<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

1


2<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

De eigentijdse kapper als symbool<br />

voor dienstverlening op maat.<br />

Met dank aan Medusa, kapsalon en<br />

antiekzaak in Amsterdam.<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


REDACTIONEEL<br />

De klant is koning. De klant centraal. Bestemming klant.<br />

Het zijn clichés, dus moeten ze wel waar zijn. Maar clichés<br />

zijn nooit de hele waarheid. Even waar is het dat<br />

de meeste bedrijven niet zozeer de klant, als wel hun<br />

producten en interne processen centraal stellen. Voor de<br />

meeste bedrijven is de klant anoniem en onzichtbaar.<br />

De gevolgen zijn dalende klanttevredenheid, toenemend<br />

switchgedrag en een voortdurend groeiende<br />

stroom van klachten. De vraag is natuurlijk hoe het<br />

zover heeft kunnen komen en wat eraan te doen valt.<br />

Wat heeft ertoe geleid dat klanten ontevreden zijn over<br />

de geleverde prestaties van dienstverleners? En hoe<br />

kunnen bedrijven het geschonden vertrouwen van de<br />

klant herwinnen?<br />

Het antwoord dat wij op deze vragen geven, luidt in al<br />

zijn eenvoud: denk niet langer uitsluitend vanuit het<br />

eigen aanbod, maar stel de behoeften, wensen en leefsituatie<br />

van klanten centraal. U hebt dit al meer<br />

gehoord? Dat klopt! Al in de jaren vijftig benadrukt marketinggoeroe<br />

Peter Drucker dat de klant de basis van een<br />

onderneming vormt. In zijn eigen woorden: ‘The customer<br />

is the foundation of a business and keeps it in<br />

existence’. Wijze woorden, die dikwijls zijn herhaald,<br />

maar die even zo vaak in de hitte van de strijd zijn vergeten.<br />

Het denken en werken vanuit de perceptie van de<br />

klant is voor veel bedrijven eenvoudigweg nog een brug<br />

te ver.<br />

Om het klantdenken te stimuleren (en zodoende langdurige,<br />

winstgevende relaties met klanten op te bouwen)<br />

heeft &Samhoud de filosofie Customer Minding ontwikkeld.<br />

In dit Service Management Magazine gaan we uitgebreid<br />

in op de achtergronden, aard en methodieken<br />

van Customer Minding. Dit model vertrekt vanuit de<br />

gedachte dat positieve klantervaringen een gevolg zijn<br />

van de mate waarin aanbieders volgens klanten in staat<br />

zijn om gewenste waarden te leveren. Opvallend bij<br />

Customer Minding is dat bedrijven niet langer kunnen<br />

volstaan met marktbewerking, maar dat zij meer<br />

gedwongen worden om klantenpassie te praktizeren. We<br />

gaan vervolgens dieper in op klantenpassie, dat duidelijk<br />

méér is dan vriendelijkheid en voorkomendheid naar de<br />

klanten toe.<br />

Maar hoe weet een organisatie wat klanten willen? Het<br />

model van de ‘klantwaardevergelijking’ biedt de mogelijkheid<br />

om systematisch inzicht in de wensen en behoeften<br />

van klanten te krijgen. Op basis van dat inzicht kan<br />

bepaald worden wat de ‘drivers’ van klanttevredenheid<br />

zijn. Als vervolg hierop schenken we aandacht aan het<br />

nieuwe piece de résistance van &Samhoud: het nieuwe<br />

online klanttevredenheidsonderzoek BetterBeGood.<br />

Deze meting, uiteraard gebaseerd op de klantwaardevergelijking,<br />

vormt de pendant van het succesvolle<br />

medewerkerstevredenheidonderzoek BetterBeYourself.<br />

Uiteraard wordt ook in dit nummer een case voorgelegd<br />

aan experts uit het bedrijfsleven en de wetenschap. Deze<br />

keer staat een supermarktketen centraal, omdat zij plannen<br />

heeft om te gaan bankieren. De hamvraag in de situatie<br />

is, of de supermarkt er verstandig aan doet om zich<br />

te begeven op financieel terrein. Daarnaast is er een<br />

interview met Rob van de Blaak over de toepassing van<br />

de klantwaardevergelijking in de huidige marketing en<br />

over onderwerpen als arenadiscussies, formulemanagement<br />

en kanalenmanagement. Een belangrijke les uit het<br />

interview: de werkelijke sleutel tot klantenpassie ligt verscholen<br />

in de dagelijkse omgang met klanten. Die<br />

omgang geeft niet alleen kennis, maar ook een kick!<br />

Uit een interview met Ko de Ruyter van de Universiteit<br />

van Maastricht, blijkt dat de Service Profit Chain de<br />

waarde van frontliners voor een organisatie op juiste<br />

waarde schat. Het nummer wordt gecompleteerd met<br />

een tweetal verslagen van recente marketingseminars, de<br />

column van Salem Samhoud en uiteraard de boekrecensies.<br />

We hopen dat dit magazine u een inspirerend en vernieuwend<br />

perspectief op marketing en klantbenadering<br />

biedt. De vraag of we hierin zijn geslaagd, kan alleen<br />

door de lezer worden beantwoord. Want ook voor de<br />

inhoud van dit magazine geldt uiteraard: alles draait om<br />

de klantbeleving!<br />

De redactie<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

3


4<br />

Onderzoek wijst uit dat ruim<br />

98%<br />

van 200 onderzochte bedrijven<br />

het hoogste belang hecht aan<br />

klanttevredenheid<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


CUSTOMER MINDING<br />

VAN MARKTBEWERKING<br />

NAAR KLANTENPASSIE<br />

Ondanks de veelvuldig geuite belofte dat de klant als<br />

koning wordt beschouwd, laat de praktijk een geheel<br />

ander beeld zien. De meeste bedrijven zijn niet zozeer<br />

op de klant als wel op een soepel verloop van interne<br />

processen gefixeerd. Weliswaar zijn productielijnen,<br />

logistiek, leveringssystemen en communicatieprocessen<br />

door toedoen van kwaliteitsmanagement en re-engineering<br />

tot in een hoge graad van perfectie gestandaardiseerd<br />

en gestroomlijnd, maar met het inspelen op<br />

de verlangens van individuele consumenten wil het niet<br />

zo vlotten. Integendeel, onderzoek toont keer op keer<br />

aan dat consumenten ontevreden zijn over de kwaliteit<br />

van de geboden dienstverlening. Het meest uitgebreide<br />

onderzoek op dit gebied, de American Customer<br />

Satisfaction Index, laat de afgelopen jaren een gestage<br />

daling van de klanttevredenheid zien. Hoewel wij in<br />

Nederland een dergelijke omvattende survey missen, is<br />

ook in eigen land een zelfde tendens zichtbaar. De reactie<br />

van klanten op de vraag of zij tevreden zijn met het<br />

aanbod is op zijn minst lauw te noemen. Met name de<br />

oprechte genegenheid en de passie om het de klant<br />

zoveel mogelijk naar de zin te maken, worden node<br />

gemist. In dit artikel gaan wij niet alleen na hoe het<br />

zover heeft kunnen komen, maar ook of er wellicht iets<br />

aan te doen valt.<br />

DE ONTEVREDEN KLANT<br />

Een paar jaar geleden schreef managementgoeroe Henry<br />

Mintzberg een luchtig boekje over het leed van de ‘frequent<br />

flyer’. Omdat hij beroepsmatig maar ook privé<br />

veelvuldig onderweg is, brengt Mintzberg nogal wat tijd<br />

door op luchthavens en in vliegtuigstoelen. Tijdens het<br />

vele wachten begon hij op te schrijven wat hij allemaal<br />

meemaakt als passagier. De titel van het boekje, dat het<br />

resultaat is van jarenlang aantekeningen maken, laat aan<br />

duidelijkheid niets te wensen over: waarom ik zo de pest<br />

aan vliegen heb.<br />

Het boek is één grote klaagzang over het gebrek aan<br />

inzicht van bedrijven in klantpercepties, over de flauwekul<br />

waarmee marketeers op de proppen komen en over<br />

de liefdeloze behandeling van klanten door frontliners.<br />

Het is een tirade tegen het gedoe bij het inchecken,<br />

CUSTOMER MINDING<br />

tegen overboekte vluchten, babbelzieke piloten, stewardessen<br />

die leuren met koopwaar en de culinaire poespas<br />

van de business class. Vooral de discrepantie tussen de<br />

overkill waarmee luchtvaartmaatschappijen de klant<br />

trachten te paaien en het gebrek aan menselijkheid<br />

springt hem daarbij in het oog. Hoewel het personeel<br />

meestal glimlacht, is de reiziger volgens Mintzberg niet<br />

meer dan een bepaald nummer in een bepaalde categorie.<br />

Wie wil vliegen, moet zich als vee laten opdrijven.<br />

Reizigers worden op onoverzichtelijke vliegvelden van de<br />

ene rij naar de andere gestuurd. De maatschappij waarmee<br />

men vliegt, kan ongevraagd een heel andere zijn<br />

dan men heeft geboekt, namelijk een ‘partner’. In het<br />

vliegtuig zitten de reizigers als sardientjes in een blik. Wie<br />

pech heeft, betaalt ook nog eens vele malen meer dan<br />

zijn buurman, want de tarievenjungle is ondoordringbaar.<br />

Ook in de dure ‘vertroetelklasse’, de business class, is het<br />

leven bepaald geen pretje: men wordt permanent lastig<br />

gevallen met drankjes, hapjes, reclame en mededelingen<br />

waar de doorsnee reiziger absoluut geen behoefte aan<br />

heeft. ‘De luchtvaart teert nog te veel op de glamour en<br />

romantiek van vroeger, terwijl de branche zich heeft ontwikkeld<br />

tot een vorm van massavervoer met een hoop<br />

gedoe eromheen’, aldus Mintzberg.<br />

Met name de marketeers moeten het bij hem ontgelden:<br />

‘Marketeers zijn de bureaucraten van de organisatie.<br />

Marketing is slechts uit op verkopen. Marketeers zien<br />

geen individuen, maar slechts categorieën. Marketing<br />

ontmenselijkt.’ Hoewel het boek in kringen van marketeers<br />

om begrijpelijke redenen kritisch wordt ontvangen,<br />

ondervindt Mintzberg elders opmerkelijk veel bijval. Een<br />

grote schare<br />

lezers blijkt<br />

zich zonder<br />

meer in het<br />

door hem<br />

Marketeers zien geen individuen,<br />

maar slechts categorieën<br />

geschetste beeld te herkennen. Sterker nog, de meesten<br />

geven aan dat de door Mintzberg beschreven luchtvaartbranche<br />

heilig is vergeleken met wat bedrijven in andere<br />

sectoren hun klanten voorschotelen. Kijkend naar de<br />

oorzaken van al die ontevredenheid, moet op twee factoren<br />

gewezen worden: enerzijds de geringe aandacht<br />

van marketeers voor de behoeften en wensen van individuele<br />

consumenten. Anderzijds op de emancipatie van<br />

de consument, waardoor de verwachtingen ten aanzien<br />

van bedrijven anders en hoger zijn komen te liggen.<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

5


6<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

MARKTBEWERKING<br />

de anonieme consument<br />

Een belangrijke oorzaak voor het gebrek aan aandacht<br />

voor individuele klantwensen is gelegen in de manier<br />

waarop marketing de afgelopen decennia tot wasdom is<br />

gekomen. De basis voor marketing als wetenschap en als<br />

praktijk ligt in de jaren ’50. Door de groeiende welvaart<br />

en de toename van de effectieve vraag, komt het accent<br />

minder op logistiek en distributie, en meer op marketingvraagstukken<br />

te liggen. Binnen organisaties worden<br />

functionele gebieden gecreëerd, waar activiteiten worden<br />

uitgevoerd die direct gerelateerd zijn aan het zo<br />

goed mogelijk bedienen van klanten. Hoewel met name<br />

Peter Drucker in die jaren benadrukt dat marketing geen<br />

afzonderlijke bedrijfsfunctie moet zijn, maar een filosofie,<br />

een geheel van waarden en opvattingen die in het hele<br />

De basis voor marketing als wetenschap<br />

en als praktijk ligt in de jaren ’50<br />

bedrijf aanwezig moeten zijn, komt deze gedachte niet<br />

of nauwelijks van de grond. Marketing krijgt een meer<br />

beperkte en operationele invulling, die zich vooral richt<br />

op de invulling van de vier P’s van de ‘marketingmix’:<br />

product, prijs, promotie en plaats. Marketing komt daarbij<br />

sterk in het teken te staan van de massamarkt, massacommunicatie<br />

en standaardproducten. Kenmerkend<br />

hiervoor is het denken in logisch verklaarbare marktsegmenten:<br />

geografische markten en doelgroepen op basis<br />

van leeftijd, inkomens-<br />

klasse of levensfase. Het<br />

denken in termen van een<br />

gegeven ‘marketingmix’,<br />

van betrekkelijk vaststaande<br />

doelgroepen en van anonieme transacties met<br />

klanten heeft de charme van de eenvoud. Dat geldt ook<br />

voor de marketingcommunicatie die in dezelfde periode<br />

terrein wint. De opkomst van de televisie als massamedium<br />

biedt met name op het vlak van reclame en<br />

merkontwikkeling ongekende mogelijkheden, die door<br />

de op dat moment actieve generatie marketeers met<br />

beide handen wordt aangegrepen. Reclame wordt meer<br />

en meer gericht op de eenduidige beïnvloeding van een<br />

betrekkelijk amorfe massa consumenten. De communicatie<br />

moet eenvoudig zijn, herkenbaar en pakkend. Het<br />

merkartikel vormt de logische synergie tussen marketing<br />

en communicatie. Een merkartikel biedt producenten de<br />

mogelijkheid om zich op eenvoudige en uniforme wijze<br />

van de concurrentie te onderscheiden. Voor consumenten<br />

biedt het merkartikel constante kwaliteit. Juist door<br />

het merkartikel kunnen de strategische uitgangspunten<br />

van de marketing goed tot hun recht komen. Het merk<br />

maakt het enerzijds mogelijk om de markt tot herkenbare<br />

proporties te reduceren en anderzijds om massale afzet<br />

te stimuleren.<br />

Hoewel de pretenties van marketing erop waren gericht<br />

om de behoeften en wensen van de consument te bevredigen,<br />

was de realiteit vaak een geheel andere. In de<br />

praktijk houden de marketingafdelingen, die als paddenstoelen<br />

uit de grond rijzen, zich voornamelijk bezig met<br />

het slijten van artikelen aan een anoniem koperspubliek.<br />

Anders gezegd, marketeers laten bedrijfsdoelstellingen<br />

prevaleren boven de behoeften en wensen van individuele<br />

klanten. Marketing neemt hierdoor meer en meer de<br />

vorm aan van marktbewerking. Naast ‘pure ver-<br />

koop’ en ‘ongerichte marketingcommunicatie’<br />

maakt marketing gebruik van methoden als<br />

‘belonen’ (promoties, loyaliteitsprogramma’s),<br />

‘straffen’ (boetes bij het opzeggen van een<br />

contract), ‘mentale gijzeling’ (het kapitaliseren op de<br />

onvoorwaardelijke trouw van consumenten die zich als<br />

echte fans gedragen) of ‘systeemgijzeling’ (het verweven<br />

van het aanbod met de leefwereld van de consument,<br />

opdat deze niet makkelijk naar de concurrent zal overlopen).<br />

Ondanks de verschillen tussen deze uiteenlopende<br />

vormen van marktbewerking, hebben zij met elkaar<br />

gemeen dat niet zozeer wordt getracht om de consument<br />

op diens wenken te bedienen, maar om hem of<br />

De consument komt voor zijn verlangens uit en gaat ervan uit<br />

dat het aanbod op persoonlijke leest is geschoeid<br />

haar zo afhankelijk mogelijk van het aanbod te maken.<br />

Marketing als marktbewerking kenmerkt zich dus door<br />

het nemen van de eigen producten en diensten als vertrekpunt<br />

van alle activiteiten. De consument wordt als<br />

een overwegend passieve ontvanger van marketingboodschappen<br />

gezien, als een wezen dat door middel<br />

van marktbewerking ‘consumptierijp’ gemaakt moet<br />

worden. In bijna militaristische termen wordt gesproken<br />

over het ‘veroveren van markten’ en het ‘veroveren van<br />

de harten van doelgroepen’. Het klantbeeld dat hieruit<br />

resulteert, is niet alleen eenvoudig, maar ook ‘leeg’. In<br />

de ogen van de marketeer is de klant een anoniem en<br />

onzichtbaar wezen, een wandelende portemonnee die<br />

zoveel mogelijk leeggeschud moet worden.<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


CUSTOMER MINDING<br />

Hoe wilt u het hebben? Toch knipt de kapper vaak anders dan je wilt. En soms hoop je dat de kapper zegt: ‘ik zou het zus of zo doen’.<br />

7


8<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

CONSUMENTENREVOLUTIE<br />

de soevereine consument<br />

Dat in deze houding langzaam maar zeker verandering is<br />

gekomen, heeft vooral te maken met de gewijzigde positie<br />

van de consument als gevolg van snel om zich heen<br />

grijpende veranderingen in de economische en maatschappelijke<br />

omgeving. Werd de consument tot voor<br />

kort nog omschreven als een op zijn automatische piloot<br />

koersend, fantasieloos, passief en ‘eendimensionaal’<br />

wezen, inmiddels spreekt men van een mondige, kritische<br />

en vooral zelfstandige consument. Verschillende<br />

auteurs wijzen erop dat wij getuige zijn van een ‘consumentenrevolutie’<br />

die de traditionele marktverhoudingen<br />

op zijn kop zet. De eigentijdse consument beschikt volgens<br />

deze auteurs over een goed ontwikkeld gevoel voor<br />

kwaliteit, stelt zich afwijzend op t.o.v. de manipulatieve<br />

bedoelingen van reclame en merkenbouw, en beschikt<br />

niet alleen over veel geld, maar ook over steeds meer<br />

macht. De consument komt voor zijn verlangens uit en<br />

gaat ervan uit dat het aanbod op persoonlijke leest is<br />

geschoeid. In het tijdperk van de informatisering en het<br />

internet zit de consument aan de knoppen. Indachtig de<br />

slogan voor het drankmerk wordt in dit verband gewag<br />

gemaakt van de opkomst van een ‘Martini-economie’,<br />

waarin naar believen van de klant ‘anytime, anyplace,<br />

anywhere’ geconsumeerd kan worden.<br />

Deze nieuwe positie als ‘soevereine consument’ komt<br />

uiteraard niet uit de lucht vallen. Zij is een logisch gevolg<br />

van een aantal elkaar versterkende trends. Vier van deze<br />

trends lichten we kort toe.<br />

Figuur: Trends achter de soevereine consument<br />

Aandachtseconomie<br />

Eén van de belangrijkste veranderingen waarmee de economie<br />

momenteel te maken heeft, is de overgang van<br />

een markt gedomineerd door schaarste, beperkte keuzevrijheid<br />

en beperkte bestedingsruimte naar een markt<br />

van overvloed, vrijwel onbeperkte keuzevrijheid en vaak<br />

royale koopkracht. Om een indicatie te geven van dit rijkelijke<br />

aanbod aan impulsen:<br />

• Amerikaanse supermarkten hebben gemiddeld<br />

35.000 artikelen op de schappen staan, waarvan<br />

de consument er per bezoek ongeveer 18 in zijn<br />

boodschappenmand stopt.<br />

• De gemiddelde persoon in de Verenigde Staten en<br />

Europa wordt via oude en nieuwe media dagelijks<br />

aan ongeveer 7.000 communicatieve boodschappen<br />

en signalen blootgesteld.<br />

• Op het internet verschijnen dagelijks meer<br />

pagina’s aan informatie dan een mens gedurende<br />

zijn leven kan opnemen.<br />

De gevolgen hiervan zijn niet te onderschatten. Zo zien<br />

we een groeiende onverschilligheid bij consumenten<br />

jegens alles wat buiten het vertrouwde referentiekader<br />

valt: ongeveer 60% van alle op de markt gebrachte productinnovaties<br />

flopt vanwege een gebrek aan interesse.<br />

Hetzelfde geldt voor de marketingboodschappen waaraan<br />

consumenten zijn blootgesteld: herinneren zij zich in<br />

1965 nog 34% van de reclamecommercials op televisie,<br />

anno 2002 is dat percentage gedaald tot ver onder de<br />

5%. Hoe paradoxaal dit op het eerste gezicht ook mag<br />

lijken, juist vanwege de overvloed aan keuzemogelijkheden<br />

ontpopt de eigentijdse consument zich vaak als een<br />

Nu de meeste consumenten in materieel opzicht<br />

gewoontedier, dat nauwelijks nog interesse heeft in of<br />

reageert op nieuwe prikkels van buitenaf. Daarnaast leidt<br />

het overstelpende aanbod van keuzemogelijkheden tot<br />

een toename van grillig en onvoorspelbaar gedrag:<br />

opgejaagd door het bombardement der zinnen van marketeers<br />

heeft de eigentijdse consument zich overgegeven<br />

aan een rusteloos ‘switchen’, ‘zappen’ en ‘hiphoppen’.<br />

Netwerkeconomie<br />

De afgelopen jaren is alles en iedereen in de wereld op<br />

onzichtbare, elektronische wijze met elkaar verbonden.<br />

Door toedoen van de netwerkeconomie verliezen niet<br />

alleen traditionele scheidingen tussen branches en sectoren<br />

aan betekenis, maar maakt ook het denken in termen<br />

van afzonderlijke ‘transacties’ geleidelijk plaats voor de<br />

overtuiging dat het vooral draait om het aanknopen van<br />

langdurige ‘relaties’ met klanten.<br />

Dit uit zich niet alleen in activiteiten van bedrijven om de<br />

klant meer bij de eigen producten en processen te<br />

betrekken. Het scala van initiatieven op het gebied van<br />

klantrelatiemanagement reikt van sponsored magazines<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


Bij de boekhandel een boek kopen en lezen onder het genot van wat lekkers.<br />

tot het laten meedenken van klanten in panels, het organiseren<br />

van speciale customer events en experiences, tot<br />

het stimuleren van interactieve communicatie via de<br />

organisatie van reële dan wel virtuele ‘gemeenschappen’.<br />

De netwerkeconomie laat daarnaast ook een andere kant<br />

zien die door de meeste bedrijven met lede ogen wordt<br />

aanschouwd. Dankzij het internet kunnen klanten zich<br />

veel sneller en gemakkelijker organiseren. Klanten kunnen<br />

binnen enkele dagen een inkooporganisatie uit de<br />

grond stampen. Ook kunnen ontevreden individuen via<br />

het internet medestanders zoeken en op deze wijze kinderlijk<br />

eenvoudig allerlei fouten en misstappen van organisaties<br />

publiekelijk aan de kaak stellen.<br />

Beleveniseconomie<br />

Als gevolg van de voortschrijdende individualisering is er<br />

niet alleen sprake van een groeiende behoefte aan op<br />

maat geleverde diensten en producten, maar is ook een<br />

geheel nieuwe markt voor persoonlijke belevenissen ontstaan.<br />

Nu de meeste consumenten in materieel opzicht<br />

voldaan zijn, gaat de aandacht meer en meer uit naar<br />

CUSTOMER MINDING<br />

voldaan zijn, gaat de aandacht meer en meer uit naar het consumeren van belevenissen<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

9


De consument is kritisch bij het kijken naar productinformatie<br />

10<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

het consumeren van belevenissen. Volgens marketingdeskundigen<br />

evolueren we daarmee onherroepelijk in de<br />

richting van een op subjectieve belevingen en emoties<br />

gerichte ‘beleveniseconomie’. Kenmerkend voor deze<br />

economie is niet meer de objectieve kwaliteit van producten<br />

en diensten, maar de vraag in hoeverre men aan<br />

bepaalde gebeurtenissen aangename, leerzame,<br />

gelukkige en unieke herinneringen bewaart.<br />

Organisaties en bedrijven richten zich steeds meer<br />

op het creëren van een context waarin de gewenste<br />

klantbelevenissen kunnen worden geboden:<br />

winkels worden getransformeerd tot ‘experience shops’,<br />

fabrieken als die van de automerken Volkswagen en<br />

Saturn worden omgetoverd tot druk bezochte ‘autopretparken’,<br />

universiteiten als de Harvard Business University<br />

leggen niet langer het accent uitsluitend op de academische<br />

kwaliteit, maar zien zichzelf vooral als leverancier<br />

van een unieke ‘experience’ die het leven van studenten<br />

kan veranderen en boekhandels bieden tegenwoordig<br />

een scala aan mogelijkheden om zich te amuseren, bijvoorbeeld<br />

door met auteurs of andere lezers in contact te<br />

komen. De implicatie van deze hang om niet langer uitsluitend<br />

‘kale’ producten en diensten, maar belevenissen<br />

te bieden, is dat organisaties zich niet langer kunnen<br />

beperken tot simplistische voorstellingen van hun klanten,<br />

maar dat zij zich steeds verder moeten verdiepen in<br />

de belevingswereld van hun consumenten.<br />

Transparantie<br />

Tenslotte is het uiteraard ook zo, dat de consument<br />

tegenwoordig niet alleen hoger is opgeleid,<br />

maar dat ook de mogelijkheden om informatie<br />

over producten, diensten of bedrijven te vergaren<br />

enorm zijn toegenomen. Dankzij de nieuwe<br />

media is de wereld ‘transparanter’ geworden. De<br />

meeste productinformatie is vaak slechts enkele<br />

muisklikken verwijderd. Voor bedrijven betekent<br />

deze toegenomen transparantie, dat het steeds<br />

moeilijker wordt om ongewenste informatie sub<br />

rosa te houden dan wel in de doofpot te stoppen.<br />

There is nowhere to hide. Was de televisie al een<br />

sterk demythologiserend en onthullend medium<br />

– denk bijvoorbeeld aan de talloze populaire consumentenprogramma’s<br />

als ‘Kassa’ en ‘Ook dat<br />

nog!’ – het ‘breekijzer internet’ is nog vele malen<br />

krachtiger gebleken. Want op de buis zijn het<br />

altijd nog redacteuren die bepalen wat er in hun<br />

programma’s verschijnt, maar op het internet<br />

bepaalt de consument geheel zelfstandig wat hij<br />

anderen wil laten weten. Zonder het belang van dergelijke<br />

acties te willen overdrijven – het handelt vaak om<br />

incidenten en in de praktijk van alledag blijkt veelal verrassend<br />

weinig over te blijven van het maatschappelijk<br />

engagement van consumenten – zijn spraakmakende en<br />

succesvolle acties tegen bedrijven vanwege hun mede-<br />

Consumentengedrag is niet langer voorspelbaar<br />

verantwoordelijkheid voor slechte arbeidsomstandigheden<br />

(Nike), hun aanslagen op het milieu (Shell), hun<br />

houding tegenover politieke regimes (Heineken), hun<br />

beroerde dienstverlening (NS, UPC), of hun onwil om<br />

tegemoet te komen aan het lagere prijsniveau in ontwikkelingslanden<br />

(farmaceutische industrie) een voorbode<br />

van wat bedrijven in de toekomst te wachten staat.<br />

De zojuist beschreven trends hebben tot een emancipatie<br />

van de consument geleid, waarvan het einde vooralsnog<br />

niet in zicht lijkt. Het antwoord op deze ontwikkeling<br />

is de afgelopen jaren gekomen in de vorm van een<br />

bonte stoet van concepten en modellen die allen één<br />

ding gemeen hebben: om bedrijfsmatig te kunnen scoren,<br />

moet de fixatie op het eigen aanbod omgezet worden<br />

in een gepassioneerde relatie met klanten.<br />

DEG<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


KLANTGEDREVEN MARKETING<br />

de gekoesterde consumentEK<br />

Vanuit de traditionele optiek bezien, hebben de beschreven<br />

trends geleid tot een consumentengedrag dat veel<br />

weg heeft van een glibberige paling. Consumentengedrag<br />

is niet langer voorspelbaar. Klantentrouw lijkt<br />

passé. Zoals men een paling tot rust kan brengen door er<br />

zaagsel overheen te strooien, zo hebben marketeers de<br />

afgelopen jaren gezocht naar mogelijkheden om de<br />

eigentijdse consument te fixeren. Om beter op de specifieke<br />

en alsmaar veranderende behoeften van klanten in<br />

te spelen, hebben marketeers nieuwe en ronkende concepten<br />

ontwikkeld als ‘event-marketing’, ‘scene-marketing’,<br />

‘permission marketing’, ‘one-to-one marketing’,<br />

‘experience marketing’, ‘micro-marketing’ en ‘viral marketing’.<br />

Een gemeenschappelijk vertrekpunt van deze<br />

vormen van ‘nieuwe marketing’ is dat niet langer vanuit<br />

het aanbod van producten of diensten wordt gedacht,<br />

maar dat het ontwikkelen en onderhouden van een relatie<br />

met individuele klanten vanuit inzicht over hun<br />

behoeften centraal wordt gesteld. Geheel in lijn met deze<br />

gedachte is het voeren van een bedrijfsstrategie waarin<br />

de klant centraal staat, de afgelopen jaren onder de vlag<br />

van ‘Customer Relationship Management’. CRM, zoals<br />

het meestal wordt aangeduid, was de afgelopen jaren<br />

een hot item. Geboren uit het huwelijk tussen informa-<br />

CUSTOMER MINDING<br />

tietechnologie en marketing, wisten grote én kleine<br />

bedrijven niet hoe snel ze een CRM-pakket en dito<br />

manager moesten aanschaffen. CRM zou niet alleen zorgen<br />

voor uitstekende relaties met klanten, maar zou<br />

ieder bedrijf de uitstraling van de kruidenier op de hoek<br />

geven. Nu bedrijven in staat waren om massaal en systematisch<br />

klantgegevens te vergaren, werden aloude marketingmethodieken,<br />

zoals het segmenteren en onderscheiden<br />

van doelgroepen overbodig verklaard.<br />

Sommigen droomden er zelfs van dat de factor arbeid in<br />

de nabije toekomst uitgeschakeld zou worden: dienstverlening<br />

via computer en kabel (‘e-service’), dát zou het<br />

wenkend toekomstperspectief zijn.<br />

Met het luwen van de hype rond het internet is ook een<br />

einde gekomen aan de overdreven verwachtingen ten<br />

aanzien van CRM. De beloften die in het recente verleden<br />

door agressief de markt benaderende ‘IT-oplossers’<br />

zijn gedaan, zijn voor een belangrijk deel loos gebleken.<br />

De kosten van de veelbelovende nieuwe technologie<br />

bleken dikwijls torenhoog te zijn. De organisatorische<br />

implicaties van de invoering van CRM-systemen waren<br />

schromelijk onderschat. En de klant voor wie het allemaal<br />

bedoeld was, schoot die er wat mee op? De eerlijkheid<br />

gebiedt te zeggen: niet zo heel veel. CRM bleek in de<br />

praktijk vaak niet meer te zijn dan database-gestuurde<br />

marketing. In het meest gunstige geval werd de effecti-<br />

Online tips voor in huis als extra service van IKEA Een VIP-behandeling op Schiphol kan online worden aangevraagd<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

11


12<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

Waar de traditionele marketingcommunicatie overwegend éénrichtingsverkeer is, zal de<br />

viteit van de marktbewerking verhoogd. Aan de relationele<br />

kwaliteit tussen bedrijf en klant veranderde doorgaans<br />

niet zoveel. Dit werd nog eens bevorderd, doordat<br />

CRM meestal primair werd ingezet vanuit efficiencyverhogende<br />

en kostenverlagende doelstellingen. Vanuit<br />

bedrijfsmatig oogpunt is dit uiteraard verklaarbaar, maar<br />

de vraag of de klant er uiteindelijk iets mee opschoot, is<br />

van een heel ander kaliber. Hoewel de term ‘CRM’ de<br />

belofte van een revolutionaire omwenteling in de marketing<br />

leek in te houden, is in de praktijk veel bij het oude<br />

gebleven. Het concept, zo kunnen wij met gerust hart<br />

constateren, is misbruikt om traditionele marktbewerking<br />

in een positiever daglicht te stellen. Met klanten had<br />

CRM doorgaans weinig te maken en met klantrelaties al<br />

helemaal niets.<br />

Rest ons dan niets anders dan de pessimistische gevolgtrekking<br />

dat er blijkbaar niets nieuws onder de zon is?<br />

Moeten wij al die ontevreden klanten dan maar voor lief<br />

nemen? Of gloort er ergens toch enige hoop? Wij menen<br />

dat dit laatste het geval is. Want parallel aan de hausse<br />

in CRM-programma´s vindt een ontwikkeling in het denken<br />

plaats, waarbij marketing vooral vanuit de ogen van<br />

de klant wordt gedefinieerd. Het leveren van waarde in<br />

de ogen van de klant komt in deze ‘klantgedreven’ vorm<br />

van marketing centraal te staan. In het volgende artikel<br />

gaan we uitgebreid in op wat ‘klantwaarde’ betekent.<br />

Het neerzetten van een klantgerichte organisatie vereist<br />

aanpassingen op drie niveaus. De niveaus zijn visie en<br />

strategie (richting), organisatiemodel en -cultuur (inrichting)<br />

en operationele uitvoering (verrichting).<br />

• Voor wat betreft het niveau van de richting veronderstelt<br />

klantgedreven marketing een keuze voor de<br />

waardestrategie van ‘customer intimacy’. Treacy en<br />

Wiersema onderscheiden drie verschillende waardestrategieën.<br />

Terwijl ‘operational excellence’ vooral denkt<br />

vanuit de kwaliteit en kostenbeheersing van interne processen<br />

en ‘product leadership’ vooral het innovatieve<br />

karakter van de producten centraal stelt, is ‘customer<br />

intimacy’ de enige waardestrategie die vanuit de klant<br />

zelf vertrekt. Anders gezegd, daar waar de twee eerstgenoemde<br />

strategieën een natuurlijke hang naar methoden<br />

van traditionele marktbewerking vertonen, is klantgedreven<br />

marketing een absolute must voor bedrijven die vanuit<br />

de strategie van ‘customer intimacy’ opereren. Voor<br />

de volledigheid merken we hierbij op dat de keuze voor<br />

de strategie niet per se van toepassing hoeft te zijn op<br />

het hele klantenbestand van een organisatie. Daar waar<br />

de middelen of de wil ontbreken om met iedere klant<br />

individuele en langdurige relaties aan te gaan, kunnen<br />

bedrijven waarschijnlijk beter uit de voeten met marktbewerking.<br />

• Voor wat betreft het niveau van de inrichting veronderstelt<br />

klantgedreven marketing een organisatiestructuur<br />

en –cultuur, waarin alle activiteiten en processen zijn<br />

gericht op het bedienen van de klant c.q. het leveren van<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


een bepaalde klantervaring. Omdat het voldoen aan, of<br />

zelfs overtreffen van klantverwachtingen een kernelement<br />

is van de organisatie, kan men niet volstaan met de<br />

inbreng van de marketingafdeling, maar zal nauw<br />

samengewerkt moeten worden met andere functies als<br />

human resources, communicatie en financiën. Indien<br />

organisaties de keuze maken om vanuit de klant te opereren,<br />

is het onontkoombaar dat nagedacht wordt over<br />

het afstemmen van verschillende functies en processen.<br />

Hoewel er nog geen nieuwe blauwdruk voor de marktgerichte<br />

organisatie is ontstaan, zoals de functionele<br />

organisatievorm de afgelopen honderd jaar is geweest,<br />

tenderen de doorgaans gepropageerde vormen naar<br />

horizontale, procesmatige en door teams gestuurde<br />

organisaties.<br />

• Voor wat betreft het niveau van de verrichting veronderstelt<br />

klantgedreven marketing niet alleen systematisch<br />

en diepgaand inzicht in wat klanten beweegt, maar<br />

ook manieren om klanten op een persoonlijke manier te<br />

bedienen. Bovendien veronderstelt klantgedreven marketing<br />

ook middelen en mogelijkheden om op interactieve<br />

wijze met klanten te communiceren. Waar de traditionele<br />

marketingcommunicatie overwegend éénrichtingsverkeer<br />

is, zal de klantgedreven marketeer klanten voortdurend<br />

de kans moeten geven iets terug te zeggen.<br />

Bovendien zal hij of zij de vaardigheden moeten bezitten<br />

om, indien nodig, deze informatie onmiddellijk te vertalen<br />

in een hernieuwde propositie. Een steeds belangrijker<br />

rol in deze interactieve communicatie zal zijn weggelegd<br />

voor het merk. Een merk biedt namelijk niet alleen vertrouwen<br />

en zekerheid aan de consument, maar vormt<br />

ook een continue energiebron en consistente leidraad<br />

voor het handelen van medewerkers in de organisatie.<br />

Literatuur<br />

CUSTOMER MINDING<br />

klantgedreven marketeer klanten voortdurend de kans geven iets terug te zeggen<br />

• H. Mintzberg: Waarom ik zo de pest aan vliegen heb,<br />

Schiedam 2000<br />

• Zie voor een verdere uitwerking van deze gedachte:<br />

R. Hummel, Marketing, bittere noodzaak of overbodige<br />

luxe? Alphen aan den Rijn 2001<br />

• P. Seybold: The Customer Revolution, New York 2001<br />

• R. Oostveen: Virtuele gemeenschappen. De Killer App<br />

voor online marketing, Amsterdam 2001<br />

• A. Mitchell: Right Side Up. Building Brands in the Age<br />

of the Organized Consumer, New York 2001<br />

• B.J. Pine en J.H. Gilmore: De beleveniseconomie,<br />

Schiedam 1999<br />

• Zie voor een uiterst kritische beschouwing van de<br />

ambities en pretenties van CRM:<br />

B.A. Gutek en T. Welsh: The Brave New Service<br />

Strategy, New York 2000<br />

• M. Treacy en F. Wiersema: De discipline van<br />

marktleiders, Schiedam 1995<br />

• G.S. Day: The Market Driven Organization,<br />

New York 1999<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

13


14<br />

DE KUNST IS EEN ERVARING TE GEVEN<br />

ZODAT DE KLANT KLANT BLIJFT...<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


KLANTWAARDEVERGELIJKING:<br />

Klantwaarden als basis voor<br />

een geïntegreerde klantervaring<br />

Dat het belangrijk is om klanten tevreden te houden, is<br />

een gedachte die door vrijwel alle bedrijven wordt<br />

onderschreven. Uit onderzoek onder 200 dienstverlenende<br />

organisaties in Nederland blijkt dat klanttevredenheid<br />

een niet meer weg te cijferen item is. Maar<br />

liefst 98% van de onderzochte bedrijven geeft aan hier<br />

het grootste belang aan te hechten. Ruim 85% vindt het<br />

belangrijk om klanttevredenheid te meten en 80% is<br />

van mening dat er concrete doelen met betrekking tot<br />

klanttevredenheid opgesteld moeten worden. Tot zover<br />

de goede intenties. De praktijk laat echter zien dat het<br />

vaak bij goede voornemens blijft. Behalve het feit dat er<br />

nogal wat organisaties zijn die helemaal geen aandacht<br />

aan klantonderzoek schenken, blijkt er over het algemeen<br />

weinig begrip te bestaan voor de gedachte dat<br />

men tijd en moeite moet besteden om achter de werkelijke<br />

beweegredenen van klanten te komen.<br />

De klantkennis, die bedrijven in het kader van klanttevredenheidsonderzoeken<br />

vergaren, is weinig omvattend.<br />

Inzichten die uit dergelijk onderzoek voortvloeien,<br />

geven weliswaar aan hoe de klant over de kwaliteit van<br />

bepaalde processen of interacties oordeelt, maar bieden<br />

geen inzicht in de manier waarop klanten de totale ervaring<br />

met een bedrijf beoordelen. Om dit inzicht wél te<br />

krijgen, moet men niet het eigen organisatieperspectief,<br />

maar de invalshoek van de klant centraal stellen. Men<br />

komt dan automatisch uit op de vraag welke waarde<br />

klanten willen ontlenen aan een bepaald aanbod en in<br />

hoeverre men als aanbieder in staat is deze waarde te<br />

realiseren. Wat ben ik de klant waard? Dát is de vraag<br />

die iedere onderneming zich zou moeten stellen.<br />

ECONOMIE VRAAGT OM AANDACHT VOOR KLANTEN<br />

Met één of soms zelfs beide voeten in de industriële productie,<br />

valt het de meeste bedrijven niet alleen moeilijk<br />

om te begrijpen dat de huidige service economie om een<br />

geheel andere benadering van klanten en markten<br />

vraagt, maar ook om dit inzicht in concrete activiteiten te<br />

vertalen. In de industriële productie wordt het geld verdiend<br />

door grondstoffen te verwerken tot afgewerkte<br />

producten. De bedrijfsketens lopen dan ook allemaal van<br />

achteren naar voren, of zoals dat zo fraai heet, van 'zand<br />

tot klant'. Het heeft onder dergelijke omstandigheden zin<br />

om de productie voor zover mogelijk te maximaliseren en<br />

alles zo efficiënt mogelijk te doen.<br />

Het gevolg is dan ook dat bedrijven de afgelopen periode<br />

erg goed zijn geworden in het management van pro-<br />

CUSTOMER MINDING<br />

ductiesystemen. Ze weten hoe ze precies op tijd moeten<br />

produceren, hoe ze de productielijnen in balans moeten<br />

brengen en hoe ze voorraadbeheer en logistiek kunnen<br />

optimaliseren. Rationalisering van de productie door<br />

middel van automatisering is voor productiebedrijven<br />

een probaat middel om hogere rendementen te genereren.<br />

Marketing en verkoop zijn in dergelijke situaties<br />

gespecialiseerde functies, die zich toeleggen op het aan<br />

de man brengen van geproduceerde goederen en het<br />

uitvinden wat de klant wil.<br />

In de dienstverlening is dat anders. Een dienst is een handeling<br />

die wordt uitgevoerd ten voordele van een ander.<br />

Waarde wordt gecreëerd, in de interactie tussen dienstverlener<br />

en klant, dus tijdens het proces. De vraag óf er<br />

waarde wordt gecreëerd is in veel sterkere mate dan bij<br />

de industriële productie afhankelijk van de subjectieve<br />

percepties en verwachtingen van de klant. Percepties en<br />

verwachtingen die overigens vaak moeilijk in precieze<br />

bewoordingen zijn te beschrijven, aangezien dienstverlening<br />

tenminste voor een deel uit 'ontastbaarheden'<br />

bestaat. Behalve het feit dat dienstverlening onlosmakelijk<br />

verbonden is met subjectieve belevingen van klanten,<br />

zijn er nog twee andere implicaties mee verbonden. In de<br />

eerste plaats moeten dienstverlener en consument op<br />

dezelfde tijd beschikbaar zijn, zodat er interactie kan<br />

plaatsvinden. Dit laat geen ruimte voor 'voorraadbeheer'<br />

als buffer voor fluctuaties in de vraag en zorgt ervoor dat<br />

overcapaciteit 'bederfelijk' is, omdat opbrengsten niet<br />

later alsnog kunnen worden gerealiseerd. Aan productiviteitsverhoging<br />

door middel van voorraadbeheer zijn in<br />

de dienstverlening dus fundamentele grenzen gesteld. In<br />

de tweede plaats is dienstverlening naar haar aard<br />

arbeidsintensief. Servicemedewerkers spelen een dominante<br />

rol in een proces, waarin waarde wordt toegevoegd<br />

door de persoonlijke interactie tussen dienstverlener<br />

en consument. De kwaliteit van dienstverlening<br />

wordt niet alleen bepaald door het aantal medewerkers,<br />

maar ook door hun vaardigheden, attitudes en inzet.<br />

Zeker wanneer de dienstverlening complex van aard is en<br />

een hoge mate van contact met klanten vereist, is<br />

productiviteitsgroei door middel van bezuinigen op personeel<br />

moeilijk te bereiken. Maar ook wanneer de contacten<br />

minder intensief zijn, speelt het personeel nog<br />

steeds een belangrijke rol. De sterke marktpositie van<br />

Albert Heijn heeft niet alleen te maken met het beschikken<br />

over gunstige locaties en een breed assortiment,<br />

maar zeker ook met de toegankelijkheid, vriendelijkheid<br />

en inzet van het personeel. Het succes van de 'ballenbak'<br />

van IKEA is voor een belangrijk deel terug te voeren op<br />

het feit dat speciaal daarvoor aangesteld personeel toezicht<br />

houdt op het reilen en zeilen van het kroost. De<br />

beleveniswaarde en sfeer van Disney-parken worden<br />

voor een belangrijk deel bepaald door medewerkers die<br />

als 'cast members' een theatrale functie vervullen. De<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

15


16<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

vervanging van personeel door elektronische media leidt<br />

bij klanten veelal niet tot een verhoging, maar een verlaging<br />

van de waardeperceptie: zo hebben IT-bedrijven<br />

ernstige moeite om hun klanten ervan te overtuigen dat<br />

onderhoudsactiviteiten aan computernetwerken, die op<br />

afstand en buiten het zicht van de klant worden verricht,<br />

wel degelijk een bepaalde prijs waard zijn. ‘Wanneer wij<br />

geen monteur gezien hebben, hoeven wij ook niet te<br />

betalen’, zo luidt de redenering van klanten.<br />

Samenvattend kan men zeggen dat in dienstverlenende<br />

settings niet alleen grenzen zijn gesteld aan productiviteitsverhoging<br />

in de traditionele zin van de betekenis,<br />

maar dat ook meer aandacht moet worden geschonken<br />

aan de psychologische kenmerken van klanten.<br />

Bovendien vereist dienstverlening continue en systematische<br />

aandacht voor de relaties tussen medewerkers en<br />

klanten. Interne en externe oriëntaties, die in de industriële<br />

productie scherp van elkaar waren gescheiden,<br />

worden zodoende met elkaar verbonden. Het kennen en<br />

SERVICE PROFIT CHAIN<br />

koesteren van klanten kan onder deze omstandigheden<br />

niet worden gezien als het exclusieve domein van marketing<br />

en verkoop. Alle bedrijfsfuncties, te beginnen met<br />

HR en communicatie, moeten klantgericht denken en<br />

werken. Deze zienswijze is op wetenschappelijke wijze<br />

verwoord in het door Heskett e.a. geformuleerde model<br />

van de Service Profit Chain. Hierin wordt aangegeven<br />

hoe tevredenheid en loyaliteit van medewerkers leidt tot<br />

tevredenheid en loyaliteit van klanten en hoe dit uiteindelijk<br />

positief uitwerkt op het rendement. Investeren in<br />

klanten betekent volgens dit model ook investeren in<br />

medewerkers. Beide tezamen leiden tot toekomstige<br />

groei van het rendement (zie kader). Het in praktijk brengen<br />

van de principes van de Service Profit Chain veronderstelt<br />

een organisatiestructuur, waarin niet langer<br />

wordt uitgegaan van betrekkelijk zelfstandig opererende<br />

functies, maar waarin organisatieprocessen gericht op<br />

het bieden van waarde aan klanten centraal worden<br />

gesteld.<br />

Het model van de Service Profit Chain laat zien hoe tevredenheid en loyaliteit van medewerkers leiden tot een betere<br />

kwaliteit en hogere waarde van de geleverde prestaties, hetgeen een positieve uitwerking heeft op de tevredenheid<br />

en loyaliteit van klanten, dat zich vertaalt in groei van omzet en winst.<br />

INTERNE<br />

SERVICE<br />

KWALITEIT<br />

PRODUCTIVITEIT<br />

MEDEWERKERS<br />

+ WAARDE<br />

EXTERNE<br />

SERVICE<br />

KWALITEIT<br />

KUNDIGHEID<br />

LOYALITEIT TEVREDENHEID<br />

WAARDE<br />

KLANTEN<br />

TEVREDEN-<br />

HEID<br />

KLANTEN<br />

LOYALITEIT<br />

Het model is inmiddels vele malen onderzocht. Uit verschillende studies komt naar voren dat de veronderstelde verbanden<br />

aanzienlijk kunnen variëren. Zonder hier al te uitvoerig op in te gaan, kunnen de volgende algemene vuistregels<br />

worden gehanteerd:<br />

- Bedrijven die zich richten op de waardestrategie Operational Excellence moeten ervan uitgaan dat een verhoging<br />

van 10% op het gebied van medewerkerstevredenheid (op een 10-puntsschaal is dat dus 1 punt) leidt tot 5%<br />

verhoging van klanttevredenheid en tot 2-2,5% groei van het rendement.<br />

- Bedrijven die zich richten op de waardestrategie Customer Intimacy moeten er rekening mee houden dat 10%<br />

verhoging van medewerkerstevredenheid eveneens gepaard gaat met ongeveer 5% verhoging van<br />

klanttevredenheid. De groei van het rendement is echter veel forser, namelijk tussen de 25 en 40%! Dit laatste<br />

heeft te maken met het feit dat de invloed van dienstverleners bij deze strategie vele malen groter is dan bij de<br />

eerder genoemde strategie van Operational Excellence.<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002<br />

WINST


GEBREKKIGE EN EENZIJDIGE AANDACHT<br />

Op grond van het inzicht dat het succes van bedrijven in<br />

de service economie staat of valt met positieve interactie<br />

tussen medewerkers en klanten, zou men veronderstellen<br />

dat bedrijven steeds meer moeite doen om hun klanten<br />

te leren kennen. Dit is echter niet het geval.<br />

Weliswaar weten bedrijven met behulp van moderne<br />

technologie steeds beter hoe hun klanten zich gedragen,<br />

maar op de vraag wat hun klanten daadwerkelijk<br />

beweegt, valt meestal een diepe stilte.<br />

Dit heeft enerzijds te maken met het feit dat nogal wat<br />

bedrijven zozeer met zichzelf zijn gepreoccupeerd, dat zij<br />

eenvoudigweg de tijd en energie niet hebben om hun<br />

klanten beter te leren kennen. Uit onderzoek komt naar<br />

voren dat ruim de helft geen metingen van klanttevredenheid<br />

verricht. Uit een Duitse studie onder marketeers<br />

van grote bedrijven komt naar voren dat zij zich ruim<br />

70% van hun tijd bezighouden met interne aangelegenheden.<br />

Hieronder vallen onder meer besprekingen met<br />

collega´s, overleg met andere afdelingen en het uitvoeren<br />

van managementtaken. Meer dan 25% van de tijd<br />

besteden de marketeers gemiddeld aan het onderhouden<br />

van de contacten met externe advies- en reclamebureaus.<br />

De schamele 3% van de tijd die dan nog overblijft,<br />

wordt besteed aan externe klanten. Wanneer de<br />

klant op de marketingafdeling al nauwelijks op enige<br />

interesse mag stuiten, dan ligt het voor de hand om te<br />

concluderen dat het hem of haar in de rest van het<br />

bedrijf niet veel beter zal vergaan. Van personeelsmanagers,<br />

logistieke experts of boekhouders kan men immers<br />

moeilijk verwachten dat zij als 'klantkampioenen' optreden.<br />

Anderzijds moet men constateren, dat bedrijven die<br />

wél geïnteresseerd zijn in het meten van klanttevredenheid,<br />

doorgaans weinig aandacht besteden aan aspecten<br />

die klanten relevant vinden, maar eerder geïnteresseerd<br />

zijn in de oordelen van klanten over zaken die vanuit<br />

organisatieperspectief van belang worden geacht.<br />

Voorbeeld van niet klantgericht vragen stellen<br />

Een medewerker van &Samhoud moest onlangs voor<br />

een reparatie naar zijn autodealer. Wachtend op de reparatie<br />

werd hem verzocht een vragenlijst in te vullen. Het<br />

bedrijf, zo zei de medewerker, stelde het bijzonder op<br />

prijs om de tevredenheid van haar klanten voortdurend<br />

te peilen. En om hem helemaal over de streep te trekken,<br />

werd er nog aan toegevoegd dat de resultaten gebruikt<br />

werden om de service in de toekomst nóg verder te verbeteren.<br />

De vragenlijst bevatte onder meer vragen naar<br />

de 'vriendelijkheid van het baliepersoneel', het ‘gemak<br />

van de incheckprocedure' en de 'kwaliteit van de koffie'.<br />

Nu is er op zich niets mis met dergelijke items. Het probleem<br />

is evenwel dat veel autobezitters helemaal niet<br />

naar de autodealer willen gaan en dus weinig interesse<br />

CUSTOMER MINDING<br />

hebben in vriendelijk baliepersoneel of lekkere koffie. In<br />

plaats daarvan wil de klant bijvoorbeeld dat de auto thuis<br />

wordt opgehaald en na de reparatie weer thuis wordt afgeleverd.<br />

Dát zou pas service zijn. Dát zou waarde voor klanten<br />

genereren. Door deze manier van vraagstelling, komt<br />

het bedrijf nooit te weten wat zijn klanten écht willen.<br />

Het stellen van voor klanten irrelevante vragen is een<br />

veel voorkomend euvel. Het is dan ook niet verwonderlijk<br />

dat de positieve resultaten van tevredenheidsonderzoeken<br />

zich dikwijls niet vertalen in groeiende loyaliteit<br />

of stijgende omzet (iets wat gezien het veronderstelde<br />

verband tussen tevredenheid, loyaliteit en winstgevendheid<br />

wél verwacht zou worden). Indien men verzuimt de<br />

relevante vragen te stellen, dan komt men ook nimmer<br />

achter de werkelijke beweegredenen van klanten.<br />

DE SMALLE FOCUS VAN KLANTTEVREDENHEID<br />

Het feit dat het organisatieperspectief domineert bij het<br />

in kaart brengen van klanttevredenheid, is terug te voeren<br />

op de ontwikkeling die het denken over klanttevredenheid<br />

de afgelopen decennia heeft doorgemaakt. In<br />

die ontwikkelingen stonden twee gedachten centraal:<br />

enerzijds de gedachte dat klanttevredenheid vooral te<br />

maken heeft met de kwaliteit van interne bedrijfsprocessen<br />

en anderzijds het idee dat klanttevredenheid terug te<br />

voeren is op de kwaliteit van de ontmoetingen tussen<br />

dienstverleners en klanten. Al met al levert dit niet alleen<br />

een eenzijdig, maar ook een nogal verengd beeld op van<br />

de factoren die de klanttevredenheid bepalen.<br />

Kwaliteit van processen<br />

Geworteld in de kwaliteitsbeweging van de jaren tachtig,<br />

wordt klanttevredenheid aanvankelijk vooral afgemeten<br />

aan de kwaliteit van interne bedrijfsprocessen. Van oorsprong<br />

vooral gericht op het bewaken van de kwaliteit<br />

van producten en interne productieprocessen, ontwikkelt<br />

het kwaliteitsdenken zich in de jaren tachtig tot een algemene<br />

en geïntegreerde managementfilosofie ('Total<br />

Quality Management'). Het accent komt daarbij minder<br />

op de technische kwaliteit van producten, maar meer op<br />

de kwaliteit van interne bedrijfsprocessen te liggen. Het<br />

accent van kwaliteitsmanagement komt te liggen op het<br />

bestrijden van bureaucratie en verstarring en het optimaliseren<br />

van de 'doorstroming' met het oog op drastische<br />

resultaatverbetering. Hoewel er vanuit het kwaliteitsdenken<br />

ook wel enige belangstelling is voor het samenspel<br />

tussen 'back office' en 'front office', gaat het overgrote<br />

deel van de aandacht uit naar de kwaliteit van interne<br />

processen die diep in de boezem van de organisatie verscholen<br />

liggen. De gedachte hierachter is dat betere processen<br />

automatisch tot betere producten en betere<br />

prestaties leiden.<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

17


18<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

Kwaliteit van ontmoetingen<br />

Vanaf de tweede helft van de jaren tachtig ontstaat<br />

geleidelijk ook enige aandacht voor de kwaliteit van de<br />

ontmoetingen tussen dienstverleners en klanten. Met<br />

name het door Amerikaanse onderzoekers ontwikkelde<br />

'Servqual-model' is een belangrijke kentering in het denken<br />

over kwaliteit. Het model heeft minder aandacht<br />

voor interne bedrijfsprocessen, maar accentueert in<br />

plaats daarvan het belang van de 'moments of truth' tussen<br />

klant en organisatie. De achterliggende gedachte<br />

hierbij is dat kwaliteit van dienstverlening niet zozeer te<br />

maken heeft met het voldoen aan eenduidige en objectieve<br />

prestaties van organisaties, maar vooral met de subjectieve<br />

percepties van klanten. Die percepties van klanten<br />

bestaan enerzijds uit verwachtingen en anderzijds uit<br />

feitelijke ervaringen. Voortbordurend op dit inzicht<br />

beschrijft het model dienstverlening als een aantal 'gaps'<br />

tussen de verwachtingen en ervaringen van het management<br />

en de medewerkers van een dienstverlenende<br />

organisatie enerzijds en van de klanten anderzijds. De<br />

belangrijkste kloof is die tussen de verwachtingen die de<br />

klant heeft ten aanzien van de te leveren dienstverlening<br />

en zijn of haar feitelijke ervaringen met die dienstverlening.<br />

Volgens het Servqual-model is de kwaliteit van<br />

dienstverlening slecht wanneer de feitelijke ervaringen<br />

lager scoren dan de oorspronkelijke verwachtingen. De<br />

kwaliteit is goed, wanneer het ervaren niveau van<br />

dienstverlening gelijk of hoger is dan het verwachte<br />

niveau. De bedenkers van het model laten het overigens<br />

niet bij deze gedachte, maar zij formuleren ook nog een<br />

aantal 'kwaliteitsdimensies' waaraan de ontmoetingen<br />

tussen klanten en organisaties moeten voldoen. De<br />

dimensie 'betrouwbaarheid' omvat de mate waarin de<br />

beloften van de dienstverlener worden waargemaakt. De<br />

dimensie 'zekerheid' vertegenwoordigt het vertrouwen<br />

dat de klant in de competentie van de dienstverlener<br />

heeft, terwijl 'responsiviteit' betrekking heeft op de<br />

bereidheid en motivatie van de dienstverlener om het<br />

verwachte niveau van dienstverlening te bieden. De<br />

dimensie 'empathie' heeft betrekking op de persoonlijke<br />

relatie tussen dienstverlener en klant, terwijl de dimensie<br />

'tastbaarheden' tenslotte alle aspecten omvat die de<br />

klant kan zien, horen en aanraken.<br />

Hoewel het noodzakelijk is om klanttevredenheid in verband<br />

te brengen met de kwaliteit van bedrijfsprocessen<br />

en van ontmoetingen, is dit niet voldoende. Klanttevredenheid<br />

heeft immers ook (en misschien wel vooral)<br />

te maken met heel andere factoren, zoals de kwaliteit<br />

van de geboden oplossingen, de gevoelens die een aanbieder<br />

oproept en de financiële en niet-financiële inspanningen<br />

die een klant zich moet getroosten om het aanbod<br />

te verwerven. Tevredenheid bestrijkt een breed scala<br />

van aspecten. Om echt naar klanten te luisteren en ze<br />

daadwerkelijk op maat te kunnen bedienen, is het nood-<br />

zakelijk om de focus te verbreden en om niet aansluitend<br />

naar de kwaliteiten van het aanbod te kijken, maar vooral<br />

aandacht te besteden aan de waarde die deze kwaliteiten<br />

vanuit de optiek van klanten oplevert.<br />

KLANTWAARDE: DE KLANT ALS UITGANGSPUNT<br />

Het begrip 'klantwaarde' verwijst naar de som van alle<br />

functionele en emotionele 'voordelen' die een klant van<br />

een aanbieder ontvangt, afgezet tegen de 'kosten' die hij<br />

of zij daarvoor moet opbrengen. De termen 'voordelen'<br />

en 'kosten' moeten hierbij ruim worden opgevat, dat wil<br />

zeggen niet uitsluitend in monetaire zin. Zo gaat het voor<br />

wat betreft de 'voordelen' niet alleen om 'wat' er geboden<br />

wordt (de concrete producten en diensten en de<br />

resultaten die daarmee bereikt kunnen worden), maar<br />

ook om 'hoe' dat gebeurt (de aard van de distributiekanalen,<br />

de kwaliteit van de interacties) en de aard van<br />

de 'gevoelens' die de leverancier oproept. Onder 'kosten'<br />

verstaan we niet uitsluitend de financiële inspanningen<br />

(de prijs die betaald moet worden), maar ook alle<br />

moeite die gedaan moet worden ter verwerving van het<br />

gewenste aanbod.<br />

Hoewel men kan proberen om klantwaarden te objectiveren<br />

tot samenhangende 'formules', moet men er altijd<br />

van uitgaan dat zij verwijzen naar subjectieve percepties<br />

van klanten. Dit betekent dat klantwaarden per individu<br />

of klantgroep en al naar gelang de situatie anders kunnen<br />

worden ingevuld. Wat voor de ene klant van waarde<br />

is, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Wat men al dan<br />

niet belangrijk vindt, kan per situatie verschillen. Indien<br />

men de invulling van klantwaarden koppelt aan het oordeel<br />

van klanten, dan ontstaat een hogere of lagere mate<br />

van klanttevredenheid. Klanttevredenheid is daarmee<br />

Zelfs een simpele watercooler kan de klant enorme tevredenheid geven


dus een operationalisering van gerealiseerde klantwaarde.<br />

Klanten die een hogere klantwaarde ervaren,<br />

zullen dit uiten in hogere klanttevredenheidsscores. Om<br />

klantwaarde systematisch in kaart te brengen, kan men<br />

gebruik maken van de zogeheten ‘klantwaardevergelijking’.<br />

We lichten de verschillende aspecten van de klantwaardevergelijking<br />

in het kort toe.<br />

RESULTAAT<br />

Wat krijg ik?<br />

Producten, Diensten,<br />

Steunvoorzieningen.<br />

Infrastructuur<br />

AFHANDELING<br />

Hoe krijg ik het?<br />

Resultaat<br />

Bij het spreken over de dimensie 'resultaat' gaat het om<br />

de functionele voordelen die een klant aan het bezit of<br />

gebruik van een product of dienst ontleent. Die voordelen<br />

kunnen te maken hebben met het primaire aanbod<br />

(soms afzonderlijke producten en diensten, maar steeds<br />

vaker een bundeling ['packages']), met allerlei ondersteunende<br />

diensten (restauratieve voorzieningen of kinderhoekjes<br />

in winkels), maar ook met de kwaliteit van de<br />

infrastructuur (netwerken of het geheel van rails, wegen,<br />

stations en haltes bij het openbaar vervoer). Met enige<br />

nadruk wijzen we erop, dat het bij het invullen van dit<br />

aspect van de klantwaarde dus niet primair om de kwaliteit<br />

van de afzonderlijke attributen van diensten of producten<br />

gaat, maar om oplossingen of doelstellingen die<br />

met behulp van diensten of producten kunnen worden<br />

gerealiseerd. Bedrijven gaan er vaak zonder meer van uit<br />

dat klanten in hun producten of diensten zijn geïnteresseerd,<br />

maar dit blijkt bij nader inzien nogal tegen te vallen.<br />

De meeste consumenten hebben er geen flauw<br />

benul van hoe producten of diensten precies werken. Zij<br />

zijn alleen geïnteresseerd in de resultaten. Ook realiseren<br />

bedrijven zich vaak onvoldoende dat er een diepe kloof<br />

gaapt tussen de resultaten die zij hun klanten beloven en<br />

wat zij werkelijk leveren. Een mooi voorbeeld in dit verband<br />

is het kabelbedrijf dat haar klanten ‘kabelgenot’<br />

beloofde. Bij nader inzien bleek dat het betreffende<br />

+ Leveringsprocessen, +<br />

PRIJS<br />

Hoeveel kost het?<br />

Prijsstelling,<br />

Prijsfluctuatie,<br />

Prijsdifferentiatie<br />

Interacties, Interfaces,<br />

Service Recovery<br />

+<br />

CUSTOMER MINDING<br />

bedrijf - net als overigens alle andere concurrenten - in<br />

feite een bouwpakket aanbood, waarmee de klant aan<br />

het werk moest gaan alvorens aan het genot van kabeltelevisie<br />

te komen. Wat voor geroutineerde klussers al<br />

een hele opgave bleek te zijn, was voor de minder handige<br />

consument een bron van dagenlange ellende. Pas<br />

nadat er een stroom van klachten op het desbetreffende<br />

MOEITE<br />

Wat moet ik ervoor doen?<br />

Tijd, Energie, Sores,<br />

Onveiligheid<br />

EMOTIE<br />

Wat voel ik erbij?<br />

Imago, Ruputatie,<br />

Experiences<br />

bedrijf was afgekomen, begreep men dat er een kloof<br />

bestond tussen de gecreëerde verwachtingen ('kabelgenot')<br />

en de perceptie van de geboden resultaten ('ellende').<br />

Afhandeling<br />

Klanten beoordelen de waarde van dienstverlening niet<br />

alleen vanuit het oogpunt van het geboden resultaat,<br />

maar ze nemen ook de afhandeling in hun overwegingen<br />

mee. Het gaat er met andere woorden niet alleen om<br />

'wat' er geboden wordt, maar ook 'hoe' dat gebeurt. De<br />

dimensie 'afhandeling' omvat verschillende aspecten.<br />

Allereerst gaat het om de kanalen waarlangs de dienst<br />

geleverd wordt. Klanten kunnen tegenwoordig kiezen uit<br />

verschillende modaliteiten zoals winkels, thuisbezorging,<br />

telefonisch contact of het afhandelen van transacties via<br />

het internet. Deze 'multi-channeling' vereist overigens<br />

niet alleen nauwgezet inzicht in de aard van de voorkeuren<br />

die klantgroepen voor bepaalde kanalen hebben,<br />

maar doet ook de noodzaak van de integratie van kanalen<br />

groeien. Klanten switchen immers steeds makkelijker<br />

tussen afzonderlijke kanalen en verwachten dat de aanbieder<br />

hier rekening mee houdt en hier adequaat op reageert.<br />

In de tweede plaats heeft de waarde van de afhandeling<br />

te maken met de kwaliteit van de interacties met het personeel.<br />

We hebben hier te maken met de dimensie die<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

19


20<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

Net als producten worden diensten steeds meer inwisselbaar<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


door het hiervoor genoemde 'Servqual-model' centraal<br />

werd gesteld. Vanuit de klant gezien, wordt de waarde<br />

van dienstverlening niet alleen afgemeten aan de distributiekanalen<br />

en de ontmoetingen met frontliners, maar<br />

ook aan de aard van de omgeving waarin de dienstverlening<br />

zich voltrekt. In de literatuur wordt in dit verband<br />

gesproken van 'service settings' of 'service scapes'.<br />

Dergelijke omgevingsfactoren geven de klant belangrijke<br />

aanwijzingen over de kwaliteit van het dienstenaanbod<br />

(de witte jas als handelskenmerk voor de professionaliteit<br />

van de arts, de marmeren vloeren als 'physical evidence'<br />

van exclusiviteit en als teken van het succes waarmee private<br />

banks hun vermogen hebben opgebouwd).<br />

Tenslotte heeft het aspect 'afhandeling' ook betrekking<br />

op de mate waarin een bedrijf in staat is om eenmaal<br />

gemaakte fouten te herstellen: indien adequaat uitgevoerd,<br />

blijkt 'service recovery' een belangrijke rol te spelen<br />

in het genereren van klantwaarde.<br />

Emotie<br />

Net als producten worden diensten steeds meer inwisselbaar.<br />

Hetzelfde geldt voor de kwaliteit van de processen<br />

waarmee deze diensten geleverd worden. Bij de beslissing<br />

van de consument welke aanbieder zijn voorkeur<br />

krijgt, speelt de dimensie 'emotie' bijgevolg een steeds<br />

belangrijkere rol. Emoties bepalen of het tussen klant en<br />

bedrijf 'klikt'. Positieve gevoelens voor een aanbieder zijn<br />

voor een belangrijk deel gebaseerd op imago en reputatie.<br />

Het opbouwen en instandhouden van een goed<br />

imago en een goede reputatie is voor organisaties in de<br />

dienstensector dan ook van essentieel belang wanneer<br />

het gaat om het werven en behouden van klanten. Een<br />

sterk imago vertaalt zich in tevredenheid, betrokkenheid<br />

en vertrouwen van de zijde van de klant. Naast de kracht<br />

van het imago letten klanten tegenwoordig ook steeds<br />

meer op de kwaliteit van de 'belevenissen' die dienstverleners<br />

te bieden hebben. Deels hebben dergelijke belevenissen<br />

te maken met een bepaalde, als plezierig ervaren<br />

sfeer die door de aanbieder wordt gecreëerd, deels ook<br />

met het overtreffen van verwachtingen ('customer<br />

delight').<br />

Prijs<br />

Hoewel de term 'prijs' in de dienstverlening veelal niet<br />

wordt gebruikt - men spreekt doorgaans over 'premie',<br />

'huur', 'honorarium' of 'tarief' - moeten klanten<br />

uiteraard betalen voor geleverde diensten en producten.<br />

Aspecten die bij prijs een rol spelen zijn prijsstelling, prijsfluctuatie<br />

en prijsdifferentiatie. Alhoewel de prijs van een<br />

product of dienst voor de klant van belang is, is zij lang<br />

niet altijd doorslaggevend. Indien een bedrijf op één van<br />

de eerder genoemde dimensies een duidelijke meerwaarde<br />

verschaft, blijken klanten bereid om (veel) hogere<br />

prijzen te betalen. Naast de hoogte van de prijs gaat<br />

de aandacht van klanten vooral uit naar het versimpelen<br />

van de prijsstructuur (bijvoorbeeld het bieden van 'flat<br />

rates'). Een ander voorbeeld zijn garanties en verzekeringen<br />

(bijvoorbeeld bij energiebedrijven, waar je per<br />

maand iets extra kan betalen om je te verzekeren van<br />

energie).<br />

Moeite<br />

Dit aspect, dat wel wordt aangeduid met het begrip<br />

'acquisitiekosten', heeft betrekking op alle extra<br />

financiële en niet-financiële kosten (tijd en energie voor<br />

het vergaren van informatie of het vergelijken van het<br />

aanbod, training bij gebruik van complexe producten of<br />

diensten) die een klant zich moet getroosten om het<br />

gewenste resultaat te bereiken. Gevoelens van onzekerheid<br />

en onveiligheid kunnen eveneens bepalend zijn voor<br />

de 'moeite' die een klant ervaart. Ook allerlei door de<br />

klant ervaren beperkingen, zoals het vastzitten aan een<br />

langdurig contract of de moeite die gepaard gaat met het<br />

switchen van aanbieder vallen onder het aspect 'moeite'.<br />

Tot slot<br />

Het schenken van aandacht aan de resultaten die men als<br />

bedrijf voor klanten wil bereiken, heeft onder meer<br />

geleid tot het herdefiniëren van de markt waarin men<br />

opereert. Zo zegt Daimler/Chrysler zich niet langer uitsluitend<br />

op het produceren van auto’s te willen concentreren,<br />

maar op het realiseren van ‘mobiliteitsoplossingen’<br />

voor klanten. Lego biedt tegenwoordig niet meer<br />

uitsluitend speelgoed, maar beweegt zich op de markt<br />

van ‘gezinsedutainment’. Essent wil meer zijn dan een<br />

energieleverancier en zegt zich op de markt van ‘zorgeloos<br />

wonen’ te willen begeven. En Unilever is niet langer<br />

uitsluitend gericht op het leveren van schoonmaakproducten,<br />

maar wil zich gaan bezighouden met het<br />

‘management van het huishouden’.<br />

Literatuur<br />

CUSTOMER MINDING<br />

• M. Dijkstra: Dienstverleners scoren een onvoldoende<br />

op marktgerichtheid. Tijdschrift voor Marketing,<br />

November 2000<br />

• J.L. Heskett, W.E. Sasser en L.A. Schlesinger: Groeien<br />

door tevreden klanten, F&G 1997<br />

• A. Meyer en J.H. Davidson: Offensives Marketing,<br />

Freiburg 2001<br />

• V. Zeithaml, A. Parasuraman en L. Berry : Delivering<br />

Quality Service, New York 1990<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

21


22<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

MIND<br />

YOUR CUSTOMERS<br />

BY<br />

CUSTOMER<br />

MINDING<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


ONLINE<br />

KLANTTEVREDENHEID EN<br />

LOYALITEIT METEN<br />

In het traditionele onderzoek naar klanttevredenheid<br />

staan interne processen en de interactie tussen dienstverlener<br />

en klant centraal. Hoewel bedrijven bij klanttevredenheidsonderzoek<br />

tegenwoordig meer dan ooit<br />

inzicht willen in de waardering van het totale waardebod<br />

door klanten, zijn er nog maar weinig instrumenten<br />

om eenvoudig en systematisch klantervaringen te<br />

meten en te analyseren. Met BetterBeGood krijgen<br />

organisaties een nieuw meetinstrument in handen om<br />

bij klanttevredenheidsonderzoek écht het organisatieperspectief<br />

los te laten en volgens de filosofie van<br />

Customer Minding vanuit de klant te denken. In dit artikel<br />

gaan we in op functionaliteiten van BetterBeGood,<br />

het nieuwe online meetinstrument voor klanttevredenheid<br />

en loyaliteit.<br />

BetterBeGood<br />

Het online meetinstrument voor klanttevredenheid<br />

BetterBeGood is ontwikkeld door &Samhoud<br />

Service Management in samenwerking met de<br />

vooraanstaande wetenschappers Martin Wetzels<br />

en Ko de Ruyter van de universiteiten van<br />

Eindhoven en Maastricht. Het product is ondergebracht<br />

bij BetterBeCompany, dat ook de online<br />

meetinstrumenten voor medewerkerstevredenheid<br />

(BetterBeYourself) en 360 graden feedback aanbiedt.<br />

BetterBeCompany maakt deel uit van<br />

&Samhoud International, waardoor samenwerking<br />

met de adviseurs van &Samhoud Service Management<br />

mogelijk is.<br />

In voorgaande artikelen is naar voren gekomen dat de<br />

tevredenheid van klanten wordt bepaald door een scala<br />

aan drivers. We hebben daarbij de klantwaardevergelijking<br />

geïntroduceerd om de waarde voor klanten in kaart<br />

te brengen met resultaat, afhandeling, emotie, prijs en<br />

moeite als pijlers.<br />

Een opmerkelijk gegeven is dat de meeste bedrijven zich<br />

in de praktijk nauwelijks bewust zijn van de factoren die<br />

een rol spelen bij het tot stand komen van klantervaringen.<br />

Want laten we eerlijk zijn: weet u bijvoorbeeld of<br />

het imago van uw organisatie een rol speelt in de totale<br />

klantbeleving? Of dat uw klanten veel of juist geen<br />

moeite moeten doen om gebruik te kunnen maken van<br />

uw product of dienst? En of uw klanten dat vervelend of<br />

CUSTOMER MINDING<br />

juist onbelangrijk vinden? Wat weet u eigenlijk van de<br />

prijsperceptie van uw klanten? Een aantal vragen kunt u<br />

wellicht niet beantwoorden, terwijl klanttevredenheid<br />

toch echt een belangrijke indicator is voor uw bedrijf.<br />

Over het algemeen leidt dalende klanttevredenheid<br />

immers binnen enkele maanden tot dalende omzet.<br />

BetterBeGood, dat gebaseerd is op de klantwaardevergelijking,<br />

biedt de mogelijkheid om antwoord te krijgen op<br />

dit soort vragen door snel en wetenschappelijk verantwoord<br />

onderzoek volgens internationale standaarden.<br />

SERVICE PROFIT CHAIN EN HARDE CIJFERS<br />

De filosofie van de Service Profit Chain (SPC) is gericht<br />

op medewerkers, klanten en financiën. Kort gezegd is<br />

het verband volgens de SPC als volgt: tevreden medewerkers<br />

zijn een driver bij het realiseren van een klantgerichte<br />

organisatie - de klantgerichte organisatie is een<br />

voorwaarde voor het realiseren van tevreden klanten.<br />

Hiermee wordt een nuance aangebracht in de aloude<br />

opvatting dat tevreden medewerkers per definitie leiden<br />

tot tevreden klanten en derhalve meer winst. Een voorbeeld<br />

ter illustratie: een medewerker in een supermarkt<br />

kan zeer ontevreden zijn, maar desondanks toch uitstekend<br />

een klant bedienen (tevredenheid creëren).<br />

Hoewel veel bedrijven al overtuigd zijn van de filosofie<br />

van de SPC, doet &Samhoud voortdurend onderzoek<br />

naar facts and figures om de ‘zachte’ filosofie hard te<br />

maken. Enkele in het oog springende feiten:<br />

Klantloyaliteit: 5% stijging van de klantloyaliteit leidt in<br />

het algemeen tot 25-85% stijging van de omzet.<br />

Medewerkerstevredenheid: een stijging van 10-15%<br />

leidt in het algemeen tot 40% stijging van de omzet.<br />

Financiële dienstverlener in Nederland: 7% stijging van<br />

de medewerkerstevredenheid ging gepaard met 6% stijging<br />

van de klanttevredenheid en 50% (!) stijging van<br />

het bedrijfsresultaat (gemeten over een periode van vijf<br />

jaar).<br />

De meeste bedrijven kunnen à la minute een financieel<br />

overzicht uitdraaien. Met cijfers over medewerkerstevredenheid<br />

en klanttevredenheid ligt dat anders, wat<br />

vreemd is als je beseft dat medewerkers en klanten het<br />

financieel resultaat mogelijk maken! Voor een gezond<br />

financieel inzicht is het derhalve noodzakelijk om structureel<br />

periodiek onderzoek uit te voeren onder de medewerkers<br />

en de klanten.<br />

WAT IS BETTERBEGOOD?<br />

Zoals gezegd is BetterBeGood gebaseerd op de klantwaardevergelijking.<br />

Deze vergelijking onderscheidt vijf<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

23


24<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

pijlers van klanttevredenheid en loyaliteit, namelijk: resultaat<br />

(wat krijg ik?), afhandeling (hoe krijg ik het?), emotie<br />

(wat voel ik erbij?), prijs (wat kost het me?) en<br />

moeite (hoeveel inspanning kost het me?).<br />

De eerste drie pijlers staan ‘boven de streep’ en zijn derhalve<br />

benefits voor de klanten. Het ligt dan ook voor de<br />

hand dat klanten deze pijlers zoveel mogelijk willen<br />

maximaliseren. Dat wil zeggen: klanten zijn uit op een zo<br />

gunstig mogelijk resultaat, op de gewenste manier (geredeneerd<br />

vanuit de klant noemen we dit ‘afhandeling’,<br />

vanuit de organisatie geredeneerd spreken we van ‘proces’)<br />

en met zo prettig mogelijke gevoelens (emotie).<br />

Tegelijkertijd ligt het voor de hand dat de twee pijlers<br />

‘onder de streep’, prijs en moeite, bij voorkeur zo laag<br />

mogelijk worden gehouden. Iedere verandering van één<br />

van de pijlers heeft invloed op de klantwaarde. Het<br />

meten van klanttevredenheid op basis van de klantwaardevergelijking<br />

levert niet alleen generieke kennis op<br />

over de mate waarin klanten een aanbod als ‘waardevol’<br />

beschouwen, maar biedt via inzicht in de scores op de<br />

afzonderlijke pijlers ook mogelijkheden om gerichte verbeterinitiatieven<br />

te ontplooien. De pijlers van de klantwaardevergelijking<br />

zijn immers de knoppen waaraan het<br />

bedrijf kan draaien om de tevredenheid en loyaliteit van<br />

klanten te optimaliseren.<br />

BETTERBEGOOD EN ANDERE MEETINSTRUMENTEN<br />

Waarin verschilt BetterBeGood van andere meetinstrumenten?<br />

Het aanbod van tevredenheidsonderzoeken is<br />

enorm. Een bescheiden greep uit het assortiment levert<br />

allerlei fraaie namen en instrumenten op: Smart,<br />

Customer eQ, Customer Vision, Foqus en QSA. Op<br />

methodisch gebied zijn er overeenkomsten met andere<br />

meetinstrumenten, zoals de schaalmethoden en de<br />

opname van verwachtingen en belangscores. Verschillen<br />

zijn de invalshoek van BetterBeGood, de ‘scope’ van het<br />

onderzoek, de wetenschappelijke verantwoording van<br />

het instrument, de combinatie van vaste meetpunten en<br />

mogelijkheden tot maatwerk, het gemak van invullen, de<br />

snelheid van meting en rapportage en de relatief lage<br />

investering. We gaan nu kort in op de verschillen.<br />

Invalshoek en scope<br />

De meeste tevredenheidsonderzoeken starten vanuit het<br />

perspectief van de organisatie. Zo stelt bijvoorbeeld een<br />

organisatie dat haar meetinstrument het ‘specifieke<br />

gedrag dat de organisatie wil bewerkstelligen bij haar<br />

eigen klanten tot uitgangspunt neemt.’ Een duidelijk<br />

voorbeeld van organisatiegerichtheid! BetterBeGood<br />

daarentegen reikt verder dan traditioneel onderzoek en<br />

denkt consequent vanuit de optiek van de klant, hetgeen<br />

we bedoelen als we het over Customer Minding hebben.<br />

Wetenschappelijk verantwoord<br />

Hoewel de tijd van amateuristische tevredenheidsonderzoeken<br />

voorbij is, wordt wetenschappelijke kennis<br />

meestal niet gebruikt bij de bouw van instrumenten.<br />

Door de betrokkenheid van nationale en internationale<br />

wetenschappelijk onderzoekers is BetterBeGood een<br />

instrument voor klanttevredenheid en loyaliteit geworden<br />

dat voldoet aan hoge wetenschappelijke kwaliteitseisen.<br />

Belangrijk voordeel is dat BetterBeGood volledig<br />

‘compatible’ is met de American Customer Satisfaction<br />

Index (ACSI) en de European Customer Satisfaction<br />

Index (ECSI).<br />

De verwachting is dat klanttevredenheid binnen enkele<br />

jaren wordt opgenomen in de balans van organisaties,<br />

omdat klanttevredenheid een belangrijke indicator is<br />

voor de ontwikkeling van een organisatie.<br />

Hoogstwaarschijnlijk zullen de ACSI en ECSI dan de<br />

toonaangevende indices zijn. In Nederland zijn Martin<br />

Wetzels (hoogleraar Marketing aan de TU Eindhoven) en<br />

Ko de Ruyter (professor Marketing aan de Universiteit<br />

Maastricht) nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling<br />

van BetterBeGood.<br />

Combinatie vaste meetpunten en maatwerk<br />

Het onderzoek omvat 54 standaardvragen (aan te passen<br />

aan de specifieke situatie van een branche/ bedrijf/<br />

product/ dienst), gekoppeld aan en verdeeld over de vijf<br />

genoemde drivers van klanttevredenheid. Daarnaast is er<br />

de mogelijkheid om het onderzoek uit te breiden met 15<br />

specifieke vragen met betrekking tot de specifieke<br />

situatie.<br />

Gemak van invullen<br />

Om optimaal te profiteren van de gemakken van<br />

BetterBeGood vullen klanten het onderzoek bij voorkeur<br />

online (via internet of intranet) in, maar het is ook mogelijk<br />

om het onderzoek telefonisch of schriftelijke uit te<br />

voeren. Klanten worden altijd door de vragenlijst<br />

gerouteerd.<br />

Snelheid en gemak van rapportage<br />

Eén van de belangrijkste zaken bij onderzoek is dat de<br />

resultaten met iedereen gedeeld worden, zodat actie kan<br />

worden ondernomen. BetterBeGood geeft eenvoudige,<br />

heldere en systematische analyses waarmee managers<br />

direct aan de slag kunnen. Zelfs tijdens het onderzoek<br />

heeft een organisatie de mogelijkheid om op ieder<br />

gewenst moment een ‘tussenstand’ van de onderzoeksresultaten<br />

op te vragen. Ook de eindrapportage is met<br />

een password binnen enkele minuten te downloaden van<br />

de site van www.betterbegood.com en bruikbaar voor<br />

programma’s als Word en Powerpoint.<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


Relatief lage investering<br />

BetterBeGood is vergeleken met traditionele tevredenheidsonderzoeken<br />

relatief goedkoop. De investeringen<br />

bestaan uit een vast deel voor het aanmaken van het<br />

onderzoek en een variabel deel voor het aantal klanten.<br />

WAT KUN JE MET DE UITKOMSTEN?<br />

Eén van de grootste voordelen van BetterBeGood is de<br />

snelheid en het gemak waarmee de organisatie met de<br />

resultaten van het onderzoek aan de slag kan. De online<br />

rapportage bestaat naast algemene gegevens over de<br />

respondenten (zoals geslacht, leeftijd, opleiding, loyaliteit,<br />

algemene tevredenheid, etc.) uit drie delen:<br />

1 Onderzoeksresultaten per driver van tevredenheid<br />

In de onderstaande afbeelding is een voorbeeld opgenomen<br />

van de manier waarop de resultaten van de driver<br />

‘Resultaat’ worden weergegeven.<br />

Uit de grafiek blijkt dat het product of de dienst niet voldoet<br />

aan de verwachtingen en ook niet voldoet aan de<br />

behoeften van de klant, maar dat er wel drie andere punten<br />

zijn (welke dit zijn, blijft in dit voorbeeld onbesproken)<br />

waarop de organisatie goed scoort.<br />

2 Totaalrapportage in de klantwaardevergelijking<br />

Het totaal aan scores op de verschillende drivers leidt bijvoorbeeld<br />

tot onderstaand overzicht.<br />

In deze situatie zijn er nog veel mogelijkheden voor het<br />

verbeteren van de klanttevredenheid. De legenda maakt<br />

CUSTOMER MINDING<br />

onderscheid in drie zones, namelijk die van ‘pain’ (bij scores<br />

lager dan 5,5), indifference (bij scores tussen de 5,5<br />

en 8) en de zone van ‘delight’ (bij scores hoger dan 8).<br />

De heersende opvatting ten aanzien van loyaliteit is dat<br />

klanten alleen in de ‘zone of delight’ bereid zijn tot retentie,<br />

herhalingsaankopen, etc. Klanten in deze zone hebben<br />

de grootste impact op de organisatie.<br />

3 Prioriteitenanalyse<br />

De derde voorbeeldgrafiek is de prioriteitenanalyse. Deze<br />

grafiek bestaat uit vier kwadranten, die gebaseerd zijn op<br />

twee assen: belangrijkheid en tevredenheid.<br />

Toelichting: de punten die in het kwadrant rechtsonder<br />

staan (relatief belangrijk en relatief lage tevredenheid),<br />

zijn de punten die het eerst aangepakt moeten worden.<br />

De nummers verwijzen naar de verschillende vragen uit<br />

het onderzoek (opgenomen in de legenda).<br />

METEN LEIDT TOT DOEN<br />

De belangrijkste stappen komen echter pas na het onderzoek.<br />

De resultaten zijn geen wetenschappelijke waarheden,<br />

maar vormen juist het uitgangspunt voor een interne<br />

bespreking om acties te bepalen en verbeteringen te<br />

realiseren. Met BetterBeGood denken we als &Samhoud<br />

weer een stapje dichter bij ons doel te zijn gekomen: een<br />

betere servicewereld met tevreden en loyale klanten.<br />

Voor meer informatie over het online meten van uw<br />

klanttevredenheid belt u met BetterBeCompany (030 -<br />

238 05 44) of surft u naar www.betterbegood.com.<br />

WAAROM BETTERBEGOOD?<br />

• Gemakkelijk en relatief goedkoop onderzoek.<br />

• Systematische analyse van klantbehoeften en<br />

-ervaringen.<br />

• Eenvoudige communicatie van de resultaten.<br />

• Mogelijkheid tot (inter)nationale benchmarking<br />

met bedrijven en branches.<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

25


26<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

KIJK, LUISTER<br />

EN PRAAT MET JE KLANTEN...<br />

Rob van de Blaak is consultant bij &Samhoud<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


DENKEN VANUIT<br />

KLANTWAARDE<br />

IS DE BASIS VOOR SUPERIEURE MARKETING<br />

‘Bij &Samhoud proberen we marketing simpel te houden.<br />

In de loop der jaren is uit eigen onderzoek en uit<br />

ervaringen bij klanten gebleken dat succesvolle organisaties<br />

zich kenmerken door het leveren van superieure<br />

waarden aan klanten. De logische vraag is dan: “Hoe<br />

kom ik als organisatie tot het leveren van die superieure<br />

waarden?” Aan het woord is Rob van de Blaak, consultant<br />

bij &Samhoud Service Management en specialist<br />

op het gebied van marketing. In dit artikel zet Rob zijn<br />

visie op marketing uiteen en gaat hij in op praktische<br />

toepassingen van marketing, zoals formule- en kanalenmanagement.<br />

Zittend in de Arena, het nieuwste paradepaardje van<br />

&Samhoud, steekt Rob enthousiast van wal: ‘Deze Arena<br />

is fantastisch, hier kan een organisatie écht praten met<br />

haar klanten. We zijn bij &Samhoud van mening dat<br />

superieure marketing wordt gerealiseerd door, vanuit de<br />

organisatie, constant te kijken hoe de waarde voor de<br />

klant kan worden geoptimaliseerd. Het bij alles in<br />

gedachten houden van de klantwaarden, noemen we<br />

Customer Minding. Marketing is een cyclus van kennen,<br />

kiezen en koesteren.’<br />

‘Bij het kennen gaat het erom dat een organisatie weet<br />

wie haar klanten en potentiële klanten zijn, maar nog<br />

belangrijker is dat hun verwachtingen en ervaringen<br />

bekend zijn bij de organisatie. We zien in de praktijk<br />

regelmatig organisaties die van mening zijn dat zij de<br />

behoeften van hun klanten kennen, maar in werkelijkheid<br />

nooit hun oor te luister hebben gelegd bij de klant.<br />

Dat is typerend voor organisaties die niet ‘customer minded’<br />

zijn. Ik adviseer dan ook aan medewerkers om zélf<br />

eens in het callcenter te gaan luisteren naar gesprekken,<br />

of om eens een paar uur in de winkel mee te draaien.<br />

Met andere woorden: kijk, luister en praat met je klanten.<br />

Zelf hebben we natuurlijk ook niet de wijsheid in<br />

pacht, daarom nodigen we in deze Arena regelmatig<br />

klanten uit om over onze dienstverlening te praten. Op<br />

de tribune nemen dan onze medewerkers plaats. In het<br />

eerste gedeelte bespreken de klanten diverse thema’s<br />

van onze dienstverlening en mogen de medewerkers<br />

alleen luisteren. Vervolgens krijgen de medewerkers de<br />

gelegenheid om vragen te stellen en met klanten van<br />

gedachten te wisselen. Tijdens dit soort sessies voel je<br />

altijd een enorme hoeveelheid enthousiasme en energie<br />

ontstaan bij zowel klanten als medewerkers.<br />

CUSTOMER MINDING<br />

‘Naast klantarena’s is BetterBeGood een belangrijke tool<br />

bij het leren kennen van je klanten. Na het kennen volgt<br />

in ons idee over marketing het kiezen, waarbij de organisatie<br />

gaat bepalen hoe zij het aanbod voor de verschillende<br />

klanten gaat vormgeven. Met formules kun je door<br />

heel specifieke analyses van klantgroepen voorzien in<br />

gevarieerde klantbehoeften. Onze adviseur Paul<br />

Rooijmans heeft een interessant project gedaan bij de<br />

Nederlandse Spoorwegen op het gebied van formulemanagement.<br />

‘De laatste component van marketing is koesteren.<br />

Hierbij staat centraal hoe dit waardebod gerealiseerd<br />

wordt voor de klant en wat voor consequenties dit heeft<br />

voor een organisatie.’<br />

Je spreekt over formulemanagement, maar wat versta je<br />

daar precies onder?<br />

Rob: ‘Met formulemanagement wil je als organisatie<br />

bereiken dat elke individuele (potentiële) klant een maximale<br />

bijdrage levert aan de omzet en winstgevendheid<br />

van de organisatie. Hoe? Door de waarde voor de klant<br />

te maximaliseren, zowel voor de korte termijn als voor de<br />

lange termijn. Dit resultaat bereik je door een superieure<br />

formule te creëren, die ervoor zorgt dat de juiste klanten<br />

tevreden zijn over het juiste aanbod. Uiteindelijk wil je<br />

natuurlijk ook dat klanten vertrouwen hebben in en<br />

trouw zijn aan de organisatie.’<br />

Waaruit bestaat precies een formule?<br />

Rob: ‘Een formule komt natuurlijk niet zomaar uit de<br />

lucht vallen, dat zal duidelijk zijn. Zoals gezegd begin je<br />

met een gedegen onderzoek naar de behoeften van de<br />

klant, waarbij we de klantwaardevergelijking gebruiken.<br />

Vervolgens ga je op grond van de ingevulde klantwaardevergelijking<br />

een waardebod creëren als onderneming.<br />

De formule bestaat uiteindelijk uit een overzicht<br />

van hetgeen de klant ontvangt (resultaat, emotie, afhandeling)<br />

en hetgeen de klant daarvoor moet doen of laten<br />

(prijs en moeite).’<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

27


28<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

Wat zijn de belangrijkste voordelen voor een onderneming<br />

om met formules te gaan werken?<br />

Rob: ‘Ik maak altijd onderscheid in voordelen voor de<br />

klant en voordelen voor de onderneming. Het voornaamste<br />

winstpunt is dat formulemanagement bijdraagt<br />

aan de focus van de onderneming. In de eerste plaats<br />

krijgt een organisatie een beter overzicht van het productaanbod.<br />

Je verplaatsen in de klant betekent in veel<br />

gevallen dat het productaanbod drastisch gereduceerd<br />

wordt, zodat het weer overzichtelijke, behapbare proporties<br />

worden. De klant ziet vaak door de bomen het bos<br />

niet meer met al die productvarianten! Voor de organisatie<br />

heeft dit als voordeel dat producten en diensten geïntegreerd<br />

worden, wat meestal gunstig is voor de kosten.<br />

‘In de tweede plaats zorgt formulemanagement voor<br />

consistentie. Formules zijn gebonden aan strikte voorschriften,<br />

opgesteld vanuit de klantbehoeften, waardoor<br />

de kans op een ‘ongewenst’ product aanzienlijk is verminderd<br />

voor de klant. Tegelijkertijd geven voorschriften<br />

het management van een organisatie de mogelijkheid<br />

om strakker te monitoren en bij te sturen. De afspraken<br />

liggen immers vast.<br />

FORMULEMANAGEMENT<br />

KENNEN<br />

Inzicht in omgeving: trends, concurrenten, markt.<br />

Inzicht in klanten: specifieke / generieke behoeften,<br />

klantgroepen.<br />

Inzicht in de onderneming: kerncompetenties,<br />

formules.<br />

KIEZEN<br />

Klantgroepen.<br />

Algemene formule voor alle klantgroepen.<br />

Specifieke formules voor klantgroepen.<br />

KOESTEREN<br />

Verankeren van de formule, o.a. door:<br />

- Inrichting back- en frontoffice.<br />

- Operationele meetpunten.<br />

- Verantwoordelijkheden/bevoegdheden betrokkenen.<br />

FORMULEMANAGEMENT<br />

BIJ DE NEDERLANDSE<br />

SPOORWEGEN<br />

De NS heeft voor ongeveer<br />

220 van de in totaal 384 stations<br />

in Nederland een drietal<br />

formules opgesteld. Vanuit<br />

&Samhoud is Paul Rooijmans<br />

als adviseur medeverantwoordelijk<br />

voor de invoering Paul Rooijmans<br />

van de basisserviceformule<br />

(106 stations). De NS onderscheidt daarnaast de<br />

maximumserviceformule (47 stations) en de service<br />

in shop-formule (circa 60 stations). De keuze van<br />

welke formule op welk station is gebaseerd op het<br />

aantal in- en uitstappers op het betreffende station.<br />

Paul: ‘De eerste stap was het uitvoeren van een<br />

onderzoek naar de klantwens. De resultaten werden<br />

vertaald in een experiment wat uitgevoerd is<br />

op een 12-tal stations. Na dit experiment werd<br />

opnieuw de klantwens/behoefte geïnventariseerd.<br />

Dit werd gedaan door een onderzoeksbureau. Dit<br />

bureau heeft ongeveer 8000 klanten ondervraagd<br />

om te achterhalen wat er nu werkelijk belangrijk is<br />

tijdens, wat de NS noemt, de Reis van de Klant. Op<br />

grond van de uitkomsten van het onderzoek hebben<br />

we onderscheid gemaakt in vier soorten<br />

behoeften, te weten: informatie, service, sociale<br />

veiligheid en koopmogelijkheden. Het lijkt nu alsof<br />

je deze stap makkelijk neemt, maar voor het gehele<br />

proces geldt dat er heel veel personen bij betrokken<br />

worden. Onder andere coördinatoren van<br />

sales, marketing en niet te vergeten financiën,<br />

want het moet wel duidelijk zijn wat service voor<br />

een specifieke groep klanten mag kosten. Daarbij<br />

heeft de NS ook nog een sociale functie, dus zijn er<br />

duidelijke eisen vanuit de overheid en veel belangenorganisaties<br />

zoals de ANWB, Rover, Ouderenbond<br />

etc. Vervolgens zijn de verschillende behoeften<br />

uitgewerkt tot op zeer gedetailleerd niveau.<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


Hierbij denken we niet in middelen maar in behoeften.<br />

Overigens is er in de praktijk een groot verschil<br />

tussen behoeften en daadwerkelijk gebruik.<br />

Natuurlijk wil iedereen een milkshake kunnen<br />

kopen op het station, maar dat vervolgens ook<br />

doen is een ander verhaal. De laatste stap bij het<br />

opstellen van de formule is het bepalen van middelen<br />

en maatregelen. Als je je realiseert dat er zo’n<br />

70 aspecten zijn waarmee een reiziger wordt<br />

geconfronteerd tijdens zijn reis op het station, dan<br />

kun je je een beeld vormen hoe uitgebreid en diep<br />

we met een formule aan de slag kunnen gaan. Veel<br />

van de uiteindelijke middelen en maatregelen worden<br />

door diverse afdelingen aangeboden. Formulemanagement<br />

zorgt voor de benodigde afstemming<br />

tussen deze afdelingen, zodat de klant het als een<br />

‘formule’ ervaart. ‘Een grote uitdaging is om de<br />

formule dynamisch te houden. Gelukkig zijn er<br />

manieren, bijvoorbeeld met behulp van technologische<br />

ondersteuning, om continu zowel de klant als<br />

de omgeving te monitoren en eventueel de formule<br />

of de organisatie bij te sturen. Je kunt hier ook spreken<br />

van de Formule Life Cycle. Je moet een formule<br />

continu binnen haar kaders optimaliseren en verder<br />

fine tunen; dit kan ondersteund worden door een<br />

formule scorecard. Een formule is een levend iets dat<br />

je moet koesteren, net als je klant!’<br />

CUSTOMER MINDING<br />

‘Als derde voordeel van formulemangement noem ik<br />

identificatie. Met formules geef je consumenten de kans<br />

om een duidelijke keuze te maken en zich ergens mee te<br />

identificeren. Een mooi voorbeeld is het Amerikaanse<br />

kledingmerk GAP dat verschillende winkel-formules<br />

heeft voor verschillende klantgroepen: Blue Navy als discount<br />

brand, Gap als casual brand en Banana Republic<br />

als premium brand. Een prima staaltje formulemanagement.’<br />

Kun je aan de hand van een voorbeeld formulemanagement<br />

‘neerzetten’?<br />

Rob: ‘Met mijn achtergrond als marketeer in de financiële<br />

sector, ga ik graag op die sector in. De meeste<br />

financiële dienstverleners zijn zo sterk ‘verkokerd’, dat<br />

de formulemanager een duizendpoot en vergadertijger<br />

moet zijn. Maar hier ligt tegelijkertijd een prachtige uitdaging<br />

om met behulp van formules de klant beter te<br />

gaan bedienen. Als we de klantwaardevergelijking erbij<br />

halen, dan zien we dat de verantwoordelijken voor<br />

resultaat in deze sector de productdivisies zijn. In de<br />

praktijk zijn dit vaak zeer machtige bolwerken.<br />

‘Vanuit de verantwoordelijkheid voor het product beïnvloeden<br />

productdivisies in grote mate ook de prijs. Een<br />

veel voorkomende afhandeling is dat vanuit het product<br />

invulling wordt gegeven aan proces en moeite, zonder<br />

daarbij de klant te betrekken. Klanten zijn echter heel<br />

simpel bij het beoordelen van dit aanbod: als zij geen<br />

toegang hebben tot het product, dan is het niet goed!<br />

Logisch. Als je beseft dat bij financiële dienstverleners de<br />

verantwoordelijkheid voor de diverse kanalen versnipperd<br />

is, dan begrijp je dat het leven van de formulemanager<br />

niet aangenamer wordt. Toch zullen financiële<br />

dienstverleners zorgvuldiger en consistenter richting<br />

klanten moeten worden als zij willen overleven. Het kan<br />

niet zo zijn dat het emotie-aspect uit de klantwaardevergelijking<br />

wordt 'ingevuld' door een (geïsoleerde)<br />

communicatie-afdeling, terwijl de klant de contactmomenten<br />

met baliemedewerkers en financieel adviseurs<br />

veel belangrijker vindt!’<br />

Hiermee snijdt Rob een interessant onderwerp aan.<br />

Organisaties hebben tegenwoordig de beschikking over<br />

diverse kanalen en contactmogelijkheden met klanten.<br />

Gegeven het toenemend besef dat een juiste inzet van<br />

kanalen essentieel is, is het niet verwonderlijk dat steeds<br />

meer organisaties de hulp inschakelen van professionals<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

29


30<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

KANALENMANAGEMENT BIJ EEN ENERGIEBEDRIJF<br />

Adviseur Remko ten Brinke van<br />

&Samhoud vertelt over zijn<br />

ervaringen met kanalenmanagement,<br />

onder andere opgedaan<br />

bij een groot energiebedrijf<br />

in Nederland.<br />

Remko: ‘Consumenten hebben<br />

in het algemeen een scala aan<br />

mogelijkheden om in contact te<br />

komen met energiebedrijven.<br />

Dat is ook bij dit bedrijf het Remko ten Brinke<br />

geval. Om wat voorbeelden te<br />

noemen: via het internet kun je een informatiepakket aanvragen<br />

of meterstanden doorgeven, bij een callcenter kun<br />

je terecht met vragen over de factuur, dan is er nog het<br />

fysieke contact met de meteropnemer en tenslotte is er de<br />

mogelijkheid van het traditionele communicatiemiddel, de<br />

geschreven brief, voor verhuizingen etc.<br />

‘In de fase van kennen ontdekten we dat het energiebedrijf<br />

geen enkel zicht had op het aantal klantcontacten, laat<br />

staan dat er enige kennis was van de aard van het contact.<br />

Om te beginnen hebben we een drietal fases onderscheiden<br />

waarin een klant contact kan hebben met het bedrijf:<br />

pre-sales, sales en after sales. Deze fasering geeft inzicht in<br />

het moment waarop een klant bij een bepaald product contact<br />

zoekt met het bedrijf. Dit heeft nogal wat consequenties<br />

gehad bij het kiezen van kanalen en klantgroepen.<br />

Hoewel de klant duidelijk een voorkeur voor een kanaal kan<br />

aangeven, moet het plaatje ook financieel te<br />

verantwoorden zijn. Een mooi voorbeeld hierbij<br />

is de rol van frontliners, zoals meteropnemers,<br />

bij het afhandelen van vragen en klachten.<br />

Klanten stellen vaak genoeg vragen over producten<br />

of diensten aan meteropnemers en<br />

uiten algemene klachten ook bij deze medewerkers.<br />

Besloten is om de meteropnemers duidelijk<br />

te instrueren dat zij productvragen, die<br />

niet het product betreffen waarvoor zij specifiek<br />

zijn ingeschakeld, en klachten doorverwijzen<br />

naar andere kanalen van het energiebedrijf.<br />

Dit zijn kanalen waar het energiebedrijf veel<br />

beter een vraag kan beantwoorden en een<br />

klacht kan oplossen. Ook vindt hier een betere<br />

registratie van vragen en klachten plaats. De<br />

organisatie is op deze manier bewust bezig met<br />

het “opvoeden” van de klant en maakt een<br />

bewuste keuze op grond van klantbehoeften.<br />

Dat die niet altijd direct in het voordeel van de<br />

klant uitpakt, is in eerste instantie misschien<br />

minder leuk voor de klant, maar uiteindelijk wel<br />

goed voor zowel de klant als de organisatie. De<br />

processen worden duidelijker en de dienstverlening<br />

richting klant verbetert.’<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


zoals Rob bij het maken van keuzes op dit gebied. Maar<br />

wat is eigenlijk kanalenmanagement?<br />

Rob: ‘Kanalenmanagement houdt in dat je het door de<br />

klant en de organisatie gewenste kanaal inzet voor een<br />

product of dienst. Hiervoor moet de organisatie goed<br />

weten wat de frequentie en aard van het klantcontact is<br />

en op welke momenten van de dienstverlening er klantcontact<br />

is. Dit lijkt allemaal vanzelfsprekend, maar vergis<br />

je niet, deze kennis is vaak niet aanwezig.’<br />

Prioriteitenoverzicht<br />

Evenals bij formulemanagement onderscheidt Rob drie<br />

fasen bij kanalenmanagement. Rob: ‘Bij het “kennen”<br />

richten we ons op kennis over de klanten, de klantcontactmomenten<br />

en de producten/diensten. De aanwezige<br />

kennis binnen een organisatie bepaalt of deze fase lang<br />

duurt of snel is afgerond. Het is daarnaast belangrijk om<br />

KANALENMANAGEMENT<br />

KENNEN<br />

Inzicht in klanten en contactmomenten.<br />

Inzicht in kanalen.<br />

Inzicht in producten en diensten.<br />

KIEZEN<br />

Mate van ontwikkeling van kanalen.<br />

Koppeling kanalen aan contactmomenten.<br />

Koppeling kanalen aan klantgroepen.<br />

Koppeling kanalen aan producten.<br />

KOESTEREN<br />

Borging van het kanalenmanagement, o.a. door:<br />

Vastleggen van afspraken.<br />

Doorberekenen van kosten.<br />

te weten wat de voorkeuren van klanten zijn voor<br />

bepaalde kanalen, anders kun je geen plan trekken. De<br />

tweede stap, het kiezen, omvat de keuze voor de mate<br />

van ontwikkeling van kanalen per klantgroep, per contactmoment<br />

en/of per product. Waar wij klanten altijd<br />

op attenderen, is dat keuzes moeten passen binnen de<br />

gekozen waardestrategie. In de laatste stap, het koesteren,<br />

zorgen we voor borging van het beleid, bijvoorbeeld<br />

door het vastleggen van formele dienstverleningsafspraken<br />

(Service Level Agreements).’<br />

CUSTOMER MINDING<br />

Hoe zijn tot dusverre jouw ervaringen met kanalenmanagement?<br />

Rob: ‘Het goed managen van kanalen is absoluut geen<br />

eenvoudige opgave, dat heeft de praktijk ons laten zien.<br />

Het maken van grondige analyses neemt veel tijd in<br />

beslag, maar levert een organisatie een schat aan kennis<br />

en informatie op. Bovendien wordt hierdoor het maken<br />

van fundamentele keuzes gemakkelijker. Waar ik persoonlijk<br />

van kan genieten, is als je de vruchten van goed<br />

kanalenmanagement gaat plukken. Dan moet je denken<br />

aan de stijging in het gebruik door klanten van het internet<br />

voor het doorgeven van meterstanden of het aanvragen<br />

van informatie over nieuwe producten. Of een<br />

medewerker in het callcenter die een probleem perfect<br />

kan oplossen of een klant kan toezeggen dat het aangevraagde<br />

informatiepakket morgen op zijn deurmat ligt,<br />

want de medewerker weet dat dit ook daadwerkelijk<br />

gebeurt. Als je in staat bent om de klanttevredenheid te<br />

verhogen, en tegelijkertijd de cost-to-serve te verlagen<br />

en de opbrengsten te verhogen, dan heb je het als organisatie<br />

goed gedaan.’<br />

Hoewel de banken op de tribune van de Arena wat hard<br />

worden en Rob al lange tijd het woord voert, is er nog<br />

geen enkel spoor van vermoeidheid bij hem zichtbaar:<br />

‘Ben je gek, mijn vak is fantastisch. Er liggen nog zoveel<br />

uitdagingen om de service van bedrijven te verbeteren.<br />

Binnenkort is er weer een cursus voor klanten, dan gaan<br />

we gezamenlijk oplossingen zoeken voor onder andere<br />

marketingvraagstukken. Aan het<br />

einde van de cursus is iedereen<br />

weer helemaal op de hoogte van<br />

de belangrijkste trends en ontwikkelingen<br />

op het gebied van<br />

marketing en van de problematiek<br />

van onze klanten. Dat zijn<br />

altijd heerlijke dagen.’<br />

31


SALEM’S BOVENKAMER<br />

Dit themanummer geeft mij de gelegenheid om weer<br />

eens dieper na te denken over waar het eigenlijk allemaal<br />

om te doen is: de klanten. Hoewel People Leadership en<br />

Change Management essentieel zijn voor het succes van<br />

bedrijven, draait het uiteindelijk om de vraag of, en in<br />

hoeverre bedrijven in staat zijn om onderscheidende en<br />

relevante waarden voor klanten te creëren. De meeste<br />

bedrijven zien Customer Service, zoals wij het noemen,<br />

echter als een marginale activiteit, terwijl dit in mijn beleving<br />

hetgeen is waar het in de moderne organisatie toch<br />

écht allemaal om draait. De ergernis over slechte dienstverlening<br />

in restaurants, ziekenhuizen en winkels gaven<br />

mij dertien jaar geleden de moed om zelfstandig ondernemer<br />

te worden. Ik gaf mijzelf toentertijd als opdracht<br />

mee het verbeteren van het niveau van dienstverlening.<br />

We zijn nu bijna dertien jaar verder en het is tijd om een<br />

voorlopige balans op te maken. Hoe staat de dienstverlening<br />

er momenteel voor? Is de service na dertien jaar<br />

beter geworden?<br />

Op sommige vlakken is de service zeker beter geworden.<br />

Er is meer keuze, of om in de huidige terminologie te blijven,<br />

er zijn meer formules. De klant kan zelf bepalen of<br />

hij snel of langzaam, goedkoop of duur, menselijk of<br />

machinaal, vriendelijk of onvriendelijk geholpen wil worden.<br />

Deze vrijheid van keuze is zeker een vooruitgang.<br />

De keerzijde daarvan is overigens dat het voor de consument<br />

steeds moeilijker wordt om zich een weg te banen<br />

door het bonte pallet aan mogelijkheden op servicegebied.<br />

Variatie schept voor de klant niet alleen keuzevrijheden<br />

maar ook onoverzichtelijkheid. Denk maar eens<br />

aan de situatie op het gebied van telecommunicatie of<br />

financiële dienstverlening: de consument moet daar door<br />

een woud aan mogelijkheden zijn weg zien te vinden.<br />

Het is begrijpelijk dat de consument onder deze omstandigheden<br />

niet alleen minder loyaliteit aan de dag legt,<br />

maar ook geneigd is om zowel rationele als emotionele<br />

argumenten te laten spelen bij het maken van zijn keuzes.<br />

Door activiteiten als branding, emotie-marketing en<br />

experience-marketing centraal te stellen, proberen<br />

bedrijven op deze ontwikkeling in te spelen.<br />

Hoewel er op dit vlak zeker interessante en veelbelovende<br />

pogingen zijn, gaan ze volgens mij voorbij aan de kern<br />

van de zaak. Die kern is dat het de meeste bedrijven ontbreekt<br />

aan spiritualiteit of ‘the spirit to serve’. Bij zo’n spirit<br />

to serve staat de klantbeleving centraal. Bedrijven die<br />

door service gedreven worden, vragen zich voortdurend<br />

af hoe men de klantbeleving kan verbeteren en wat de<br />

effecten van maatregelen zijn op de klantbeleving. In<br />

mijn werkzaamheden als adviseur kom ik (te) weinig<br />

bedrijven tegen waar dit ook daadwerkelijk gebeurt.<br />

Gedreven door de ‘economies of scale’ richten de meeste<br />

bedrijven zich op rationalisering en fusies. De spirit to<br />

serve verdwijnt hierdoor steeds verder naar de achtergrond.<br />

Wanneer dan vervolgens reclamebureaus wordt<br />

gevraagd om dat gevoel op kunstmatige wijze op te roepen,<br />

ontstaan organisaties die weliswaar geforceerd proberen<br />

om een klantvriendelijke indruk te maken, maar<br />

die dat nimmer echt in praktijk kunnen brengen. Want<br />

om dat te kunnen doen, moet je als bedrijf over authenticiteit<br />

en spiritualiteit beschikken. En dat is niet te koop.<br />

En ook niet te faken!


CUSTOMER MINDING<br />

A R E N A<br />

d i s c u s s i e s<br />

&Samhoud haalt<br />

de klant in huis<br />

U bent van harte uitgenodigd om<br />

deel te nemen aan onze arenadiscussies.<br />

Graag horen wij uw<br />

mening over bijvoorbeeld de<br />

financiële dienstverlening van uw<br />

bank.<br />

U kunt contact opnemen met<br />

Nancy Anthony op telefoonnummer<br />

(030) 234 86 04 of via e-mail:<br />

n.anthony@samhoud.nl.<br />

33


34<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


CASE<br />

DE SUPERMARKT ALS<br />

BANKIER: TOP OF FLOP?<br />

De klantkaart, die de supermarktketen TIBER ruim een<br />

jaar geleden heeft gelanceerd, is een daverend succes<br />

gebleken. Om op dit succes voort te bouwen, heeft de<br />

marketingafdeling een studie laten uitvoeren naar nieuwe<br />

toepassingsmogelijkheden voor de kaart. De financiële<br />

dienstverlening als logisch vervolg<br />

op de klantkaart sprong daarbij in het<br />

oog. Kan een supermarktketen zich als<br />

succesvolle bankier ontpoppen? Het<br />

managementteam staat voor de moeilijke<br />

opgave hier een antwoord op te<br />

geven.<br />

‘Janine, wil jij nog even checken of iedereen<br />

er morgen is? En kijk dan ook nog<br />

even de presentatie door. Met name de<br />

cijfers over dat project in Duitsland zijn<br />

essentieel. Daar mogen geen fouten in<br />

zitten. Ik ga nu naar ons filiaal in Den<br />

Bosch. Mocht er nog wat zijn, dan kun je<br />

mij daar altijd bereiken. Bedankt alvast en<br />

tot morgen.’<br />

Met een zucht legde Jens de telefoon<br />

neer. De afgelopen dagen waren hem<br />

niet in de koude kleren gaan zitten.<br />

Problemen met de logistiek hadden de<br />

nieuwe marketingcampagne bijna om<br />

zeep geholpen. Die campagne was een<br />

week geleden onder het motto ‘TIBER:<br />

Voel de Lente’ met veel tamtam gestart.<br />

Door zich als koploper van de nieuwe<br />

lenteoogst te profileren, wilde TIBER haar<br />

concurrentie een gevoelige klap uitdelen.<br />

Maar uitgerekend op de dag dat de campagne<br />

startte, was het computersysteem<br />

om nog steeds onverklaarbare redenen uitgevallen. De<br />

logistiek was hierdoor één grote puinhoop geworden.<br />

Terwijl klanten zich vertwijfeld afvroegen waar zij de<br />

aanbiedingen konden vinden, lagen de nieuwe aardbeien,<br />

asperges en andere producten in de haven van<br />

Rotterdam weg te rotten. Uiteraard had dit tot hilarische<br />

reacties bij de concurrentie geleid. Maar wat nog erger<br />

was, ook de media – altijd happig op een nieuwtje als het<br />

slecht gaat met een marktleider – hadden er uitgebreid<br />

aandacht aan besteed. Als marketingbaas had Jens antwoord<br />

moeten geven op veel kritische vragen van journalisten.<br />

Hoewel hij dat op een rustige manier had<br />

gedaan, had hij inwendig gekookt. Wat dachten ze daar<br />

CUSTOMER MINDING<br />

wel, die lui bij logistiek. Een campagne die maandenlang<br />

tot in de puntjes was voorbereid. En dan konden de producten<br />

door één of andere computerstoring niet geleverd<br />

worden. Het was te gek voor woorden.<br />

Gelukkig hadden de klanten begrip getoond voor de<br />

ongemakken waarmee zij werden geconfronteerd. ‘Dat<br />

is het voordeel van een kern van uiterst loyale klanten’,<br />

zo had Jens in het managementteam omstandig uiteengezet.<br />

Om daaraan toe te voegen, dat deze klantloyaliteit<br />

door het bedrijf onvoldoende werd benut. ‘We<br />

moeten onze klanten nieuwe diensten aanbieden. Dat<br />

kan en dat moet. Anders doen anderen het.’ De aanwezigen<br />

hadden direct begrepen, waarop Jens doelde. Twee<br />

maanden eerder had hij immers in het MT een presentatie<br />

gegeven over de mogelijkheden om de klantkaart op<br />

te waarderen en te gebruiken voor het leveren van financiële<br />

diensten. Hoewel het plan goed in elkaar stak, had<br />

Jens de aanwezigen niet kunnen overtuigen. Met name<br />

de HR-manager, Henk Hoepelman, had zich een fel<br />

tegenstander getoond. ‘Mijn mensen hebben het al<br />

moeilijk genoeg met al die veranderingen. Moeten ze nu<br />

ook nog een beetje voor bankje gaan spelen?’ Ook<br />

anderen hadden aangegeven nogal wat bedenkingen bij<br />

het plan te hebben. Het voornaamste tegenargument<br />

was, dat de klanten de logica van de overstap naar financiële<br />

dienstverlening niet zouden inzien. ‘In de ogen van<br />

de klant, zijn wij gewoon een kruidenier. Weliswaar een<br />

hele degelijke kruidenier, maar toch. We moeten oppassen<br />

dat wij onze hand niet overspelen’, had Peter<br />

Hosten, hoofd corporate communicatie, naar voren<br />

gebracht. Na een geanimeerde vergadering had de voorzitter,<br />

Coen Schouw, ingegrepen en Jens verzocht om alle<br />

voor- en tegenargumenten nog eens op een rij te zetten.<br />

Ook had hij hem verzocht om een aantal uitgewerkte,<br />

buitenlandse praktijkvoorbeelden op te sporen. ‘Over<br />

een maand zetten we het thema nogmaals op de agenda.<br />

Dan bepalen we ook of het een ‘go’ of een ‘no go’<br />

is. Tot dan richten wij ons volledig op onze core business<br />

en dat is nog steeds het leveren van de dagelijkse benodigdheden<br />

voor onze klanten’, zo had Coen gezegd,<br />

waarna de vergadering ontbonden werd.<br />

Terugdenkend aan die sessie, had Jens nog steeds een<br />

vervelend gevoel. Hij had een sterk verhaal gehad, zijn<br />

presentatie was enthousiast en overtuigend geweest. En<br />

dan tóch al die negatieve reacties. Waarom konden mensen<br />

nou niet spontaan ergens achter gaan staan?<br />

Waarom moest dat allemaal zo moeizaam? Waarom<br />

moest Henk nou weer zo nodig gaan dwarsliggen? En<br />

waarom had Coen hem niet meer gedekt? In een persoonlijk<br />

onderhoud had Coen enkele weken daarvoor<br />

aangegeven uitermate happy te zijn met de klantkaart.<br />

Bijna 60% van de klanten maakt inmiddels actief gebruik<br />

van de kaart. Zij kunnen gebruikmaken van functiona-<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

35


36<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

liteiten als het betalen<br />

van aankopen, het<br />

opnemen van geld<br />

(maximaal 300 euro<br />

per keer), kortingen,<br />

alsmede het sparen<br />

van Airmiles. Via het<br />

internet kunnen deze<br />

klanten hun rekeningoverzichten<br />

inkijken.<br />

Ook kunnen zij op<br />

hun persoonlijke pagina<br />

specifieke aanbiedingen<br />

bekijken. Om<br />

de betalingsfunctionaliteit<br />

van de kaart te<br />

benutten, moeten<br />

klanten de kaart met<br />

geld ‘laden’. Zij doen<br />

dit door geld over te maken via de post, de bank, het<br />

internet of gewoon contant in de winkels. Als tegenprestatie<br />

ontvangen klanten een bovenmodale rente op de<br />

ingezette gelden.<br />

Volgens Jens had het bedrijf zich door de functionaliteiten<br />

van de klantkaart in feite op het pad van de financiële<br />

dienstverlening begeven. Het leek hem dan ook niet<br />

meer dan logisch om de ingeslagen weg voort te zetten<br />

en de functionaliteiten op het gebied van financiële<br />

dienstverlening uit te breiden. Een halfjaar geleden had<br />

hij een aantal brainstormsessies belegd, waarin de mogelijkheden<br />

op dit gebied verkend werden. Als reële opties<br />

waren daarbij naar voren gekomen het in de markt zetten<br />

van een TIBER Bankkaart - met dezelfde voordelen<br />

als de klantkaart, uitgebreid met alle huidige functionaliteiten<br />

van creditcards - alsmede het aanbieden van<br />

diensten als reisverzekeringen, hypotheken en beleggen.<br />

Om te toetsen of de ideeën levensvatbaar zijn, had Jens<br />

een gerenommeerd Duits bureau ingeschakeld om een<br />

haalbaarheidsstudie te verrichten. In Duitsland hebben<br />

diverse grote supermarktketens reeds ervaring met soortgelijke<br />

initiatieven opgedaan, zodat het voor de hand lag<br />

om daar naar vergelijkingsmateriaal te zoeken. De resultaten<br />

van de studie leverden een gemengd beeld op.<br />

Enerzijds was de markt rijp voor dergelijke initiatieven: de<br />

verminderde dienstverlening van banken bood tal van<br />

mogelijkheden aan nieuwkomers. Bovendien zou TIBER<br />

haar merkwaarde aanzienlijk kunnen vergroten indien zij<br />

zich op de nieuwe markt van het bankieren zou begeven.<br />

Anderzijds ging het initiatief ook gepaard met tal van risico´s.<br />

Waarin zou TIBER zich van haar concurrenten kunnen<br />

onderscheiden? In hoeverre zouden klanten het<br />

accepteren dat het bedrijf zich plotseling met bankzaken<br />

zou bezighouden? In Duitsland was de ontwikkeling van<br />

het ‘supermarktbankieren’ onder aanvoering van de banken<br />

tot stand gekomen. Deze hadden in de supermarkten<br />

een welkome aanvulling van hun distributiekanaal<br />

gezien. TIBER wilde de lead echter in eigen handen hebben<br />

en betrekkelijk onafhankelijk van de banken opereren.<br />

De onderzoekers gaven aan dat deze strategie met<br />

de nodige risico’s gepaard gaat.<br />

In de weken na het verschijnen van de studie had Jens<br />

verschillende van zijn collega’s over de plannen aangesproken.<br />

Deze hadden zich over het algemeen geïnteresseerd<br />

getoond en aangegeven er snel nader over te willen<br />

praten. Met uitzondering overigens van Henk<br />

Hoepelman, maar daar had Jens niet erg wakker van<br />

gelegen. Henk was in zijn ogen immers altijd de remmende<br />

kracht. Het deed er niet toe om welk nieuw initiatief<br />

het ging, maar altijd was het Henk die ergens wel<br />

weer een aantal bedenkingen vandaan haalde. Daarbij<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


ging het trouwens altijd om het onvermogen van het<br />

personeel om nóg meer taken op zich te nemen. Jens<br />

vond dergelijke argumenten regelrechte lariekoek. ‘Moet<br />

je eens kijken in de Verenigde Staten’, zo had hij Henk<br />

meermaals tegengeworpen, ‘daar wordt niet alleen veel<br />

harder gewerkt, maar daar verrichten medewerkers ook<br />

nog allerhande taken waarvan wij hier niet eens het<br />

bestaan kennen. Je moet je ogen openhouden voor wat<br />

er om ons heen gebeurt. Anders verlies je de slag in de<br />

toekomst.’ Hoewel Coen bij het horen van de plannen<br />

had aangeven nog niet het gevoel te hebben dat de killer<br />

application gevonden was, had hij nochtans aangegeven<br />

er serieus over te willen nadenken. ‘Op de lange<br />

duur kunnen wij niet overleven met het aanbieden van<br />

bloemkolen en blikken soep’. Wij moeten nieuwe markten<br />

vinden. Die moeten wél logisch aansluiten bij onze<br />

corebusiness. En bovendien moeten ze duurzame waarde<br />

aan onze klanten bieden’, zo had hij Jens meegegeven.<br />

Terwijl hij zijn jas aantrok en zich naar zijn auto in de parkeergarage<br />

begaf, overdacht Jens nogmaals deze laatste<br />

woorden. Met die logische aansluiting en het bieden van<br />

waarde zat het volgens hem wel snor. Maar of hij de<br />

anderen zou kunnen overtuigen, was een geheel andere<br />

vraag. Volgens Jens had het antwoord op deze vraag<br />

veel minder met rationele danwel met emotionele factoren<br />

te maken. En waar het hart regeert, worden dikwijls<br />

gekke bokkensprongen gemaakt, zo wist hij. Misschien<br />

was dat maar goed ook, want dan hoefde hij het zich<br />

niet aan te trekken als het voorstel werd afgeschoten. En<br />

met deze opluchtende gedachte reed Jens richting Den<br />

Bosch.<br />

?<br />

&Samhoud vroeg drie marketingspecialisten om<br />

de TIBER-case te analyseren aan de hand van de<br />

volgende vragen:<br />

1 Doet TIBER er verstandig aan om een<br />

bankkaart te lanceren? Motivatie<br />

2 Hoe interpreteer en waardeer je de opstelling<br />

van Jens als hoofd marketing?<br />

3 Welke tips geef je aan Jens om de bijeenkomst<br />

tot een goed einde te brengen?<br />

JAAP RIETER<br />

CUSTOMER MINDING<br />

Manager Sales Promotion<br />

Essent Retail<br />

In de eerste plaats wil ik opmerken<br />

dat de cijfers van de klantkaart<br />

van Tiber er goed uitzien.<br />

Als 60% van de klanten actief<br />

gebruik maakt van een klantkaart,<br />

dan betekent dat in de<br />

praktijk vaak dat 80+% van de omzet via de kaart loopt.<br />

Tegelijkertijd is inzicht nodig in de motivatie van consumenten<br />

om van de kaart gebruik te maken. Wat zijn hun<br />

beweegredenen? Welke functies van de klantkaart zijn<br />

doorslaggevend?<br />

Wat opvalt aan de klantkaart van TIBER is het grote aantal<br />

toepassingsmogelijkheden. De kaart kan gebruikt<br />

worden als oplaadbare ‘betaalkaart’, met bovenmodale<br />

rente, voor het betalen van boodschappen, maar ook<br />

voor het opnemen van geld of om te sparen. Op een<br />

persoonlijke site ontvangt de klant uitgebreide informatie<br />

over aankopen en betaaloverzichten. TBER komt op<br />

deze manier enorm veel te weten over haar klanten, bijvoorbeeld<br />

over het huishouden, eetgewoontes, inkomsten-<br />

en uitgavenpatroon, enzovoorts. Een ander bijkomend<br />

voordeel is dat TIBER iedere week één of twee keer<br />

(visueel) contact heeft met haar klanten.<br />

Maar wat betekent dat nu voor het introduceren van een<br />

Bankkaart? We kunnen vaststellen dat het (financiële)<br />

vertrouwen van klanten in TIBER groot is, want 60% van<br />

de klanten maakt regelmatig geld over op een rekening,<br />

hetgeen hen in staat stelt met een TIBER-kaart te betalen.<br />

Ik ken deze situatie alleen uit Scandinavië, waar de<br />

supermarktketen ICA een dergelijk systeem heeft ingevoerd.<br />

Als TIBER verder wil gaan in de financiële diensten,<br />

dan is mijn advies: hou het eerst wat dichter bij huis<br />

dan de door Jens voorgestelde uitgebreide financiële<br />

dienstverlening. Te denken valt bijvoorbeeld aan een<br />

Kerstdiner-spaarrekening voor de dure decembermaand,<br />

of bijvoorbeeld spaarprogramma’s op non-food voor<br />

speciale gelegenheden zoals de zomervakantie. Een<br />

ander idee is een verzekering die klanten de wekelijkse<br />

boodschappen garandeert, zodat de klant niet in de kou<br />

komt te staan op het moment dat hij geconfronteerd<br />

wordt met bijvoorbeeld een dramatische inkomensterug-<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

37


38<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

val. Verder denk ik aan het aanbieden van financiële<br />

diensten in relatie tot het gezin. Een analyse van het aankooppatroon<br />

leert TIBER in welke fase een klant zit.<br />

Ik zie deze initiatieven als juiste, noodzakelijke eerste<br />

stappen bij het uitbouwen van financiële diensten. In de<br />

tweede fase kan TIBER ervoor kiezen om basisverzekeringen<br />

of financiële diensten (bijvoorbeeld korte kredieten)<br />

aan te bieden. Het merk TIBER is dan nog sterker en<br />

de organisatie heeft aan de klanten bewezen dat ze met<br />

geld om kan gaan.<br />

In het Verenigd Koninkrijk en de USA zien we dat<br />

geslaagde bankactiviteiten gestoeld zijn op de convenience<br />

van de one-stop-shop ervaring: de bank neemt<br />

zijn intrek in een supermarkt, waarmee de klant twee<br />

regelmatige bezoeken kan combineren. Vaak komt de<br />

supermarkt zelf met een beperkt financieel pakket en<br />

geeft op die manier competitieve rentepercentages.<br />

Over de Nederlandse markt kan ik zeer kort zijn: tot nu<br />

toe is het zeer dun. Bij Albert Heijn zijn er circa 250.000<br />

klanten die via Aegon wat sparen. Verder test Plusmarkt<br />

met de Rabobank, maar dit is tot nu toe allemaal zeer<br />

kleinschalig. ‘Supermarktbankieren’ spreekt de klant vermoedelijk<br />

wel aan, want de openingsuren van de nieuwe<br />

bank- of verzekeringspartij zijn zeer waarschijnlijk beter<br />

dan die van de bank. Geredeneerd vanuit de bank is<br />

‘supermarktbankieren’ een goedkoop alternatief voor de<br />

eigen vestigingen voor wat betreft de toegang tot cash.<br />

MARCEL VAN BIRGELEN<br />

Universitair docent Marketing<br />

& Marktonderzoek aan de<br />

Universiteit Maastricht<br />

Of TIBER er verstandig aan doet<br />

om zich op een markt te begeven<br />

die niet 1-2-3 in het verlengde<br />

ligt van haar huidige<br />

‘core business’, namelijk zoals<br />

Coen Schouw het omschrijft, ‘het leveren<br />

van de dagelijkse benodigdheden voor<br />

onze klanten’, valt natuurlijk te bezien. De<br />

uitdrukking ‘schoenmaker, blijf bij je leest’<br />

schiet mij hierbij dan al vrij snel te binnen.<br />

Als supermarktketen heeft TIBER reeds<br />

jarenlange ervaring in het aanbieden van<br />

zogenaamde ‘fast-moving consumer<br />

goods’ en je zou je kunnen afvragen of<br />

uitgebreide financiële dienstverlening ook<br />

in deze categorie valt en of TIBER de kennis<br />

en mogelijkheden bezit om een dergelijk<br />

avontuur tot een goed einde te brengen.<br />

Desalniettemin lijkt het bij nader inzien een uiterst interessant<br />

voorstel dat past binnen het huidige tijdsbeeld<br />

waarmee we met z’n allen steeds meer geconfronteerd<br />

worden. Vrije tijd wordt in toenemende mate een schaars<br />

goed voor velen van ons. Drukke banen en nevenactiviteiten<br />

maken dat we steeds minder bereid zijn om onze<br />

tijd te verdoen met het zoeken naar verschillende zakelijke<br />

partners voor de bevrediging van onze dagelijkse<br />

behoeften. Het is dan ook zeer wel denkbaar dat in de<br />

toekomst ‘one-stop-shopping experiences’ eerder regel<br />

dan uitzondering zullen worden. De introductie van een<br />

bankkaart met dezelfde betalingsfunctionaliteit als de<br />

bestaande klantkaart en daarnaast meer uitgebreide bancaire<br />

mogelijkheden past dan ook zeker in dit plaatje. Een<br />

dergelijke kaart heeft de potentie om waardevol te zijn<br />

voor consumenten die op zoek zijn naar dergelijke eigenschappen<br />

en hier niet te veel tijd in willen steken.<br />

Acceptatie onder een groter supermarktpubliek zal dan<br />

vervolgens met name afhangen van de mate waarin<br />

TIBER erin slaagt om klanten ervan te overtuigen dat zij<br />

een goede en vooral betrouwbare partner op financieel<br />

gebied kan zijn, die tevens kan concurreren met bestaande<br />

financiële instellingen. Dit heeft TIBER natuurlijk zelf<br />

in de hand, maar het zal tevens afhangen van de houding<br />

van de consument ten aanzien van gevoelige zaken<br />

zoals financiën en privacy van informatie.<br />

Als antwoord op de tweede vraag: de houding van Jens<br />

als hoofd marketing is er een die, net als zijn idee om een<br />

bankkaart te introduceren, voldoet aan de huidige tijd.<br />

Zijn uitgangspunt dat als organisaties hun klanten geen<br />

nieuwe diensten aanbieden anderen dit succesvol zullen<br />

doen, is reeds meerdere malen correct gebleken. In dit<br />

kader past de groeistrategie die Ansoff definieert als<br />

diversificatie. Er zijn voorbeelden genoeg van bedrijven<br />

die hun activiteiten succesvol hebben uitgebreid in gerelateerde<br />

dan wel niet-gerelateerde richting. Denk bijvoorbeeld<br />

aan het ontwikkelen van allerlei gemeenschappen<br />

rondom een organisatie waarin consumenten<br />

het met elkaar over haar producten of andere zaken kunnen<br />

hebben met als voornaamste doel het scheppen van<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


een loyalere klantenbasis of het verhogen van de verkopen.<br />

Als marketeer zul je vandaag de dag je ogen en<br />

oren open moeten houden, niet reactief maar pro-actief<br />

moeten handelen en continu op je hoede moeten zijn<br />

voor met name sociaal-psychologische tendensen die<br />

links en rechts de kop op steken. Door hier op een<br />

gezonde en innovatieve manier mee om te gaan zal de<br />

kans op slagen zeer zeker niet afnemen. Dat je daarbij op<br />

tegenstand vanuit de omgeving zult stuiten, is natuurlijk<br />

niet onwaarschijnlijk. Het gaat er om hoe je met die<br />

tegenstand omgaat.<br />

Tips voor Jens voor de bijeenkomst? Anticiperen, dat is<br />

één van de kernwoorden in dit verhaal. Anticiperen op<br />

zaken die gebeuren in de markt, maar ook op de tegenstand<br />

die Jens kan verwachten en moet zien te overwinnen<br />

tijdens een volgende bijeenkomst. Om te inventariseren<br />

of nieuwe projecten kans van slagen hebben en<br />

daarmee steun vanuit de omgeving krijgen, voeren organisaties<br />

reeds vele jaren de welbekende SWOT-analyse<br />

uit. Daarbij wordt expliciet gekeken naar zowel de interne<br />

sterkten en zwakten, alsmede de externe kansen en<br />

bedreigingen die maken dat een voorgenomen project in<br />

de toekomst wel of geen succes zal hebben. Het is zeer<br />

raadzaam voor Jens om, wat de beoogde introductie van<br />

een bankkaart betreft, ook een dergelijke SWOT-analyse<br />

uit te voeren. Dit maakt dat hij beslagen ten ijs komt en<br />

zijn betoog op een overtuigende manier kan onderbouwen,<br />

met voldoende aandacht voor zaken waarnaar nog<br />

eens gekeken zou moeten worden.<br />

WIM LUTEIJN<br />

Consultant &Samhoud<br />

TIBER bank doet er in mijn ogen<br />

niet verstandig aan om in complexe<br />

producten als verzekeringen<br />

en hypotheken te gaan.<br />

Voor deze bankproducten laat<br />

90% van de Nederlanders zich<br />

bij voorkeur adviseren door professionele<br />

adviseurs. Deze<br />

markt is daarnaast nog eens overbevolkt met aanbieders.<br />

De vraag is ook op welke wijze TIBER zich hierin kan<br />

onderscheiden en welke extra inspanningen hiervoor<br />

nodig zijn. Extra inspanningen bijvoorbeeld om personeel<br />

te trainen of te werven, de winkel te verbouwen en processen<br />

aan te passen. Ik zie TIBER dit niet zelfstandig<br />

opzetten voor de complexere producten.<br />

Daarnaast zijn de banken in Nederland niet echt geïnteresseerd<br />

om voor adviesgevoelige producten met supermarkten<br />

samen te werken, getuige de weinig succesvolle<br />

pogingen tot nu toe. De uitbreiding met credit card-<br />

CUSTOMER MINDING<br />

functionaliteit lijkt mij wel zinvol, deze is nauw verbonden<br />

met de mogelijkheden die TIBER nu al biedt en zullen<br />

klanten dus wel als logisch ervaren. Dus, voortborduren<br />

op het huidige succes en stapsgewijs uitbreiden,<br />

zodat je de klant niet verliest doordat je je domein te snel<br />

wilt uitbreiden en op vreemd terrein uitkomt.<br />

TIBER heeft absoluut een succes in handen met de klantkaart.<br />

Met een brede klantenbasis van 60% actieve<br />

gebruikers is er een stevig fundament onder nieuwe initiatieven.<br />

Ik denk daarbij aan het uitbreiden van de internetfaciliteiten.<br />

Een deel van de kaarthouders maakt<br />

immers al gebruik van het internet voor het storten op de<br />

pas en het bekijken van rekeningoverzichten. Dit soort<br />

klanten zal ook sneller geneigd zijn andere producten via<br />

de site af te nemen. De kennis die TIBER inmiddels over<br />

haar klanten heeft opgebouwd is bruikbaar voor het<br />

bepalen van de richting van de uitbreiding van de dienstverlening.<br />

Tot zover de marketing-aspecten van de zaak.<br />

Het lijkt erop dat het Management Team huiverig is een<br />

volgend nieuw initiatief op te zetten, na de mislukking<br />

van het lente-offensief. Ik denk dat Jens vooruitgang kan<br />

boeken in het overtuigen van zijn collega’s door veel<br />

aandacht te besteden aan de succesfactoren en de faalfactoren<br />

vanuit de optiek van klanten, communicatie,<br />

medewerkers, processen en financiën. Ik krijg uit de<br />

case-beschrijving de indruk dat Jens moet laten zien dat<br />

hij zijn MT-leden hiervoor nodig heeft, in plaats van de<br />

verongelijkte marketeer te spelen die het allemaal zo<br />

mooi bedacht heeft.<br />

Zonder goede ideeën overleeft geen enkele business,<br />

maar een goed idee dat slecht wordt uitgevoerd is echt<br />

een gemiste kans. Jens zou kunnen beginnen met het<br />

smeden van een bondgenootschap met Henk<br />

Hoepelman om het commitment van de medewerkers<br />

voor zijn initiatieven te verkrijgen. Juist de medewerkers<br />

kunnen een succes maken van de marketinginitiatieven<br />

van Jens. Het is jammer dat Jens en Henk over dit onderwerp<br />

nog niet op een lijn zitten.<br />

Dus Jens, laat die bijeenkomst maar over je heen komen.<br />

Probeer niet te veel te overtuigen, maar overbrug de verschillen<br />

met je collega’s door ze tegemoet te komen in de<br />

meer gedetailleerde uitwerking en realisatie van de plannen.<br />

Jij hebt je collega’s nodig en zij hebben jou nodig.<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

39


40<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002<br />

Ko de Ruyter<br />

‘DE SERVICE PROFIT CHAIN<br />

DOET RECHT AAN DE WAARDE<br />

VAN FRONTLINERS’


Service marketing is hot. Steeds meer hogescholen en<br />

universiteiten bieden opleidingen en cursussen aan<br />

voor studenten die aan service marketing willen ruiken,<br />

en de afgelopen jaren zijn tal van managementboeken<br />

verschenen over de marketing van diensten. Het<br />

bedrijfsleven begint inmiddels ook te erkennen dat<br />

service marketing een geheel andere discipline is dan<br />

product marketing. Eén van de Nederlandse autoriteiten<br />

op het gebied van service marketing is dr. Ko de Ruyter,<br />

directeur van MAXX aan de Faculteit der Economische<br />

Wetenschappen van de Universiteit van Maastricht.<br />

&Samhoud sprak met hem onder andere over de nieuwste<br />

trends op het gebied van service marketing, de<br />

Service Profit Chain en klanttevredenheidsonderzoek.<br />

Wat zijn volgens jou de trends op het gebied van service<br />

marketing?<br />

Ko: ‘In de eerste plaats zijn dat de mobiele services. Imode<br />

is in feite niet meer dan een nieuw kanaal voor<br />

internetdiensten. Bedrijven als KPN en Nokia hebben hier<br />

veel geld in geïnvesteerd en beseffen maar al te goed dat<br />

ze hun geld alleen terugverdienen als mensen daadwerkelijk<br />

gebruik maken van deze diensten en tevreden en<br />

loyaal zijn. Het succes van i-mode staat of valt dan ook<br />

met de dienstverlening die in de zogenaamde subscription<br />

services eromheen wordt geboden.<br />

‘In de tweede plaats denk ik aan de virtual communities.<br />

Het internet biedt natuurlijk veel mogelijkheden om te<br />

communiceren met klanten. Maar in de eerste generatie<br />

internet was hier weinig van te merken en werden klanten<br />

of “bezoekers” behoorlijk aan hun lot overgelaten.<br />

Gelukkig beseffen bedrijven nu steeds meer dat verkoop<br />

en dienstverlening toch een sociaal gebeuren is, waar de<br />

interactie tussen klanten en verkopers cruciaal is. En<br />

terecht: in de normale wereld laat je klanten toch ook<br />

niet los in het warenhuis, doe je het licht aan en zegt:<br />

kom maar terug als je klaar bent? Door klanten onderling<br />

en met het bedrijf te laten communiceren, zijn de vooruitzichten<br />

op een hoge conversieratio een stuk gunstiger.<br />

Chatten als een soort van “chatselling”.<br />

‘Internet is geen doe-het-zelf zaak. Uiteraard is er een<br />

aantal producten en diensten dat zonder tussenkomst<br />

van een verkoper of adviseur aan de man kan worden<br />

gebracht. Denk bijvoorbeeld aan de succesvolle formules<br />

van Amazon en Dell. Maar wil een bedrijf andere vormen<br />

van dienstverlening gaan aanbieden, dan zal ervoor<br />

gezorgd moeten worden dat ze omgeven zijn met een<br />

soort ring van gepersonificeerde services.<br />

‘Een andere belangrijke trend op het gebied van service<br />

management is zelfsturing of empowerment. Klanten<br />

willen geholpen worden door capabele mensen, die in<br />

staat zijn een deal te sluiten en de vrijheid hebben om<br />

zelfstandig beslissingen te nemen. Als je als klant bij<br />

CUSTOMER MINDING<br />

Robeco in effecten handelt en je hebt een portefeuille<br />

van € 3 miljoen, dan wil je niet drie keer doorverbonden<br />

worden. Contactemployés moeten informatie en adviezen<br />

kunnen geven en beslissingen kunnen nemen. Een<br />

aantal bedrijven heeft met wisselend succes empowerment<br />

doorgevoerd.<br />

Cruciaal is het vinden van een optimum tussen procedures,<br />

richtlijnen en regels enerzijds en vrijheden, verantwoordelijkheden<br />

en bevoegdheden anderzijds. Daarmee<br />

bedoel ik dat je niet te ver moet doorschieten in het<br />

doorvoeren van empowerment. Contactemployés hebben<br />

ook behoefte aan formele doelen, richtlijnen en<br />

uiteraard ondersteuning. Zij willen niet alleen gestuurd<br />

worden op zachte parameters, maar ook op heel harde<br />

en duidelijke regels en richtlijnen waar ze zich aan vast<br />

kunnen houden en die hen als het ware houvast bieden<br />

bij performance evaluaties. Ik denk dat op dit moment<br />

heel veel bedrijven sukkelen met het vinden van de juiste<br />

balans tussen die twee.<br />

‘Tenslotte is multi-channeling een trend waar niemand<br />

meer omheen kan. Ook hierin gaat het om het vinden<br />

van een balans. Uiteraard willen klanten via alle kanalen<br />

zaken kunnen doen met een organisatie en moeten de<br />

transacties en interacties op elkaar worden afgestemd.<br />

Met name in de bancaire wereld is een belangrijke slag<br />

gemaakt. Klanten kunnen terecht bij banken via telefoon,<br />

internet, geldautomaten, kantoren, etc. Het palet<br />

aan kanalen is behoorlijk uitgebreid. Maar je ziet dat het<br />

integreren van de kanalen en het leiden van de klanten<br />

naar het gewenste kanaal behoorlijk veel tijd, energie en<br />

geld kosten. Om nog maar te zwijgen over de problematiek<br />

rondom kannibalisatie. Het moet natuurlijk allemaal<br />

wel behapbaar blijven voor organisaties. Het integreren<br />

van kanalen heeft in vele gevallen meer verwarring<br />

dan duidelijkheid opgeleverd onder medewerkers en<br />

klanten. Denk alleen maar eens aan de negatieve<br />

berichtgeving in de pers over de sluiting van de bankkantoren.<br />

Toch zie ik multi-channeling als een onomkeerbare<br />

trend.’<br />

Mobiele services, virtual communities, empowerment<br />

en multi-channeling? Zitten klanten echt op al deze ontwikkelingen<br />

te wachten, of komen deze ideeën toch met<br />

name voort uit de hoge hoed van IT-adviseurs, productontwikkelaars<br />

of marketeers?<br />

Ko: ‘Uiteraard is er gedeeltelijk sprake van een technology<br />

push. Maar de ontwikkelingen komen ook voort uit<br />

het feit dat klanten veeleisender en mondiger zijn geworden.<br />

Steeds meer mensen willen hun zaken via zowel<br />

fysieke kantoren als via het internet regelen. Als ze dat bij<br />

hun bank kunnen, dan willen ze dat bij hun reisbureau<br />

ook. Als ze het horen van hun buren, willen ze het zelf<br />

ook. Ervaringen en verwachtingen zijn in die zin overdraagbaar.<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

41


42<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

‘De mogelijkheden en onmogelijkheden van het internet<br />

komen echter voor een groot gedeelte voort uit een<br />

technology push en zijn vaak niet gebaseerd op wat<br />

klanten écht wensen. Denk bijvoorbeeld aan de ellenlange<br />

lijst met persoonlijke gegevens die mensen moeten<br />

invullen om een aankoop te kunnen doen, die vervolgens<br />

ook nog eens gebruikt wordt om diezelfde mensen<br />

wekenlang te bestoken met ‘op maat gesneden’ aanbiedingen<br />

via de mail. Mensen<br />

worden langzamerhand een<br />

beetje moe van het invullen van<br />

gegevens. Iemand heeft me<br />

weleens gezegd: “Bij de bakker<br />

hoef ik toch ook geen lijstje met<br />

persoonsgegevens in te vullen<br />

om een brood te kunnen<br />

kopen?” Dat is natuurlijk als je<br />

op het internet een relatief kleine<br />

aankoop doet ook zo. Ik<br />

denk dat bedrijven op het internet<br />

moeten experimenteren<br />

met diverse niveaus van anonimiteit.<br />

‘Mijn visie is dat je in de virtuele<br />

wereld de reële wereld zoveel<br />

mogelijk moet proberen te<br />

benaderen. De scheiding tussen<br />

de oude en de nieuwe economie<br />

is in mijn ogen artificieel. In<br />

de oude retailomgeving maakte<br />

de persoonlijke behandeling<br />

vaak het verschil en eigenlijk is<br />

dat niet anders op het internet.<br />

En dus moeten bedrijven de<br />

persoonlijke behandeling door<br />

middel van slimme interactieve<br />

technologieën proberen te<br />

benaderen. Klanten willen soms<br />

anoniem kunnen shoppen maar<br />

er zijn ook veel mensen die<br />

graag in sociaal verband shoppen<br />

en het prettig vinden als ze<br />

zich kunnen laten adviseren. Ook op het internet moeten<br />

bedrijven ervoor zorgen dat er sprake is van ‘fun’ en sociale<br />

relaties en niet alleen van droge ‘brochure’-achtige<br />

websites. Dat is wat klanten willen.’<br />

&Samhoud is al jaren een fervent aanhanger van de<br />

Service Profit Chain, de filosofie die ervan uitgaat dat<br />

tevreden medewerkers leiden tot tevreden klanten, die<br />

uiteindelijk financieel succes garanderen. Onderschrijf<br />

jij deze filosofie in een steeds meer door technologie<br />

gedreven business omgeving?<br />

Ko: ‘Ja, in principe wel, maar ik geloof alleen niet zo in de<br />

link tussen medewerkerstevredenheid en klanttevredenheid.<br />

Dat wordt in diverse onderzoeken<br />

ook bevestigd. Ik denk<br />

dat de betrokkenheid van de<br />

medewerkers of het servicegerichte<br />

klimaat in een organisatie<br />

alweer dichter in de buurt komt.<br />

Maar ik denk zeker dat betrokken<br />

en enthousiaste medewerkers<br />

een positieve uitstraling<br />

hebben richting klanten, dat<br />

klanten dat waarderen en dat<br />

dat vervolgens weer geld oplevert.<br />

‘De Service Profit Chain is inzichtelijk<br />

als denkmodel maar heeft<br />

als operationeel sturingsmodel<br />

nog een lange weg te gaan. Het<br />

zit namelijk heel complex in<br />

elkaar. Met name de link tussen<br />

interne en externe beleving is<br />

niet zo ver ontwikkeld. Het probleem<br />

is dat je te maken hebt<br />

met vertraagde effecten die het<br />

model erg moeilijk maken. Als<br />

een organisatie aan personeelsmotivatie<br />

of interne branding<br />

doet, duurt het vaak minimaal<br />

een jaar voordat je het effect<br />

terugvindt in het hoofd van de<br />

klant en nog langer voordat je<br />

het terugvindt in de cijfers. Je<br />

moet er dus echt in geloven en<br />

een hele sterke missionaris zijn.<br />

Een missionaris van de Service<br />

Profit Chain heeft de boodschap:<br />

“Nu investeren betekent vaak pas over 2 à 3 jaar incasseren.”<br />

Dat is nogal wat. Onderzoekstechnisch moet je<br />

dezelfde medewerkers en klanten over tijd volgen. En dat<br />

leidt dan weer tot hele complexe onderzoeken. Dat<br />

maakt het heel erg moeilijk, maar wel reuze interessant.’<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


Wat is volgens jou de toegevoegde waarde van de<br />

Service Profit Chain?<br />

Ko: ‘Het mooie van de Service Profit Chain is dat het<br />

belang van de medewerker in de dienstverlening nu eens<br />

echt goed benadrukt wordt, al is het vaak niet zo simpel<br />

als de mensen denken. In een multi-channel omgeving<br />

heb je te maken met verschillende soorten frontliners<br />

onder één merk. Denk aan Mercedes, waar de frontliners<br />

van het Europese callcenter samenwerken met Europese<br />

dealers, die ook een Mercedes-ster op hun voorhoofd<br />

hebben staan. Beide frontliners hebben natuurlijk een<br />

heel andere beleving. Dat in een Service Profit Chain<br />

gieten is natuurlijk uitermate moeilijk. Maar als richtlijn is<br />

het een goed model, want het doet namelijk recht aan de<br />

waarde van frontliners.’<br />

IK DENK ZEKER DAT BETROKKEN EN ENTHOUSIASTE MEDEWERKERS<br />

Organisaties die geloven in de Service Profit Chain,<br />

doen structureel onderzoek naar de medewerkerstevredenheid<br />

en klanttevredenheid. Nu is er de laatste tijd<br />

veel te doen geweest over de onderzoeken naar klanttevredenheid.<br />

Ze zouden zich teveel bezig houden met het<br />

meten van hetgeen intern belangrijk gevonden wordt, in<br />

plaats van daadwerkelijk inzicht te geven in klantverwachtingen<br />

en belevenissen. Waar moet volgens jou een<br />

goed klanttevredenheidsonderzoek aan voldoen?<br />

Ko: ‘Naast de globalere evaluaties van tevredenheid,<br />

commitment en vertrouwen, denk ik dat het heel belangrijk<br />

is een onderscheid te maken tussen de verschillende<br />

fasen die een klant doorloopt bij een ervaring met een<br />

organisatie (ook wel de klant-activiteiten-cyclus<br />

genoemd, red.). Binnen die fasen moet een aantal kwaliteitsdimensies<br />

worden gemeten. Op deze manier is te<br />

bepalen welke fase voor klanten het meest belangrijk is,<br />

welke dimensies binnen die fase van belang zijn en hoe<br />

een organisatie scoort op die dimensies. Zo kan ik me<br />

voorstellen dat de dimensie wachttijd bij het restaurant in<br />

een museum belangijker is dan de wachttijd bij de schilderijen.<br />

Mensen vinden het waarschijnlijk minder erg te<br />

wachten voor het bekijken van schilderijen, want daar<br />

komen ze voor, dan te wachten in het restaurant.<br />

CUSTOMER MINDING<br />

‘Met een klanttevredenheidsonderzoek moet je dus de<br />

gelegenheid hebben om in te zoomen op details die operationeel<br />

verbeterbaar zijn. Maar je moet ook gevoel krijgen<br />

voor het relatieve belang van fasen en dimensies.<br />

Dat heeft uiteraard alles te maken met de vraag waar je<br />

in gaat investeren. Een museum kan wel heel veel geld<br />

stoppen in het verminderen van wachtrijen bij de schilderijen,<br />

maar als mensen het geen probleem vinden, dan<br />

kunnen ze hun geld beter stoppen in andere initiatieven.<br />

Ook dat is kijken door de ogen van de klant…’<br />

EEN POSITIEVE UITSTRALING HEBBEN EN DAT KLANTEN DAT WAARDEREN<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

43


44<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

Joost Manassen<br />

algemeen directeur<br />

Douwe Egberts Nederland<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


SEMINARS<br />

DRIVERS OF GROWTH<br />

Marketing iconen en hun visie op autonome groei<br />

Met Drivers of Growth spelen het Tijdschrift voor<br />

Marketing en het NIMA met een handig één-tweetje in<br />

op het aloude thema 'groei'. Als klein kind al wil je<br />

groeien, zo staat op de uitnodiging vermeld, en als marketeer<br />

zit dat nog steeds in het bloed. In het licht dat<br />

'alles' al een keer bedacht lijkt door marketeers en de<br />

consument kritischer en kritischer wordt, komt de organisatie<br />

van het congres met een uitdagende vraag:<br />

'Bestaan er eigenlijk wel verzadigde markten of bestaan<br />

er alleen maar verzadigde marketeers?'<br />

Op 15 mei gaven ongeveer tweehonderd marketeers en<br />

andere geïnteresseerden acte de presence in het<br />

Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam. Een<br />

aantal marketeers krijgt een half uur de tijd om hun<br />

succesverhaal te delen. De aftrap wordt verricht door<br />

Alfred Levi, vice-voorzitter van het NIMA, die zijn somberheid<br />

ten aanzien van het NIMA niet onder stoelen of<br />

banken steekt. 'Marketeers zijn nog maar moeilijk te activeren<br />

voor inspanningen buiten de normale werkzaamheden',<br />

zo constateert Levi. 'Men vraagt zich steeds<br />

vaker af wat ze ervoor terugkrijgen.' Tegelijkertijd ergert<br />

hij zich aan het feit dat de vele, afzonderlijke marketingclubs<br />

dezelfde dingen doen als jaren geleden en nauwelijks<br />

voor innovatie zorgen. Om die reden doet Levi de<br />

dringende oproep aan marketingorganisaties: 'Ga<br />

samenwerken en ga samen dingen doen die je doelgroep<br />

wil dat je doet.' Om zijn oproep kracht bij te zetten,<br />

maakt Levi tijdens deze verkiezingsdag een verder niet<br />

toegelichte link naar Pim Fortuyn.<br />

Hoe kan het anders dan dat een congres voor marketeers<br />

begint met een blik op de Nederlandse consument. Want<br />

wie wil groeien, zal zich ook een beeld moeten vormen<br />

van de consument van de toekomst. Het onderzoeksbureau<br />

NFO Trendbox maakt bij haar trendprognoses<br />

gebruik van een scenariomethode die in de jaren zeventig<br />

is ontwikkeld door Shell. Volgens directeur Goos<br />

Eilander dienen toekomstscenario's als referentiekader bij<br />

het denken over de toekomst van marktsegmenten en<br />

bestedingsgroepen. De scenariomethode komt er op<br />

neer dat op grond van de kernvraag (bijvoorbeeld: hoe<br />

ziet Nederland eruit in 2015?) de twee belangrijkste<br />

omgevingsvariabelen worden gedefinieerd (voor<br />

Nederland in 2015: ontwikkeling van economie en<br />

waarden). Deze twee omgevingsvariabelen worden in<br />

CUSTOMER MINDING<br />

een assenstelsel geplaatst zodat er vier mogelijke situaties<br />

(scenario's) ontstaan, zie bovenstaande figuur. De<br />

scenario's worden inhoudelijk gevuld door bij de<br />

verschillende situaties te analyseren wat de gevolgen<br />

voor de driving forces zijn.<br />

Op die manier heeft NFO Trendbox vier toekomstscenario's<br />

ontwikkeld om een beeld te krijgen van Nederland<br />

in 2015, met economie en waarden als omgevingsvariabelen.<br />

De scenario's zijn: Back to Basics, Survival of the<br />

Fittest, Global Awareness en Hedonistic Society. In moordend<br />

tempo onderbouwt Eilander met illustratiemateriaal<br />

uit kranten en tijdschriften de verschillende scenario's. Zo<br />

geeft Eilander onder andere als voorbeelden voor Back to<br />

Basics: het besluit van Amerika om eerst bij de eigen<br />

staalproducenten te kopen, en een Zwitsers kassabonnetje<br />

waarop staat hoeveel procent van de gekochte producten<br />

uit de eigen streek komen. Voor het scenario<br />

Survival of the Fittest: een krantenkop 'cybersenioren<br />

bestormen world wide web', de constatering dat succesvolle<br />

producten een appèl doen op de gezondheid, en de<br />

stormloop op een nieuwe vakantiebestemming: het<br />

Thaise ziekenhuis voor een snellere en betere operatie<br />

dan in Nederland. Voorbeelden voor het scenario Global<br />

Awareness, met als sleutelbegrippen transparantie en<br />

duidelijkheid: de claim in de reclamespotjes van DHL, en<br />

de belofte van de organisatie Rain Forest om 25% van de<br />

omzet terug te brengen naar het regenwoud. Tenslotte<br />

geeft Eilander ter onderbouwing voor het scenario van<br />

de Hedonistic Society: de experience economy, het toenemende<br />

bezoek aan attractieparken, en bijvoorbeeld<br />

een krantenkop als 'merk wordt winkel, winkel wordt<br />

merk.' Welk scenario op de meeste steun van Eilander<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

45


46<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

kan rekenen, blijft onbesproken. Wel is duidelijk dat ieder<br />

scenario veranderingen aan de zijde van de consument<br />

betekent en derhalve ook gevolgen heeft voor de producenten.<br />

Goed, dat er diverse ontwikkelingen gaande zijn bij de<br />

consumenten is duidelijk, maar hoe gaan producenten<br />

op dit moment met ontwikkelingen om? Joost Manassen<br />

bijt als algemeen directeur van Douwe Egberts<br />

Nederland het spits af. Volgens Manassen heeft DE als<br />

marktleider de verantwoordelijkheid om de daling in de<br />

koffiemarkt te stoppen. Naast het stagneren van de<br />

markt is er voor koffieproducenten een andere belangrijke<br />

trend, namelijk individualisering. Waar mensen vroeger<br />

met z'n allen rond de tafel gingen zitten met een<br />

grote pot koffie, waarvan de helft werd weggegooid<br />

('dat was een belangrijk deel van de omzet'), daar zetten<br />

mensen nu één of twee kopjes, alleen voor zichzelf. Alles<br />

tezamen kon Manassen niet anders dan concluderen dat<br />

de huidige manier van koffiebrouwen niet aansluit op de<br />

way of living van consumenten. Als reactie heeft Douwe<br />

Egberts vervolgens in samenwerking met Philips het koffiezetapparaat<br />

Senseo Crema ontwikkeld. Manassen<br />

meent dat Senseo voorziet in de vraag naar variatie,<br />

kwaliteit en individuele consumptie, de resultaten met<br />

600.000 verkochte apparaten in het eerste jaar overtreffen<br />

immers alle verwachtingen. Uiteraard levert DE de<br />

lekkerste koffie voor dit apparaat. Wat zijn volgens<br />

Manassen de belangrijkste leerpunten van deze innovatie?<br />

Simpel: durf gebruik te maken van elkaars krachten<br />

(DE is marktleider op het gebied van koffie, Philips maakt<br />

de beste koffiezetapparaten), laat medewerkers in 'isolatie'<br />

aan een dergelijk project werken ('om de scherpe<br />

kantjes te behouden', wat goed is voor de kwaliteit) en<br />

stimuleer ondernemerschap in hen!<br />

Voor Marc de Swaan Arons van EffectiveBrands begint<br />

het 'in de huid kruipen van de consument' met het herkennen<br />

en erkennen van de most valuable customers.<br />

Hierdoor kun je écht gerichte, serieuze aanbiedingen<br />

doen aan klanten, waarmee een organisatie duidelijk<br />

maakt dat ze haar klanten serieus neemt. De Swaan<br />

Arons signaleert een spanningsveld tussen enerzijds merken<br />

(gericht op focus, global presence en development)<br />

en anderzijds klanten (geïnformeerd, lokale herkenning,<br />

nut). Maar veel bedrijven maken al in een eerder stadium<br />

een grove fout door hun markten onjuist (te smal) te definiëren.<br />

Om dit te vermijden is het voor een bedrijf<br />

belangrijk om te weten welke producten door consumenten<br />

gezien worden als vergelijkbare producten,<br />

meent De Swaan Arons. Op die manier kun je elk product<br />

herleiden tot een oorspronkelijke basisbehoefte en<br />

is er een basis voor innovatie. Vanuit die benadering is<br />

Lego tot het inzicht gekomen dat kinderen eigenlijk op<br />

zoek zijn naar competitie, en dat kan dus wel met legosteentjes<br />

maar ook met andere producten. Met Bionicle,<br />

SEMINARS<br />

het nieuwe product dat in Amerika alle verkooprecords<br />

breekt, ga je als kind de strijd pas écht aan! Hoe kan een<br />

organisatie omgaan met het geschetste spanningsveld?<br />

De Swaan Arons geeft twee adviezen. In de eerste plaats<br />

moet een organisatie zorgen voor een duidelijke brand<br />

promise, die de basis is voor alle merkactiviteiten wereldwijd.<br />

Vervolgens vindt de brand activation lokaal plaats.<br />

Consumenten verwachten dat een merk mondiale allure<br />

heeft, maar tegelijkertijd vertrouwd is met en bij de<br />

lokale omgeving.<br />

Baptiest Coopmans ziet leidinggeven en ondernemerschap<br />

als de belangrijkste drivers of growth. De directeur<br />

van IgloMora Groep gebruikt de metafoor van een tuinman<br />

om zijn visie te etaleren. Je moet als directeur, maar<br />

ook als medewerker, de activiteiten verrichten van een<br />

tuinman: onkruid wieden, tijdig snoeien, dood hout weghalen<br />

van een boom, want anders kan de stam niet<br />

groeien, etc. Volgens Coopmans zit groei niet in één product-marktcombinatie,<br />

maar in een heel bedrijf. Door<br />

met multidisciplinaire teams te werken, probeert<br />

Coopmans de betrokkenheid en passie van medewerkers<br />

in het bedrijf terug te krijgen. In die zogenaamde category<br />

channel teams zijn alle functies vertegenwoordigd;<br />

van procesmanagers tot creatieve geesten. Zij zijn eigen<br />

baas, moeten hun eigen broek ophouden en worden<br />

derhalve afgerekend op hun financiële doelstellingen en<br />

alles wat er nog meer komt kijken bij ondernemerschap.<br />

Heeft drivers of growth aan onze verwachtingen voldaan?<br />

Als je ervan houdt om succesverhalen uit de<br />

eerste hand te horen: ja. Maar voor degenen die hun<br />

vakliteratuur bijhouden was dit congres vermoedelijk niet<br />

meer dan een opfriscursus. In ieder geval is nogmaals<br />

duidelijk geworden dat drivers of growth te vinden zijn<br />

bij zowel consumenten als binnen een organisatie. En<br />

mogen we dus spreken van verzadigde markten? De<br />

marketeers vinden van niet. En van verzadigde marketeers?<br />

Daar verschillen de meningen nog over.<br />

SERVICEBRANDING<br />

De medewerker als merkdrager<br />

Verslag seminar ‘Extending Your Brand to Employees’<br />

Chicago, 21 en 22 februari 2002<br />

Merkenbouw is van<br />

oorsprong sterk extern<br />

gericht. Alles draait om<br />

het creëren van een<br />

positie in het brein van<br />

de consument. Hierbij<br />

wordt een andere, minstens<br />

zo belangrijke doelgroep vaak over het hoofd<br />

gezien: de managers en medewerkers van de organisatie.<br />

In de huidige diensteneconomie is het gedrag van mede-<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


werkers bepalend voor het oordeel van klanten. Om die<br />

reden is het voor merkenbouwers van wezenlijk belang<br />

dat de merkbelofte niet alleen aan externe maar ook aan<br />

interne doelgroepen wordt overgedragen. Ieder contact<br />

tussen klant en dienstverlener is immers voor het merk<br />

een moment van de waarheid! Niet alleen moet de<br />

medewerker zich meer bewust worden van zijn taak als<br />

merkdrager, maar ook zal de organisatie haar medewerkers<br />

hiervoor moeten toerusten.<br />

Interne en externe communicatie zijn doorgaans niet of<br />

nauwelijks op elkaar afgestemd, met als gevolg dat consumenten<br />

dagelijks worden bestookt met verleidelijke<br />

merkbeloftes. Die beloftes berusten eerder op een door<br />

merkbouwers gekoesterde wens (‘aspirational brand promises’),<br />

dan dat zij door medewerkers worden uitgedragen.<br />

Hoewel het credo ‘living the brand’ steeds luider<br />

klinkt, is de praktijk nog weinig omvattend. Meestal<br />

komt een bedrijf niet verder dan een nieuwsbrief over de<br />

nieuwe merkstrategie, een paar ondersteunende posters<br />

voor de nieuwe campagne, of een sessie om de nieuwe<br />

reclamespot aan betrekkelijk argeloze managers en<br />

medewerkers te vertonen: de mensen kijken ernaar, denken<br />

er het hunne van en gaan vervolgens weer gewoon<br />

aan het werk. Het is niet verrassend dat de impact van<br />

dergelijke activiteiten in de regel gering is.<br />

De groei in het aantal congressen over service branding<br />

geeft aan dat het thema actueler is dan ooit en dat er<br />

veranderingen op komst zijn. In Chicago vond in februari<br />

het congres ‘Extending your Brand to Employees’<br />

plaats. Een divers gezelschap marketeers, communicatiedeskundigen<br />

en human resourcemanagers had zich verzameld<br />

om te praten over de do’s en don’ts van interne<br />

merkenbouw.<br />

Perspectieven<br />

Wat geeft de discussie over interne merkenbouw ons aan<br />

nieuwe inzichten en leerpunten? Om te beginnen dat het<br />

vakgebied gebukt gaat onder een groeiend aantal<br />

namen en concepten. De gehanteerde termen variëren<br />

van ‘internal branding’, ‘employee branding’, ‘employment<br />

branding’, ‘talent branding’ en ‘people branding’<br />

tot ‘service branding’. Oorzaak van de vele benamingen<br />

is dat interne merkenbouw vanuit drie perspectieven<br />

wordt benaderd, namelijk: marketing, corporate communicatie<br />

en human resources. Gelukkig schuilt achter de<br />

diversiteit van termen wel één kerngedachte: maak van<br />

de medewerker een merkdrager.<br />

Vanuit het perspectief van marketing heeft de afgelopen<br />

jaren de geïntegreerde marketingcommunicatie veel terrein<br />

gewonnen. Daarnaast is duidelijk geworden dat<br />

medewerkers een cruciale rol spelen bij het bepalen van<br />

klantbelevingen. Aangezien het merk een wezenlijk<br />

onderdeel is van de klantbeleving, is het niet meer dan<br />

SEMINARS<br />

logisch dat bedrijven aandacht besteden aan de manier<br />

waarop de medewerkers het merk uitdragen. Centraal<br />

staat dat zij zich gedragen overeenkomstig de<br />

merkwaarden, met andere woorden dat hun gedrag<br />

‘merkwaardig’ is. Het accent bij ‘living the brand’ ligt<br />

vooral op het internaliseren van de merkwaarden.<br />

Succesvolle bedrijven op dit gebied zijn Starbucks, Ritz<br />

Carlton en Saturn. Opvallend bij deze bedrijven is dat zij<br />

hun onderscheidende merk bouwen door zich primair te<br />

richten op het interne merk. Starbucks bijvoorbeeld<br />

focust zich geheel op het creëren van interne<br />

‘merkambassadeurs’. Zonder omvangrijke investeringen<br />

in merkcampagnes is het bedrijf door die werkwijze<br />

beland in de top-100 van meest gewaardeerde wereldmerken.<br />

Vanuit het perspectief van corporate communicatie is de<br />

aandacht voor interne merkbouw gevoed door resultaten<br />

van onderzoek naar de relatie tussen de kracht van de<br />

organisatiecultuur (‘strong culture’) en de financiële<br />

prestaties van een bedrijf. Bij deze invalshoek ligt het<br />

accent op het formuleren en kiezen van kernwaarden die<br />

ten grondslag liggen aan de merkwaarden. Een belangrijke<br />

voorwaarde voor een sterke cultuur is dat er een<br />

logische samenhang is tussen kernwaarden en merkwaarden,<br />

hetgeen nu nog ontbreekt bij de meeste<br />

bedrijven. Uit onderzoek van &Samhoud bij een grote<br />

organisatie kwam onlangs naar voren dat op verschillende<br />

bedrijfsniveaus (corporate, divisie, afdelingen) niet<br />

alleen totaal verschillende kernwaarden worden gehanteerd,<br />

maar ook een veelvoud van merkwaarden (corporate<br />

merk, divisiemerk, consumentenmerk, employmentmerk).<br />

Het is begrijpelijk dat in deze context de kern- en<br />

merkwaarden weinig tot de verbeelding spreken. Bij deze<br />

organisatie is corporate communicatie nu bezig om de<br />

verschillende waarden op elkaar af te stemmen, zodat<br />

een cultuur ontstaat die medewerkers aanspreekt, bindt<br />

en motiveert.<br />

Vanuit het perspectief van human resources is de aandacht<br />

voor het interne merk ingegeven door de noodzaak<br />

om talentvolle medewerkers te werven en te binden<br />

aan de onderneming. Het creëren van een ‘employeebrand’<br />

stelt HR-managers in staat om een sterke reputatie<br />

op de arbeidsmarkt te verwerven en biedt de mogelijkheid<br />

om de oplopende wervingskosten van personeel<br />

te beteugelen. Loyale medewerkers, die fungeren als<br />

ambassadeur van de organisatie (‘employee champions’),<br />

dragen ook bij aan een sterke reputatie op de<br />

arbeidsmarkt (‘employer of choice’).<br />

IBM: Afstemmen van kern- en merkwaarden<br />

Voor startende bedrijven als Starbucks en Saturn is het<br />

betrekkelijk eenvoudig om kernwaarden en merkwaarden<br />

op elkaar af te stemmen. Voor bedrijven met<br />

een lange geschiedenis op dit gebied zijn dit soort<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

47


48<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

exercities veel bewerkelijker en complexer. Het vertrekpunt<br />

is evenwel gelijk in beide situaties: het gaat erom<br />

een gemeenschappelijk betekenisveld te vinden tussen<br />

beleving van medewerker en klant. Het antwoord op<br />

vragen als ‘Wie zijn wij?’ en ‘Hoe willen wij werken?’<br />

(kernwaarden) moet op een logische en zinvolle wijze<br />

verbonden zijn met het antwoord op de vragen ‘Hoe willen<br />

wij op de markt opereren?’ en ‘Hoe willen wij onze<br />

klanten bedienen?’ (merkwaarden).<br />

In het geval van IBM is het gemeenschappelijk betekenisveld<br />

gevonden in het concept van de ‘lerende<br />

organisatie’. Intern richt IBM zich sterk op het creëren<br />

van een omgeving, waarin leren en innovatie zoveel<br />

mogelijk worden gestimuleerd. Op de consumentenmarkt<br />

positioneert IBM zich als een leverancier van<br />

oplossingen (‘solutions for a small plant’). De ‘lerende<br />

organisatie’ vormt op deze manier de verbindende<br />

schakel tussen interne en externe ambities.<br />

Drivers of success<br />

Welke factoren zijn nu bepalend voor succes en falen bij<br />

interne merkenbouw? In de eerste plaats is strategische<br />

verankering van het interne en externe merk in de top<br />

van een organisatie vereist. De top moet strategische lijnen<br />

uitzetten, beslissingen<br />

nemen, mensen en afdelingen bij<br />

elkaar brengen en mogelijke<br />

stammenstrijden beslechten.<br />

Hiermee zijn we direct bij de<br />

grootste valkuil beland. In het<br />

algemeen is er op topniveau weinig<br />

belangstelling voor (interne)<br />

merken. De praktijk leert dat<br />

onvoldoende commitment van<br />

de top kan leiden tot het vroegtijdig<br />

staken van interne merktrajecten.<br />

Om nog maar te zwij-<br />

Marketing<br />

’Living the Brand’<br />

Wat bieden we de klant?<br />

gen van het onderling gekrakeel dat ontstaat als één van<br />

de hiervoor genoemde perspectieven het primaat naar<br />

zich toe wil trekken.<br />

In de tweede plaats is onderlinge afstemming en samenwerking<br />

tussen human resources, communicatie en marketing<br />

essentieel. Sleutelwoorden in dit verband zijn<br />

alignment en teamwork. Hiervoor is het noodzakelijk dat<br />

alle betrokkenen over een gemeenschappelijk referentiekader<br />

beschikken. We zien hier dat het model van de<br />

Service Profit Chain (Harvard University) zich voor steeds<br />

meer bedrijven ontpopt als referentiekader. Het grote<br />

voordeel van dit model is dat HR, marketing en finance<br />

nadrukkelijk met elkaar worden verbonden. Door de link<br />

met financiële opbrengsten is het mogelijk om investeringen<br />

in interne merkenbouw te verantwoorden aan de<br />

top. Een manager van een IT-bedrijf gaf tijdens het congres<br />

een mooi voobeeld uit de praktijk. Hij had de top<br />

Corporate Communication<br />

’Stronger Culture’<br />

Wie zijn wij?<br />

Finance<br />

’Brand Equity’<br />

Wat levert het op?<br />

van zijn organisatie gewezen op het feit dat het personeelsverloop<br />

als gevolg van een internal branding-traject<br />

met 7% was gedaald. Hierdoor had het bedrijf ongeveer<br />

twintig miljoen dollar aan onkosten bespaard. Op grond<br />

van deze informatie is besloten om het project voort te<br />

zetten.<br />

De derde randvoorwaarde voor succes is het op meetbare<br />

wijze verantwoorden van de geleverde prestaties<br />

(‘accountability’). In veel bedrijven is het gebrek aan<br />

transparantie de oorzaak van gebrekkige communicatie<br />

en samenwerking van HR, marketing, finance en communicatie.<br />

Met het inzichtelijk maken van geleverde<br />

prestaties legt een bedrijf de basis voor mogelijk vruchtbare<br />

samenwerkingsverbanden tussen de verschillende<br />

afdelingen.<br />

De vierde randvoorwaarde heeft betrekking op de planning<br />

van een intern merktraject. Er bestaat geen twijfel<br />

over dat een dergelijk traject nooit lukraak gestart mag<br />

worden. Een goed moment (‘window of opportunity’)<br />

ontstaat bijvoorbeeld bij ingrijpende veranderingen (een<br />

fusie of reorganisatie) of op het moment dat (nieuwe)<br />

leiders in branding gaan geloven en het nut inzien van<br />

interne en externe merkenbouw.<br />

Human Resources<br />

’Employement Brand’<br />

Wat bieden we de medewerker?<br />

SEMINARS<br />

De vijfde en wellicht belangrijkste<br />

randvoorwaarde is dat<br />

betrokkenen inzien dat branding<br />

niet draait om abstracte boodschappen,<br />

maar om de<br />

emotionele verbondenheid en<br />

betrokkenheid van de mensen.<br />

Het wordt nogal eens over het<br />

hoofd gezien dat medewerkers<br />

het kloppend hart zijn van het<br />

merk. Hoewel het terrein vergeven<br />

is van termen die een sterke<br />

personificatie van merken suggereren, is de aandacht<br />

voor de menselijke component in de merkenbouw vaak<br />

ver te zoeken. Om merken in de hoofden van mensen –<br />

in dit geval managers en medewerkers – te verankeren,<br />

is aandacht en tijd nodig. En juist op dit punt schieten<br />

veel merkenbouwers tekort.<br />

Toekomst<br />

Een onderzoek onder managers van Fortune top-100bedrijven<br />

bevestigt het idee dat merkenbouw in de toekomst<br />

een integraal karakter zal hebben. Afstemming<br />

tussen interne en externe communicatie zal daarbij de<br />

meeste aandacht vereisen. Zowel de spelers (top, human<br />

resources, communicatie, finance) als de spelregels zullen<br />

bijgesteld gaan worden. Niet alle bedrijven zullen daarbij<br />

even radicaal zijn als Starbucks, maar de verwachting is<br />

wel dat het accent gaat verschuiven in de richting van<br />

interne communicatie.<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


BOEKEN<br />

DE SERVICEGERICHTE ONDERNEMING<br />

Brian Clegg, Amsterdam 2001<br />

Over goede klantenservice wordt<br />

door bedrijven weliswaar veel<br />

gepraat, maar het in praktijk<br />

brengen: ho maar! Onderzoek<br />

wijst keer op keer uit dat consumenten<br />

diep ongelukkig zijn met<br />

het serviceniveau. De verhalen<br />

en anekdotes over slechte dienstverlening<br />

liggen voor het oprapen.<br />

Talloze mediaprogramma's,<br />

krantenrubrieken en websites<br />

verheffen de gebrekkige klantenservice tot hoofdthema.<br />

Waar komt deze onvrede toch vandaan? Volgens Brian<br />

Clegg, voormalig manager van British Airways en tegenwoordig<br />

werkzaam als consultant, is hierop slechts één<br />

antwoord mogelijk: bedrijven beseffen te weinig dat<br />

klanten op zoek zijn naar aandacht en uniciteit. Of zoals<br />

hij het omschrijft: 'Het ontbreekt de meeste bedrijven<br />

aan klantcharisma. Een onderneming met charisma geeft<br />

de consument iets speciaals. Een charismatische onderneming<br />

biedt producten of diensten, die een speciale<br />

reactie oproepen bij consumenten.'<br />

Clegg plaatst de roep om klantcharisma tegen de enorm<br />

gestegen verwachtingen van consumenten. Mensen zijn<br />

wereldwijs geworden. Ze reizen de hele wereld rond en zien<br />

dat het wel degelijk anders kan. Ze worden door de media<br />

geïnformeerd en discussiëren op het internet over hun ervaringen<br />

en frustraties. De meeste bedrijven reageren hier<br />

onvoldoende op of vaak helemaal niet. De tevredenheid<br />

over de eigen prestaties vertaalt zich binnen veel bedrijven<br />

in regelrechte arrogantie. Verhalen over tekortschietende<br />

service worden afgewimpeld als flauwekul en gezeur.<br />

Customer service wordt gezien als een gepasseerd station.<br />

Aan zorg voor klanten wordt hooguit lippendienst bewezen.<br />

De inzet van allerlei nieuwe technologieën heeft een<br />

gestandaardiseerde en ingeblikte klantenservice opgeleverd<br />

,die kraak noch smaak heeft. In plaats van zich te bekommeren<br />

om de problemen van personeel en klanten, richt de<br />

gemiddelde marketeer zich op het maken van advertenties,<br />

die slechts een droombeeld scheppen, en waarin met geen<br />

woord wordt bericht over wachtrijen, vertragingen en andere<br />

vormen van evident ongemak. De sleutel tot verandering<br />

ligt volgens Clegg dus in het begrip 'charisma'.<br />

Charisma heeft alles te maken met inspiratie en passie.<br />

CUSTOMER MINDING<br />

Het is de eigenschap van een individu of organisatie om<br />

enthousiasme, belangstelling en genegenheid bij anderen<br />

op te roepen. In zijn boek formuleert hij twaalf verschillende<br />

charisma-concepten waarmee bedrijven zich<br />

positief kunnen onderscheiden. De basis van deze twaalf<br />

componenten wordt gevormd door component nummer<br />

één: oneindig veel meer doen. Hoewel het nog steeds<br />

een belangrijk vertrekpunt van verbeteractiviteiten<br />

vormt, is "iets extra's doen" al lang geen winnende formule<br />

meer. Om uit de grauwe servicemassa te steken,<br />

moeten bedrijven oneindig veel meer doen. Zij moeten<br />

hun klanten iets bijzonders geven, waardoor zij een<br />

warm gevoel krijgen.<br />

De tweede component van klantcharisma bestaat uit het<br />

herstellen van gemaakte fouten. Een voor de hand liggende<br />

gedachte, maar een bezoek aan klachtensites leert<br />

dat organisaties er van alles aan doen om hun klanten<br />

totaal van zich te vervreemden. Ook hier geldt dat<br />

gebrek aan aandacht voor de behoeften en zorgen van<br />

klanten aan de basis ligt van openlijke desinteresse om<br />

fouten te herstellen.<br />

Liefde voor het product is een volgende stap in de wording<br />

van een onderneming met klantcharisma. De<br />

industrie - denk hierbij aan de automobielindustrie, de<br />

parfumindustrie of aan producenten van bier en frisdranken<br />

- is zeer goed in staat gebleken om haar producten<br />

een magische touch te geven. Afgezien van bedrijven die<br />

zich op entertainment richten (denk aan Disney, maar<br />

ook de horeca) hebben de meeste dienstverleners niets<br />

magisch te bieden. Waar blijft bijvoorbeeld de magie van<br />

financiële dienstverleners? Waarom moet het allemaal zo<br />

grijs en grauw zijn?<br />

De andere negen charisma-concepten variëren van het<br />

persoonlijk herkennen van klanten tot het aangaan van<br />

de daadwerkelijke dialoog, het bieden van technische<br />

snufjes en het geven van een gevoel dat de onderneming<br />

van de klanten is. Elk van die componenten kan apart of<br />

in combinatie met de anderen een rol spelen bij charismatische<br />

klantenservice. Zo blinkt de Amerikaanse<br />

retailer Nordstrom bijvoorbeeld uit in het rechtzetten van<br />

gemaakte fouten. Zo weet Virgin perfect gebruik te<br />

maken van de 'star power' van topman Richard Branson.<br />

Met enige nadruk wijst Clegg erop dat het benutten van<br />

de unieke kwaliteiten weliswaar de minst toegepaste,<br />

maar eigenlijk de meest belangrijke component is om<br />

charisma te genereren. Ieder bedrijf beschikt over unieke<br />

mensen en unieke verhalen. In plaats van voortdurend te<br />

grijpen naar gestandaardiseerde middelen om de klan-<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

49


50<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

tenservice te verbeteren, doen bedrijven er verstandiger<br />

aan hun oor bij de eigen mensen en eigen verhalen te<br />

luister te leggen. Over de vraag of bedrijven hier ook<br />

daadwerkelijk toe zullen overgaan, is Clegg ambivalent<br />

gestemd. In elk land zijn volgens hem wel een aantal<br />

dienstverleners aan te wijzen, die de tekens van de tijd<br />

goed hebben begrepen. Het gros van de dienstverleners<br />

is evenwel met heel andere zaken bezig, zoals kostenbeperking<br />

of het fuseren met andere bedrijven om zodoende<br />

nóg groter en nóg anoniemer te worden. Veel grote<br />

organisaties hebben de kans op persoonlijk contact willens<br />

en wetens verspeeld, zoals bijvoorbeeld de bancaire<br />

wereld. Door het sluiten van kantoren en filialen hebben<br />

banken zich aardig in de voeten geschoten. De claim van<br />

banken dat zij klantbehoeften centraal stellen, is immers<br />

volstrekt ongeloofwaardig nu zij er de afgelopen periode<br />

alles aan hebben gedaan om persoonlijk contact en het<br />

opbouwen van een relatie onmogelijk te maken.<br />

Vanwege de vele voorbeelden is 'De servicegerichte<br />

onderneming' niet alleen een plezierig boek om te lezen,<br />

maar ook een boek dat tot nadenken stemt. Het is de<br />

volgende stap die dienstverleners moeten zetten nu alle<br />

euforie over internet en CRM-technologie aan het wegebben<br />

is. Een boek ook dat terugvoert tot de essentie<br />

van dienstverlening: de kwaliteit van de contacten tussen<br />

dienstverlener en klant.<br />

KLANTENLOYALITEIT<br />

Over ongelijke behandeling in het digitale tijdperk<br />

M. Bügel, Pearson 2002<br />

'De komende decennia hebben<br />

de klanten het voor het zeggen,<br />

geholpen door gebruiksvriendelijke<br />

technologie. Voor bedrijven<br />

betekent dit dat het hebben van<br />

een klantenbestand alléén niet<br />

meer voldoende is. Het zal, met<br />

de toenemende macht van de<br />

klant, gaan om de loyaliteit van<br />

de klanten uit het bestand.<br />

Bedrijven zullen er de komende<br />

jaren alles aan moeten doen om de loyaliteit binnen het<br />

klantenbestand te verhogen. Voor het ontwikkelen van<br />

klantenloyaliteit is het essentieel producten, service en<br />

dienstverlening af te stemmen op de wensen en verwachtingen<br />

van de klant. Helaas verschillen deze wensen<br />

en verwachtingen tussen consumenten. Een uniforme<br />

aanpak voor alle consumenten zal in de praktijk dan ook<br />

weinig effect sorteren. Bij de ontwikkelingen van een<br />

effectieve loyaliteitsstrategie spelen de individuele eisen<br />

en wensen van de consument een belangrijke rol. Hoe<br />

kan, rekening houdend met de individuele eisen en wen-<br />

BOEKEN<br />

sen van klanten, op een bedrijfseconomische manier een<br />

loyaliteitsstrategie worden ontwikkeld?'<br />

Aldus Marnix Bügel, partner bij VODW Marketing, in het<br />

voorwoord van zijn boek over klantenloyaliteit. Het boek<br />

bestaat uit vier delen waarin klantenloyaliteit, klantenparticipatie,<br />

loyaliteitsprogramma's en loyaliteitsdifferentiatie<br />

centraal staan. Bügel heeft zijn boek om verschillende<br />

redenen geschreven. In de eerste plaats om met de<br />

besproken concepten iets toe te voegen aan de bestaande<br />

theorieën over loyaliteit. Ten tweede om de hiaten in<br />

de bestaande literatuur op te vullen, en in de derde plaats<br />

om de resultaten van een VODW-onderzoek naar loyaliteit<br />

te presenteren.<br />

In het eerste deel wordt het belang en de theorie van<br />

klantenloyaliteit uit de doeken gedaan. Het zeer bekende<br />

onderzoek van Reicheld en Sasser (1990) naar winstgevendheid<br />

van klanten vormt hierbij de basis.<br />

Vervolgens benadrukt de auteur het verband tussen<br />

loyaliteitsinstrumenten (zoals programma's, acties, positionering<br />

en branding, etc.) en de drivers van loyaliteit<br />

(zoals vertrouwen, tevredenheid, investering, kwaliteit<br />

van de alternatieven, etc.).<br />

Onder klantenparticipatie (deel twee) worden activiteiten<br />

verstaan die de klant - als gevolg van het contact met<br />

het bedrijf - zelf moet uitvoeren en die later weer worden<br />

overgenomen door het bedrijf. Als voorbeeld noemt<br />

de auteur Air Miles, dat de spaarder de mogelijkheid<br />

biedt om een eigen website aan te maken. Op deze website<br />

kan de spaarder een spaardoel kiezen, bijvoorbeeld<br />

een vliegreis naar New York voor 3500 Air Miles. Op de<br />

persoonlijke site houdt de spaarder bij hoeveel Air Miles<br />

hij is verwijderd van zijn doel. De spaarder ontvangt een<br />

e-mail van Air Miles zodra hij zijn doel bereikt. Met één<br />

handeling neemt hij nu de dienst af. Daarnaast staat<br />

Bügel stil bij het beïnvloeden van loyaliteit tijdens de verschillende<br />

levensfasen van een klant: prospect, first-timebuyer,<br />

repeat customer en opzegging.<br />

Een model voor loyaliteitsprogramma's en de uitkomsten<br />

van het onderzoek zijn de hoofdpunten uit deel drie. De<br />

resultaten van het loyaliteitsonderzoek wijzen op duidelijke<br />

verschillen in effectiviteit van de diverse loyaliteitsprogramma's.<br />

Opvallend is de uitkomst dat bij ontwikkeling<br />

en inzet van loyaliteitsprogramma's de branche en<br />

het verschil in typen consumenten nauwelijks een rol<br />

spelen.<br />

'All clients are not created equal' is typerend voor deel<br />

vier over loyaliteitsdifferentiatie. Differentiëren tussen<br />

klanten blijkt een strategische must. De auteur behandelt<br />

service differentiatie en waardesegmentatie binnen<br />

loyaliteitsprogramma's. Daarnaast wordt een lans gebro-<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


ken voor het ontwikkelen van segmentatie- en voorspellingsmodellen<br />

op basis van gedragskenmerken én<br />

behoeften. Vooral het afstemmen van propositie en aanbod<br />

op de klantenbehoeften leidt tot een hogere effectiviteit<br />

van loyaliteitsactiviteiten.<br />

Vanuit een bedrijf kan klantwaarde bepaald worden op<br />

grond van omzet of winst. Beiden hebben als nadeel dat<br />

het momentopnames zijn, vandaar lifetime value als<br />

meest precieze maat om de huidige waarde van klanten<br />

voor een bedrijf te bepalen. Echter, voor het vaststellen<br />

van de potentiële waarde biedt het begrip weinig houvast.<br />

Na een hoopgevend begin levert het boek een bescheiden<br />

bijdrage aan de theorie over klantenloyaliteit. De<br />

toegevoegde waarde zit voornamelijk in de ordening van<br />

informatie. Voor de beginner op het gebied van loyaliteit<br />

is de toegankelijkheid van informatie en de vlotte schrijfstijl,<br />

in combinatie met het gebruik van veel praktijkvoorbeelden<br />

en illustratiemateriaal, een ware verademing.<br />

Toch is het boek vooral een inkijk in de denkwereld van<br />

Marnix Bügel, VODW en de boeiende klanten die zij op<br />

hun pad tegenkomen. Voor de meer ervaren loyaliteitsdenkers<br />

is het boek meer een moment van herkenning.<br />

THE CUSTOMER DELIGHT PRINCIPLE<br />

Exceeding customers’ expectations for bottom-line success<br />

Keiningham en Vavra, New York 2001<br />

De auteurs vallen met de deur<br />

in huis door te stellen dat er<br />

geen duidelijke positieve relatie<br />

is tussen klanttevredenheid en<br />

winstgevendheid bij Southwest<br />

Airlines, Wal-Mart en Colgate-<br />

Palmolive. Sterker nog, bij deze<br />

bedrijven daalde tussen 1994<br />

en 1999 de klanttevredenheid<br />

met 5 tot 7 punten op een<br />

schaal van 100, terwijl in dezelfde<br />

periode de winst met een factor 2 tot 5 verhoogd<br />

werd!<br />

Een paar jaar geleden gingen we ervan uit dat klanttevredenheid,<br />

klantenloyaliteit en winstgevendheid zich<br />

hand in hand ontwikkelen. Bedrijven die in staat zijn om<br />

de klanttevredenheid te verbeteren, zijn slim bezig en<br />

verbeteren uiteindelijk hun bottom-line. Die zekerheid<br />

wordt marketeers ontnomen in het boek van<br />

Keiningham en Vavra, wiens motivatie om dit boek te<br />

schrijven is gevoed door de apathie binnen de meeste<br />

bedrijven bij de gangbare klanttevredenheidsprogramma’s.<br />

De twee Amerikaanse consultants betogen op<br />

BOEKEN<br />

overtuigende wijze en met veel cijfermateriaal, dat<br />

klanttevredenheid een continuüm is met grofweg drie<br />

zones, namelijk de zones van Pain, Mere Satisfaction en<br />

Delight.<br />

Het zal duidelijk zijn dat klanten in de zone van Pain<br />

ronduit ontevreden zijn en dit heeft een negatief effect<br />

op de bottom-line. Nieuw is echter het inzicht dat<br />

gemiddeld tevreden klanten nauwelijks een garantie voor<br />

financieel succes zijn. De essentie van the Customer<br />

Delight Principle is in de onderstaande figuur weergegeven.<br />

Zodra klanten de vlakke zone van Mere Satisfaction<br />

verlaten en de zone van Delight betreden, gaan zij het<br />

gedrag vertonen dat overeenkomt met de doelen van<br />

organisaties (bijvoorbeeld verhoogde retentie, herhalingsaankopen<br />

en aanbeveelgedrag, etc.). Gewone,<br />

gemiddelde klanttevredenheid is daarvoor simpelweg<br />

niet toereikend.<br />

Hoe kan een organisatie de zone van Delight bereiken?<br />

De auteurs noemen een aantal kenmerken van succesvolle<br />

organisaties, zoals het positief verrassen van klanten<br />

door extreem goede service- of productkwaliteit, het<br />

streven naar het hoogste niveau van tevredenheid, en<br />

het overtreffen van verwachtingen van klanten.<br />

Daarnaast wijzen de auteurs op de rol van medewerkers<br />

voor het realiseren van customer delight. Uit hun onderzoek<br />

blijkt geen rechtstreeks verband tussen medewerkerstevredenheid<br />

en stijging van marktaandeel of winst.<br />

Toch spreken de voorbeelden van frontliners in de cases<br />

over Roche, Toys ‘R’ Us en Mercedes Benz USA het<br />

meest tot de verbeelding.<br />

Volgens Keiningham en Vavra zijn traditionele klanttevredenheidsonderzoeken<br />

vaak op zoek naar een bevestiging<br />

van hetgeen men doet, ook wel ‘smile surveys’<br />

genaamd. Zij houden om die reden een pleidooi voor het<br />

betrekken van klanten bij de voorbereiding van een<br />

klanttevredenheidsonderzoek. Een onderzoek moet zich<br />

richten op het vinden van ‘customer satisfaction maintaining’<br />

attributen en ‘delight creating’ attributen. Daarbij<br />

wordt opgemerkt dat de verbanden tussen de scores op<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

51


52<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

attributen en de mate van klanttevredenheid vaak asymmetrisch<br />

en non-lineair zijn, in tegenstelling tot de gangbare<br />

opvattingen.<br />

Het boek is een krachtig pleidooi voor een nieuwe<br />

manier van klanttevredenheidsonderzoek, voor het interpreteren<br />

en doorvertalen van resultaten naar concrete<br />

maatregelen. Gedachtegoed dat volledig in één lijn ligt<br />

met de filosofie van Customer Minding van &Samhoud.<br />

Iedereen die in zijn businessplan als doelstelling heeft de<br />

klanttevredenheid te verhogen van een 7.0 naar een 7.5,<br />

zet na het lezen van dit boek terecht vraagtekens bij de<br />

relevantie van die doelstelling. Een aanrader dus!<br />

DRIVING CUSTOMER EQUITY<br />

How customer lifetime value is reshaping corporate strategy<br />

R.T. Rust, V.A. Zeithaml en K.N. Lemon, Free Press 2000<br />

Klanten zijn het belangrijkste kapitaal<br />

van een onderneming, niet de productiefactoren<br />

of de producten.<br />

Uiteindelijk zijn het de klanten die<br />

voor de benodigde omzet zorgen.<br />

Klanten dekken de kosten en realiseren<br />

winst en groei van een onderneming.<br />

Hieruit volgt de logische conclusie<br />

van de auteurs: het meest<br />

succesvol zijn bedrijven die in staat<br />

zijn om hun klantkapitaal te<br />

maximaliseren.<br />

Volgens Rust et al. moet een organisatie niet sturen op de<br />

rentabiliteit van producten, maar op rentabiliteit van klantrelaties.<br />

Bedrijven hebben jarenlang gestuurd op de rentabiliteit<br />

van producten. Deze bedrijven volgden gedeeltelijk<br />

een vast patroon: 1) meet de winstgevendheid van de producten<br />

van het bedrijf, 2) bepaal een acceptabel niveau van<br />

winstgevendheid, 3) elimineer alle producten die niet aan de<br />

winstgevendheidscriteria voldoen, 4) ga terug naar 1 en<br />

herhaal. Succes gegarandeerd, zo lijkt het! Het gevaar van<br />

de benadering is de (dodelijke) spiraalwerking. Sommige<br />

onrendabele producten zijn namelijk wél belangrijk voor een<br />

bepaalde klantgroep. Door deze producten te verwijderen,<br />

kan een klant voor een andere organisatie kiezen, met als<br />

gevolg dat de oorspronkelijk rendabele producten óók<br />

onrendabel worden, want de vaste kosten blijven immers<br />

gelijk voor een kleiner aantal producten. Deze onrendabele<br />

producten worden vervolgens ook uit het assortiment<br />

gehaald en opnieuw kan er een klant verloren gaan. Enfin,<br />

dit scenario herhaalt zich net zo lang tot een faillissement<br />

erop volgt.<br />

Het ogenschijnlijk logische idee dat het elimineren van<br />

onrendabele producten leidt tot meer winst, is volgens<br />

BOEKEN<br />

de auteurs te verwerpen. Als vaste kosten worden verdeeld<br />

over minder producten, dan worden in beginsel<br />

alle resterende producten minder rendabel. En wat te<br />

denken van andere gevolgen van het elimineren van producten.<br />

Een mooi voorbeeld van een mogelijke relatie<br />

tussen rendabele en onrendabele producten zien we bij<br />

financiële dienstverleners in Nederland. Veel banken<br />

hebben hun verliesgevende balietransacties geautomatiseerd,<br />

waardoor er minder traffic is in bankfilialen.<br />

Klanten lopen door de automatisering minder vaak een<br />

filiaal binnen. Hierdoor is de kans dat een klant andere<br />

(winstgevende!) producten gaat afnemen, door ‘toevallige’<br />

productconfrontatie in het filiaal, aanzienlijk kleiner<br />

geworden. En dit leidt er vervolgens toe dat andere producten<br />

weer onrendabel worden!<br />

De ‘oplossing’ ligt volgens de auteurs in het sturen op de<br />

rentabiliteit van klantrelaties in plaats van de rentabiliteit<br />

van producten. In Driving Customer Equity (=klantkapitaal)<br />

laten ze zien hoe dat in de praktijk gaat. Customer<br />

equity wordt omschreven als de som van de gedisconteerde<br />

lifetime value van alle klanten van een bedrijf. Een<br />

bedrijf kan de customer equity maximaliseren door te<br />

investeren in drie drivers, te weten: value equity (de perceptie<br />

van de functionele waarde/resultaat), brand equity<br />

(de perceptie van de emotionele waarde) en retention<br />

equity (de perceptie van de relationele waarde).<br />

In duidelijke en eenvoudige taal leggen Rust et al. uit hoe<br />

managers een bedrijfsstrategie kunnen formuleren aan<br />

de hand van (een combinatie) van de drivers. Zo kan<br />

value equity worden verhoogd door te investeren in<br />

kwaliteit, prijs en gemak. Bij brand equity spelen de factoren<br />

merkbewustzijn, de houding van een klant ten<br />

opzichte van het merk, en de klantperceptie van de ethische<br />

normen en waarden van het merk. Hier attenderen<br />

de auteurs op juiste toepassing van de communicatiemix,<br />

events en merkextensies. Aan de verhoging van retention<br />

equity liggen doorgaans loyaliteitsprogramma’s en<br />

community bouwende programma’s ten grondslag.<br />

Meten is weten, zo luidt de overtuiging van de auteurs.<br />

Meten helpt managers te bepalen hoe zij scoren op de<br />

drivers van customer equity. Dit stelt hen in staat om op<br />

grond van cijfers te investeren in die gebieden waar de<br />

pay-off het grootst is. Gebaseerd op metingen van customer<br />

equity beschrijft het boek hoe managers kunnen<br />

bepalen welke drivers het belangrijkst zijn in hun<br />

bedrijfstak, hoe zij efficiënte keuzes kunnen maken tussen<br />

uitgaven aan deze drivers en hoe zij de financiële<br />

return op deze uitgaven kunnen bepalen.<br />

De boodschap van de auteurs is duidelijk: in een tijd<br />

waarin bedrijven steeds minder vertrouwen op financiële<br />

berichtgeving en accountants om een duidelijk beeld van<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


een bedrijf te geven, wordt inzicht in het klantenbestand<br />

steeds belangrijker voor alle belanghebbenden. Uiteindelijk<br />

zijn klanttevredenheid en klantloyaliteit, en daarmee<br />

klantkapitaal de beste voorspellers van toekomstige<br />

cash flows voor een bedrijf.<br />

SYNERGETISCHE MARKETING<br />

Een visie op oorzaken en gevolgen van veranderend<br />

consumentengedrag<br />

Th. Poiesz en F. van Raaij, Amsterdam 2002<br />

De tijd is voorbij dat aanbieders<br />

van producten en diensten nauwelijks<br />

moeite hoefden te doen<br />

om klandizie te vinden. Vrijwel<br />

alle markten hebben anno 2002<br />

hun verzadigingspunt bereikt.<br />

De concurrentie is moordend.<br />

Meer en intensievere marketing<br />

is zinloos geworden. Consumenten<br />

stellen geen prijs op de<br />

tachtigste variant van een GSMtoestel.<br />

Om het hart van de consument te veroveren, is<br />

een totaal andere marketingbenadering vereist, die niet<br />

het belang van de aanbieder van producten en diensten<br />

centraal stelt, maar dat van de consument. Om de huidige<br />

impotentie van de marketing te doorbreken zijn<br />

rigoureus andere stappen vereist. Deze komen uitgebreid<br />

ter sprake in het pas verschenen boek Synergetische<br />

marketing van de Tilburgse hoogleraren Theo Poiesz en<br />

Fred van Raaij.<br />

Aan de productkant nemen Poiesz en Van Raaij een toenemende<br />

'product sophistication' waar, die zich beweegt<br />

in de richting van het aanbod van metapakketten: een<br />

combinatie van producten en diensten die afkomstig<br />

(kunnen) zijn uit verschillende categorieën. De relatie<br />

tussen aanbod en vraag ontwikkelt zich in de richting van<br />

steeds langduriger relaties, met als hoogst bereikbare<br />

vorm de relatie voor het leven. De marketing beweegt<br />

zich volgens Poiesz en Van Raaij naar een situatie toe,<br />

waarin één partij optreedt als een vertrouwensrelatie<br />

voor de consument. Deze partij, die kan bestaan uit een<br />

persoon, een database of een combinatie van beide,<br />

levert een verzameling van uiteenlopende producten en<br />

diensten die wél met elkaar in verband staan. Ze vormen<br />

een geloofwaardig, geïntegreerd geheel. De auteurs<br />

noemen zo'n aanbieder van een metapakketgoederen en<br />

-diensten aan consumenten in een levensduur-relatie een<br />

Virtual Guardian Angel ('virtual' vanwege de koppeling<br />

met informatietechnologie). Zo´n VGA is niet alleen aanbieder<br />

van een metapakket van uiteenlopende producten<br />

en diensten, maar ook een soort coach die klanten helpt<br />

om die beslissingen te nemen die het best passen bij hun<br />

BOEKEN<br />

levensstijl, levensplanning, tijdsperceptie, individuele vrijheidsbeleving,<br />

persoonlijke waarden, etc. In een apart<br />

hoofdstuk over ontwikkelingen in het<br />

consumentengedrag komen dergelijke psychologische<br />

concepten ruimschoots aan bod. VGA's kunnen volgens<br />

de beide hoogleraren economische psychologie, persoonlijke<br />

groei en ontwikkeling helpen bevorderen. Ze<br />

kunnen die echter niet opleggen. Mensen zijn immers vrij<br />

om de adviezen wel of niet over te nemen.<br />

De 'nieuwe marketeer' moet er volgens Poiesz en Van<br />

Raaij op gericht zijn om de consument werkelijk te begrijpen.<br />

Belangrijk voor de nieuwe marketeer is niet alleen<br />

een goed inzicht in consumentengedrag en -behoeften,<br />

maar vooral ook de beschikbaarheid van een uitgebreid<br />

gegevensbestand met gegevens van klanten. Niet alleen<br />

banken, verzekeringen, maar tegenwoordig ook retailers<br />

(AH, Bijenkorf) beschikken over uitgebreide databases<br />

van klanten. Dat geldt ook voor belangengroepen als<br />

ANWB, Consumentenbond en Greenpeace. Laatstgenoemde<br />

organisaties zouden op basis van hun<br />

betrouwbare imago en hun gegevensbestanden belangrijke<br />

consumentenmerken kunnen worden en zich kunnen<br />

ontwikkelen tot VGA. Maar dat geldt bijvoorbeeld<br />

ook voor een uitzendbureau als Randstad. Dat kan zich<br />

tot een VGA ontwikkelen door een deel van de nietarbeidsmarkt<br />

te claimen. Dergelijke uitzendbureaus breiden<br />

hun concept voor de arbeidsmarkt al uit door<br />

carrièrebegeleiding en loopbaanplanning in het pakket<br />

op te nemen. Dit is volgens de auteurs verder te ontwikkelen<br />

in de richting van verzekeringen, financieringen,<br />

verhuizingen (mobiliteit) en verhuur van woningen.<br />

Randstad zou bijvoorbeeld samen met Rabobank een<br />

VGA kunnen vormen onder de naam 'Rabobank Werk'<br />

of 'Randstad Finance'. Vele varianten zijn denkbaar. In de<br />

nabije toekomst (over pakweg vijf jaar) zien Poiesz en<br />

Van Raaij op deze manier ketens van aanbieders ontstaan<br />

die elkaar ondersteunen en waarbij één partij de<br />

drager wordt van het netwerk en van het gezicht (het<br />

'merk') naar buiten. De consumentenmarkt wordt verkaveld<br />

onder enkele metamerken. De continue nadruk op<br />

meerwaarde, lange termijn-resultaten, aandacht voor de<br />

individuele consument en het contact met de consument<br />

zorgen ervoor dat de macht in de markt bij de VGA komt<br />

te liggen.<br />

Complementariteit en synergie (van producten en diensten)<br />

worden de sleutelwoorden in de nieuwe marketing.<br />

Vandaar ook de titel van het boek: Synergetische marketing.<br />

Het is geen eendimensionaal betoog. Behalve de<br />

voordelen van de VGA komen ook de nadelen uitgebreid<br />

aan bod. Poiesz en Van Raaij willen, zoals gezegd, vooral<br />

de discussie stimuleren. Hun boek zou een uitstekende<br />

leidraad kunnen vormen voor workshops ten behoeve<br />

van bedrijven.<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

53


54<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

BE OUR GUEST<br />

The Disney Institute, 2001<br />

Het succes van Disney schuilt niet<br />

alleen in het feit dat ze een ontzettend<br />

leuk product hebben. In<br />

het boek Be our Guest laat Disney<br />

zien dat haar manier van dienstverlening<br />

goed doordacht is en bijzondere<br />

elementen bevat. Dit<br />

boek is, in tegenstelling tot veel<br />

andere boeken over Disney,<br />

geschreven door mensen uit de<br />

Disney-organisatie zelf en geeft een kijkje in de keuken<br />

van hun 'Quality Service Cycle'. De Quality Service Cycle<br />

is het proces waarin servicekwaliteit wordt geleverd en<br />

'magic' wordt gecreëerd. De Quality Service Cycle<br />

bestaat uit vier hoofdonderdelen: een servicethema,<br />

servicestandaarden, leveringssystemen en integratie. In<br />

het midden van deze cirkel staan de klanten.<br />

Een servicethema is een simpele boodschap die, wanneer<br />

gedeeld door alle medewerkers, de drijvende kracht<br />

wordt van de dienstverlening. Bij Disney is dit thema: 'To<br />

create happiness for people of all ages everywhere'.<br />

Servicestandaarden vormen de criteria waaraan de praktische<br />

uitwerking van een servicethema moet voldoen.<br />

Zij dienen als toetssteen voor de kwaliteit van de dienstverlening.<br />

De leveringssystemen zijn manieren waarop<br />

de kwaliteit van de dienstverlening geïmplementeerd kan<br />

worden. Het laatste onderdeel, integratie, verbindt de<br />

servicestandaarden en de leveringssystemen en stemt<br />

deze op elkaar af, om uiteindelijk servicekwaliteit te<br />

genereren die in lijn is met het servicethema.<br />

De leveringssystemen uit de 'Quality Service Cycle' krijgen<br />

in het boek de meeste aandacht. Deze bestaan uit<br />

drie onderdelen: medewerkers (door Disney 'cast'<br />

genoemd), de omgeving waarin de dienstverlening<br />

plaatsvindt, en de processen. Het is met name interessant<br />

om te zien hoe Disney omgaat met haar medewerkers en<br />

hen stimuleert tot het leveren van excellente service. Zo<br />

lopen sollicitanten eerst door een tekenfilmsetting alvorens<br />

ze bij de receptioniste aankomen. Nieuwe medewerkers<br />

maken in een eendaags oriëntatieprogramma<br />

ondermeer kennis met de normen, waarden, kwaliteitsstandaarden<br />

en tradities van Walt Disney World. Verder<br />

leren de medewerkers, door rollenspellen in de vorm van<br />

'good shows/bad shows', de universele bedrijfsprocedures<br />

en gedragsnormen op de juiste manier door te vertalen<br />

naar de praktijk.<br />

De Quality Service Cycle blijkt niet alleen bij Disney haar<br />

vruchten af te werpen. Tal van andere dienstverlenende<br />

BOEKEN<br />

organisaties blijken de Quality Service Cycle in hun organisatie<br />

te hebben toegepast. Deze dienstverleners hebben<br />

stuk voor stuk het business programma van het<br />

'Disney Institute' gevolgd. Door te kijken naar de 'Disney<br />

approach' worden professionals gestimuleerd nieuwe<br />

mogelijkheden van dienstverlening toe te passen in hun<br />

eigen organisatie.<br />

Net als vele Amerikaanse boeken kenmerkt ook dit boek<br />

zich door een overweldigende aandacht voor eigen successen.<br />

Maar Disney heeft recht van spreken gezien haar<br />

uitermate succesvolle concept. De belangrijkste les uit<br />

het boek is dat excellente dienstverlening alleen in de<br />

praktijk tot wasdom komt, wanneer het management<br />

een bijzondere visie op excellente dienstverlening ontwikkelt,<br />

hier heilig in gelooft, het overtreffen van klantverwachtingen<br />

tot een standaard verplichting stelt en dit<br />

consistent doorvoert in alle onderdelen van de strategische<br />

en dagelijkse bedrijfsvoering.<br />

Het succes van excellente dienstverlening is niet afhankelijk<br />

van de branche waarin een onderneming actief is.<br />

In beginsel is iedere organisatie in staat om magie te<br />

creëren, mits het de toverdrank laat vloeien tot in alle<br />

haarvaten van de onderneming.<br />

THE CUSTOMER REVOLUTION<br />

How to Thrive When Customers Are in Control<br />

P. Seybold, R.T. Marshak en J.M. Lewis, London 2001<br />

In de ‘customer economy’ is de<br />

diepgang van de relatie van een<br />

organisatie met haar klanten<br />

direct gelieerd aan de waarde van<br />

haar business. Het aantrekken en<br />

vasthouden van klanten zal tot de<br />

belangrijkste competenties van<br />

succesvolle organisaties gaan<br />

behoren. Organisaties zullen meer<br />

en meer worden beoordeeld op<br />

de manier waarop zij relaties met hun klanten opbouwen,<br />

uitbouwen, onderhouden en vasthouden en op de<br />

lange termijnwaarde van deze relaties voor de organisatie.<br />

Het slechte nieuws is dat de zakelijke en particuliere consumenten<br />

van vandaag sterker dan ooit de macht hebben<br />

om een organisatie teniet te doen gaan. Een grote<br />

verandering ten opzichte van weleer is dat de consumenten<br />

van de ‘customer economy’ voor een organisatie<br />

gaan bepalen hoe en waar zij haar producten en diensten<br />

aanbiedt. En daarnaast verwachten zij een consistente<br />

‘brand experience’, ongeacht het kanaal of de outlet die<br />

zij gebruiken.<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


Het goede nieuws is dat organisaties nu de uitdaging krijgen<br />

om agressief te wedijveren om de harten en het verstand<br />

van consumenten. Daarnaast is het zo, dat het<br />

voor organisaties steeds makkelijker wordt om te meten<br />

en weten wat de verschillende consumentensegmenten<br />

belangrijk vinden.<br />

De auteurs (van wie Seybold een award ontving voor het<br />

boek ‘Customer.com’) focussen in The Customer<br />

Revolution op de ‘customer economy’ en de ‘nieuwe’<br />

manier van organiseren die daar bij hoort. Zij geven aan<br />

dat er drie principes zijn die de verschuiving naar de ‘customer<br />

economy’ onderschrijven, te weten: 1) De consument<br />

heeft de macht; hij vervormt organisaties en transformeert<br />

bedrijfstakken, 2) Klantrelaties tellen; de<br />

waarde van een organisatie is gebaseerd op de waarde<br />

van haar huidige en toekomstige klantrelaties; haar ‘customer<br />

franchise’, 3) Klantbeleving is van belang; het<br />

gevoel dat consumenten hebben wanneer ze interactie<br />

hebben met een merk bepaalt hun loyaliteit.<br />

Wanneer alle principes in acht worden genomen, kan<br />

een organisatie met behulp van een stappenplan een<br />

‘Customer Flight Deck’ implementeren. Deze term is een<br />

metafoor voor de set van sleutelvariabelen (customer<br />

number, customer retention, customer experience,<br />

customer spending versus navigatie, performance, operation<br />

en omgeving) die organisaties kunnen gebruiken<br />

om bedrijfsresultaten te analyseren in relatie tot de strategische<br />

en klantgerichte doelen. Het invullen van deze<br />

variabelen leidt tot wat de auteurs een bruikbaar model<br />

noemen voor het doelgericht presteren in de ‘customer<br />

economy’.<br />

Het boek is gemakkelijk leesbaar en de theorie wordt<br />

kracht bijgezet door interessante voorbeelden van onder<br />

andere Hewlett Packard, de muziekindustrie (ontwikkeling<br />

van de MP3 en de gevolgen daarvan), Tesco,<br />

Medscape en W.W. Grainger. Dat de klant koning is, is<br />

ons natuurlijk al enige tijd duidelijk. Dit boek geeft echter<br />

weer een (ver)nieuw(d)e visie op en een model voor<br />

het floreren van organisaties in een nieuw tijdperk.<br />

BOEKEN<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

55


56<br />

WWW.SAMHOUD.COM<br />

LEESWIJZER<br />

MAGAZINE 1: Strategie en Klantrelaties<br />

In dit eerste nummer staat het thema strategie centraal.<br />

Hoe bepaalt een organisatie haar richting (visie), inrichting<br />

(waardestrategieën Operational Excellence en<br />

Customer Intimacy) en verrichting (Balanced Scorecard)?<br />

Daarnaast is er aandacht voor klantrelaties en<br />

K3-Marketing: Kennen, Kiezen, Koesteren.<br />

MAGAZINE 2: Pleziermanagement<br />

In dit nummer staat de theorie van Pleziermanagement<br />

centraal. Daarnaast zijn de resultaten opgenomen van<br />

een onderzoek naar plezier in het werk, in het kader van<br />

de Dag van het Plezier in de arbeid (1 mei). Ook is er<br />

ruime aandacht voor de waardestrategie Innovatie<br />

Leiderschap.<br />

MAGAZINE 3: E-Bizz = People-Bizz<br />

In dit nummer gaat alle aandacht uit naar internet. Wat<br />

zijn de digitale mogelijkheden en onmogelijkheden van<br />

dit medium? Er wordt uitvoerig ingegaan op de waardestrategie<br />

Mass Customization.<br />

MAGAZINE 4: Leiderschap<br />

In dit nummer ligt de focus op de leider in de rol van nar.<br />

De ‘leiderschapssafari’ voert langs Manfred Kets de Vries<br />

en Tom Delong. In een interview met Anton Reijntjes van<br />

Essent Energie Noord staat centraal hoe leiderschap in de<br />

praktijk optimaal effect kan hebben op veranderingen.<br />

MAGAZINE 5: Werk als Belevenis<br />

In dit nummer staat Pleziermanagement voor gevorderden<br />

centraal. Vanwege de overweldigende reacties op<br />

nummer 2 is door &Samhoud hard gewerkt aan verdieping<br />

van het thema Pleziermanagement, wat onder<br />

andere heeft geleid tot BetterBeYourself, een online<br />

meetinstrument voor medewerkerstevredenheid. De<br />

functionaliteiten van deze tool worden in dit nummer<br />

uitgebreid toegelicht.<br />

MAGAZINE 6: Positief Veranderen<br />

In dit nummer staat de filosofie en methode van Positief<br />

Veranderen (Appreciative Inquiry) centraal. Margo<br />

Elemans, senior consultant bij &Samhoud, zegt over verandering:<br />

‘Om te veranderen, moet je stabiliteit creëren.’<br />

Daarnaast wordt een case over ‘een retailketen op de<br />

rand van een vulkaan’ voorgelegd aan een drietal<br />

experts.<br />

SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002


TERUGBLIK<br />

TERUGBLIK<br />

U kunt deze exemplaren nabestellen door te bellen met (030) 234 86 04. Zolang de voorraad strekt.<br />

WWW.SAMHOUD.COM

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!