M A N A G E M E N T
M A N A G E M E N T
M A N A G E M E N T
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
JULI • 2002<br />
SERVICE<br />
7<br />
M A G A Z I N E<br />
MANAGEMENT
COLOFON<br />
Service Management Magazine is een vaktijdschrift op het<br />
gebied van service management en verschijnt drie keer per<br />
jaar in een oplage van 2000 exemplaren.<br />
Postadres:<br />
Postbus 448, 3500 AK Utrecht,<br />
Bezoekadres:<br />
St. Jacobsstraat 16, 3511 BS Utrecht<br />
Telefoonnummer: (030) 234 86 04<br />
E-mail:<br />
redactie@samhoud.nl<br />
© Copyright 2002 &Samhoud Service Management<br />
Redactie:<br />
Hans van der Loo, Sander Mallie, Wouter van der Weijden<br />
Medewerkers:<br />
Rob van de Blaak, Remko ten Brinke, Frank van Empel, Hans<br />
van der Loo, Wim Luteijn, Sander Mallie, Jarijn Nijkamp<br />
Martijn Roseboom, Salem Samhoud, Charlotte Schoenmakers,<br />
Tamara Toering, Wouter van der Weijden<br />
Fotografie:<br />
Rim Lichtveld, Huib Rutten, Brian Dorff<br />
Vormgeving:<br />
Rim Lichtveld, Brian Dorff
SAMHOUD<br />
7<br />
SERVICE M A G A Z I N E<br />
MANAGEMENT<br />
REDACTIONEEL 3<br />
CUSTOMER MINDING 5<br />
Filosofie<br />
Customer Minding: van marktbewerking naar klantenpassie 5<br />
Klantwaardevergelijking: Klantwaarden als basis voor een geïntegreerde klantervaring 15<br />
Tool<br />
BetterBeGood: online klanttevredenheid en loyaliteit meten 23<br />
Interview met Rob van de Blaak:<br />
‘Denken vanuit klantwaarde is de basis voor superieure marketing’ 27<br />
Salem’s bovenkamer 32<br />
Arenadiscussies: &Samhoud haalt de klant in huis 33<br />
Case: De supermarkt als bankier: top of flop?<br />
Jaap Rieter (Essent), Marcel van Birgelen (Universiteit Maastricht) en Wim Luteijn (&Samhoud) 35<br />
Interview met Ko de Ruyter:<br />
'De Service Profit Chain doet recht aan de waarde van frontliners' 41<br />
SEMINARS 45<br />
Drivers of Growth 45<br />
Service Branding 46<br />
BOEKEN 49<br />
De servicegerichte onderneming 49<br />
Klantenloyaliteit 50<br />
The Customer Delight Principle 51<br />
Driving Customer Equity 52<br />
Synergetische marketing 53<br />
Be Our Guest 54<br />
The Customer Revolution 54<br />
LEESWIJZER 56<br />
INHOUDSOPGAVE<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
1
2<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
De eigentijdse kapper als symbool<br />
voor dienstverlening op maat.<br />
Met dank aan Medusa, kapsalon en<br />
antiekzaak in Amsterdam.<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
REDACTIONEEL<br />
De klant is koning. De klant centraal. Bestemming klant.<br />
Het zijn clichés, dus moeten ze wel waar zijn. Maar clichés<br />
zijn nooit de hele waarheid. Even waar is het dat<br />
de meeste bedrijven niet zozeer de klant, als wel hun<br />
producten en interne processen centraal stellen. Voor de<br />
meeste bedrijven is de klant anoniem en onzichtbaar.<br />
De gevolgen zijn dalende klanttevredenheid, toenemend<br />
switchgedrag en een voortdurend groeiende<br />
stroom van klachten. De vraag is natuurlijk hoe het<br />
zover heeft kunnen komen en wat eraan te doen valt.<br />
Wat heeft ertoe geleid dat klanten ontevreden zijn over<br />
de geleverde prestaties van dienstverleners? En hoe<br />
kunnen bedrijven het geschonden vertrouwen van de<br />
klant herwinnen?<br />
Het antwoord dat wij op deze vragen geven, luidt in al<br />
zijn eenvoud: denk niet langer uitsluitend vanuit het<br />
eigen aanbod, maar stel de behoeften, wensen en leefsituatie<br />
van klanten centraal. U hebt dit al meer<br />
gehoord? Dat klopt! Al in de jaren vijftig benadrukt marketinggoeroe<br />
Peter Drucker dat de klant de basis van een<br />
onderneming vormt. In zijn eigen woorden: ‘The customer<br />
is the foundation of a business and keeps it in<br />
existence’. Wijze woorden, die dikwijls zijn herhaald,<br />
maar die even zo vaak in de hitte van de strijd zijn vergeten.<br />
Het denken en werken vanuit de perceptie van de<br />
klant is voor veel bedrijven eenvoudigweg nog een brug<br />
te ver.<br />
Om het klantdenken te stimuleren (en zodoende langdurige,<br />
winstgevende relaties met klanten op te bouwen)<br />
heeft &Samhoud de filosofie Customer Minding ontwikkeld.<br />
In dit Service Management Magazine gaan we uitgebreid<br />
in op de achtergronden, aard en methodieken<br />
van Customer Minding. Dit model vertrekt vanuit de<br />
gedachte dat positieve klantervaringen een gevolg zijn<br />
van de mate waarin aanbieders volgens klanten in staat<br />
zijn om gewenste waarden te leveren. Opvallend bij<br />
Customer Minding is dat bedrijven niet langer kunnen<br />
volstaan met marktbewerking, maar dat zij meer<br />
gedwongen worden om klantenpassie te praktizeren. We<br />
gaan vervolgens dieper in op klantenpassie, dat duidelijk<br />
méér is dan vriendelijkheid en voorkomendheid naar de<br />
klanten toe.<br />
Maar hoe weet een organisatie wat klanten willen? Het<br />
model van de ‘klantwaardevergelijking’ biedt de mogelijkheid<br />
om systematisch inzicht in de wensen en behoeften<br />
van klanten te krijgen. Op basis van dat inzicht kan<br />
bepaald worden wat de ‘drivers’ van klanttevredenheid<br />
zijn. Als vervolg hierop schenken we aandacht aan het<br />
nieuwe piece de résistance van &Samhoud: het nieuwe<br />
online klanttevredenheidsonderzoek BetterBeGood.<br />
Deze meting, uiteraard gebaseerd op de klantwaardevergelijking,<br />
vormt de pendant van het succesvolle<br />
medewerkerstevredenheidonderzoek BetterBeYourself.<br />
Uiteraard wordt ook in dit nummer een case voorgelegd<br />
aan experts uit het bedrijfsleven en de wetenschap. Deze<br />
keer staat een supermarktketen centraal, omdat zij plannen<br />
heeft om te gaan bankieren. De hamvraag in de situatie<br />
is, of de supermarkt er verstandig aan doet om zich<br />
te begeven op financieel terrein. Daarnaast is er een<br />
interview met Rob van de Blaak over de toepassing van<br />
de klantwaardevergelijking in de huidige marketing en<br />
over onderwerpen als arenadiscussies, formulemanagement<br />
en kanalenmanagement. Een belangrijke les uit het<br />
interview: de werkelijke sleutel tot klantenpassie ligt verscholen<br />
in de dagelijkse omgang met klanten. Die<br />
omgang geeft niet alleen kennis, maar ook een kick!<br />
Uit een interview met Ko de Ruyter van de Universiteit<br />
van Maastricht, blijkt dat de Service Profit Chain de<br />
waarde van frontliners voor een organisatie op juiste<br />
waarde schat. Het nummer wordt gecompleteerd met<br />
een tweetal verslagen van recente marketingseminars, de<br />
column van Salem Samhoud en uiteraard de boekrecensies.<br />
We hopen dat dit magazine u een inspirerend en vernieuwend<br />
perspectief op marketing en klantbenadering<br />
biedt. De vraag of we hierin zijn geslaagd, kan alleen<br />
door de lezer worden beantwoord. Want ook voor de<br />
inhoud van dit magazine geldt uiteraard: alles draait om<br />
de klantbeleving!<br />
De redactie<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
3
4<br />
Onderzoek wijst uit dat ruim<br />
98%<br />
van 200 onderzochte bedrijven<br />
het hoogste belang hecht aan<br />
klanttevredenheid<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
CUSTOMER MINDING<br />
VAN MARKTBEWERKING<br />
NAAR KLANTENPASSIE<br />
Ondanks de veelvuldig geuite belofte dat de klant als<br />
koning wordt beschouwd, laat de praktijk een geheel<br />
ander beeld zien. De meeste bedrijven zijn niet zozeer<br />
op de klant als wel op een soepel verloop van interne<br />
processen gefixeerd. Weliswaar zijn productielijnen,<br />
logistiek, leveringssystemen en communicatieprocessen<br />
door toedoen van kwaliteitsmanagement en re-engineering<br />
tot in een hoge graad van perfectie gestandaardiseerd<br />
en gestroomlijnd, maar met het inspelen op<br />
de verlangens van individuele consumenten wil het niet<br />
zo vlotten. Integendeel, onderzoek toont keer op keer<br />
aan dat consumenten ontevreden zijn over de kwaliteit<br />
van de geboden dienstverlening. Het meest uitgebreide<br />
onderzoek op dit gebied, de American Customer<br />
Satisfaction Index, laat de afgelopen jaren een gestage<br />
daling van de klanttevredenheid zien. Hoewel wij in<br />
Nederland een dergelijke omvattende survey missen, is<br />
ook in eigen land een zelfde tendens zichtbaar. De reactie<br />
van klanten op de vraag of zij tevreden zijn met het<br />
aanbod is op zijn minst lauw te noemen. Met name de<br />
oprechte genegenheid en de passie om het de klant<br />
zoveel mogelijk naar de zin te maken, worden node<br />
gemist. In dit artikel gaan wij niet alleen na hoe het<br />
zover heeft kunnen komen, maar ook of er wellicht iets<br />
aan te doen valt.<br />
DE ONTEVREDEN KLANT<br />
Een paar jaar geleden schreef managementgoeroe Henry<br />
Mintzberg een luchtig boekje over het leed van de ‘frequent<br />
flyer’. Omdat hij beroepsmatig maar ook privé<br />
veelvuldig onderweg is, brengt Mintzberg nogal wat tijd<br />
door op luchthavens en in vliegtuigstoelen. Tijdens het<br />
vele wachten begon hij op te schrijven wat hij allemaal<br />
meemaakt als passagier. De titel van het boekje, dat het<br />
resultaat is van jarenlang aantekeningen maken, laat aan<br />
duidelijkheid niets te wensen over: waarom ik zo de pest<br />
aan vliegen heb.<br />
Het boek is één grote klaagzang over het gebrek aan<br />
inzicht van bedrijven in klantpercepties, over de flauwekul<br />
waarmee marketeers op de proppen komen en over<br />
de liefdeloze behandeling van klanten door frontliners.<br />
Het is een tirade tegen het gedoe bij het inchecken,<br />
CUSTOMER MINDING<br />
tegen overboekte vluchten, babbelzieke piloten, stewardessen<br />
die leuren met koopwaar en de culinaire poespas<br />
van de business class. Vooral de discrepantie tussen de<br />
overkill waarmee luchtvaartmaatschappijen de klant<br />
trachten te paaien en het gebrek aan menselijkheid<br />
springt hem daarbij in het oog. Hoewel het personeel<br />
meestal glimlacht, is de reiziger volgens Mintzberg niet<br />
meer dan een bepaald nummer in een bepaalde categorie.<br />
Wie wil vliegen, moet zich als vee laten opdrijven.<br />
Reizigers worden op onoverzichtelijke vliegvelden van de<br />
ene rij naar de andere gestuurd. De maatschappij waarmee<br />
men vliegt, kan ongevraagd een heel andere zijn<br />
dan men heeft geboekt, namelijk een ‘partner’. In het<br />
vliegtuig zitten de reizigers als sardientjes in een blik. Wie<br />
pech heeft, betaalt ook nog eens vele malen meer dan<br />
zijn buurman, want de tarievenjungle is ondoordringbaar.<br />
Ook in de dure ‘vertroetelklasse’, de business class, is het<br />
leven bepaald geen pretje: men wordt permanent lastig<br />
gevallen met drankjes, hapjes, reclame en mededelingen<br />
waar de doorsnee reiziger absoluut geen behoefte aan<br />
heeft. ‘De luchtvaart teert nog te veel op de glamour en<br />
romantiek van vroeger, terwijl de branche zich heeft ontwikkeld<br />
tot een vorm van massavervoer met een hoop<br />
gedoe eromheen’, aldus Mintzberg.<br />
Met name de marketeers moeten het bij hem ontgelden:<br />
‘Marketeers zijn de bureaucraten van de organisatie.<br />
Marketing is slechts uit op verkopen. Marketeers zien<br />
geen individuen, maar slechts categorieën. Marketing<br />
ontmenselijkt.’ Hoewel het boek in kringen van marketeers<br />
om begrijpelijke redenen kritisch wordt ontvangen,<br />
ondervindt Mintzberg elders opmerkelijk veel bijval. Een<br />
grote schare<br />
lezers blijkt<br />
zich zonder<br />
meer in het<br />
door hem<br />
Marketeers zien geen individuen,<br />
maar slechts categorieën<br />
geschetste beeld te herkennen. Sterker nog, de meesten<br />
geven aan dat de door Mintzberg beschreven luchtvaartbranche<br />
heilig is vergeleken met wat bedrijven in andere<br />
sectoren hun klanten voorschotelen. Kijkend naar de<br />
oorzaken van al die ontevredenheid, moet op twee factoren<br />
gewezen worden: enerzijds de geringe aandacht<br />
van marketeers voor de behoeften en wensen van individuele<br />
consumenten. Anderzijds op de emancipatie van<br />
de consument, waardoor de verwachtingen ten aanzien<br />
van bedrijven anders en hoger zijn komen te liggen.<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
5
6<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
MARKTBEWERKING<br />
de anonieme consument<br />
Een belangrijke oorzaak voor het gebrek aan aandacht<br />
voor individuele klantwensen is gelegen in de manier<br />
waarop marketing de afgelopen decennia tot wasdom is<br />
gekomen. De basis voor marketing als wetenschap en als<br />
praktijk ligt in de jaren ’50. Door de groeiende welvaart<br />
en de toename van de effectieve vraag, komt het accent<br />
minder op logistiek en distributie, en meer op marketingvraagstukken<br />
te liggen. Binnen organisaties worden<br />
functionele gebieden gecreëerd, waar activiteiten worden<br />
uitgevoerd die direct gerelateerd zijn aan het zo<br />
goed mogelijk bedienen van klanten. Hoewel met name<br />
Peter Drucker in die jaren benadrukt dat marketing geen<br />
afzonderlijke bedrijfsfunctie moet zijn, maar een filosofie,<br />
een geheel van waarden en opvattingen die in het hele<br />
De basis voor marketing als wetenschap<br />
en als praktijk ligt in de jaren ’50<br />
bedrijf aanwezig moeten zijn, komt deze gedachte niet<br />
of nauwelijks van de grond. Marketing krijgt een meer<br />
beperkte en operationele invulling, die zich vooral richt<br />
op de invulling van de vier P’s van de ‘marketingmix’:<br />
product, prijs, promotie en plaats. Marketing komt daarbij<br />
sterk in het teken te staan van de massamarkt, massacommunicatie<br />
en standaardproducten. Kenmerkend<br />
hiervoor is het denken in logisch verklaarbare marktsegmenten:<br />
geografische markten en doelgroepen op basis<br />
van leeftijd, inkomens-<br />
klasse of levensfase. Het<br />
denken in termen van een<br />
gegeven ‘marketingmix’,<br />
van betrekkelijk vaststaande<br />
doelgroepen en van anonieme transacties met<br />
klanten heeft de charme van de eenvoud. Dat geldt ook<br />
voor de marketingcommunicatie die in dezelfde periode<br />
terrein wint. De opkomst van de televisie als massamedium<br />
biedt met name op het vlak van reclame en<br />
merkontwikkeling ongekende mogelijkheden, die door<br />
de op dat moment actieve generatie marketeers met<br />
beide handen wordt aangegrepen. Reclame wordt meer<br />
en meer gericht op de eenduidige beïnvloeding van een<br />
betrekkelijk amorfe massa consumenten. De communicatie<br />
moet eenvoudig zijn, herkenbaar en pakkend. Het<br />
merkartikel vormt de logische synergie tussen marketing<br />
en communicatie. Een merkartikel biedt producenten de<br />
mogelijkheid om zich op eenvoudige en uniforme wijze<br />
van de concurrentie te onderscheiden. Voor consumenten<br />
biedt het merkartikel constante kwaliteit. Juist door<br />
het merkartikel kunnen de strategische uitgangspunten<br />
van de marketing goed tot hun recht komen. Het merk<br />
maakt het enerzijds mogelijk om de markt tot herkenbare<br />
proporties te reduceren en anderzijds om massale afzet<br />
te stimuleren.<br />
Hoewel de pretenties van marketing erop waren gericht<br />
om de behoeften en wensen van de consument te bevredigen,<br />
was de realiteit vaak een geheel andere. In de<br />
praktijk houden de marketingafdelingen, die als paddenstoelen<br />
uit de grond rijzen, zich voornamelijk bezig met<br />
het slijten van artikelen aan een anoniem koperspubliek.<br />
Anders gezegd, marketeers laten bedrijfsdoelstellingen<br />
prevaleren boven de behoeften en wensen van individuele<br />
klanten. Marketing neemt hierdoor meer en meer de<br />
vorm aan van marktbewerking. Naast ‘pure ver-<br />
koop’ en ‘ongerichte marketingcommunicatie’<br />
maakt marketing gebruik van methoden als<br />
‘belonen’ (promoties, loyaliteitsprogramma’s),<br />
‘straffen’ (boetes bij het opzeggen van een<br />
contract), ‘mentale gijzeling’ (het kapitaliseren op de<br />
onvoorwaardelijke trouw van consumenten die zich als<br />
echte fans gedragen) of ‘systeemgijzeling’ (het verweven<br />
van het aanbod met de leefwereld van de consument,<br />
opdat deze niet makkelijk naar de concurrent zal overlopen).<br />
Ondanks de verschillen tussen deze uiteenlopende<br />
vormen van marktbewerking, hebben zij met elkaar<br />
gemeen dat niet zozeer wordt getracht om de consument<br />
op diens wenken te bedienen, maar om hem of<br />
De consument komt voor zijn verlangens uit en gaat ervan uit<br />
dat het aanbod op persoonlijke leest is geschoeid<br />
haar zo afhankelijk mogelijk van het aanbod te maken.<br />
Marketing als marktbewerking kenmerkt zich dus door<br />
het nemen van de eigen producten en diensten als vertrekpunt<br />
van alle activiteiten. De consument wordt als<br />
een overwegend passieve ontvanger van marketingboodschappen<br />
gezien, als een wezen dat door middel<br />
van marktbewerking ‘consumptierijp’ gemaakt moet<br />
worden. In bijna militaristische termen wordt gesproken<br />
over het ‘veroveren van markten’ en het ‘veroveren van<br />
de harten van doelgroepen’. Het klantbeeld dat hieruit<br />
resulteert, is niet alleen eenvoudig, maar ook ‘leeg’. In<br />
de ogen van de marketeer is de klant een anoniem en<br />
onzichtbaar wezen, een wandelende portemonnee die<br />
zoveel mogelijk leeggeschud moet worden.<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
CUSTOMER MINDING<br />
Hoe wilt u het hebben? Toch knipt de kapper vaak anders dan je wilt. En soms hoop je dat de kapper zegt: ‘ik zou het zus of zo doen’.<br />
7
8<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
CONSUMENTENREVOLUTIE<br />
de soevereine consument<br />
Dat in deze houding langzaam maar zeker verandering is<br />
gekomen, heeft vooral te maken met de gewijzigde positie<br />
van de consument als gevolg van snel om zich heen<br />
grijpende veranderingen in de economische en maatschappelijke<br />
omgeving. Werd de consument tot voor<br />
kort nog omschreven als een op zijn automatische piloot<br />
koersend, fantasieloos, passief en ‘eendimensionaal’<br />
wezen, inmiddels spreekt men van een mondige, kritische<br />
en vooral zelfstandige consument. Verschillende<br />
auteurs wijzen erop dat wij getuige zijn van een ‘consumentenrevolutie’<br />
die de traditionele marktverhoudingen<br />
op zijn kop zet. De eigentijdse consument beschikt volgens<br />
deze auteurs over een goed ontwikkeld gevoel voor<br />
kwaliteit, stelt zich afwijzend op t.o.v. de manipulatieve<br />
bedoelingen van reclame en merkenbouw, en beschikt<br />
niet alleen over veel geld, maar ook over steeds meer<br />
macht. De consument komt voor zijn verlangens uit en<br />
gaat ervan uit dat het aanbod op persoonlijke leest is<br />
geschoeid. In het tijdperk van de informatisering en het<br />
internet zit de consument aan de knoppen. Indachtig de<br />
slogan voor het drankmerk wordt in dit verband gewag<br />
gemaakt van de opkomst van een ‘Martini-economie’,<br />
waarin naar believen van de klant ‘anytime, anyplace,<br />
anywhere’ geconsumeerd kan worden.<br />
Deze nieuwe positie als ‘soevereine consument’ komt<br />
uiteraard niet uit de lucht vallen. Zij is een logisch gevolg<br />
van een aantal elkaar versterkende trends. Vier van deze<br />
trends lichten we kort toe.<br />
Figuur: Trends achter de soevereine consument<br />
Aandachtseconomie<br />
Eén van de belangrijkste veranderingen waarmee de economie<br />
momenteel te maken heeft, is de overgang van<br />
een markt gedomineerd door schaarste, beperkte keuzevrijheid<br />
en beperkte bestedingsruimte naar een markt<br />
van overvloed, vrijwel onbeperkte keuzevrijheid en vaak<br />
royale koopkracht. Om een indicatie te geven van dit rijkelijke<br />
aanbod aan impulsen:<br />
• Amerikaanse supermarkten hebben gemiddeld<br />
35.000 artikelen op de schappen staan, waarvan<br />
de consument er per bezoek ongeveer 18 in zijn<br />
boodschappenmand stopt.<br />
• De gemiddelde persoon in de Verenigde Staten en<br />
Europa wordt via oude en nieuwe media dagelijks<br />
aan ongeveer 7.000 communicatieve boodschappen<br />
en signalen blootgesteld.<br />
• Op het internet verschijnen dagelijks meer<br />
pagina’s aan informatie dan een mens gedurende<br />
zijn leven kan opnemen.<br />
De gevolgen hiervan zijn niet te onderschatten. Zo zien<br />
we een groeiende onverschilligheid bij consumenten<br />
jegens alles wat buiten het vertrouwde referentiekader<br />
valt: ongeveer 60% van alle op de markt gebrachte productinnovaties<br />
flopt vanwege een gebrek aan interesse.<br />
Hetzelfde geldt voor de marketingboodschappen waaraan<br />
consumenten zijn blootgesteld: herinneren zij zich in<br />
1965 nog 34% van de reclamecommercials op televisie,<br />
anno 2002 is dat percentage gedaald tot ver onder de<br />
5%. Hoe paradoxaal dit op het eerste gezicht ook mag<br />
lijken, juist vanwege de overvloed aan keuzemogelijkheden<br />
ontpopt de eigentijdse consument zich vaak als een<br />
Nu de meeste consumenten in materieel opzicht<br />
gewoontedier, dat nauwelijks nog interesse heeft in of<br />
reageert op nieuwe prikkels van buitenaf. Daarnaast leidt<br />
het overstelpende aanbod van keuzemogelijkheden tot<br />
een toename van grillig en onvoorspelbaar gedrag:<br />
opgejaagd door het bombardement der zinnen van marketeers<br />
heeft de eigentijdse consument zich overgegeven<br />
aan een rusteloos ‘switchen’, ‘zappen’ en ‘hiphoppen’.<br />
Netwerkeconomie<br />
De afgelopen jaren is alles en iedereen in de wereld op<br />
onzichtbare, elektronische wijze met elkaar verbonden.<br />
Door toedoen van de netwerkeconomie verliezen niet<br />
alleen traditionele scheidingen tussen branches en sectoren<br />
aan betekenis, maar maakt ook het denken in termen<br />
van afzonderlijke ‘transacties’ geleidelijk plaats voor de<br />
overtuiging dat het vooral draait om het aanknopen van<br />
langdurige ‘relaties’ met klanten.<br />
Dit uit zich niet alleen in activiteiten van bedrijven om de<br />
klant meer bij de eigen producten en processen te<br />
betrekken. Het scala van initiatieven op het gebied van<br />
klantrelatiemanagement reikt van sponsored magazines<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
Bij de boekhandel een boek kopen en lezen onder het genot van wat lekkers.<br />
tot het laten meedenken van klanten in panels, het organiseren<br />
van speciale customer events en experiences, tot<br />
het stimuleren van interactieve communicatie via de<br />
organisatie van reële dan wel virtuele ‘gemeenschappen’.<br />
De netwerkeconomie laat daarnaast ook een andere kant<br />
zien die door de meeste bedrijven met lede ogen wordt<br />
aanschouwd. Dankzij het internet kunnen klanten zich<br />
veel sneller en gemakkelijker organiseren. Klanten kunnen<br />
binnen enkele dagen een inkooporganisatie uit de<br />
grond stampen. Ook kunnen ontevreden individuen via<br />
het internet medestanders zoeken en op deze wijze kinderlijk<br />
eenvoudig allerlei fouten en misstappen van organisaties<br />
publiekelijk aan de kaak stellen.<br />
Beleveniseconomie<br />
Als gevolg van de voortschrijdende individualisering is er<br />
niet alleen sprake van een groeiende behoefte aan op<br />
maat geleverde diensten en producten, maar is ook een<br />
geheel nieuwe markt voor persoonlijke belevenissen ontstaan.<br />
Nu de meeste consumenten in materieel opzicht<br />
voldaan zijn, gaat de aandacht meer en meer uit naar<br />
CUSTOMER MINDING<br />
voldaan zijn, gaat de aandacht meer en meer uit naar het consumeren van belevenissen<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
9
De consument is kritisch bij het kijken naar productinformatie<br />
10<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
het consumeren van belevenissen. Volgens marketingdeskundigen<br />
evolueren we daarmee onherroepelijk in de<br />
richting van een op subjectieve belevingen en emoties<br />
gerichte ‘beleveniseconomie’. Kenmerkend voor deze<br />
economie is niet meer de objectieve kwaliteit van producten<br />
en diensten, maar de vraag in hoeverre men aan<br />
bepaalde gebeurtenissen aangename, leerzame,<br />
gelukkige en unieke herinneringen bewaart.<br />
Organisaties en bedrijven richten zich steeds meer<br />
op het creëren van een context waarin de gewenste<br />
klantbelevenissen kunnen worden geboden:<br />
winkels worden getransformeerd tot ‘experience shops’,<br />
fabrieken als die van de automerken Volkswagen en<br />
Saturn worden omgetoverd tot druk bezochte ‘autopretparken’,<br />
universiteiten als de Harvard Business University<br />
leggen niet langer het accent uitsluitend op de academische<br />
kwaliteit, maar zien zichzelf vooral als leverancier<br />
van een unieke ‘experience’ die het leven van studenten<br />
kan veranderen en boekhandels bieden tegenwoordig<br />
een scala aan mogelijkheden om zich te amuseren, bijvoorbeeld<br />
door met auteurs of andere lezers in contact te<br />
komen. De implicatie van deze hang om niet langer uitsluitend<br />
‘kale’ producten en diensten, maar belevenissen<br />
te bieden, is dat organisaties zich niet langer kunnen<br />
beperken tot simplistische voorstellingen van hun klanten,<br />
maar dat zij zich steeds verder moeten verdiepen in<br />
de belevingswereld van hun consumenten.<br />
Transparantie<br />
Tenslotte is het uiteraard ook zo, dat de consument<br />
tegenwoordig niet alleen hoger is opgeleid,<br />
maar dat ook de mogelijkheden om informatie<br />
over producten, diensten of bedrijven te vergaren<br />
enorm zijn toegenomen. Dankzij de nieuwe<br />
media is de wereld ‘transparanter’ geworden. De<br />
meeste productinformatie is vaak slechts enkele<br />
muisklikken verwijderd. Voor bedrijven betekent<br />
deze toegenomen transparantie, dat het steeds<br />
moeilijker wordt om ongewenste informatie sub<br />
rosa te houden dan wel in de doofpot te stoppen.<br />
There is nowhere to hide. Was de televisie al een<br />
sterk demythologiserend en onthullend medium<br />
– denk bijvoorbeeld aan de talloze populaire consumentenprogramma’s<br />
als ‘Kassa’ en ‘Ook dat<br />
nog!’ – het ‘breekijzer internet’ is nog vele malen<br />
krachtiger gebleken. Want op de buis zijn het<br />
altijd nog redacteuren die bepalen wat er in hun<br />
programma’s verschijnt, maar op het internet<br />
bepaalt de consument geheel zelfstandig wat hij<br />
anderen wil laten weten. Zonder het belang van dergelijke<br />
acties te willen overdrijven – het handelt vaak om<br />
incidenten en in de praktijk van alledag blijkt veelal verrassend<br />
weinig over te blijven van het maatschappelijk<br />
engagement van consumenten – zijn spraakmakende en<br />
succesvolle acties tegen bedrijven vanwege hun mede-<br />
Consumentengedrag is niet langer voorspelbaar<br />
verantwoordelijkheid voor slechte arbeidsomstandigheden<br />
(Nike), hun aanslagen op het milieu (Shell), hun<br />
houding tegenover politieke regimes (Heineken), hun<br />
beroerde dienstverlening (NS, UPC), of hun onwil om<br />
tegemoet te komen aan het lagere prijsniveau in ontwikkelingslanden<br />
(farmaceutische industrie) een voorbode<br />
van wat bedrijven in de toekomst te wachten staat.<br />
De zojuist beschreven trends hebben tot een emancipatie<br />
van de consument geleid, waarvan het einde vooralsnog<br />
niet in zicht lijkt. Het antwoord op deze ontwikkeling<br />
is de afgelopen jaren gekomen in de vorm van een<br />
bonte stoet van concepten en modellen die allen één<br />
ding gemeen hebben: om bedrijfsmatig te kunnen scoren,<br />
moet de fixatie op het eigen aanbod omgezet worden<br />
in een gepassioneerde relatie met klanten.<br />
DEG<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
KLANTGEDREVEN MARKETING<br />
de gekoesterde consumentEK<br />
Vanuit de traditionele optiek bezien, hebben de beschreven<br />
trends geleid tot een consumentengedrag dat veel<br />
weg heeft van een glibberige paling. Consumentengedrag<br />
is niet langer voorspelbaar. Klantentrouw lijkt<br />
passé. Zoals men een paling tot rust kan brengen door er<br />
zaagsel overheen te strooien, zo hebben marketeers de<br />
afgelopen jaren gezocht naar mogelijkheden om de<br />
eigentijdse consument te fixeren. Om beter op de specifieke<br />
en alsmaar veranderende behoeften van klanten in<br />
te spelen, hebben marketeers nieuwe en ronkende concepten<br />
ontwikkeld als ‘event-marketing’, ‘scene-marketing’,<br />
‘permission marketing’, ‘one-to-one marketing’,<br />
‘experience marketing’, ‘micro-marketing’ en ‘viral marketing’.<br />
Een gemeenschappelijk vertrekpunt van deze<br />
vormen van ‘nieuwe marketing’ is dat niet langer vanuit<br />
het aanbod van producten of diensten wordt gedacht,<br />
maar dat het ontwikkelen en onderhouden van een relatie<br />
met individuele klanten vanuit inzicht over hun<br />
behoeften centraal wordt gesteld. Geheel in lijn met deze<br />
gedachte is het voeren van een bedrijfsstrategie waarin<br />
de klant centraal staat, de afgelopen jaren onder de vlag<br />
van ‘Customer Relationship Management’. CRM, zoals<br />
het meestal wordt aangeduid, was de afgelopen jaren<br />
een hot item. Geboren uit het huwelijk tussen informa-<br />
CUSTOMER MINDING<br />
tietechnologie en marketing, wisten grote én kleine<br />
bedrijven niet hoe snel ze een CRM-pakket en dito<br />
manager moesten aanschaffen. CRM zou niet alleen zorgen<br />
voor uitstekende relaties met klanten, maar zou<br />
ieder bedrijf de uitstraling van de kruidenier op de hoek<br />
geven. Nu bedrijven in staat waren om massaal en systematisch<br />
klantgegevens te vergaren, werden aloude marketingmethodieken,<br />
zoals het segmenteren en onderscheiden<br />
van doelgroepen overbodig verklaard.<br />
Sommigen droomden er zelfs van dat de factor arbeid in<br />
de nabije toekomst uitgeschakeld zou worden: dienstverlening<br />
via computer en kabel (‘e-service’), dát zou het<br />
wenkend toekomstperspectief zijn.<br />
Met het luwen van de hype rond het internet is ook een<br />
einde gekomen aan de overdreven verwachtingen ten<br />
aanzien van CRM. De beloften die in het recente verleden<br />
door agressief de markt benaderende ‘IT-oplossers’<br />
zijn gedaan, zijn voor een belangrijk deel loos gebleken.<br />
De kosten van de veelbelovende nieuwe technologie<br />
bleken dikwijls torenhoog te zijn. De organisatorische<br />
implicaties van de invoering van CRM-systemen waren<br />
schromelijk onderschat. En de klant voor wie het allemaal<br />
bedoeld was, schoot die er wat mee op? De eerlijkheid<br />
gebiedt te zeggen: niet zo heel veel. CRM bleek in de<br />
praktijk vaak niet meer te zijn dan database-gestuurde<br />
marketing. In het meest gunstige geval werd de effecti-<br />
Online tips voor in huis als extra service van IKEA Een VIP-behandeling op Schiphol kan online worden aangevraagd<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
11
12<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
Waar de traditionele marketingcommunicatie overwegend éénrichtingsverkeer is, zal de<br />
viteit van de marktbewerking verhoogd. Aan de relationele<br />
kwaliteit tussen bedrijf en klant veranderde doorgaans<br />
niet zoveel. Dit werd nog eens bevorderd, doordat<br />
CRM meestal primair werd ingezet vanuit efficiencyverhogende<br />
en kostenverlagende doelstellingen. Vanuit<br />
bedrijfsmatig oogpunt is dit uiteraard verklaarbaar, maar<br />
de vraag of de klant er uiteindelijk iets mee opschoot, is<br />
van een heel ander kaliber. Hoewel de term ‘CRM’ de<br />
belofte van een revolutionaire omwenteling in de marketing<br />
leek in te houden, is in de praktijk veel bij het oude<br />
gebleven. Het concept, zo kunnen wij met gerust hart<br />
constateren, is misbruikt om traditionele marktbewerking<br />
in een positiever daglicht te stellen. Met klanten had<br />
CRM doorgaans weinig te maken en met klantrelaties al<br />
helemaal niets.<br />
Rest ons dan niets anders dan de pessimistische gevolgtrekking<br />
dat er blijkbaar niets nieuws onder de zon is?<br />
Moeten wij al die ontevreden klanten dan maar voor lief<br />
nemen? Of gloort er ergens toch enige hoop? Wij menen<br />
dat dit laatste het geval is. Want parallel aan de hausse<br />
in CRM-programma´s vindt een ontwikkeling in het denken<br />
plaats, waarbij marketing vooral vanuit de ogen van<br />
de klant wordt gedefinieerd. Het leveren van waarde in<br />
de ogen van de klant komt in deze ‘klantgedreven’ vorm<br />
van marketing centraal te staan. In het volgende artikel<br />
gaan we uitgebreid in op wat ‘klantwaarde’ betekent.<br />
Het neerzetten van een klantgerichte organisatie vereist<br />
aanpassingen op drie niveaus. De niveaus zijn visie en<br />
strategie (richting), organisatiemodel en -cultuur (inrichting)<br />
en operationele uitvoering (verrichting).<br />
• Voor wat betreft het niveau van de richting veronderstelt<br />
klantgedreven marketing een keuze voor de<br />
waardestrategie van ‘customer intimacy’. Treacy en<br />
Wiersema onderscheiden drie verschillende waardestrategieën.<br />
Terwijl ‘operational excellence’ vooral denkt<br />
vanuit de kwaliteit en kostenbeheersing van interne processen<br />
en ‘product leadership’ vooral het innovatieve<br />
karakter van de producten centraal stelt, is ‘customer<br />
intimacy’ de enige waardestrategie die vanuit de klant<br />
zelf vertrekt. Anders gezegd, daar waar de twee eerstgenoemde<br />
strategieën een natuurlijke hang naar methoden<br />
van traditionele marktbewerking vertonen, is klantgedreven<br />
marketing een absolute must voor bedrijven die vanuit<br />
de strategie van ‘customer intimacy’ opereren. Voor<br />
de volledigheid merken we hierbij op dat de keuze voor<br />
de strategie niet per se van toepassing hoeft te zijn op<br />
het hele klantenbestand van een organisatie. Daar waar<br />
de middelen of de wil ontbreken om met iedere klant<br />
individuele en langdurige relaties aan te gaan, kunnen<br />
bedrijven waarschijnlijk beter uit de voeten met marktbewerking.<br />
• Voor wat betreft het niveau van de inrichting veronderstelt<br />
klantgedreven marketing een organisatiestructuur<br />
en –cultuur, waarin alle activiteiten en processen zijn<br />
gericht op het bedienen van de klant c.q. het leveren van<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
een bepaalde klantervaring. Omdat het voldoen aan, of<br />
zelfs overtreffen van klantverwachtingen een kernelement<br />
is van de organisatie, kan men niet volstaan met de<br />
inbreng van de marketingafdeling, maar zal nauw<br />
samengewerkt moeten worden met andere functies als<br />
human resources, communicatie en financiën. Indien<br />
organisaties de keuze maken om vanuit de klant te opereren,<br />
is het onontkoombaar dat nagedacht wordt over<br />
het afstemmen van verschillende functies en processen.<br />
Hoewel er nog geen nieuwe blauwdruk voor de marktgerichte<br />
organisatie is ontstaan, zoals de functionele<br />
organisatievorm de afgelopen honderd jaar is geweest,<br />
tenderen de doorgaans gepropageerde vormen naar<br />
horizontale, procesmatige en door teams gestuurde<br />
organisaties.<br />
• Voor wat betreft het niveau van de verrichting veronderstelt<br />
klantgedreven marketing niet alleen systematisch<br />
en diepgaand inzicht in wat klanten beweegt, maar<br />
ook manieren om klanten op een persoonlijke manier te<br />
bedienen. Bovendien veronderstelt klantgedreven marketing<br />
ook middelen en mogelijkheden om op interactieve<br />
wijze met klanten te communiceren. Waar de traditionele<br />
marketingcommunicatie overwegend éénrichtingsverkeer<br />
is, zal de klantgedreven marketeer klanten voortdurend<br />
de kans moeten geven iets terug te zeggen.<br />
Bovendien zal hij of zij de vaardigheden moeten bezitten<br />
om, indien nodig, deze informatie onmiddellijk te vertalen<br />
in een hernieuwde propositie. Een steeds belangrijker<br />
rol in deze interactieve communicatie zal zijn weggelegd<br />
voor het merk. Een merk biedt namelijk niet alleen vertrouwen<br />
en zekerheid aan de consument, maar vormt<br />
ook een continue energiebron en consistente leidraad<br />
voor het handelen van medewerkers in de organisatie.<br />
Literatuur<br />
CUSTOMER MINDING<br />
klantgedreven marketeer klanten voortdurend de kans geven iets terug te zeggen<br />
• H. Mintzberg: Waarom ik zo de pest aan vliegen heb,<br />
Schiedam 2000<br />
• Zie voor een verdere uitwerking van deze gedachte:<br />
R. Hummel, Marketing, bittere noodzaak of overbodige<br />
luxe? Alphen aan den Rijn 2001<br />
• P. Seybold: The Customer Revolution, New York 2001<br />
• R. Oostveen: Virtuele gemeenschappen. De Killer App<br />
voor online marketing, Amsterdam 2001<br />
• A. Mitchell: Right Side Up. Building Brands in the Age<br />
of the Organized Consumer, New York 2001<br />
• B.J. Pine en J.H. Gilmore: De beleveniseconomie,<br />
Schiedam 1999<br />
• Zie voor een uiterst kritische beschouwing van de<br />
ambities en pretenties van CRM:<br />
B.A. Gutek en T. Welsh: The Brave New Service<br />
Strategy, New York 2000<br />
• M. Treacy en F. Wiersema: De discipline van<br />
marktleiders, Schiedam 1995<br />
• G.S. Day: The Market Driven Organization,<br />
New York 1999<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
13
14<br />
DE KUNST IS EEN ERVARING TE GEVEN<br />
ZODAT DE KLANT KLANT BLIJFT...<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
KLANTWAARDEVERGELIJKING:<br />
Klantwaarden als basis voor<br />
een geïntegreerde klantervaring<br />
Dat het belangrijk is om klanten tevreden te houden, is<br />
een gedachte die door vrijwel alle bedrijven wordt<br />
onderschreven. Uit onderzoek onder 200 dienstverlenende<br />
organisaties in Nederland blijkt dat klanttevredenheid<br />
een niet meer weg te cijferen item is. Maar<br />
liefst 98% van de onderzochte bedrijven geeft aan hier<br />
het grootste belang aan te hechten. Ruim 85% vindt het<br />
belangrijk om klanttevredenheid te meten en 80% is<br />
van mening dat er concrete doelen met betrekking tot<br />
klanttevredenheid opgesteld moeten worden. Tot zover<br />
de goede intenties. De praktijk laat echter zien dat het<br />
vaak bij goede voornemens blijft. Behalve het feit dat er<br />
nogal wat organisaties zijn die helemaal geen aandacht<br />
aan klantonderzoek schenken, blijkt er over het algemeen<br />
weinig begrip te bestaan voor de gedachte dat<br />
men tijd en moeite moet besteden om achter de werkelijke<br />
beweegredenen van klanten te komen.<br />
De klantkennis, die bedrijven in het kader van klanttevredenheidsonderzoeken<br />
vergaren, is weinig omvattend.<br />
Inzichten die uit dergelijk onderzoek voortvloeien,<br />
geven weliswaar aan hoe de klant over de kwaliteit van<br />
bepaalde processen of interacties oordeelt, maar bieden<br />
geen inzicht in de manier waarop klanten de totale ervaring<br />
met een bedrijf beoordelen. Om dit inzicht wél te<br />
krijgen, moet men niet het eigen organisatieperspectief,<br />
maar de invalshoek van de klant centraal stellen. Men<br />
komt dan automatisch uit op de vraag welke waarde<br />
klanten willen ontlenen aan een bepaald aanbod en in<br />
hoeverre men als aanbieder in staat is deze waarde te<br />
realiseren. Wat ben ik de klant waard? Dát is de vraag<br />
die iedere onderneming zich zou moeten stellen.<br />
ECONOMIE VRAAGT OM AANDACHT VOOR KLANTEN<br />
Met één of soms zelfs beide voeten in de industriële productie,<br />
valt het de meeste bedrijven niet alleen moeilijk<br />
om te begrijpen dat de huidige service economie om een<br />
geheel andere benadering van klanten en markten<br />
vraagt, maar ook om dit inzicht in concrete activiteiten te<br />
vertalen. In de industriële productie wordt het geld verdiend<br />
door grondstoffen te verwerken tot afgewerkte<br />
producten. De bedrijfsketens lopen dan ook allemaal van<br />
achteren naar voren, of zoals dat zo fraai heet, van 'zand<br />
tot klant'. Het heeft onder dergelijke omstandigheden zin<br />
om de productie voor zover mogelijk te maximaliseren en<br />
alles zo efficiënt mogelijk te doen.<br />
Het gevolg is dan ook dat bedrijven de afgelopen periode<br />
erg goed zijn geworden in het management van pro-<br />
CUSTOMER MINDING<br />
ductiesystemen. Ze weten hoe ze precies op tijd moeten<br />
produceren, hoe ze de productielijnen in balans moeten<br />
brengen en hoe ze voorraadbeheer en logistiek kunnen<br />
optimaliseren. Rationalisering van de productie door<br />
middel van automatisering is voor productiebedrijven<br />
een probaat middel om hogere rendementen te genereren.<br />
Marketing en verkoop zijn in dergelijke situaties<br />
gespecialiseerde functies, die zich toeleggen op het aan<br />
de man brengen van geproduceerde goederen en het<br />
uitvinden wat de klant wil.<br />
In de dienstverlening is dat anders. Een dienst is een handeling<br />
die wordt uitgevoerd ten voordele van een ander.<br />
Waarde wordt gecreëerd, in de interactie tussen dienstverlener<br />
en klant, dus tijdens het proces. De vraag óf er<br />
waarde wordt gecreëerd is in veel sterkere mate dan bij<br />
de industriële productie afhankelijk van de subjectieve<br />
percepties en verwachtingen van de klant. Percepties en<br />
verwachtingen die overigens vaak moeilijk in precieze<br />
bewoordingen zijn te beschrijven, aangezien dienstverlening<br />
tenminste voor een deel uit 'ontastbaarheden'<br />
bestaat. Behalve het feit dat dienstverlening onlosmakelijk<br />
verbonden is met subjectieve belevingen van klanten,<br />
zijn er nog twee andere implicaties mee verbonden. In de<br />
eerste plaats moeten dienstverlener en consument op<br />
dezelfde tijd beschikbaar zijn, zodat er interactie kan<br />
plaatsvinden. Dit laat geen ruimte voor 'voorraadbeheer'<br />
als buffer voor fluctuaties in de vraag en zorgt ervoor dat<br />
overcapaciteit 'bederfelijk' is, omdat opbrengsten niet<br />
later alsnog kunnen worden gerealiseerd. Aan productiviteitsverhoging<br />
door middel van voorraadbeheer zijn in<br />
de dienstverlening dus fundamentele grenzen gesteld. In<br />
de tweede plaats is dienstverlening naar haar aard<br />
arbeidsintensief. Servicemedewerkers spelen een dominante<br />
rol in een proces, waarin waarde wordt toegevoegd<br />
door de persoonlijke interactie tussen dienstverlener<br />
en consument. De kwaliteit van dienstverlening<br />
wordt niet alleen bepaald door het aantal medewerkers,<br />
maar ook door hun vaardigheden, attitudes en inzet.<br />
Zeker wanneer de dienstverlening complex van aard is en<br />
een hoge mate van contact met klanten vereist, is<br />
productiviteitsgroei door middel van bezuinigen op personeel<br />
moeilijk te bereiken. Maar ook wanneer de contacten<br />
minder intensief zijn, speelt het personeel nog<br />
steeds een belangrijke rol. De sterke marktpositie van<br />
Albert Heijn heeft niet alleen te maken met het beschikken<br />
over gunstige locaties en een breed assortiment,<br />
maar zeker ook met de toegankelijkheid, vriendelijkheid<br />
en inzet van het personeel. Het succes van de 'ballenbak'<br />
van IKEA is voor een belangrijk deel terug te voeren op<br />
het feit dat speciaal daarvoor aangesteld personeel toezicht<br />
houdt op het reilen en zeilen van het kroost. De<br />
beleveniswaarde en sfeer van Disney-parken worden<br />
voor een belangrijk deel bepaald door medewerkers die<br />
als 'cast members' een theatrale functie vervullen. De<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
15
16<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
vervanging van personeel door elektronische media leidt<br />
bij klanten veelal niet tot een verhoging, maar een verlaging<br />
van de waardeperceptie: zo hebben IT-bedrijven<br />
ernstige moeite om hun klanten ervan te overtuigen dat<br />
onderhoudsactiviteiten aan computernetwerken, die op<br />
afstand en buiten het zicht van de klant worden verricht,<br />
wel degelijk een bepaalde prijs waard zijn. ‘Wanneer wij<br />
geen monteur gezien hebben, hoeven wij ook niet te<br />
betalen’, zo luidt de redenering van klanten.<br />
Samenvattend kan men zeggen dat in dienstverlenende<br />
settings niet alleen grenzen zijn gesteld aan productiviteitsverhoging<br />
in de traditionele zin van de betekenis,<br />
maar dat ook meer aandacht moet worden geschonken<br />
aan de psychologische kenmerken van klanten.<br />
Bovendien vereist dienstverlening continue en systematische<br />
aandacht voor de relaties tussen medewerkers en<br />
klanten. Interne en externe oriëntaties, die in de industriële<br />
productie scherp van elkaar waren gescheiden,<br />
worden zodoende met elkaar verbonden. Het kennen en<br />
SERVICE PROFIT CHAIN<br />
koesteren van klanten kan onder deze omstandigheden<br />
niet worden gezien als het exclusieve domein van marketing<br />
en verkoop. Alle bedrijfsfuncties, te beginnen met<br />
HR en communicatie, moeten klantgericht denken en<br />
werken. Deze zienswijze is op wetenschappelijke wijze<br />
verwoord in het door Heskett e.a. geformuleerde model<br />
van de Service Profit Chain. Hierin wordt aangegeven<br />
hoe tevredenheid en loyaliteit van medewerkers leidt tot<br />
tevredenheid en loyaliteit van klanten en hoe dit uiteindelijk<br />
positief uitwerkt op het rendement. Investeren in<br />
klanten betekent volgens dit model ook investeren in<br />
medewerkers. Beide tezamen leiden tot toekomstige<br />
groei van het rendement (zie kader). Het in praktijk brengen<br />
van de principes van de Service Profit Chain veronderstelt<br />
een organisatiestructuur, waarin niet langer<br />
wordt uitgegaan van betrekkelijk zelfstandig opererende<br />
functies, maar waarin organisatieprocessen gericht op<br />
het bieden van waarde aan klanten centraal worden<br />
gesteld.<br />
Het model van de Service Profit Chain laat zien hoe tevredenheid en loyaliteit van medewerkers leiden tot een betere<br />
kwaliteit en hogere waarde van de geleverde prestaties, hetgeen een positieve uitwerking heeft op de tevredenheid<br />
en loyaliteit van klanten, dat zich vertaalt in groei van omzet en winst.<br />
INTERNE<br />
SERVICE<br />
KWALITEIT<br />
PRODUCTIVITEIT<br />
MEDEWERKERS<br />
+ WAARDE<br />
EXTERNE<br />
SERVICE<br />
KWALITEIT<br />
KUNDIGHEID<br />
LOYALITEIT TEVREDENHEID<br />
WAARDE<br />
KLANTEN<br />
TEVREDEN-<br />
HEID<br />
KLANTEN<br />
LOYALITEIT<br />
Het model is inmiddels vele malen onderzocht. Uit verschillende studies komt naar voren dat de veronderstelde verbanden<br />
aanzienlijk kunnen variëren. Zonder hier al te uitvoerig op in te gaan, kunnen de volgende algemene vuistregels<br />
worden gehanteerd:<br />
- Bedrijven die zich richten op de waardestrategie Operational Excellence moeten ervan uitgaan dat een verhoging<br />
van 10% op het gebied van medewerkerstevredenheid (op een 10-puntsschaal is dat dus 1 punt) leidt tot 5%<br />
verhoging van klanttevredenheid en tot 2-2,5% groei van het rendement.<br />
- Bedrijven die zich richten op de waardestrategie Customer Intimacy moeten er rekening mee houden dat 10%<br />
verhoging van medewerkerstevredenheid eveneens gepaard gaat met ongeveer 5% verhoging van<br />
klanttevredenheid. De groei van het rendement is echter veel forser, namelijk tussen de 25 en 40%! Dit laatste<br />
heeft te maken met het feit dat de invloed van dienstverleners bij deze strategie vele malen groter is dan bij de<br />
eerder genoemde strategie van Operational Excellence.<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002<br />
WINST
GEBREKKIGE EN EENZIJDIGE AANDACHT<br />
Op grond van het inzicht dat het succes van bedrijven in<br />
de service economie staat of valt met positieve interactie<br />
tussen medewerkers en klanten, zou men veronderstellen<br />
dat bedrijven steeds meer moeite doen om hun klanten<br />
te leren kennen. Dit is echter niet het geval.<br />
Weliswaar weten bedrijven met behulp van moderne<br />
technologie steeds beter hoe hun klanten zich gedragen,<br />
maar op de vraag wat hun klanten daadwerkelijk<br />
beweegt, valt meestal een diepe stilte.<br />
Dit heeft enerzijds te maken met het feit dat nogal wat<br />
bedrijven zozeer met zichzelf zijn gepreoccupeerd, dat zij<br />
eenvoudigweg de tijd en energie niet hebben om hun<br />
klanten beter te leren kennen. Uit onderzoek komt naar<br />
voren dat ruim de helft geen metingen van klanttevredenheid<br />
verricht. Uit een Duitse studie onder marketeers<br />
van grote bedrijven komt naar voren dat zij zich ruim<br />
70% van hun tijd bezighouden met interne aangelegenheden.<br />
Hieronder vallen onder meer besprekingen met<br />
collega´s, overleg met andere afdelingen en het uitvoeren<br />
van managementtaken. Meer dan 25% van de tijd<br />
besteden de marketeers gemiddeld aan het onderhouden<br />
van de contacten met externe advies- en reclamebureaus.<br />
De schamele 3% van de tijd die dan nog overblijft,<br />
wordt besteed aan externe klanten. Wanneer de<br />
klant op de marketingafdeling al nauwelijks op enige<br />
interesse mag stuiten, dan ligt het voor de hand om te<br />
concluderen dat het hem of haar in de rest van het<br />
bedrijf niet veel beter zal vergaan. Van personeelsmanagers,<br />
logistieke experts of boekhouders kan men immers<br />
moeilijk verwachten dat zij als 'klantkampioenen' optreden.<br />
Anderzijds moet men constateren, dat bedrijven die<br />
wél geïnteresseerd zijn in het meten van klanttevredenheid,<br />
doorgaans weinig aandacht besteden aan aspecten<br />
die klanten relevant vinden, maar eerder geïnteresseerd<br />
zijn in de oordelen van klanten over zaken die vanuit<br />
organisatieperspectief van belang worden geacht.<br />
Voorbeeld van niet klantgericht vragen stellen<br />
Een medewerker van &Samhoud moest onlangs voor<br />
een reparatie naar zijn autodealer. Wachtend op de reparatie<br />
werd hem verzocht een vragenlijst in te vullen. Het<br />
bedrijf, zo zei de medewerker, stelde het bijzonder op<br />
prijs om de tevredenheid van haar klanten voortdurend<br />
te peilen. En om hem helemaal over de streep te trekken,<br />
werd er nog aan toegevoegd dat de resultaten gebruikt<br />
werden om de service in de toekomst nóg verder te verbeteren.<br />
De vragenlijst bevatte onder meer vragen naar<br />
de 'vriendelijkheid van het baliepersoneel', het ‘gemak<br />
van de incheckprocedure' en de 'kwaliteit van de koffie'.<br />
Nu is er op zich niets mis met dergelijke items. Het probleem<br />
is evenwel dat veel autobezitters helemaal niet<br />
naar de autodealer willen gaan en dus weinig interesse<br />
CUSTOMER MINDING<br />
hebben in vriendelijk baliepersoneel of lekkere koffie. In<br />
plaats daarvan wil de klant bijvoorbeeld dat de auto thuis<br />
wordt opgehaald en na de reparatie weer thuis wordt afgeleverd.<br />
Dát zou pas service zijn. Dát zou waarde voor klanten<br />
genereren. Door deze manier van vraagstelling, komt<br />
het bedrijf nooit te weten wat zijn klanten écht willen.<br />
Het stellen van voor klanten irrelevante vragen is een<br />
veel voorkomend euvel. Het is dan ook niet verwonderlijk<br />
dat de positieve resultaten van tevredenheidsonderzoeken<br />
zich dikwijls niet vertalen in groeiende loyaliteit<br />
of stijgende omzet (iets wat gezien het veronderstelde<br />
verband tussen tevredenheid, loyaliteit en winstgevendheid<br />
wél verwacht zou worden). Indien men verzuimt de<br />
relevante vragen te stellen, dan komt men ook nimmer<br />
achter de werkelijke beweegredenen van klanten.<br />
DE SMALLE FOCUS VAN KLANTTEVREDENHEID<br />
Het feit dat het organisatieperspectief domineert bij het<br />
in kaart brengen van klanttevredenheid, is terug te voeren<br />
op de ontwikkeling die het denken over klanttevredenheid<br />
de afgelopen decennia heeft doorgemaakt. In<br />
die ontwikkelingen stonden twee gedachten centraal:<br />
enerzijds de gedachte dat klanttevredenheid vooral te<br />
maken heeft met de kwaliteit van interne bedrijfsprocessen<br />
en anderzijds het idee dat klanttevredenheid terug te<br />
voeren is op de kwaliteit van de ontmoetingen tussen<br />
dienstverleners en klanten. Al met al levert dit niet alleen<br />
een eenzijdig, maar ook een nogal verengd beeld op van<br />
de factoren die de klanttevredenheid bepalen.<br />
Kwaliteit van processen<br />
Geworteld in de kwaliteitsbeweging van de jaren tachtig,<br />
wordt klanttevredenheid aanvankelijk vooral afgemeten<br />
aan de kwaliteit van interne bedrijfsprocessen. Van oorsprong<br />
vooral gericht op het bewaken van de kwaliteit<br />
van producten en interne productieprocessen, ontwikkelt<br />
het kwaliteitsdenken zich in de jaren tachtig tot een algemene<br />
en geïntegreerde managementfilosofie ('Total<br />
Quality Management'). Het accent komt daarbij minder<br />
op de technische kwaliteit van producten, maar meer op<br />
de kwaliteit van interne bedrijfsprocessen te liggen. Het<br />
accent van kwaliteitsmanagement komt te liggen op het<br />
bestrijden van bureaucratie en verstarring en het optimaliseren<br />
van de 'doorstroming' met het oog op drastische<br />
resultaatverbetering. Hoewel er vanuit het kwaliteitsdenken<br />
ook wel enige belangstelling is voor het samenspel<br />
tussen 'back office' en 'front office', gaat het overgrote<br />
deel van de aandacht uit naar de kwaliteit van interne<br />
processen die diep in de boezem van de organisatie verscholen<br />
liggen. De gedachte hierachter is dat betere processen<br />
automatisch tot betere producten en betere<br />
prestaties leiden.<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
17
18<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
Kwaliteit van ontmoetingen<br />
Vanaf de tweede helft van de jaren tachtig ontstaat<br />
geleidelijk ook enige aandacht voor de kwaliteit van de<br />
ontmoetingen tussen dienstverleners en klanten. Met<br />
name het door Amerikaanse onderzoekers ontwikkelde<br />
'Servqual-model' is een belangrijke kentering in het denken<br />
over kwaliteit. Het model heeft minder aandacht<br />
voor interne bedrijfsprocessen, maar accentueert in<br />
plaats daarvan het belang van de 'moments of truth' tussen<br />
klant en organisatie. De achterliggende gedachte<br />
hierbij is dat kwaliteit van dienstverlening niet zozeer te<br />
maken heeft met het voldoen aan eenduidige en objectieve<br />
prestaties van organisaties, maar vooral met de subjectieve<br />
percepties van klanten. Die percepties van klanten<br />
bestaan enerzijds uit verwachtingen en anderzijds uit<br />
feitelijke ervaringen. Voortbordurend op dit inzicht<br />
beschrijft het model dienstverlening als een aantal 'gaps'<br />
tussen de verwachtingen en ervaringen van het management<br />
en de medewerkers van een dienstverlenende<br />
organisatie enerzijds en van de klanten anderzijds. De<br />
belangrijkste kloof is die tussen de verwachtingen die de<br />
klant heeft ten aanzien van de te leveren dienstverlening<br />
en zijn of haar feitelijke ervaringen met die dienstverlening.<br />
Volgens het Servqual-model is de kwaliteit van<br />
dienstverlening slecht wanneer de feitelijke ervaringen<br />
lager scoren dan de oorspronkelijke verwachtingen. De<br />
kwaliteit is goed, wanneer het ervaren niveau van<br />
dienstverlening gelijk of hoger is dan het verwachte<br />
niveau. De bedenkers van het model laten het overigens<br />
niet bij deze gedachte, maar zij formuleren ook nog een<br />
aantal 'kwaliteitsdimensies' waaraan de ontmoetingen<br />
tussen klanten en organisaties moeten voldoen. De<br />
dimensie 'betrouwbaarheid' omvat de mate waarin de<br />
beloften van de dienstverlener worden waargemaakt. De<br />
dimensie 'zekerheid' vertegenwoordigt het vertrouwen<br />
dat de klant in de competentie van de dienstverlener<br />
heeft, terwijl 'responsiviteit' betrekking heeft op de<br />
bereidheid en motivatie van de dienstverlener om het<br />
verwachte niveau van dienstverlening te bieden. De<br />
dimensie 'empathie' heeft betrekking op de persoonlijke<br />
relatie tussen dienstverlener en klant, terwijl de dimensie<br />
'tastbaarheden' tenslotte alle aspecten omvat die de<br />
klant kan zien, horen en aanraken.<br />
Hoewel het noodzakelijk is om klanttevredenheid in verband<br />
te brengen met de kwaliteit van bedrijfsprocessen<br />
en van ontmoetingen, is dit niet voldoende. Klanttevredenheid<br />
heeft immers ook (en misschien wel vooral)<br />
te maken met heel andere factoren, zoals de kwaliteit<br />
van de geboden oplossingen, de gevoelens die een aanbieder<br />
oproept en de financiële en niet-financiële inspanningen<br />
die een klant zich moet getroosten om het aanbod<br />
te verwerven. Tevredenheid bestrijkt een breed scala<br />
van aspecten. Om echt naar klanten te luisteren en ze<br />
daadwerkelijk op maat te kunnen bedienen, is het nood-<br />
zakelijk om de focus te verbreden en om niet aansluitend<br />
naar de kwaliteiten van het aanbod te kijken, maar vooral<br />
aandacht te besteden aan de waarde die deze kwaliteiten<br />
vanuit de optiek van klanten oplevert.<br />
KLANTWAARDE: DE KLANT ALS UITGANGSPUNT<br />
Het begrip 'klantwaarde' verwijst naar de som van alle<br />
functionele en emotionele 'voordelen' die een klant van<br />
een aanbieder ontvangt, afgezet tegen de 'kosten' die hij<br />
of zij daarvoor moet opbrengen. De termen 'voordelen'<br />
en 'kosten' moeten hierbij ruim worden opgevat, dat wil<br />
zeggen niet uitsluitend in monetaire zin. Zo gaat het voor<br />
wat betreft de 'voordelen' niet alleen om 'wat' er geboden<br />
wordt (de concrete producten en diensten en de<br />
resultaten die daarmee bereikt kunnen worden), maar<br />
ook om 'hoe' dat gebeurt (de aard van de distributiekanalen,<br />
de kwaliteit van de interacties) en de aard van<br />
de 'gevoelens' die de leverancier oproept. Onder 'kosten'<br />
verstaan we niet uitsluitend de financiële inspanningen<br />
(de prijs die betaald moet worden), maar ook alle<br />
moeite die gedaan moet worden ter verwerving van het<br />
gewenste aanbod.<br />
Hoewel men kan proberen om klantwaarden te objectiveren<br />
tot samenhangende 'formules', moet men er altijd<br />
van uitgaan dat zij verwijzen naar subjectieve percepties<br />
van klanten. Dit betekent dat klantwaarden per individu<br />
of klantgroep en al naar gelang de situatie anders kunnen<br />
worden ingevuld. Wat voor de ene klant van waarde<br />
is, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Wat men al dan<br />
niet belangrijk vindt, kan per situatie verschillen. Indien<br />
men de invulling van klantwaarden koppelt aan het oordeel<br />
van klanten, dan ontstaat een hogere of lagere mate<br />
van klanttevredenheid. Klanttevredenheid is daarmee<br />
Zelfs een simpele watercooler kan de klant enorme tevredenheid geven
dus een operationalisering van gerealiseerde klantwaarde.<br />
Klanten die een hogere klantwaarde ervaren,<br />
zullen dit uiten in hogere klanttevredenheidsscores. Om<br />
klantwaarde systematisch in kaart te brengen, kan men<br />
gebruik maken van de zogeheten ‘klantwaardevergelijking’.<br />
We lichten de verschillende aspecten van de klantwaardevergelijking<br />
in het kort toe.<br />
RESULTAAT<br />
Wat krijg ik?<br />
Producten, Diensten,<br />
Steunvoorzieningen.<br />
Infrastructuur<br />
AFHANDELING<br />
Hoe krijg ik het?<br />
Resultaat<br />
Bij het spreken over de dimensie 'resultaat' gaat het om<br />
de functionele voordelen die een klant aan het bezit of<br />
gebruik van een product of dienst ontleent. Die voordelen<br />
kunnen te maken hebben met het primaire aanbod<br />
(soms afzonderlijke producten en diensten, maar steeds<br />
vaker een bundeling ['packages']), met allerlei ondersteunende<br />
diensten (restauratieve voorzieningen of kinderhoekjes<br />
in winkels), maar ook met de kwaliteit van de<br />
infrastructuur (netwerken of het geheel van rails, wegen,<br />
stations en haltes bij het openbaar vervoer). Met enige<br />
nadruk wijzen we erop, dat het bij het invullen van dit<br />
aspect van de klantwaarde dus niet primair om de kwaliteit<br />
van de afzonderlijke attributen van diensten of producten<br />
gaat, maar om oplossingen of doelstellingen die<br />
met behulp van diensten of producten kunnen worden<br />
gerealiseerd. Bedrijven gaan er vaak zonder meer van uit<br />
dat klanten in hun producten of diensten zijn geïnteresseerd,<br />
maar dit blijkt bij nader inzien nogal tegen te vallen.<br />
De meeste consumenten hebben er geen flauw<br />
benul van hoe producten of diensten precies werken. Zij<br />
zijn alleen geïnteresseerd in de resultaten. Ook realiseren<br />
bedrijven zich vaak onvoldoende dat er een diepe kloof<br />
gaapt tussen de resultaten die zij hun klanten beloven en<br />
wat zij werkelijk leveren. Een mooi voorbeeld in dit verband<br />
is het kabelbedrijf dat haar klanten ‘kabelgenot’<br />
beloofde. Bij nader inzien bleek dat het betreffende<br />
+ Leveringsprocessen, +<br />
PRIJS<br />
Hoeveel kost het?<br />
Prijsstelling,<br />
Prijsfluctuatie,<br />
Prijsdifferentiatie<br />
Interacties, Interfaces,<br />
Service Recovery<br />
+<br />
CUSTOMER MINDING<br />
bedrijf - net als overigens alle andere concurrenten - in<br />
feite een bouwpakket aanbood, waarmee de klant aan<br />
het werk moest gaan alvorens aan het genot van kabeltelevisie<br />
te komen. Wat voor geroutineerde klussers al<br />
een hele opgave bleek te zijn, was voor de minder handige<br />
consument een bron van dagenlange ellende. Pas<br />
nadat er een stroom van klachten op het desbetreffende<br />
MOEITE<br />
Wat moet ik ervoor doen?<br />
Tijd, Energie, Sores,<br />
Onveiligheid<br />
EMOTIE<br />
Wat voel ik erbij?<br />
Imago, Ruputatie,<br />
Experiences<br />
bedrijf was afgekomen, begreep men dat er een kloof<br />
bestond tussen de gecreëerde verwachtingen ('kabelgenot')<br />
en de perceptie van de geboden resultaten ('ellende').<br />
Afhandeling<br />
Klanten beoordelen de waarde van dienstverlening niet<br />
alleen vanuit het oogpunt van het geboden resultaat,<br />
maar ze nemen ook de afhandeling in hun overwegingen<br />
mee. Het gaat er met andere woorden niet alleen om<br />
'wat' er geboden wordt, maar ook 'hoe' dat gebeurt. De<br />
dimensie 'afhandeling' omvat verschillende aspecten.<br />
Allereerst gaat het om de kanalen waarlangs de dienst<br />
geleverd wordt. Klanten kunnen tegenwoordig kiezen uit<br />
verschillende modaliteiten zoals winkels, thuisbezorging,<br />
telefonisch contact of het afhandelen van transacties via<br />
het internet. Deze 'multi-channeling' vereist overigens<br />
niet alleen nauwgezet inzicht in de aard van de voorkeuren<br />
die klantgroepen voor bepaalde kanalen hebben,<br />
maar doet ook de noodzaak van de integratie van kanalen<br />
groeien. Klanten switchen immers steeds makkelijker<br />
tussen afzonderlijke kanalen en verwachten dat de aanbieder<br />
hier rekening mee houdt en hier adequaat op reageert.<br />
In de tweede plaats heeft de waarde van de afhandeling<br />
te maken met de kwaliteit van de interacties met het personeel.<br />
We hebben hier te maken met de dimensie die<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
19
20<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
Net als producten worden diensten steeds meer inwisselbaar<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
door het hiervoor genoemde 'Servqual-model' centraal<br />
werd gesteld. Vanuit de klant gezien, wordt de waarde<br />
van dienstverlening niet alleen afgemeten aan de distributiekanalen<br />
en de ontmoetingen met frontliners, maar<br />
ook aan de aard van de omgeving waarin de dienstverlening<br />
zich voltrekt. In de literatuur wordt in dit verband<br />
gesproken van 'service settings' of 'service scapes'.<br />
Dergelijke omgevingsfactoren geven de klant belangrijke<br />
aanwijzingen over de kwaliteit van het dienstenaanbod<br />
(de witte jas als handelskenmerk voor de professionaliteit<br />
van de arts, de marmeren vloeren als 'physical evidence'<br />
van exclusiviteit en als teken van het succes waarmee private<br />
banks hun vermogen hebben opgebouwd).<br />
Tenslotte heeft het aspect 'afhandeling' ook betrekking<br />
op de mate waarin een bedrijf in staat is om eenmaal<br />
gemaakte fouten te herstellen: indien adequaat uitgevoerd,<br />
blijkt 'service recovery' een belangrijke rol te spelen<br />
in het genereren van klantwaarde.<br />
Emotie<br />
Net als producten worden diensten steeds meer inwisselbaar.<br />
Hetzelfde geldt voor de kwaliteit van de processen<br />
waarmee deze diensten geleverd worden. Bij de beslissing<br />
van de consument welke aanbieder zijn voorkeur<br />
krijgt, speelt de dimensie 'emotie' bijgevolg een steeds<br />
belangrijkere rol. Emoties bepalen of het tussen klant en<br />
bedrijf 'klikt'. Positieve gevoelens voor een aanbieder zijn<br />
voor een belangrijk deel gebaseerd op imago en reputatie.<br />
Het opbouwen en instandhouden van een goed<br />
imago en een goede reputatie is voor organisaties in de<br />
dienstensector dan ook van essentieel belang wanneer<br />
het gaat om het werven en behouden van klanten. Een<br />
sterk imago vertaalt zich in tevredenheid, betrokkenheid<br />
en vertrouwen van de zijde van de klant. Naast de kracht<br />
van het imago letten klanten tegenwoordig ook steeds<br />
meer op de kwaliteit van de 'belevenissen' die dienstverleners<br />
te bieden hebben. Deels hebben dergelijke belevenissen<br />
te maken met een bepaalde, als plezierig ervaren<br />
sfeer die door de aanbieder wordt gecreëerd, deels ook<br />
met het overtreffen van verwachtingen ('customer<br />
delight').<br />
Prijs<br />
Hoewel de term 'prijs' in de dienstverlening veelal niet<br />
wordt gebruikt - men spreekt doorgaans over 'premie',<br />
'huur', 'honorarium' of 'tarief' - moeten klanten<br />
uiteraard betalen voor geleverde diensten en producten.<br />
Aspecten die bij prijs een rol spelen zijn prijsstelling, prijsfluctuatie<br />
en prijsdifferentiatie. Alhoewel de prijs van een<br />
product of dienst voor de klant van belang is, is zij lang<br />
niet altijd doorslaggevend. Indien een bedrijf op één van<br />
de eerder genoemde dimensies een duidelijke meerwaarde<br />
verschaft, blijken klanten bereid om (veel) hogere<br />
prijzen te betalen. Naast de hoogte van de prijs gaat<br />
de aandacht van klanten vooral uit naar het versimpelen<br />
van de prijsstructuur (bijvoorbeeld het bieden van 'flat<br />
rates'). Een ander voorbeeld zijn garanties en verzekeringen<br />
(bijvoorbeeld bij energiebedrijven, waar je per<br />
maand iets extra kan betalen om je te verzekeren van<br />
energie).<br />
Moeite<br />
Dit aspect, dat wel wordt aangeduid met het begrip<br />
'acquisitiekosten', heeft betrekking op alle extra<br />
financiële en niet-financiële kosten (tijd en energie voor<br />
het vergaren van informatie of het vergelijken van het<br />
aanbod, training bij gebruik van complexe producten of<br />
diensten) die een klant zich moet getroosten om het<br />
gewenste resultaat te bereiken. Gevoelens van onzekerheid<br />
en onveiligheid kunnen eveneens bepalend zijn voor<br />
de 'moeite' die een klant ervaart. Ook allerlei door de<br />
klant ervaren beperkingen, zoals het vastzitten aan een<br />
langdurig contract of de moeite die gepaard gaat met het<br />
switchen van aanbieder vallen onder het aspect 'moeite'.<br />
Tot slot<br />
Het schenken van aandacht aan de resultaten die men als<br />
bedrijf voor klanten wil bereiken, heeft onder meer<br />
geleid tot het herdefiniëren van de markt waarin men<br />
opereert. Zo zegt Daimler/Chrysler zich niet langer uitsluitend<br />
op het produceren van auto’s te willen concentreren,<br />
maar op het realiseren van ‘mobiliteitsoplossingen’<br />
voor klanten. Lego biedt tegenwoordig niet meer<br />
uitsluitend speelgoed, maar beweegt zich op de markt<br />
van ‘gezinsedutainment’. Essent wil meer zijn dan een<br />
energieleverancier en zegt zich op de markt van ‘zorgeloos<br />
wonen’ te willen begeven. En Unilever is niet langer<br />
uitsluitend gericht op het leveren van schoonmaakproducten,<br />
maar wil zich gaan bezighouden met het<br />
‘management van het huishouden’.<br />
Literatuur<br />
CUSTOMER MINDING<br />
• M. Dijkstra: Dienstverleners scoren een onvoldoende<br />
op marktgerichtheid. Tijdschrift voor Marketing,<br />
November 2000<br />
• J.L. Heskett, W.E. Sasser en L.A. Schlesinger: Groeien<br />
door tevreden klanten, F&G 1997<br />
• A. Meyer en J.H. Davidson: Offensives Marketing,<br />
Freiburg 2001<br />
• V. Zeithaml, A. Parasuraman en L. Berry : Delivering<br />
Quality Service, New York 1990<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
21
22<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
MIND<br />
YOUR CUSTOMERS<br />
BY<br />
CUSTOMER<br />
MINDING<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
ONLINE<br />
KLANTTEVREDENHEID EN<br />
LOYALITEIT METEN<br />
In het traditionele onderzoek naar klanttevredenheid<br />
staan interne processen en de interactie tussen dienstverlener<br />
en klant centraal. Hoewel bedrijven bij klanttevredenheidsonderzoek<br />
tegenwoordig meer dan ooit<br />
inzicht willen in de waardering van het totale waardebod<br />
door klanten, zijn er nog maar weinig instrumenten<br />
om eenvoudig en systematisch klantervaringen te<br />
meten en te analyseren. Met BetterBeGood krijgen<br />
organisaties een nieuw meetinstrument in handen om<br />
bij klanttevredenheidsonderzoek écht het organisatieperspectief<br />
los te laten en volgens de filosofie van<br />
Customer Minding vanuit de klant te denken. In dit artikel<br />
gaan we in op functionaliteiten van BetterBeGood,<br />
het nieuwe online meetinstrument voor klanttevredenheid<br />
en loyaliteit.<br />
BetterBeGood<br />
Het online meetinstrument voor klanttevredenheid<br />
BetterBeGood is ontwikkeld door &Samhoud<br />
Service Management in samenwerking met de<br />
vooraanstaande wetenschappers Martin Wetzels<br />
en Ko de Ruyter van de universiteiten van<br />
Eindhoven en Maastricht. Het product is ondergebracht<br />
bij BetterBeCompany, dat ook de online<br />
meetinstrumenten voor medewerkerstevredenheid<br />
(BetterBeYourself) en 360 graden feedback aanbiedt.<br />
BetterBeCompany maakt deel uit van<br />
&Samhoud International, waardoor samenwerking<br />
met de adviseurs van &Samhoud Service Management<br />
mogelijk is.<br />
In voorgaande artikelen is naar voren gekomen dat de<br />
tevredenheid van klanten wordt bepaald door een scala<br />
aan drivers. We hebben daarbij de klantwaardevergelijking<br />
geïntroduceerd om de waarde voor klanten in kaart<br />
te brengen met resultaat, afhandeling, emotie, prijs en<br />
moeite als pijlers.<br />
Een opmerkelijk gegeven is dat de meeste bedrijven zich<br />
in de praktijk nauwelijks bewust zijn van de factoren die<br />
een rol spelen bij het tot stand komen van klantervaringen.<br />
Want laten we eerlijk zijn: weet u bijvoorbeeld of<br />
het imago van uw organisatie een rol speelt in de totale<br />
klantbeleving? Of dat uw klanten veel of juist geen<br />
moeite moeten doen om gebruik te kunnen maken van<br />
uw product of dienst? En of uw klanten dat vervelend of<br />
CUSTOMER MINDING<br />
juist onbelangrijk vinden? Wat weet u eigenlijk van de<br />
prijsperceptie van uw klanten? Een aantal vragen kunt u<br />
wellicht niet beantwoorden, terwijl klanttevredenheid<br />
toch echt een belangrijke indicator is voor uw bedrijf.<br />
Over het algemeen leidt dalende klanttevredenheid<br />
immers binnen enkele maanden tot dalende omzet.<br />
BetterBeGood, dat gebaseerd is op de klantwaardevergelijking,<br />
biedt de mogelijkheid om antwoord te krijgen op<br />
dit soort vragen door snel en wetenschappelijk verantwoord<br />
onderzoek volgens internationale standaarden.<br />
SERVICE PROFIT CHAIN EN HARDE CIJFERS<br />
De filosofie van de Service Profit Chain (SPC) is gericht<br />
op medewerkers, klanten en financiën. Kort gezegd is<br />
het verband volgens de SPC als volgt: tevreden medewerkers<br />
zijn een driver bij het realiseren van een klantgerichte<br />
organisatie - de klantgerichte organisatie is een<br />
voorwaarde voor het realiseren van tevreden klanten.<br />
Hiermee wordt een nuance aangebracht in de aloude<br />
opvatting dat tevreden medewerkers per definitie leiden<br />
tot tevreden klanten en derhalve meer winst. Een voorbeeld<br />
ter illustratie: een medewerker in een supermarkt<br />
kan zeer ontevreden zijn, maar desondanks toch uitstekend<br />
een klant bedienen (tevredenheid creëren).<br />
Hoewel veel bedrijven al overtuigd zijn van de filosofie<br />
van de SPC, doet &Samhoud voortdurend onderzoek<br />
naar facts and figures om de ‘zachte’ filosofie hard te<br />
maken. Enkele in het oog springende feiten:<br />
Klantloyaliteit: 5% stijging van de klantloyaliteit leidt in<br />
het algemeen tot 25-85% stijging van de omzet.<br />
Medewerkerstevredenheid: een stijging van 10-15%<br />
leidt in het algemeen tot 40% stijging van de omzet.<br />
Financiële dienstverlener in Nederland: 7% stijging van<br />
de medewerkerstevredenheid ging gepaard met 6% stijging<br />
van de klanttevredenheid en 50% (!) stijging van<br />
het bedrijfsresultaat (gemeten over een periode van vijf<br />
jaar).<br />
De meeste bedrijven kunnen à la minute een financieel<br />
overzicht uitdraaien. Met cijfers over medewerkerstevredenheid<br />
en klanttevredenheid ligt dat anders, wat<br />
vreemd is als je beseft dat medewerkers en klanten het<br />
financieel resultaat mogelijk maken! Voor een gezond<br />
financieel inzicht is het derhalve noodzakelijk om structureel<br />
periodiek onderzoek uit te voeren onder de medewerkers<br />
en de klanten.<br />
WAT IS BETTERBEGOOD?<br />
Zoals gezegd is BetterBeGood gebaseerd op de klantwaardevergelijking.<br />
Deze vergelijking onderscheidt vijf<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
23
24<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
pijlers van klanttevredenheid en loyaliteit, namelijk: resultaat<br />
(wat krijg ik?), afhandeling (hoe krijg ik het?), emotie<br />
(wat voel ik erbij?), prijs (wat kost het me?) en<br />
moeite (hoeveel inspanning kost het me?).<br />
De eerste drie pijlers staan ‘boven de streep’ en zijn derhalve<br />
benefits voor de klanten. Het ligt dan ook voor de<br />
hand dat klanten deze pijlers zoveel mogelijk willen<br />
maximaliseren. Dat wil zeggen: klanten zijn uit op een zo<br />
gunstig mogelijk resultaat, op de gewenste manier (geredeneerd<br />
vanuit de klant noemen we dit ‘afhandeling’,<br />
vanuit de organisatie geredeneerd spreken we van ‘proces’)<br />
en met zo prettig mogelijke gevoelens (emotie).<br />
Tegelijkertijd ligt het voor de hand dat de twee pijlers<br />
‘onder de streep’, prijs en moeite, bij voorkeur zo laag<br />
mogelijk worden gehouden. Iedere verandering van één<br />
van de pijlers heeft invloed op de klantwaarde. Het<br />
meten van klanttevredenheid op basis van de klantwaardevergelijking<br />
levert niet alleen generieke kennis op<br />
over de mate waarin klanten een aanbod als ‘waardevol’<br />
beschouwen, maar biedt via inzicht in de scores op de<br />
afzonderlijke pijlers ook mogelijkheden om gerichte verbeterinitiatieven<br />
te ontplooien. De pijlers van de klantwaardevergelijking<br />
zijn immers de knoppen waaraan het<br />
bedrijf kan draaien om de tevredenheid en loyaliteit van<br />
klanten te optimaliseren.<br />
BETTERBEGOOD EN ANDERE MEETINSTRUMENTEN<br />
Waarin verschilt BetterBeGood van andere meetinstrumenten?<br />
Het aanbod van tevredenheidsonderzoeken is<br />
enorm. Een bescheiden greep uit het assortiment levert<br />
allerlei fraaie namen en instrumenten op: Smart,<br />
Customer eQ, Customer Vision, Foqus en QSA. Op<br />
methodisch gebied zijn er overeenkomsten met andere<br />
meetinstrumenten, zoals de schaalmethoden en de<br />
opname van verwachtingen en belangscores. Verschillen<br />
zijn de invalshoek van BetterBeGood, de ‘scope’ van het<br />
onderzoek, de wetenschappelijke verantwoording van<br />
het instrument, de combinatie van vaste meetpunten en<br />
mogelijkheden tot maatwerk, het gemak van invullen, de<br />
snelheid van meting en rapportage en de relatief lage<br />
investering. We gaan nu kort in op de verschillen.<br />
Invalshoek en scope<br />
De meeste tevredenheidsonderzoeken starten vanuit het<br />
perspectief van de organisatie. Zo stelt bijvoorbeeld een<br />
organisatie dat haar meetinstrument het ‘specifieke<br />
gedrag dat de organisatie wil bewerkstelligen bij haar<br />
eigen klanten tot uitgangspunt neemt.’ Een duidelijk<br />
voorbeeld van organisatiegerichtheid! BetterBeGood<br />
daarentegen reikt verder dan traditioneel onderzoek en<br />
denkt consequent vanuit de optiek van de klant, hetgeen<br />
we bedoelen als we het over Customer Minding hebben.<br />
Wetenschappelijk verantwoord<br />
Hoewel de tijd van amateuristische tevredenheidsonderzoeken<br />
voorbij is, wordt wetenschappelijke kennis<br />
meestal niet gebruikt bij de bouw van instrumenten.<br />
Door de betrokkenheid van nationale en internationale<br />
wetenschappelijk onderzoekers is BetterBeGood een<br />
instrument voor klanttevredenheid en loyaliteit geworden<br />
dat voldoet aan hoge wetenschappelijke kwaliteitseisen.<br />
Belangrijk voordeel is dat BetterBeGood volledig<br />
‘compatible’ is met de American Customer Satisfaction<br />
Index (ACSI) en de European Customer Satisfaction<br />
Index (ECSI).<br />
De verwachting is dat klanttevredenheid binnen enkele<br />
jaren wordt opgenomen in de balans van organisaties,<br />
omdat klanttevredenheid een belangrijke indicator is<br />
voor de ontwikkeling van een organisatie.<br />
Hoogstwaarschijnlijk zullen de ACSI en ECSI dan de<br />
toonaangevende indices zijn. In Nederland zijn Martin<br />
Wetzels (hoogleraar Marketing aan de TU Eindhoven) en<br />
Ko de Ruyter (professor Marketing aan de Universiteit<br />
Maastricht) nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling<br />
van BetterBeGood.<br />
Combinatie vaste meetpunten en maatwerk<br />
Het onderzoek omvat 54 standaardvragen (aan te passen<br />
aan de specifieke situatie van een branche/ bedrijf/<br />
product/ dienst), gekoppeld aan en verdeeld over de vijf<br />
genoemde drivers van klanttevredenheid. Daarnaast is er<br />
de mogelijkheid om het onderzoek uit te breiden met 15<br />
specifieke vragen met betrekking tot de specifieke<br />
situatie.<br />
Gemak van invullen<br />
Om optimaal te profiteren van de gemakken van<br />
BetterBeGood vullen klanten het onderzoek bij voorkeur<br />
online (via internet of intranet) in, maar het is ook mogelijk<br />
om het onderzoek telefonisch of schriftelijke uit te<br />
voeren. Klanten worden altijd door de vragenlijst<br />
gerouteerd.<br />
Snelheid en gemak van rapportage<br />
Eén van de belangrijkste zaken bij onderzoek is dat de<br />
resultaten met iedereen gedeeld worden, zodat actie kan<br />
worden ondernomen. BetterBeGood geeft eenvoudige,<br />
heldere en systematische analyses waarmee managers<br />
direct aan de slag kunnen. Zelfs tijdens het onderzoek<br />
heeft een organisatie de mogelijkheid om op ieder<br />
gewenst moment een ‘tussenstand’ van de onderzoeksresultaten<br />
op te vragen. Ook de eindrapportage is met<br />
een password binnen enkele minuten te downloaden van<br />
de site van www.betterbegood.com en bruikbaar voor<br />
programma’s als Word en Powerpoint.<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
Relatief lage investering<br />
BetterBeGood is vergeleken met traditionele tevredenheidsonderzoeken<br />
relatief goedkoop. De investeringen<br />
bestaan uit een vast deel voor het aanmaken van het<br />
onderzoek en een variabel deel voor het aantal klanten.<br />
WAT KUN JE MET DE UITKOMSTEN?<br />
Eén van de grootste voordelen van BetterBeGood is de<br />
snelheid en het gemak waarmee de organisatie met de<br />
resultaten van het onderzoek aan de slag kan. De online<br />
rapportage bestaat naast algemene gegevens over de<br />
respondenten (zoals geslacht, leeftijd, opleiding, loyaliteit,<br />
algemene tevredenheid, etc.) uit drie delen:<br />
1 Onderzoeksresultaten per driver van tevredenheid<br />
In de onderstaande afbeelding is een voorbeeld opgenomen<br />
van de manier waarop de resultaten van de driver<br />
‘Resultaat’ worden weergegeven.<br />
Uit de grafiek blijkt dat het product of de dienst niet voldoet<br />
aan de verwachtingen en ook niet voldoet aan de<br />
behoeften van de klant, maar dat er wel drie andere punten<br />
zijn (welke dit zijn, blijft in dit voorbeeld onbesproken)<br />
waarop de organisatie goed scoort.<br />
2 Totaalrapportage in de klantwaardevergelijking<br />
Het totaal aan scores op de verschillende drivers leidt bijvoorbeeld<br />
tot onderstaand overzicht.<br />
In deze situatie zijn er nog veel mogelijkheden voor het<br />
verbeteren van de klanttevredenheid. De legenda maakt<br />
CUSTOMER MINDING<br />
onderscheid in drie zones, namelijk die van ‘pain’ (bij scores<br />
lager dan 5,5), indifference (bij scores tussen de 5,5<br />
en 8) en de zone van ‘delight’ (bij scores hoger dan 8).<br />
De heersende opvatting ten aanzien van loyaliteit is dat<br />
klanten alleen in de ‘zone of delight’ bereid zijn tot retentie,<br />
herhalingsaankopen, etc. Klanten in deze zone hebben<br />
de grootste impact op de organisatie.<br />
3 Prioriteitenanalyse<br />
De derde voorbeeldgrafiek is de prioriteitenanalyse. Deze<br />
grafiek bestaat uit vier kwadranten, die gebaseerd zijn op<br />
twee assen: belangrijkheid en tevredenheid.<br />
Toelichting: de punten die in het kwadrant rechtsonder<br />
staan (relatief belangrijk en relatief lage tevredenheid),<br />
zijn de punten die het eerst aangepakt moeten worden.<br />
De nummers verwijzen naar de verschillende vragen uit<br />
het onderzoek (opgenomen in de legenda).<br />
METEN LEIDT TOT DOEN<br />
De belangrijkste stappen komen echter pas na het onderzoek.<br />
De resultaten zijn geen wetenschappelijke waarheden,<br />
maar vormen juist het uitgangspunt voor een interne<br />
bespreking om acties te bepalen en verbeteringen te<br />
realiseren. Met BetterBeGood denken we als &Samhoud<br />
weer een stapje dichter bij ons doel te zijn gekomen: een<br />
betere servicewereld met tevreden en loyale klanten.<br />
Voor meer informatie over het online meten van uw<br />
klanttevredenheid belt u met BetterBeCompany (030 -<br />
238 05 44) of surft u naar www.betterbegood.com.<br />
WAAROM BETTERBEGOOD?<br />
• Gemakkelijk en relatief goedkoop onderzoek.<br />
• Systematische analyse van klantbehoeften en<br />
-ervaringen.<br />
• Eenvoudige communicatie van de resultaten.<br />
• Mogelijkheid tot (inter)nationale benchmarking<br />
met bedrijven en branches.<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
25
26<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
KIJK, LUISTER<br />
EN PRAAT MET JE KLANTEN...<br />
Rob van de Blaak is consultant bij &Samhoud<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
DENKEN VANUIT<br />
KLANTWAARDE<br />
IS DE BASIS VOOR SUPERIEURE MARKETING<br />
‘Bij &Samhoud proberen we marketing simpel te houden.<br />
In de loop der jaren is uit eigen onderzoek en uit<br />
ervaringen bij klanten gebleken dat succesvolle organisaties<br />
zich kenmerken door het leveren van superieure<br />
waarden aan klanten. De logische vraag is dan: “Hoe<br />
kom ik als organisatie tot het leveren van die superieure<br />
waarden?” Aan het woord is Rob van de Blaak, consultant<br />
bij &Samhoud Service Management en specialist<br />
op het gebied van marketing. In dit artikel zet Rob zijn<br />
visie op marketing uiteen en gaat hij in op praktische<br />
toepassingen van marketing, zoals formule- en kanalenmanagement.<br />
Zittend in de Arena, het nieuwste paradepaardje van<br />
&Samhoud, steekt Rob enthousiast van wal: ‘Deze Arena<br />
is fantastisch, hier kan een organisatie écht praten met<br />
haar klanten. We zijn bij &Samhoud van mening dat<br />
superieure marketing wordt gerealiseerd door, vanuit de<br />
organisatie, constant te kijken hoe de waarde voor de<br />
klant kan worden geoptimaliseerd. Het bij alles in<br />
gedachten houden van de klantwaarden, noemen we<br />
Customer Minding. Marketing is een cyclus van kennen,<br />
kiezen en koesteren.’<br />
‘Bij het kennen gaat het erom dat een organisatie weet<br />
wie haar klanten en potentiële klanten zijn, maar nog<br />
belangrijker is dat hun verwachtingen en ervaringen<br />
bekend zijn bij de organisatie. We zien in de praktijk<br />
regelmatig organisaties die van mening zijn dat zij de<br />
behoeften van hun klanten kennen, maar in werkelijkheid<br />
nooit hun oor te luister hebben gelegd bij de klant.<br />
Dat is typerend voor organisaties die niet ‘customer minded’<br />
zijn. Ik adviseer dan ook aan medewerkers om zélf<br />
eens in het callcenter te gaan luisteren naar gesprekken,<br />
of om eens een paar uur in de winkel mee te draaien.<br />
Met andere woorden: kijk, luister en praat met je klanten.<br />
Zelf hebben we natuurlijk ook niet de wijsheid in<br />
pacht, daarom nodigen we in deze Arena regelmatig<br />
klanten uit om over onze dienstverlening te praten. Op<br />
de tribune nemen dan onze medewerkers plaats. In het<br />
eerste gedeelte bespreken de klanten diverse thema’s<br />
van onze dienstverlening en mogen de medewerkers<br />
alleen luisteren. Vervolgens krijgen de medewerkers de<br />
gelegenheid om vragen te stellen en met klanten van<br />
gedachten te wisselen. Tijdens dit soort sessies voel je<br />
altijd een enorme hoeveelheid enthousiasme en energie<br />
ontstaan bij zowel klanten als medewerkers.<br />
CUSTOMER MINDING<br />
‘Naast klantarena’s is BetterBeGood een belangrijke tool<br />
bij het leren kennen van je klanten. Na het kennen volgt<br />
in ons idee over marketing het kiezen, waarbij de organisatie<br />
gaat bepalen hoe zij het aanbod voor de verschillende<br />
klanten gaat vormgeven. Met formules kun je door<br />
heel specifieke analyses van klantgroepen voorzien in<br />
gevarieerde klantbehoeften. Onze adviseur Paul<br />
Rooijmans heeft een interessant project gedaan bij de<br />
Nederlandse Spoorwegen op het gebied van formulemanagement.<br />
‘De laatste component van marketing is koesteren.<br />
Hierbij staat centraal hoe dit waardebod gerealiseerd<br />
wordt voor de klant en wat voor consequenties dit heeft<br />
voor een organisatie.’<br />
Je spreekt over formulemanagement, maar wat versta je<br />
daar precies onder?<br />
Rob: ‘Met formulemanagement wil je als organisatie<br />
bereiken dat elke individuele (potentiële) klant een maximale<br />
bijdrage levert aan de omzet en winstgevendheid<br />
van de organisatie. Hoe? Door de waarde voor de klant<br />
te maximaliseren, zowel voor de korte termijn als voor de<br />
lange termijn. Dit resultaat bereik je door een superieure<br />
formule te creëren, die ervoor zorgt dat de juiste klanten<br />
tevreden zijn over het juiste aanbod. Uiteindelijk wil je<br />
natuurlijk ook dat klanten vertrouwen hebben in en<br />
trouw zijn aan de organisatie.’<br />
Waaruit bestaat precies een formule?<br />
Rob: ‘Een formule komt natuurlijk niet zomaar uit de<br />
lucht vallen, dat zal duidelijk zijn. Zoals gezegd begin je<br />
met een gedegen onderzoek naar de behoeften van de<br />
klant, waarbij we de klantwaardevergelijking gebruiken.<br />
Vervolgens ga je op grond van de ingevulde klantwaardevergelijking<br />
een waardebod creëren als onderneming.<br />
De formule bestaat uiteindelijk uit een overzicht<br />
van hetgeen de klant ontvangt (resultaat, emotie, afhandeling)<br />
en hetgeen de klant daarvoor moet doen of laten<br />
(prijs en moeite).’<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
27
28<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
Wat zijn de belangrijkste voordelen voor een onderneming<br />
om met formules te gaan werken?<br />
Rob: ‘Ik maak altijd onderscheid in voordelen voor de<br />
klant en voordelen voor de onderneming. Het voornaamste<br />
winstpunt is dat formulemanagement bijdraagt<br />
aan de focus van de onderneming. In de eerste plaats<br />
krijgt een organisatie een beter overzicht van het productaanbod.<br />
Je verplaatsen in de klant betekent in veel<br />
gevallen dat het productaanbod drastisch gereduceerd<br />
wordt, zodat het weer overzichtelijke, behapbare proporties<br />
worden. De klant ziet vaak door de bomen het bos<br />
niet meer met al die productvarianten! Voor de organisatie<br />
heeft dit als voordeel dat producten en diensten geïntegreerd<br />
worden, wat meestal gunstig is voor de kosten.<br />
‘In de tweede plaats zorgt formulemanagement voor<br />
consistentie. Formules zijn gebonden aan strikte voorschriften,<br />
opgesteld vanuit de klantbehoeften, waardoor<br />
de kans op een ‘ongewenst’ product aanzienlijk is verminderd<br />
voor de klant. Tegelijkertijd geven voorschriften<br />
het management van een organisatie de mogelijkheid<br />
om strakker te monitoren en bij te sturen. De afspraken<br />
liggen immers vast.<br />
FORMULEMANAGEMENT<br />
KENNEN<br />
Inzicht in omgeving: trends, concurrenten, markt.<br />
Inzicht in klanten: specifieke / generieke behoeften,<br />
klantgroepen.<br />
Inzicht in de onderneming: kerncompetenties,<br />
formules.<br />
KIEZEN<br />
Klantgroepen.<br />
Algemene formule voor alle klantgroepen.<br />
Specifieke formules voor klantgroepen.<br />
KOESTEREN<br />
Verankeren van de formule, o.a. door:<br />
- Inrichting back- en frontoffice.<br />
- Operationele meetpunten.<br />
- Verantwoordelijkheden/bevoegdheden betrokkenen.<br />
FORMULEMANAGEMENT<br />
BIJ DE NEDERLANDSE<br />
SPOORWEGEN<br />
De NS heeft voor ongeveer<br />
220 van de in totaal 384 stations<br />
in Nederland een drietal<br />
formules opgesteld. Vanuit<br />
&Samhoud is Paul Rooijmans<br />
als adviseur medeverantwoordelijk<br />
voor de invoering Paul Rooijmans<br />
van de basisserviceformule<br />
(106 stations). De NS onderscheidt daarnaast de<br />
maximumserviceformule (47 stations) en de service<br />
in shop-formule (circa 60 stations). De keuze van<br />
welke formule op welk station is gebaseerd op het<br />
aantal in- en uitstappers op het betreffende station.<br />
Paul: ‘De eerste stap was het uitvoeren van een<br />
onderzoek naar de klantwens. De resultaten werden<br />
vertaald in een experiment wat uitgevoerd is<br />
op een 12-tal stations. Na dit experiment werd<br />
opnieuw de klantwens/behoefte geïnventariseerd.<br />
Dit werd gedaan door een onderzoeksbureau. Dit<br />
bureau heeft ongeveer 8000 klanten ondervraagd<br />
om te achterhalen wat er nu werkelijk belangrijk is<br />
tijdens, wat de NS noemt, de Reis van de Klant. Op<br />
grond van de uitkomsten van het onderzoek hebben<br />
we onderscheid gemaakt in vier soorten<br />
behoeften, te weten: informatie, service, sociale<br />
veiligheid en koopmogelijkheden. Het lijkt nu alsof<br />
je deze stap makkelijk neemt, maar voor het gehele<br />
proces geldt dat er heel veel personen bij betrokken<br />
worden. Onder andere coördinatoren van<br />
sales, marketing en niet te vergeten financiën,<br />
want het moet wel duidelijk zijn wat service voor<br />
een specifieke groep klanten mag kosten. Daarbij<br />
heeft de NS ook nog een sociale functie, dus zijn er<br />
duidelijke eisen vanuit de overheid en veel belangenorganisaties<br />
zoals de ANWB, Rover, Ouderenbond<br />
etc. Vervolgens zijn de verschillende behoeften<br />
uitgewerkt tot op zeer gedetailleerd niveau.<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
Hierbij denken we niet in middelen maar in behoeften.<br />
Overigens is er in de praktijk een groot verschil<br />
tussen behoeften en daadwerkelijk gebruik.<br />
Natuurlijk wil iedereen een milkshake kunnen<br />
kopen op het station, maar dat vervolgens ook<br />
doen is een ander verhaal. De laatste stap bij het<br />
opstellen van de formule is het bepalen van middelen<br />
en maatregelen. Als je je realiseert dat er zo’n<br />
70 aspecten zijn waarmee een reiziger wordt<br />
geconfronteerd tijdens zijn reis op het station, dan<br />
kun je je een beeld vormen hoe uitgebreid en diep<br />
we met een formule aan de slag kunnen gaan. Veel<br />
van de uiteindelijke middelen en maatregelen worden<br />
door diverse afdelingen aangeboden. Formulemanagement<br />
zorgt voor de benodigde afstemming<br />
tussen deze afdelingen, zodat de klant het als een<br />
‘formule’ ervaart. ‘Een grote uitdaging is om de<br />
formule dynamisch te houden. Gelukkig zijn er<br />
manieren, bijvoorbeeld met behulp van technologische<br />
ondersteuning, om continu zowel de klant als<br />
de omgeving te monitoren en eventueel de formule<br />
of de organisatie bij te sturen. Je kunt hier ook spreken<br />
van de Formule Life Cycle. Je moet een formule<br />
continu binnen haar kaders optimaliseren en verder<br />
fine tunen; dit kan ondersteund worden door een<br />
formule scorecard. Een formule is een levend iets dat<br />
je moet koesteren, net als je klant!’<br />
CUSTOMER MINDING<br />
‘Als derde voordeel van formulemangement noem ik<br />
identificatie. Met formules geef je consumenten de kans<br />
om een duidelijke keuze te maken en zich ergens mee te<br />
identificeren. Een mooi voorbeeld is het Amerikaanse<br />
kledingmerk GAP dat verschillende winkel-formules<br />
heeft voor verschillende klantgroepen: Blue Navy als discount<br />
brand, Gap als casual brand en Banana Republic<br />
als premium brand. Een prima staaltje formulemanagement.’<br />
Kun je aan de hand van een voorbeeld formulemanagement<br />
‘neerzetten’?<br />
Rob: ‘Met mijn achtergrond als marketeer in de financiële<br />
sector, ga ik graag op die sector in. De meeste<br />
financiële dienstverleners zijn zo sterk ‘verkokerd’, dat<br />
de formulemanager een duizendpoot en vergadertijger<br />
moet zijn. Maar hier ligt tegelijkertijd een prachtige uitdaging<br />
om met behulp van formules de klant beter te<br />
gaan bedienen. Als we de klantwaardevergelijking erbij<br />
halen, dan zien we dat de verantwoordelijken voor<br />
resultaat in deze sector de productdivisies zijn. In de<br />
praktijk zijn dit vaak zeer machtige bolwerken.<br />
‘Vanuit de verantwoordelijkheid voor het product beïnvloeden<br />
productdivisies in grote mate ook de prijs. Een<br />
veel voorkomende afhandeling is dat vanuit het product<br />
invulling wordt gegeven aan proces en moeite, zonder<br />
daarbij de klant te betrekken. Klanten zijn echter heel<br />
simpel bij het beoordelen van dit aanbod: als zij geen<br />
toegang hebben tot het product, dan is het niet goed!<br />
Logisch. Als je beseft dat bij financiële dienstverleners de<br />
verantwoordelijkheid voor de diverse kanalen versnipperd<br />
is, dan begrijp je dat het leven van de formulemanager<br />
niet aangenamer wordt. Toch zullen financiële<br />
dienstverleners zorgvuldiger en consistenter richting<br />
klanten moeten worden als zij willen overleven. Het kan<br />
niet zo zijn dat het emotie-aspect uit de klantwaardevergelijking<br />
wordt 'ingevuld' door een (geïsoleerde)<br />
communicatie-afdeling, terwijl de klant de contactmomenten<br />
met baliemedewerkers en financieel adviseurs<br />
veel belangrijker vindt!’<br />
Hiermee snijdt Rob een interessant onderwerp aan.<br />
Organisaties hebben tegenwoordig de beschikking over<br />
diverse kanalen en contactmogelijkheden met klanten.<br />
Gegeven het toenemend besef dat een juiste inzet van<br />
kanalen essentieel is, is het niet verwonderlijk dat steeds<br />
meer organisaties de hulp inschakelen van professionals<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
29
30<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
KANALENMANAGEMENT BIJ EEN ENERGIEBEDRIJF<br />
Adviseur Remko ten Brinke van<br />
&Samhoud vertelt over zijn<br />
ervaringen met kanalenmanagement,<br />
onder andere opgedaan<br />
bij een groot energiebedrijf<br />
in Nederland.<br />
Remko: ‘Consumenten hebben<br />
in het algemeen een scala aan<br />
mogelijkheden om in contact te<br />
komen met energiebedrijven.<br />
Dat is ook bij dit bedrijf het Remko ten Brinke<br />
geval. Om wat voorbeelden te<br />
noemen: via het internet kun je een informatiepakket aanvragen<br />
of meterstanden doorgeven, bij een callcenter kun<br />
je terecht met vragen over de factuur, dan is er nog het<br />
fysieke contact met de meteropnemer en tenslotte is er de<br />
mogelijkheid van het traditionele communicatiemiddel, de<br />
geschreven brief, voor verhuizingen etc.<br />
‘In de fase van kennen ontdekten we dat het energiebedrijf<br />
geen enkel zicht had op het aantal klantcontacten, laat<br />
staan dat er enige kennis was van de aard van het contact.<br />
Om te beginnen hebben we een drietal fases onderscheiden<br />
waarin een klant contact kan hebben met het bedrijf:<br />
pre-sales, sales en after sales. Deze fasering geeft inzicht in<br />
het moment waarop een klant bij een bepaald product contact<br />
zoekt met het bedrijf. Dit heeft nogal wat consequenties<br />
gehad bij het kiezen van kanalen en klantgroepen.<br />
Hoewel de klant duidelijk een voorkeur voor een kanaal kan<br />
aangeven, moet het plaatje ook financieel te<br />
verantwoorden zijn. Een mooi voorbeeld hierbij<br />
is de rol van frontliners, zoals meteropnemers,<br />
bij het afhandelen van vragen en klachten.<br />
Klanten stellen vaak genoeg vragen over producten<br />
of diensten aan meteropnemers en<br />
uiten algemene klachten ook bij deze medewerkers.<br />
Besloten is om de meteropnemers duidelijk<br />
te instrueren dat zij productvragen, die<br />
niet het product betreffen waarvoor zij specifiek<br />
zijn ingeschakeld, en klachten doorverwijzen<br />
naar andere kanalen van het energiebedrijf.<br />
Dit zijn kanalen waar het energiebedrijf veel<br />
beter een vraag kan beantwoorden en een<br />
klacht kan oplossen. Ook vindt hier een betere<br />
registratie van vragen en klachten plaats. De<br />
organisatie is op deze manier bewust bezig met<br />
het “opvoeden” van de klant en maakt een<br />
bewuste keuze op grond van klantbehoeften.<br />
Dat die niet altijd direct in het voordeel van de<br />
klant uitpakt, is in eerste instantie misschien<br />
minder leuk voor de klant, maar uiteindelijk wel<br />
goed voor zowel de klant als de organisatie. De<br />
processen worden duidelijker en de dienstverlening<br />
richting klant verbetert.’<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
zoals Rob bij het maken van keuzes op dit gebied. Maar<br />
wat is eigenlijk kanalenmanagement?<br />
Rob: ‘Kanalenmanagement houdt in dat je het door de<br />
klant en de organisatie gewenste kanaal inzet voor een<br />
product of dienst. Hiervoor moet de organisatie goed<br />
weten wat de frequentie en aard van het klantcontact is<br />
en op welke momenten van de dienstverlening er klantcontact<br />
is. Dit lijkt allemaal vanzelfsprekend, maar vergis<br />
je niet, deze kennis is vaak niet aanwezig.’<br />
Prioriteitenoverzicht<br />
Evenals bij formulemanagement onderscheidt Rob drie<br />
fasen bij kanalenmanagement. Rob: ‘Bij het “kennen”<br />
richten we ons op kennis over de klanten, de klantcontactmomenten<br />
en de producten/diensten. De aanwezige<br />
kennis binnen een organisatie bepaalt of deze fase lang<br />
duurt of snel is afgerond. Het is daarnaast belangrijk om<br />
KANALENMANAGEMENT<br />
KENNEN<br />
Inzicht in klanten en contactmomenten.<br />
Inzicht in kanalen.<br />
Inzicht in producten en diensten.<br />
KIEZEN<br />
Mate van ontwikkeling van kanalen.<br />
Koppeling kanalen aan contactmomenten.<br />
Koppeling kanalen aan klantgroepen.<br />
Koppeling kanalen aan producten.<br />
KOESTEREN<br />
Borging van het kanalenmanagement, o.a. door:<br />
Vastleggen van afspraken.<br />
Doorberekenen van kosten.<br />
te weten wat de voorkeuren van klanten zijn voor<br />
bepaalde kanalen, anders kun je geen plan trekken. De<br />
tweede stap, het kiezen, omvat de keuze voor de mate<br />
van ontwikkeling van kanalen per klantgroep, per contactmoment<br />
en/of per product. Waar wij klanten altijd<br />
op attenderen, is dat keuzes moeten passen binnen de<br />
gekozen waardestrategie. In de laatste stap, het koesteren,<br />
zorgen we voor borging van het beleid, bijvoorbeeld<br />
door het vastleggen van formele dienstverleningsafspraken<br />
(Service Level Agreements).’<br />
CUSTOMER MINDING<br />
Hoe zijn tot dusverre jouw ervaringen met kanalenmanagement?<br />
Rob: ‘Het goed managen van kanalen is absoluut geen<br />
eenvoudige opgave, dat heeft de praktijk ons laten zien.<br />
Het maken van grondige analyses neemt veel tijd in<br />
beslag, maar levert een organisatie een schat aan kennis<br />
en informatie op. Bovendien wordt hierdoor het maken<br />
van fundamentele keuzes gemakkelijker. Waar ik persoonlijk<br />
van kan genieten, is als je de vruchten van goed<br />
kanalenmanagement gaat plukken. Dan moet je denken<br />
aan de stijging in het gebruik door klanten van het internet<br />
voor het doorgeven van meterstanden of het aanvragen<br />
van informatie over nieuwe producten. Of een<br />
medewerker in het callcenter die een probleem perfect<br />
kan oplossen of een klant kan toezeggen dat het aangevraagde<br />
informatiepakket morgen op zijn deurmat ligt,<br />
want de medewerker weet dat dit ook daadwerkelijk<br />
gebeurt. Als je in staat bent om de klanttevredenheid te<br />
verhogen, en tegelijkertijd de cost-to-serve te verlagen<br />
en de opbrengsten te verhogen, dan heb je het als organisatie<br />
goed gedaan.’<br />
Hoewel de banken op de tribune van de Arena wat hard<br />
worden en Rob al lange tijd het woord voert, is er nog<br />
geen enkel spoor van vermoeidheid bij hem zichtbaar:<br />
‘Ben je gek, mijn vak is fantastisch. Er liggen nog zoveel<br />
uitdagingen om de service van bedrijven te verbeteren.<br />
Binnenkort is er weer een cursus voor klanten, dan gaan<br />
we gezamenlijk oplossingen zoeken voor onder andere<br />
marketingvraagstukken. Aan het<br />
einde van de cursus is iedereen<br />
weer helemaal op de hoogte van<br />
de belangrijkste trends en ontwikkelingen<br />
op het gebied van<br />
marketing en van de problematiek<br />
van onze klanten. Dat zijn<br />
altijd heerlijke dagen.’<br />
31
SALEM’S BOVENKAMER<br />
Dit themanummer geeft mij de gelegenheid om weer<br />
eens dieper na te denken over waar het eigenlijk allemaal<br />
om te doen is: de klanten. Hoewel People Leadership en<br />
Change Management essentieel zijn voor het succes van<br />
bedrijven, draait het uiteindelijk om de vraag of, en in<br />
hoeverre bedrijven in staat zijn om onderscheidende en<br />
relevante waarden voor klanten te creëren. De meeste<br />
bedrijven zien Customer Service, zoals wij het noemen,<br />
echter als een marginale activiteit, terwijl dit in mijn beleving<br />
hetgeen is waar het in de moderne organisatie toch<br />
écht allemaal om draait. De ergernis over slechte dienstverlening<br />
in restaurants, ziekenhuizen en winkels gaven<br />
mij dertien jaar geleden de moed om zelfstandig ondernemer<br />
te worden. Ik gaf mijzelf toentertijd als opdracht<br />
mee het verbeteren van het niveau van dienstverlening.<br />
We zijn nu bijna dertien jaar verder en het is tijd om een<br />
voorlopige balans op te maken. Hoe staat de dienstverlening<br />
er momenteel voor? Is de service na dertien jaar<br />
beter geworden?<br />
Op sommige vlakken is de service zeker beter geworden.<br />
Er is meer keuze, of om in de huidige terminologie te blijven,<br />
er zijn meer formules. De klant kan zelf bepalen of<br />
hij snel of langzaam, goedkoop of duur, menselijk of<br />
machinaal, vriendelijk of onvriendelijk geholpen wil worden.<br />
Deze vrijheid van keuze is zeker een vooruitgang.<br />
De keerzijde daarvan is overigens dat het voor de consument<br />
steeds moeilijker wordt om zich een weg te banen<br />
door het bonte pallet aan mogelijkheden op servicegebied.<br />
Variatie schept voor de klant niet alleen keuzevrijheden<br />
maar ook onoverzichtelijkheid. Denk maar eens<br />
aan de situatie op het gebied van telecommunicatie of<br />
financiële dienstverlening: de consument moet daar door<br />
een woud aan mogelijkheden zijn weg zien te vinden.<br />
Het is begrijpelijk dat de consument onder deze omstandigheden<br />
niet alleen minder loyaliteit aan de dag legt,<br />
maar ook geneigd is om zowel rationele als emotionele<br />
argumenten te laten spelen bij het maken van zijn keuzes.<br />
Door activiteiten als branding, emotie-marketing en<br />
experience-marketing centraal te stellen, proberen<br />
bedrijven op deze ontwikkeling in te spelen.<br />
Hoewel er op dit vlak zeker interessante en veelbelovende<br />
pogingen zijn, gaan ze volgens mij voorbij aan de kern<br />
van de zaak. Die kern is dat het de meeste bedrijven ontbreekt<br />
aan spiritualiteit of ‘the spirit to serve’. Bij zo’n spirit<br />
to serve staat de klantbeleving centraal. Bedrijven die<br />
door service gedreven worden, vragen zich voortdurend<br />
af hoe men de klantbeleving kan verbeteren en wat de<br />
effecten van maatregelen zijn op de klantbeleving. In<br />
mijn werkzaamheden als adviseur kom ik (te) weinig<br />
bedrijven tegen waar dit ook daadwerkelijk gebeurt.<br />
Gedreven door de ‘economies of scale’ richten de meeste<br />
bedrijven zich op rationalisering en fusies. De spirit to<br />
serve verdwijnt hierdoor steeds verder naar de achtergrond.<br />
Wanneer dan vervolgens reclamebureaus wordt<br />
gevraagd om dat gevoel op kunstmatige wijze op te roepen,<br />
ontstaan organisaties die weliswaar geforceerd proberen<br />
om een klantvriendelijke indruk te maken, maar<br />
die dat nimmer echt in praktijk kunnen brengen. Want<br />
om dat te kunnen doen, moet je als bedrijf over authenticiteit<br />
en spiritualiteit beschikken. En dat is niet te koop.<br />
En ook niet te faken!
CUSTOMER MINDING<br />
A R E N A<br />
d i s c u s s i e s<br />
&Samhoud haalt<br />
de klant in huis<br />
U bent van harte uitgenodigd om<br />
deel te nemen aan onze arenadiscussies.<br />
Graag horen wij uw<br />
mening over bijvoorbeeld de<br />
financiële dienstverlening van uw<br />
bank.<br />
U kunt contact opnemen met<br />
Nancy Anthony op telefoonnummer<br />
(030) 234 86 04 of via e-mail:<br />
n.anthony@samhoud.nl.<br />
33
34<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
CASE<br />
DE SUPERMARKT ALS<br />
BANKIER: TOP OF FLOP?<br />
De klantkaart, die de supermarktketen TIBER ruim een<br />
jaar geleden heeft gelanceerd, is een daverend succes<br />
gebleken. Om op dit succes voort te bouwen, heeft de<br />
marketingafdeling een studie laten uitvoeren naar nieuwe<br />
toepassingsmogelijkheden voor de kaart. De financiële<br />
dienstverlening als logisch vervolg<br />
op de klantkaart sprong daarbij in het<br />
oog. Kan een supermarktketen zich als<br />
succesvolle bankier ontpoppen? Het<br />
managementteam staat voor de moeilijke<br />
opgave hier een antwoord op te<br />
geven.<br />
‘Janine, wil jij nog even checken of iedereen<br />
er morgen is? En kijk dan ook nog<br />
even de presentatie door. Met name de<br />
cijfers over dat project in Duitsland zijn<br />
essentieel. Daar mogen geen fouten in<br />
zitten. Ik ga nu naar ons filiaal in Den<br />
Bosch. Mocht er nog wat zijn, dan kun je<br />
mij daar altijd bereiken. Bedankt alvast en<br />
tot morgen.’<br />
Met een zucht legde Jens de telefoon<br />
neer. De afgelopen dagen waren hem<br />
niet in de koude kleren gaan zitten.<br />
Problemen met de logistiek hadden de<br />
nieuwe marketingcampagne bijna om<br />
zeep geholpen. Die campagne was een<br />
week geleden onder het motto ‘TIBER:<br />
Voel de Lente’ met veel tamtam gestart.<br />
Door zich als koploper van de nieuwe<br />
lenteoogst te profileren, wilde TIBER haar<br />
concurrentie een gevoelige klap uitdelen.<br />
Maar uitgerekend op de dag dat de campagne<br />
startte, was het computersysteem<br />
om nog steeds onverklaarbare redenen uitgevallen. De<br />
logistiek was hierdoor één grote puinhoop geworden.<br />
Terwijl klanten zich vertwijfeld afvroegen waar zij de<br />
aanbiedingen konden vinden, lagen de nieuwe aardbeien,<br />
asperges en andere producten in de haven van<br />
Rotterdam weg te rotten. Uiteraard had dit tot hilarische<br />
reacties bij de concurrentie geleid. Maar wat nog erger<br />
was, ook de media – altijd happig op een nieuwtje als het<br />
slecht gaat met een marktleider – hadden er uitgebreid<br />
aandacht aan besteed. Als marketingbaas had Jens antwoord<br />
moeten geven op veel kritische vragen van journalisten.<br />
Hoewel hij dat op een rustige manier had<br />
gedaan, had hij inwendig gekookt. Wat dachten ze daar<br />
CUSTOMER MINDING<br />
wel, die lui bij logistiek. Een campagne die maandenlang<br />
tot in de puntjes was voorbereid. En dan konden de producten<br />
door één of andere computerstoring niet geleverd<br />
worden. Het was te gek voor woorden.<br />
Gelukkig hadden de klanten begrip getoond voor de<br />
ongemakken waarmee zij werden geconfronteerd. ‘Dat<br />
is het voordeel van een kern van uiterst loyale klanten’,<br />
zo had Jens in het managementteam omstandig uiteengezet.<br />
Om daaraan toe te voegen, dat deze klantloyaliteit<br />
door het bedrijf onvoldoende werd benut. ‘We<br />
moeten onze klanten nieuwe diensten aanbieden. Dat<br />
kan en dat moet. Anders doen anderen het.’ De aanwezigen<br />
hadden direct begrepen, waarop Jens doelde. Twee<br />
maanden eerder had hij immers in het MT een presentatie<br />
gegeven over de mogelijkheden om de klantkaart op<br />
te waarderen en te gebruiken voor het leveren van financiële<br />
diensten. Hoewel het plan goed in elkaar stak, had<br />
Jens de aanwezigen niet kunnen overtuigen. Met name<br />
de HR-manager, Henk Hoepelman, had zich een fel<br />
tegenstander getoond. ‘Mijn mensen hebben het al<br />
moeilijk genoeg met al die veranderingen. Moeten ze nu<br />
ook nog een beetje voor bankje gaan spelen?’ Ook<br />
anderen hadden aangegeven nogal wat bedenkingen bij<br />
het plan te hebben. Het voornaamste tegenargument<br />
was, dat de klanten de logica van de overstap naar financiële<br />
dienstverlening niet zouden inzien. ‘In de ogen van<br />
de klant, zijn wij gewoon een kruidenier. Weliswaar een<br />
hele degelijke kruidenier, maar toch. We moeten oppassen<br />
dat wij onze hand niet overspelen’, had Peter<br />
Hosten, hoofd corporate communicatie, naar voren<br />
gebracht. Na een geanimeerde vergadering had de voorzitter,<br />
Coen Schouw, ingegrepen en Jens verzocht om alle<br />
voor- en tegenargumenten nog eens op een rij te zetten.<br />
Ook had hij hem verzocht om een aantal uitgewerkte,<br />
buitenlandse praktijkvoorbeelden op te sporen. ‘Over<br />
een maand zetten we het thema nogmaals op de agenda.<br />
Dan bepalen we ook of het een ‘go’ of een ‘no go’<br />
is. Tot dan richten wij ons volledig op onze core business<br />
en dat is nog steeds het leveren van de dagelijkse benodigdheden<br />
voor onze klanten’, zo had Coen gezegd,<br />
waarna de vergadering ontbonden werd.<br />
Terugdenkend aan die sessie, had Jens nog steeds een<br />
vervelend gevoel. Hij had een sterk verhaal gehad, zijn<br />
presentatie was enthousiast en overtuigend geweest. En<br />
dan tóch al die negatieve reacties. Waarom konden mensen<br />
nou niet spontaan ergens achter gaan staan?<br />
Waarom moest dat allemaal zo moeizaam? Waarom<br />
moest Henk nou weer zo nodig gaan dwarsliggen? En<br />
waarom had Coen hem niet meer gedekt? In een persoonlijk<br />
onderhoud had Coen enkele weken daarvoor<br />
aangegeven uitermate happy te zijn met de klantkaart.<br />
Bijna 60% van de klanten maakt inmiddels actief gebruik<br />
van de kaart. Zij kunnen gebruikmaken van functiona-<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
35
36<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
liteiten als het betalen<br />
van aankopen, het<br />
opnemen van geld<br />
(maximaal 300 euro<br />
per keer), kortingen,<br />
alsmede het sparen<br />
van Airmiles. Via het<br />
internet kunnen deze<br />
klanten hun rekeningoverzichten<br />
inkijken.<br />
Ook kunnen zij op<br />
hun persoonlijke pagina<br />
specifieke aanbiedingen<br />
bekijken. Om<br />
de betalingsfunctionaliteit<br />
van de kaart te<br />
benutten, moeten<br />
klanten de kaart met<br />
geld ‘laden’. Zij doen<br />
dit door geld over te maken via de post, de bank, het<br />
internet of gewoon contant in de winkels. Als tegenprestatie<br />
ontvangen klanten een bovenmodale rente op de<br />
ingezette gelden.<br />
Volgens Jens had het bedrijf zich door de functionaliteiten<br />
van de klantkaart in feite op het pad van de financiële<br />
dienstverlening begeven. Het leek hem dan ook niet<br />
meer dan logisch om de ingeslagen weg voort te zetten<br />
en de functionaliteiten op het gebied van financiële<br />
dienstverlening uit te breiden. Een halfjaar geleden had<br />
hij een aantal brainstormsessies belegd, waarin de mogelijkheden<br />
op dit gebied verkend werden. Als reële opties<br />
waren daarbij naar voren gekomen het in de markt zetten<br />
van een TIBER Bankkaart - met dezelfde voordelen<br />
als de klantkaart, uitgebreid met alle huidige functionaliteiten<br />
van creditcards - alsmede het aanbieden van<br />
diensten als reisverzekeringen, hypotheken en beleggen.<br />
Om te toetsen of de ideeën levensvatbaar zijn, had Jens<br />
een gerenommeerd Duits bureau ingeschakeld om een<br />
haalbaarheidsstudie te verrichten. In Duitsland hebben<br />
diverse grote supermarktketens reeds ervaring met soortgelijke<br />
initiatieven opgedaan, zodat het voor de hand lag<br />
om daar naar vergelijkingsmateriaal te zoeken. De resultaten<br />
van de studie leverden een gemengd beeld op.<br />
Enerzijds was de markt rijp voor dergelijke initiatieven: de<br />
verminderde dienstverlening van banken bood tal van<br />
mogelijkheden aan nieuwkomers. Bovendien zou TIBER<br />
haar merkwaarde aanzienlijk kunnen vergroten indien zij<br />
zich op de nieuwe markt van het bankieren zou begeven.<br />
Anderzijds ging het initiatief ook gepaard met tal van risico´s.<br />
Waarin zou TIBER zich van haar concurrenten kunnen<br />
onderscheiden? In hoeverre zouden klanten het<br />
accepteren dat het bedrijf zich plotseling met bankzaken<br />
zou bezighouden? In Duitsland was de ontwikkeling van<br />
het ‘supermarktbankieren’ onder aanvoering van de banken<br />
tot stand gekomen. Deze hadden in de supermarkten<br />
een welkome aanvulling van hun distributiekanaal<br />
gezien. TIBER wilde de lead echter in eigen handen hebben<br />
en betrekkelijk onafhankelijk van de banken opereren.<br />
De onderzoekers gaven aan dat deze strategie met<br />
de nodige risico’s gepaard gaat.<br />
In de weken na het verschijnen van de studie had Jens<br />
verschillende van zijn collega’s over de plannen aangesproken.<br />
Deze hadden zich over het algemeen geïnteresseerd<br />
getoond en aangegeven er snel nader over te willen<br />
praten. Met uitzondering overigens van Henk<br />
Hoepelman, maar daar had Jens niet erg wakker van<br />
gelegen. Henk was in zijn ogen immers altijd de remmende<br />
kracht. Het deed er niet toe om welk nieuw initiatief<br />
het ging, maar altijd was het Henk die ergens wel<br />
weer een aantal bedenkingen vandaan haalde. Daarbij<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
ging het trouwens altijd om het onvermogen van het<br />
personeel om nóg meer taken op zich te nemen. Jens<br />
vond dergelijke argumenten regelrechte lariekoek. ‘Moet<br />
je eens kijken in de Verenigde Staten’, zo had hij Henk<br />
meermaals tegengeworpen, ‘daar wordt niet alleen veel<br />
harder gewerkt, maar daar verrichten medewerkers ook<br />
nog allerhande taken waarvan wij hier niet eens het<br />
bestaan kennen. Je moet je ogen openhouden voor wat<br />
er om ons heen gebeurt. Anders verlies je de slag in de<br />
toekomst.’ Hoewel Coen bij het horen van de plannen<br />
had aangeven nog niet het gevoel te hebben dat de killer<br />
application gevonden was, had hij nochtans aangegeven<br />
er serieus over te willen nadenken. ‘Op de lange<br />
duur kunnen wij niet overleven met het aanbieden van<br />
bloemkolen en blikken soep’. Wij moeten nieuwe markten<br />
vinden. Die moeten wél logisch aansluiten bij onze<br />
corebusiness. En bovendien moeten ze duurzame waarde<br />
aan onze klanten bieden’, zo had hij Jens meegegeven.<br />
Terwijl hij zijn jas aantrok en zich naar zijn auto in de parkeergarage<br />
begaf, overdacht Jens nogmaals deze laatste<br />
woorden. Met die logische aansluiting en het bieden van<br />
waarde zat het volgens hem wel snor. Maar of hij de<br />
anderen zou kunnen overtuigen, was een geheel andere<br />
vraag. Volgens Jens had het antwoord op deze vraag<br />
veel minder met rationele danwel met emotionele factoren<br />
te maken. En waar het hart regeert, worden dikwijls<br />
gekke bokkensprongen gemaakt, zo wist hij. Misschien<br />
was dat maar goed ook, want dan hoefde hij het zich<br />
niet aan te trekken als het voorstel werd afgeschoten. En<br />
met deze opluchtende gedachte reed Jens richting Den<br />
Bosch.<br />
?<br />
&Samhoud vroeg drie marketingspecialisten om<br />
de TIBER-case te analyseren aan de hand van de<br />
volgende vragen:<br />
1 Doet TIBER er verstandig aan om een<br />
bankkaart te lanceren? Motivatie<br />
2 Hoe interpreteer en waardeer je de opstelling<br />
van Jens als hoofd marketing?<br />
3 Welke tips geef je aan Jens om de bijeenkomst<br />
tot een goed einde te brengen?<br />
JAAP RIETER<br />
CUSTOMER MINDING<br />
Manager Sales Promotion<br />
Essent Retail<br />
In de eerste plaats wil ik opmerken<br />
dat de cijfers van de klantkaart<br />
van Tiber er goed uitzien.<br />
Als 60% van de klanten actief<br />
gebruik maakt van een klantkaart,<br />
dan betekent dat in de<br />
praktijk vaak dat 80+% van de omzet via de kaart loopt.<br />
Tegelijkertijd is inzicht nodig in de motivatie van consumenten<br />
om van de kaart gebruik te maken. Wat zijn hun<br />
beweegredenen? Welke functies van de klantkaart zijn<br />
doorslaggevend?<br />
Wat opvalt aan de klantkaart van TIBER is het grote aantal<br />
toepassingsmogelijkheden. De kaart kan gebruikt<br />
worden als oplaadbare ‘betaalkaart’, met bovenmodale<br />
rente, voor het betalen van boodschappen, maar ook<br />
voor het opnemen van geld of om te sparen. Op een<br />
persoonlijke site ontvangt de klant uitgebreide informatie<br />
over aankopen en betaaloverzichten. TBER komt op<br />
deze manier enorm veel te weten over haar klanten, bijvoorbeeld<br />
over het huishouden, eetgewoontes, inkomsten-<br />
en uitgavenpatroon, enzovoorts. Een ander bijkomend<br />
voordeel is dat TIBER iedere week één of twee keer<br />
(visueel) contact heeft met haar klanten.<br />
Maar wat betekent dat nu voor het introduceren van een<br />
Bankkaart? We kunnen vaststellen dat het (financiële)<br />
vertrouwen van klanten in TIBER groot is, want 60% van<br />
de klanten maakt regelmatig geld over op een rekening,<br />
hetgeen hen in staat stelt met een TIBER-kaart te betalen.<br />
Ik ken deze situatie alleen uit Scandinavië, waar de<br />
supermarktketen ICA een dergelijk systeem heeft ingevoerd.<br />
Als TIBER verder wil gaan in de financiële diensten,<br />
dan is mijn advies: hou het eerst wat dichter bij huis<br />
dan de door Jens voorgestelde uitgebreide financiële<br />
dienstverlening. Te denken valt bijvoorbeeld aan een<br />
Kerstdiner-spaarrekening voor de dure decembermaand,<br />
of bijvoorbeeld spaarprogramma’s op non-food voor<br />
speciale gelegenheden zoals de zomervakantie. Een<br />
ander idee is een verzekering die klanten de wekelijkse<br />
boodschappen garandeert, zodat de klant niet in de kou<br />
komt te staan op het moment dat hij geconfronteerd<br />
wordt met bijvoorbeeld een dramatische inkomensterug-<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
37
38<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
val. Verder denk ik aan het aanbieden van financiële<br />
diensten in relatie tot het gezin. Een analyse van het aankooppatroon<br />
leert TIBER in welke fase een klant zit.<br />
Ik zie deze initiatieven als juiste, noodzakelijke eerste<br />
stappen bij het uitbouwen van financiële diensten. In de<br />
tweede fase kan TIBER ervoor kiezen om basisverzekeringen<br />
of financiële diensten (bijvoorbeeld korte kredieten)<br />
aan te bieden. Het merk TIBER is dan nog sterker en<br />
de organisatie heeft aan de klanten bewezen dat ze met<br />
geld om kan gaan.<br />
In het Verenigd Koninkrijk en de USA zien we dat<br />
geslaagde bankactiviteiten gestoeld zijn op de convenience<br />
van de one-stop-shop ervaring: de bank neemt<br />
zijn intrek in een supermarkt, waarmee de klant twee<br />
regelmatige bezoeken kan combineren. Vaak komt de<br />
supermarkt zelf met een beperkt financieel pakket en<br />
geeft op die manier competitieve rentepercentages.<br />
Over de Nederlandse markt kan ik zeer kort zijn: tot nu<br />
toe is het zeer dun. Bij Albert Heijn zijn er circa 250.000<br />
klanten die via Aegon wat sparen. Verder test Plusmarkt<br />
met de Rabobank, maar dit is tot nu toe allemaal zeer<br />
kleinschalig. ‘Supermarktbankieren’ spreekt de klant vermoedelijk<br />
wel aan, want de openingsuren van de nieuwe<br />
bank- of verzekeringspartij zijn zeer waarschijnlijk beter<br />
dan die van de bank. Geredeneerd vanuit de bank is<br />
‘supermarktbankieren’ een goedkoop alternatief voor de<br />
eigen vestigingen voor wat betreft de toegang tot cash.<br />
MARCEL VAN BIRGELEN<br />
Universitair docent Marketing<br />
& Marktonderzoek aan de<br />
Universiteit Maastricht<br />
Of TIBER er verstandig aan doet<br />
om zich op een markt te begeven<br />
die niet 1-2-3 in het verlengde<br />
ligt van haar huidige<br />
‘core business’, namelijk zoals<br />
Coen Schouw het omschrijft, ‘het leveren<br />
van de dagelijkse benodigdheden voor<br />
onze klanten’, valt natuurlijk te bezien. De<br />
uitdrukking ‘schoenmaker, blijf bij je leest’<br />
schiet mij hierbij dan al vrij snel te binnen.<br />
Als supermarktketen heeft TIBER reeds<br />
jarenlange ervaring in het aanbieden van<br />
zogenaamde ‘fast-moving consumer<br />
goods’ en je zou je kunnen afvragen of<br />
uitgebreide financiële dienstverlening ook<br />
in deze categorie valt en of TIBER de kennis<br />
en mogelijkheden bezit om een dergelijk<br />
avontuur tot een goed einde te brengen.<br />
Desalniettemin lijkt het bij nader inzien een uiterst interessant<br />
voorstel dat past binnen het huidige tijdsbeeld<br />
waarmee we met z’n allen steeds meer geconfronteerd<br />
worden. Vrije tijd wordt in toenemende mate een schaars<br />
goed voor velen van ons. Drukke banen en nevenactiviteiten<br />
maken dat we steeds minder bereid zijn om onze<br />
tijd te verdoen met het zoeken naar verschillende zakelijke<br />
partners voor de bevrediging van onze dagelijkse<br />
behoeften. Het is dan ook zeer wel denkbaar dat in de<br />
toekomst ‘one-stop-shopping experiences’ eerder regel<br />
dan uitzondering zullen worden. De introductie van een<br />
bankkaart met dezelfde betalingsfunctionaliteit als de<br />
bestaande klantkaart en daarnaast meer uitgebreide bancaire<br />
mogelijkheden past dan ook zeker in dit plaatje. Een<br />
dergelijke kaart heeft de potentie om waardevol te zijn<br />
voor consumenten die op zoek zijn naar dergelijke eigenschappen<br />
en hier niet te veel tijd in willen steken.<br />
Acceptatie onder een groter supermarktpubliek zal dan<br />
vervolgens met name afhangen van de mate waarin<br />
TIBER erin slaagt om klanten ervan te overtuigen dat zij<br />
een goede en vooral betrouwbare partner op financieel<br />
gebied kan zijn, die tevens kan concurreren met bestaande<br />
financiële instellingen. Dit heeft TIBER natuurlijk zelf<br />
in de hand, maar het zal tevens afhangen van de houding<br />
van de consument ten aanzien van gevoelige zaken<br />
zoals financiën en privacy van informatie.<br />
Als antwoord op de tweede vraag: de houding van Jens<br />
als hoofd marketing is er een die, net als zijn idee om een<br />
bankkaart te introduceren, voldoet aan de huidige tijd.<br />
Zijn uitgangspunt dat als organisaties hun klanten geen<br />
nieuwe diensten aanbieden anderen dit succesvol zullen<br />
doen, is reeds meerdere malen correct gebleken. In dit<br />
kader past de groeistrategie die Ansoff definieert als<br />
diversificatie. Er zijn voorbeelden genoeg van bedrijven<br />
die hun activiteiten succesvol hebben uitgebreid in gerelateerde<br />
dan wel niet-gerelateerde richting. Denk bijvoorbeeld<br />
aan het ontwikkelen van allerlei gemeenschappen<br />
rondom een organisatie waarin consumenten<br />
het met elkaar over haar producten of andere zaken kunnen<br />
hebben met als voornaamste doel het scheppen van<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
een loyalere klantenbasis of het verhogen van de verkopen.<br />
Als marketeer zul je vandaag de dag je ogen en<br />
oren open moeten houden, niet reactief maar pro-actief<br />
moeten handelen en continu op je hoede moeten zijn<br />
voor met name sociaal-psychologische tendensen die<br />
links en rechts de kop op steken. Door hier op een<br />
gezonde en innovatieve manier mee om te gaan zal de<br />
kans op slagen zeer zeker niet afnemen. Dat je daarbij op<br />
tegenstand vanuit de omgeving zult stuiten, is natuurlijk<br />
niet onwaarschijnlijk. Het gaat er om hoe je met die<br />
tegenstand omgaat.<br />
Tips voor Jens voor de bijeenkomst? Anticiperen, dat is<br />
één van de kernwoorden in dit verhaal. Anticiperen op<br />
zaken die gebeuren in de markt, maar ook op de tegenstand<br />
die Jens kan verwachten en moet zien te overwinnen<br />
tijdens een volgende bijeenkomst. Om te inventariseren<br />
of nieuwe projecten kans van slagen hebben en<br />
daarmee steun vanuit de omgeving krijgen, voeren organisaties<br />
reeds vele jaren de welbekende SWOT-analyse<br />
uit. Daarbij wordt expliciet gekeken naar zowel de interne<br />
sterkten en zwakten, alsmede de externe kansen en<br />
bedreigingen die maken dat een voorgenomen project in<br />
de toekomst wel of geen succes zal hebben. Het is zeer<br />
raadzaam voor Jens om, wat de beoogde introductie van<br />
een bankkaart betreft, ook een dergelijke SWOT-analyse<br />
uit te voeren. Dit maakt dat hij beslagen ten ijs komt en<br />
zijn betoog op een overtuigende manier kan onderbouwen,<br />
met voldoende aandacht voor zaken waarnaar nog<br />
eens gekeken zou moeten worden.<br />
WIM LUTEIJN<br />
Consultant &Samhoud<br />
TIBER bank doet er in mijn ogen<br />
niet verstandig aan om in complexe<br />
producten als verzekeringen<br />
en hypotheken te gaan.<br />
Voor deze bankproducten laat<br />
90% van de Nederlanders zich<br />
bij voorkeur adviseren door professionele<br />
adviseurs. Deze<br />
markt is daarnaast nog eens overbevolkt met aanbieders.<br />
De vraag is ook op welke wijze TIBER zich hierin kan<br />
onderscheiden en welke extra inspanningen hiervoor<br />
nodig zijn. Extra inspanningen bijvoorbeeld om personeel<br />
te trainen of te werven, de winkel te verbouwen en processen<br />
aan te passen. Ik zie TIBER dit niet zelfstandig<br />
opzetten voor de complexere producten.<br />
Daarnaast zijn de banken in Nederland niet echt geïnteresseerd<br />
om voor adviesgevoelige producten met supermarkten<br />
samen te werken, getuige de weinig succesvolle<br />
pogingen tot nu toe. De uitbreiding met credit card-<br />
CUSTOMER MINDING<br />
functionaliteit lijkt mij wel zinvol, deze is nauw verbonden<br />
met de mogelijkheden die TIBER nu al biedt en zullen<br />
klanten dus wel als logisch ervaren. Dus, voortborduren<br />
op het huidige succes en stapsgewijs uitbreiden,<br />
zodat je de klant niet verliest doordat je je domein te snel<br />
wilt uitbreiden en op vreemd terrein uitkomt.<br />
TIBER heeft absoluut een succes in handen met de klantkaart.<br />
Met een brede klantenbasis van 60% actieve<br />
gebruikers is er een stevig fundament onder nieuwe initiatieven.<br />
Ik denk daarbij aan het uitbreiden van de internetfaciliteiten.<br />
Een deel van de kaarthouders maakt<br />
immers al gebruik van het internet voor het storten op de<br />
pas en het bekijken van rekeningoverzichten. Dit soort<br />
klanten zal ook sneller geneigd zijn andere producten via<br />
de site af te nemen. De kennis die TIBER inmiddels over<br />
haar klanten heeft opgebouwd is bruikbaar voor het<br />
bepalen van de richting van de uitbreiding van de dienstverlening.<br />
Tot zover de marketing-aspecten van de zaak.<br />
Het lijkt erop dat het Management Team huiverig is een<br />
volgend nieuw initiatief op te zetten, na de mislukking<br />
van het lente-offensief. Ik denk dat Jens vooruitgang kan<br />
boeken in het overtuigen van zijn collega’s door veel<br />
aandacht te besteden aan de succesfactoren en de faalfactoren<br />
vanuit de optiek van klanten, communicatie,<br />
medewerkers, processen en financiën. Ik krijg uit de<br />
case-beschrijving de indruk dat Jens moet laten zien dat<br />
hij zijn MT-leden hiervoor nodig heeft, in plaats van de<br />
verongelijkte marketeer te spelen die het allemaal zo<br />
mooi bedacht heeft.<br />
Zonder goede ideeën overleeft geen enkele business,<br />
maar een goed idee dat slecht wordt uitgevoerd is echt<br />
een gemiste kans. Jens zou kunnen beginnen met het<br />
smeden van een bondgenootschap met Henk<br />
Hoepelman om het commitment van de medewerkers<br />
voor zijn initiatieven te verkrijgen. Juist de medewerkers<br />
kunnen een succes maken van de marketinginitiatieven<br />
van Jens. Het is jammer dat Jens en Henk over dit onderwerp<br />
nog niet op een lijn zitten.<br />
Dus Jens, laat die bijeenkomst maar over je heen komen.<br />
Probeer niet te veel te overtuigen, maar overbrug de verschillen<br />
met je collega’s door ze tegemoet te komen in de<br />
meer gedetailleerde uitwerking en realisatie van de plannen.<br />
Jij hebt je collega’s nodig en zij hebben jou nodig.<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
39
40<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002<br />
Ko de Ruyter<br />
‘DE SERVICE PROFIT CHAIN<br />
DOET RECHT AAN DE WAARDE<br />
VAN FRONTLINERS’
Service marketing is hot. Steeds meer hogescholen en<br />
universiteiten bieden opleidingen en cursussen aan<br />
voor studenten die aan service marketing willen ruiken,<br />
en de afgelopen jaren zijn tal van managementboeken<br />
verschenen over de marketing van diensten. Het<br />
bedrijfsleven begint inmiddels ook te erkennen dat<br />
service marketing een geheel andere discipline is dan<br />
product marketing. Eén van de Nederlandse autoriteiten<br />
op het gebied van service marketing is dr. Ko de Ruyter,<br />
directeur van MAXX aan de Faculteit der Economische<br />
Wetenschappen van de Universiteit van Maastricht.<br />
&Samhoud sprak met hem onder andere over de nieuwste<br />
trends op het gebied van service marketing, de<br />
Service Profit Chain en klanttevredenheidsonderzoek.<br />
Wat zijn volgens jou de trends op het gebied van service<br />
marketing?<br />
Ko: ‘In de eerste plaats zijn dat de mobiele services. Imode<br />
is in feite niet meer dan een nieuw kanaal voor<br />
internetdiensten. Bedrijven als KPN en Nokia hebben hier<br />
veel geld in geïnvesteerd en beseffen maar al te goed dat<br />
ze hun geld alleen terugverdienen als mensen daadwerkelijk<br />
gebruik maken van deze diensten en tevreden en<br />
loyaal zijn. Het succes van i-mode staat of valt dan ook<br />
met de dienstverlening die in de zogenaamde subscription<br />
services eromheen wordt geboden.<br />
‘In de tweede plaats denk ik aan de virtual communities.<br />
Het internet biedt natuurlijk veel mogelijkheden om te<br />
communiceren met klanten. Maar in de eerste generatie<br />
internet was hier weinig van te merken en werden klanten<br />
of “bezoekers” behoorlijk aan hun lot overgelaten.<br />
Gelukkig beseffen bedrijven nu steeds meer dat verkoop<br />
en dienstverlening toch een sociaal gebeuren is, waar de<br />
interactie tussen klanten en verkopers cruciaal is. En<br />
terecht: in de normale wereld laat je klanten toch ook<br />
niet los in het warenhuis, doe je het licht aan en zegt:<br />
kom maar terug als je klaar bent? Door klanten onderling<br />
en met het bedrijf te laten communiceren, zijn de vooruitzichten<br />
op een hoge conversieratio een stuk gunstiger.<br />
Chatten als een soort van “chatselling”.<br />
‘Internet is geen doe-het-zelf zaak. Uiteraard is er een<br />
aantal producten en diensten dat zonder tussenkomst<br />
van een verkoper of adviseur aan de man kan worden<br />
gebracht. Denk bijvoorbeeld aan de succesvolle formules<br />
van Amazon en Dell. Maar wil een bedrijf andere vormen<br />
van dienstverlening gaan aanbieden, dan zal ervoor<br />
gezorgd moeten worden dat ze omgeven zijn met een<br />
soort ring van gepersonificeerde services.<br />
‘Een andere belangrijke trend op het gebied van service<br />
management is zelfsturing of empowerment. Klanten<br />
willen geholpen worden door capabele mensen, die in<br />
staat zijn een deal te sluiten en de vrijheid hebben om<br />
zelfstandig beslissingen te nemen. Als je als klant bij<br />
CUSTOMER MINDING<br />
Robeco in effecten handelt en je hebt een portefeuille<br />
van € 3 miljoen, dan wil je niet drie keer doorverbonden<br />
worden. Contactemployés moeten informatie en adviezen<br />
kunnen geven en beslissingen kunnen nemen. Een<br />
aantal bedrijven heeft met wisselend succes empowerment<br />
doorgevoerd.<br />
Cruciaal is het vinden van een optimum tussen procedures,<br />
richtlijnen en regels enerzijds en vrijheden, verantwoordelijkheden<br />
en bevoegdheden anderzijds. Daarmee<br />
bedoel ik dat je niet te ver moet doorschieten in het<br />
doorvoeren van empowerment. Contactemployés hebben<br />
ook behoefte aan formele doelen, richtlijnen en<br />
uiteraard ondersteuning. Zij willen niet alleen gestuurd<br />
worden op zachte parameters, maar ook op heel harde<br />
en duidelijke regels en richtlijnen waar ze zich aan vast<br />
kunnen houden en die hen als het ware houvast bieden<br />
bij performance evaluaties. Ik denk dat op dit moment<br />
heel veel bedrijven sukkelen met het vinden van de juiste<br />
balans tussen die twee.<br />
‘Tenslotte is multi-channeling een trend waar niemand<br />
meer omheen kan. Ook hierin gaat het om het vinden<br />
van een balans. Uiteraard willen klanten via alle kanalen<br />
zaken kunnen doen met een organisatie en moeten de<br />
transacties en interacties op elkaar worden afgestemd.<br />
Met name in de bancaire wereld is een belangrijke slag<br />
gemaakt. Klanten kunnen terecht bij banken via telefoon,<br />
internet, geldautomaten, kantoren, etc. Het palet<br />
aan kanalen is behoorlijk uitgebreid. Maar je ziet dat het<br />
integreren van de kanalen en het leiden van de klanten<br />
naar het gewenste kanaal behoorlijk veel tijd, energie en<br />
geld kosten. Om nog maar te zwijgen over de problematiek<br />
rondom kannibalisatie. Het moet natuurlijk allemaal<br />
wel behapbaar blijven voor organisaties. Het integreren<br />
van kanalen heeft in vele gevallen meer verwarring<br />
dan duidelijkheid opgeleverd onder medewerkers en<br />
klanten. Denk alleen maar eens aan de negatieve<br />
berichtgeving in de pers over de sluiting van de bankkantoren.<br />
Toch zie ik multi-channeling als een onomkeerbare<br />
trend.’<br />
Mobiele services, virtual communities, empowerment<br />
en multi-channeling? Zitten klanten echt op al deze ontwikkelingen<br />
te wachten, of komen deze ideeën toch met<br />
name voort uit de hoge hoed van IT-adviseurs, productontwikkelaars<br />
of marketeers?<br />
Ko: ‘Uiteraard is er gedeeltelijk sprake van een technology<br />
push. Maar de ontwikkelingen komen ook voort uit<br />
het feit dat klanten veeleisender en mondiger zijn geworden.<br />
Steeds meer mensen willen hun zaken via zowel<br />
fysieke kantoren als via het internet regelen. Als ze dat bij<br />
hun bank kunnen, dan willen ze dat bij hun reisbureau<br />
ook. Als ze het horen van hun buren, willen ze het zelf<br />
ook. Ervaringen en verwachtingen zijn in die zin overdraagbaar.<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
41
42<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
‘De mogelijkheden en onmogelijkheden van het internet<br />
komen echter voor een groot gedeelte voort uit een<br />
technology push en zijn vaak niet gebaseerd op wat<br />
klanten écht wensen. Denk bijvoorbeeld aan de ellenlange<br />
lijst met persoonlijke gegevens die mensen moeten<br />
invullen om een aankoop te kunnen doen, die vervolgens<br />
ook nog eens gebruikt wordt om diezelfde mensen<br />
wekenlang te bestoken met ‘op maat gesneden’ aanbiedingen<br />
via de mail. Mensen<br />
worden langzamerhand een<br />
beetje moe van het invullen van<br />
gegevens. Iemand heeft me<br />
weleens gezegd: “Bij de bakker<br />
hoef ik toch ook geen lijstje met<br />
persoonsgegevens in te vullen<br />
om een brood te kunnen<br />
kopen?” Dat is natuurlijk als je<br />
op het internet een relatief kleine<br />
aankoop doet ook zo. Ik<br />
denk dat bedrijven op het internet<br />
moeten experimenteren<br />
met diverse niveaus van anonimiteit.<br />
‘Mijn visie is dat je in de virtuele<br />
wereld de reële wereld zoveel<br />
mogelijk moet proberen te<br />
benaderen. De scheiding tussen<br />
de oude en de nieuwe economie<br />
is in mijn ogen artificieel. In<br />
de oude retailomgeving maakte<br />
de persoonlijke behandeling<br />
vaak het verschil en eigenlijk is<br />
dat niet anders op het internet.<br />
En dus moeten bedrijven de<br />
persoonlijke behandeling door<br />
middel van slimme interactieve<br />
technologieën proberen te<br />
benaderen. Klanten willen soms<br />
anoniem kunnen shoppen maar<br />
er zijn ook veel mensen die<br />
graag in sociaal verband shoppen<br />
en het prettig vinden als ze<br />
zich kunnen laten adviseren. Ook op het internet moeten<br />
bedrijven ervoor zorgen dat er sprake is van ‘fun’ en sociale<br />
relaties en niet alleen van droge ‘brochure’-achtige<br />
websites. Dat is wat klanten willen.’<br />
&Samhoud is al jaren een fervent aanhanger van de<br />
Service Profit Chain, de filosofie die ervan uitgaat dat<br />
tevreden medewerkers leiden tot tevreden klanten, die<br />
uiteindelijk financieel succes garanderen. Onderschrijf<br />
jij deze filosofie in een steeds meer door technologie<br />
gedreven business omgeving?<br />
Ko: ‘Ja, in principe wel, maar ik geloof alleen niet zo in de<br />
link tussen medewerkerstevredenheid en klanttevredenheid.<br />
Dat wordt in diverse onderzoeken<br />
ook bevestigd. Ik denk<br />
dat de betrokkenheid van de<br />
medewerkers of het servicegerichte<br />
klimaat in een organisatie<br />
alweer dichter in de buurt komt.<br />
Maar ik denk zeker dat betrokken<br />
en enthousiaste medewerkers<br />
een positieve uitstraling<br />
hebben richting klanten, dat<br />
klanten dat waarderen en dat<br />
dat vervolgens weer geld oplevert.<br />
‘De Service Profit Chain is inzichtelijk<br />
als denkmodel maar heeft<br />
als operationeel sturingsmodel<br />
nog een lange weg te gaan. Het<br />
zit namelijk heel complex in<br />
elkaar. Met name de link tussen<br />
interne en externe beleving is<br />
niet zo ver ontwikkeld. Het probleem<br />
is dat je te maken hebt<br />
met vertraagde effecten die het<br />
model erg moeilijk maken. Als<br />
een organisatie aan personeelsmotivatie<br />
of interne branding<br />
doet, duurt het vaak minimaal<br />
een jaar voordat je het effect<br />
terugvindt in het hoofd van de<br />
klant en nog langer voordat je<br />
het terugvindt in de cijfers. Je<br />
moet er dus echt in geloven en<br />
een hele sterke missionaris zijn.<br />
Een missionaris van de Service<br />
Profit Chain heeft de boodschap:<br />
“Nu investeren betekent vaak pas over 2 à 3 jaar incasseren.”<br />
Dat is nogal wat. Onderzoekstechnisch moet je<br />
dezelfde medewerkers en klanten over tijd volgen. En dat<br />
leidt dan weer tot hele complexe onderzoeken. Dat<br />
maakt het heel erg moeilijk, maar wel reuze interessant.’<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
Wat is volgens jou de toegevoegde waarde van de<br />
Service Profit Chain?<br />
Ko: ‘Het mooie van de Service Profit Chain is dat het<br />
belang van de medewerker in de dienstverlening nu eens<br />
echt goed benadrukt wordt, al is het vaak niet zo simpel<br />
als de mensen denken. In een multi-channel omgeving<br />
heb je te maken met verschillende soorten frontliners<br />
onder één merk. Denk aan Mercedes, waar de frontliners<br />
van het Europese callcenter samenwerken met Europese<br />
dealers, die ook een Mercedes-ster op hun voorhoofd<br />
hebben staan. Beide frontliners hebben natuurlijk een<br />
heel andere beleving. Dat in een Service Profit Chain<br />
gieten is natuurlijk uitermate moeilijk. Maar als richtlijn is<br />
het een goed model, want het doet namelijk recht aan de<br />
waarde van frontliners.’<br />
IK DENK ZEKER DAT BETROKKEN EN ENTHOUSIASTE MEDEWERKERS<br />
Organisaties die geloven in de Service Profit Chain,<br />
doen structureel onderzoek naar de medewerkerstevredenheid<br />
en klanttevredenheid. Nu is er de laatste tijd<br />
veel te doen geweest over de onderzoeken naar klanttevredenheid.<br />
Ze zouden zich teveel bezig houden met het<br />
meten van hetgeen intern belangrijk gevonden wordt, in<br />
plaats van daadwerkelijk inzicht te geven in klantverwachtingen<br />
en belevenissen. Waar moet volgens jou een<br />
goed klanttevredenheidsonderzoek aan voldoen?<br />
Ko: ‘Naast de globalere evaluaties van tevredenheid,<br />
commitment en vertrouwen, denk ik dat het heel belangrijk<br />
is een onderscheid te maken tussen de verschillende<br />
fasen die een klant doorloopt bij een ervaring met een<br />
organisatie (ook wel de klant-activiteiten-cyclus<br />
genoemd, red.). Binnen die fasen moet een aantal kwaliteitsdimensies<br />
worden gemeten. Op deze manier is te<br />
bepalen welke fase voor klanten het meest belangrijk is,<br />
welke dimensies binnen die fase van belang zijn en hoe<br />
een organisatie scoort op die dimensies. Zo kan ik me<br />
voorstellen dat de dimensie wachttijd bij het restaurant in<br />
een museum belangijker is dan de wachttijd bij de schilderijen.<br />
Mensen vinden het waarschijnlijk minder erg te<br />
wachten voor het bekijken van schilderijen, want daar<br />
komen ze voor, dan te wachten in het restaurant.<br />
CUSTOMER MINDING<br />
‘Met een klanttevredenheidsonderzoek moet je dus de<br />
gelegenheid hebben om in te zoomen op details die operationeel<br />
verbeterbaar zijn. Maar je moet ook gevoel krijgen<br />
voor het relatieve belang van fasen en dimensies.<br />
Dat heeft uiteraard alles te maken met de vraag waar je<br />
in gaat investeren. Een museum kan wel heel veel geld<br />
stoppen in het verminderen van wachtrijen bij de schilderijen,<br />
maar als mensen het geen probleem vinden, dan<br />
kunnen ze hun geld beter stoppen in andere initiatieven.<br />
Ook dat is kijken door de ogen van de klant…’<br />
EEN POSITIEVE UITSTRALING HEBBEN EN DAT KLANTEN DAT WAARDEREN<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
43
44<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
Joost Manassen<br />
algemeen directeur<br />
Douwe Egberts Nederland<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
SEMINARS<br />
DRIVERS OF GROWTH<br />
Marketing iconen en hun visie op autonome groei<br />
Met Drivers of Growth spelen het Tijdschrift voor<br />
Marketing en het NIMA met een handig één-tweetje in<br />
op het aloude thema 'groei'. Als klein kind al wil je<br />
groeien, zo staat op de uitnodiging vermeld, en als marketeer<br />
zit dat nog steeds in het bloed. In het licht dat<br />
'alles' al een keer bedacht lijkt door marketeers en de<br />
consument kritischer en kritischer wordt, komt de organisatie<br />
van het congres met een uitdagende vraag:<br />
'Bestaan er eigenlijk wel verzadigde markten of bestaan<br />
er alleen maar verzadigde marketeers?'<br />
Op 15 mei gaven ongeveer tweehonderd marketeers en<br />
andere geïnteresseerden acte de presence in het<br />
Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam. Een<br />
aantal marketeers krijgt een half uur de tijd om hun<br />
succesverhaal te delen. De aftrap wordt verricht door<br />
Alfred Levi, vice-voorzitter van het NIMA, die zijn somberheid<br />
ten aanzien van het NIMA niet onder stoelen of<br />
banken steekt. 'Marketeers zijn nog maar moeilijk te activeren<br />
voor inspanningen buiten de normale werkzaamheden',<br />
zo constateert Levi. 'Men vraagt zich steeds<br />
vaker af wat ze ervoor terugkrijgen.' Tegelijkertijd ergert<br />
hij zich aan het feit dat de vele, afzonderlijke marketingclubs<br />
dezelfde dingen doen als jaren geleden en nauwelijks<br />
voor innovatie zorgen. Om die reden doet Levi de<br />
dringende oproep aan marketingorganisaties: 'Ga<br />
samenwerken en ga samen dingen doen die je doelgroep<br />
wil dat je doet.' Om zijn oproep kracht bij te zetten,<br />
maakt Levi tijdens deze verkiezingsdag een verder niet<br />
toegelichte link naar Pim Fortuyn.<br />
Hoe kan het anders dan dat een congres voor marketeers<br />
begint met een blik op de Nederlandse consument. Want<br />
wie wil groeien, zal zich ook een beeld moeten vormen<br />
van de consument van de toekomst. Het onderzoeksbureau<br />
NFO Trendbox maakt bij haar trendprognoses<br />
gebruik van een scenariomethode die in de jaren zeventig<br />
is ontwikkeld door Shell. Volgens directeur Goos<br />
Eilander dienen toekomstscenario's als referentiekader bij<br />
het denken over de toekomst van marktsegmenten en<br />
bestedingsgroepen. De scenariomethode komt er op<br />
neer dat op grond van de kernvraag (bijvoorbeeld: hoe<br />
ziet Nederland eruit in 2015?) de twee belangrijkste<br />
omgevingsvariabelen worden gedefinieerd (voor<br />
Nederland in 2015: ontwikkeling van economie en<br />
waarden). Deze twee omgevingsvariabelen worden in<br />
CUSTOMER MINDING<br />
een assenstelsel geplaatst zodat er vier mogelijke situaties<br />
(scenario's) ontstaan, zie bovenstaande figuur. De<br />
scenario's worden inhoudelijk gevuld door bij de<br />
verschillende situaties te analyseren wat de gevolgen<br />
voor de driving forces zijn.<br />
Op die manier heeft NFO Trendbox vier toekomstscenario's<br />
ontwikkeld om een beeld te krijgen van Nederland<br />
in 2015, met economie en waarden als omgevingsvariabelen.<br />
De scenario's zijn: Back to Basics, Survival of the<br />
Fittest, Global Awareness en Hedonistic Society. In moordend<br />
tempo onderbouwt Eilander met illustratiemateriaal<br />
uit kranten en tijdschriften de verschillende scenario's. Zo<br />
geeft Eilander onder andere als voorbeelden voor Back to<br />
Basics: het besluit van Amerika om eerst bij de eigen<br />
staalproducenten te kopen, en een Zwitsers kassabonnetje<br />
waarop staat hoeveel procent van de gekochte producten<br />
uit de eigen streek komen. Voor het scenario<br />
Survival of the Fittest: een krantenkop 'cybersenioren<br />
bestormen world wide web', de constatering dat succesvolle<br />
producten een appèl doen op de gezondheid, en de<br />
stormloop op een nieuwe vakantiebestemming: het<br />
Thaise ziekenhuis voor een snellere en betere operatie<br />
dan in Nederland. Voorbeelden voor het scenario Global<br />
Awareness, met als sleutelbegrippen transparantie en<br />
duidelijkheid: de claim in de reclamespotjes van DHL, en<br />
de belofte van de organisatie Rain Forest om 25% van de<br />
omzet terug te brengen naar het regenwoud. Tenslotte<br />
geeft Eilander ter onderbouwing voor het scenario van<br />
de Hedonistic Society: de experience economy, het toenemende<br />
bezoek aan attractieparken, en bijvoorbeeld<br />
een krantenkop als 'merk wordt winkel, winkel wordt<br />
merk.' Welk scenario op de meeste steun van Eilander<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
45
46<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
kan rekenen, blijft onbesproken. Wel is duidelijk dat ieder<br />
scenario veranderingen aan de zijde van de consument<br />
betekent en derhalve ook gevolgen heeft voor de producenten.<br />
Goed, dat er diverse ontwikkelingen gaande zijn bij de<br />
consumenten is duidelijk, maar hoe gaan producenten<br />
op dit moment met ontwikkelingen om? Joost Manassen<br />
bijt als algemeen directeur van Douwe Egberts<br />
Nederland het spits af. Volgens Manassen heeft DE als<br />
marktleider de verantwoordelijkheid om de daling in de<br />
koffiemarkt te stoppen. Naast het stagneren van de<br />
markt is er voor koffieproducenten een andere belangrijke<br />
trend, namelijk individualisering. Waar mensen vroeger<br />
met z'n allen rond de tafel gingen zitten met een<br />
grote pot koffie, waarvan de helft werd weggegooid<br />
('dat was een belangrijk deel van de omzet'), daar zetten<br />
mensen nu één of twee kopjes, alleen voor zichzelf. Alles<br />
tezamen kon Manassen niet anders dan concluderen dat<br />
de huidige manier van koffiebrouwen niet aansluit op de<br />
way of living van consumenten. Als reactie heeft Douwe<br />
Egberts vervolgens in samenwerking met Philips het koffiezetapparaat<br />
Senseo Crema ontwikkeld. Manassen<br />
meent dat Senseo voorziet in de vraag naar variatie,<br />
kwaliteit en individuele consumptie, de resultaten met<br />
600.000 verkochte apparaten in het eerste jaar overtreffen<br />
immers alle verwachtingen. Uiteraard levert DE de<br />
lekkerste koffie voor dit apparaat. Wat zijn volgens<br />
Manassen de belangrijkste leerpunten van deze innovatie?<br />
Simpel: durf gebruik te maken van elkaars krachten<br />
(DE is marktleider op het gebied van koffie, Philips maakt<br />
de beste koffiezetapparaten), laat medewerkers in 'isolatie'<br />
aan een dergelijk project werken ('om de scherpe<br />
kantjes te behouden', wat goed is voor de kwaliteit) en<br />
stimuleer ondernemerschap in hen!<br />
Voor Marc de Swaan Arons van EffectiveBrands begint<br />
het 'in de huid kruipen van de consument' met het herkennen<br />
en erkennen van de most valuable customers.<br />
Hierdoor kun je écht gerichte, serieuze aanbiedingen<br />
doen aan klanten, waarmee een organisatie duidelijk<br />
maakt dat ze haar klanten serieus neemt. De Swaan<br />
Arons signaleert een spanningsveld tussen enerzijds merken<br />
(gericht op focus, global presence en development)<br />
en anderzijds klanten (geïnformeerd, lokale herkenning,<br />
nut). Maar veel bedrijven maken al in een eerder stadium<br />
een grove fout door hun markten onjuist (te smal) te definiëren.<br />
Om dit te vermijden is het voor een bedrijf<br />
belangrijk om te weten welke producten door consumenten<br />
gezien worden als vergelijkbare producten,<br />
meent De Swaan Arons. Op die manier kun je elk product<br />
herleiden tot een oorspronkelijke basisbehoefte en<br />
is er een basis voor innovatie. Vanuit die benadering is<br />
Lego tot het inzicht gekomen dat kinderen eigenlijk op<br />
zoek zijn naar competitie, en dat kan dus wel met legosteentjes<br />
maar ook met andere producten. Met Bionicle,<br />
SEMINARS<br />
het nieuwe product dat in Amerika alle verkooprecords<br />
breekt, ga je als kind de strijd pas écht aan! Hoe kan een<br />
organisatie omgaan met het geschetste spanningsveld?<br />
De Swaan Arons geeft twee adviezen. In de eerste plaats<br />
moet een organisatie zorgen voor een duidelijke brand<br />
promise, die de basis is voor alle merkactiviteiten wereldwijd.<br />
Vervolgens vindt de brand activation lokaal plaats.<br />
Consumenten verwachten dat een merk mondiale allure<br />
heeft, maar tegelijkertijd vertrouwd is met en bij de<br />
lokale omgeving.<br />
Baptiest Coopmans ziet leidinggeven en ondernemerschap<br />
als de belangrijkste drivers of growth. De directeur<br />
van IgloMora Groep gebruikt de metafoor van een tuinman<br />
om zijn visie te etaleren. Je moet als directeur, maar<br />
ook als medewerker, de activiteiten verrichten van een<br />
tuinman: onkruid wieden, tijdig snoeien, dood hout weghalen<br />
van een boom, want anders kan de stam niet<br />
groeien, etc. Volgens Coopmans zit groei niet in één product-marktcombinatie,<br />
maar in een heel bedrijf. Door<br />
met multidisciplinaire teams te werken, probeert<br />
Coopmans de betrokkenheid en passie van medewerkers<br />
in het bedrijf terug te krijgen. In die zogenaamde category<br />
channel teams zijn alle functies vertegenwoordigd;<br />
van procesmanagers tot creatieve geesten. Zij zijn eigen<br />
baas, moeten hun eigen broek ophouden en worden<br />
derhalve afgerekend op hun financiële doelstellingen en<br />
alles wat er nog meer komt kijken bij ondernemerschap.<br />
Heeft drivers of growth aan onze verwachtingen voldaan?<br />
Als je ervan houdt om succesverhalen uit de<br />
eerste hand te horen: ja. Maar voor degenen die hun<br />
vakliteratuur bijhouden was dit congres vermoedelijk niet<br />
meer dan een opfriscursus. In ieder geval is nogmaals<br />
duidelijk geworden dat drivers of growth te vinden zijn<br />
bij zowel consumenten als binnen een organisatie. En<br />
mogen we dus spreken van verzadigde markten? De<br />
marketeers vinden van niet. En van verzadigde marketeers?<br />
Daar verschillen de meningen nog over.<br />
SERVICEBRANDING<br />
De medewerker als merkdrager<br />
Verslag seminar ‘Extending Your Brand to Employees’<br />
Chicago, 21 en 22 februari 2002<br />
Merkenbouw is van<br />
oorsprong sterk extern<br />
gericht. Alles draait om<br />
het creëren van een<br />
positie in het brein van<br />
de consument. Hierbij<br />
wordt een andere, minstens<br />
zo belangrijke doelgroep vaak over het hoofd<br />
gezien: de managers en medewerkers van de organisatie.<br />
In de huidige diensteneconomie is het gedrag van mede-<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
werkers bepalend voor het oordeel van klanten. Om die<br />
reden is het voor merkenbouwers van wezenlijk belang<br />
dat de merkbelofte niet alleen aan externe maar ook aan<br />
interne doelgroepen wordt overgedragen. Ieder contact<br />
tussen klant en dienstverlener is immers voor het merk<br />
een moment van de waarheid! Niet alleen moet de<br />
medewerker zich meer bewust worden van zijn taak als<br />
merkdrager, maar ook zal de organisatie haar medewerkers<br />
hiervoor moeten toerusten.<br />
Interne en externe communicatie zijn doorgaans niet of<br />
nauwelijks op elkaar afgestemd, met als gevolg dat consumenten<br />
dagelijks worden bestookt met verleidelijke<br />
merkbeloftes. Die beloftes berusten eerder op een door<br />
merkbouwers gekoesterde wens (‘aspirational brand promises’),<br />
dan dat zij door medewerkers worden uitgedragen.<br />
Hoewel het credo ‘living the brand’ steeds luider<br />
klinkt, is de praktijk nog weinig omvattend. Meestal<br />
komt een bedrijf niet verder dan een nieuwsbrief over de<br />
nieuwe merkstrategie, een paar ondersteunende posters<br />
voor de nieuwe campagne, of een sessie om de nieuwe<br />
reclamespot aan betrekkelijk argeloze managers en<br />
medewerkers te vertonen: de mensen kijken ernaar, denken<br />
er het hunne van en gaan vervolgens weer gewoon<br />
aan het werk. Het is niet verrassend dat de impact van<br />
dergelijke activiteiten in de regel gering is.<br />
De groei in het aantal congressen over service branding<br />
geeft aan dat het thema actueler is dan ooit en dat er<br />
veranderingen op komst zijn. In Chicago vond in februari<br />
het congres ‘Extending your Brand to Employees’<br />
plaats. Een divers gezelschap marketeers, communicatiedeskundigen<br />
en human resourcemanagers had zich verzameld<br />
om te praten over de do’s en don’ts van interne<br />
merkenbouw.<br />
Perspectieven<br />
Wat geeft de discussie over interne merkenbouw ons aan<br />
nieuwe inzichten en leerpunten? Om te beginnen dat het<br />
vakgebied gebukt gaat onder een groeiend aantal<br />
namen en concepten. De gehanteerde termen variëren<br />
van ‘internal branding’, ‘employee branding’, ‘employment<br />
branding’, ‘talent branding’ en ‘people branding’<br />
tot ‘service branding’. Oorzaak van de vele benamingen<br />
is dat interne merkenbouw vanuit drie perspectieven<br />
wordt benaderd, namelijk: marketing, corporate communicatie<br />
en human resources. Gelukkig schuilt achter de<br />
diversiteit van termen wel één kerngedachte: maak van<br />
de medewerker een merkdrager.<br />
Vanuit het perspectief van marketing heeft de afgelopen<br />
jaren de geïntegreerde marketingcommunicatie veel terrein<br />
gewonnen. Daarnaast is duidelijk geworden dat<br />
medewerkers een cruciale rol spelen bij het bepalen van<br />
klantbelevingen. Aangezien het merk een wezenlijk<br />
onderdeel is van de klantbeleving, is het niet meer dan<br />
SEMINARS<br />
logisch dat bedrijven aandacht besteden aan de manier<br />
waarop de medewerkers het merk uitdragen. Centraal<br />
staat dat zij zich gedragen overeenkomstig de<br />
merkwaarden, met andere woorden dat hun gedrag<br />
‘merkwaardig’ is. Het accent bij ‘living the brand’ ligt<br />
vooral op het internaliseren van de merkwaarden.<br />
Succesvolle bedrijven op dit gebied zijn Starbucks, Ritz<br />
Carlton en Saturn. Opvallend bij deze bedrijven is dat zij<br />
hun onderscheidende merk bouwen door zich primair te<br />
richten op het interne merk. Starbucks bijvoorbeeld<br />
focust zich geheel op het creëren van interne<br />
‘merkambassadeurs’. Zonder omvangrijke investeringen<br />
in merkcampagnes is het bedrijf door die werkwijze<br />
beland in de top-100 van meest gewaardeerde wereldmerken.<br />
Vanuit het perspectief van corporate communicatie is de<br />
aandacht voor interne merkbouw gevoed door resultaten<br />
van onderzoek naar de relatie tussen de kracht van de<br />
organisatiecultuur (‘strong culture’) en de financiële<br />
prestaties van een bedrijf. Bij deze invalshoek ligt het<br />
accent op het formuleren en kiezen van kernwaarden die<br />
ten grondslag liggen aan de merkwaarden. Een belangrijke<br />
voorwaarde voor een sterke cultuur is dat er een<br />
logische samenhang is tussen kernwaarden en merkwaarden,<br />
hetgeen nu nog ontbreekt bij de meeste<br />
bedrijven. Uit onderzoek van &Samhoud bij een grote<br />
organisatie kwam onlangs naar voren dat op verschillende<br />
bedrijfsniveaus (corporate, divisie, afdelingen) niet<br />
alleen totaal verschillende kernwaarden worden gehanteerd,<br />
maar ook een veelvoud van merkwaarden (corporate<br />
merk, divisiemerk, consumentenmerk, employmentmerk).<br />
Het is begrijpelijk dat in deze context de kern- en<br />
merkwaarden weinig tot de verbeelding spreken. Bij deze<br />
organisatie is corporate communicatie nu bezig om de<br />
verschillende waarden op elkaar af te stemmen, zodat<br />
een cultuur ontstaat die medewerkers aanspreekt, bindt<br />
en motiveert.<br />
Vanuit het perspectief van human resources is de aandacht<br />
voor het interne merk ingegeven door de noodzaak<br />
om talentvolle medewerkers te werven en te binden<br />
aan de onderneming. Het creëren van een ‘employeebrand’<br />
stelt HR-managers in staat om een sterke reputatie<br />
op de arbeidsmarkt te verwerven en biedt de mogelijkheid<br />
om de oplopende wervingskosten van personeel<br />
te beteugelen. Loyale medewerkers, die fungeren als<br />
ambassadeur van de organisatie (‘employee champions’),<br />
dragen ook bij aan een sterke reputatie op de<br />
arbeidsmarkt (‘employer of choice’).<br />
IBM: Afstemmen van kern- en merkwaarden<br />
Voor startende bedrijven als Starbucks en Saturn is het<br />
betrekkelijk eenvoudig om kernwaarden en merkwaarden<br />
op elkaar af te stemmen. Voor bedrijven met<br />
een lange geschiedenis op dit gebied zijn dit soort<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
47
48<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
exercities veel bewerkelijker en complexer. Het vertrekpunt<br />
is evenwel gelijk in beide situaties: het gaat erom<br />
een gemeenschappelijk betekenisveld te vinden tussen<br />
beleving van medewerker en klant. Het antwoord op<br />
vragen als ‘Wie zijn wij?’ en ‘Hoe willen wij werken?’<br />
(kernwaarden) moet op een logische en zinvolle wijze<br />
verbonden zijn met het antwoord op de vragen ‘Hoe willen<br />
wij op de markt opereren?’ en ‘Hoe willen wij onze<br />
klanten bedienen?’ (merkwaarden).<br />
In het geval van IBM is het gemeenschappelijk betekenisveld<br />
gevonden in het concept van de ‘lerende<br />
organisatie’. Intern richt IBM zich sterk op het creëren<br />
van een omgeving, waarin leren en innovatie zoveel<br />
mogelijk worden gestimuleerd. Op de consumentenmarkt<br />
positioneert IBM zich als een leverancier van<br />
oplossingen (‘solutions for a small plant’). De ‘lerende<br />
organisatie’ vormt op deze manier de verbindende<br />
schakel tussen interne en externe ambities.<br />
Drivers of success<br />
Welke factoren zijn nu bepalend voor succes en falen bij<br />
interne merkenbouw? In de eerste plaats is strategische<br />
verankering van het interne en externe merk in de top<br />
van een organisatie vereist. De top moet strategische lijnen<br />
uitzetten, beslissingen<br />
nemen, mensen en afdelingen bij<br />
elkaar brengen en mogelijke<br />
stammenstrijden beslechten.<br />
Hiermee zijn we direct bij de<br />
grootste valkuil beland. In het<br />
algemeen is er op topniveau weinig<br />
belangstelling voor (interne)<br />
merken. De praktijk leert dat<br />
onvoldoende commitment van<br />
de top kan leiden tot het vroegtijdig<br />
staken van interne merktrajecten.<br />
Om nog maar te zwij-<br />
Marketing<br />
’Living the Brand’<br />
Wat bieden we de klant?<br />
gen van het onderling gekrakeel dat ontstaat als één van<br />
de hiervoor genoemde perspectieven het primaat naar<br />
zich toe wil trekken.<br />
In de tweede plaats is onderlinge afstemming en samenwerking<br />
tussen human resources, communicatie en marketing<br />
essentieel. Sleutelwoorden in dit verband zijn<br />
alignment en teamwork. Hiervoor is het noodzakelijk dat<br />
alle betrokkenen over een gemeenschappelijk referentiekader<br />
beschikken. We zien hier dat het model van de<br />
Service Profit Chain (Harvard University) zich voor steeds<br />
meer bedrijven ontpopt als referentiekader. Het grote<br />
voordeel van dit model is dat HR, marketing en finance<br />
nadrukkelijk met elkaar worden verbonden. Door de link<br />
met financiële opbrengsten is het mogelijk om investeringen<br />
in interne merkenbouw te verantwoorden aan de<br />
top. Een manager van een IT-bedrijf gaf tijdens het congres<br />
een mooi voobeeld uit de praktijk. Hij had de top<br />
Corporate Communication<br />
’Stronger Culture’<br />
Wie zijn wij?<br />
Finance<br />
’Brand Equity’<br />
Wat levert het op?<br />
van zijn organisatie gewezen op het feit dat het personeelsverloop<br />
als gevolg van een internal branding-traject<br />
met 7% was gedaald. Hierdoor had het bedrijf ongeveer<br />
twintig miljoen dollar aan onkosten bespaard. Op grond<br />
van deze informatie is besloten om het project voort te<br />
zetten.<br />
De derde randvoorwaarde voor succes is het op meetbare<br />
wijze verantwoorden van de geleverde prestaties<br />
(‘accountability’). In veel bedrijven is het gebrek aan<br />
transparantie de oorzaak van gebrekkige communicatie<br />
en samenwerking van HR, marketing, finance en communicatie.<br />
Met het inzichtelijk maken van geleverde<br />
prestaties legt een bedrijf de basis voor mogelijk vruchtbare<br />
samenwerkingsverbanden tussen de verschillende<br />
afdelingen.<br />
De vierde randvoorwaarde heeft betrekking op de planning<br />
van een intern merktraject. Er bestaat geen twijfel<br />
over dat een dergelijk traject nooit lukraak gestart mag<br />
worden. Een goed moment (‘window of opportunity’)<br />
ontstaat bijvoorbeeld bij ingrijpende veranderingen (een<br />
fusie of reorganisatie) of op het moment dat (nieuwe)<br />
leiders in branding gaan geloven en het nut inzien van<br />
interne en externe merkenbouw.<br />
Human Resources<br />
’Employement Brand’<br />
Wat bieden we de medewerker?<br />
SEMINARS<br />
De vijfde en wellicht belangrijkste<br />
randvoorwaarde is dat<br />
betrokkenen inzien dat branding<br />
niet draait om abstracte boodschappen,<br />
maar om de<br />
emotionele verbondenheid en<br />
betrokkenheid van de mensen.<br />
Het wordt nogal eens over het<br />
hoofd gezien dat medewerkers<br />
het kloppend hart zijn van het<br />
merk. Hoewel het terrein vergeven<br />
is van termen die een sterke<br />
personificatie van merken suggereren, is de aandacht<br />
voor de menselijke component in de merkenbouw vaak<br />
ver te zoeken. Om merken in de hoofden van mensen –<br />
in dit geval managers en medewerkers – te verankeren,<br />
is aandacht en tijd nodig. En juist op dit punt schieten<br />
veel merkenbouwers tekort.<br />
Toekomst<br />
Een onderzoek onder managers van Fortune top-100bedrijven<br />
bevestigt het idee dat merkenbouw in de toekomst<br />
een integraal karakter zal hebben. Afstemming<br />
tussen interne en externe communicatie zal daarbij de<br />
meeste aandacht vereisen. Zowel de spelers (top, human<br />
resources, communicatie, finance) als de spelregels zullen<br />
bijgesteld gaan worden. Niet alle bedrijven zullen daarbij<br />
even radicaal zijn als Starbucks, maar de verwachting is<br />
wel dat het accent gaat verschuiven in de richting van<br />
interne communicatie.<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
BOEKEN<br />
DE SERVICEGERICHTE ONDERNEMING<br />
Brian Clegg, Amsterdam 2001<br />
Over goede klantenservice wordt<br />
door bedrijven weliswaar veel<br />
gepraat, maar het in praktijk<br />
brengen: ho maar! Onderzoek<br />
wijst keer op keer uit dat consumenten<br />
diep ongelukkig zijn met<br />
het serviceniveau. De verhalen<br />
en anekdotes over slechte dienstverlening<br />
liggen voor het oprapen.<br />
Talloze mediaprogramma's,<br />
krantenrubrieken en websites<br />
verheffen de gebrekkige klantenservice tot hoofdthema.<br />
Waar komt deze onvrede toch vandaan? Volgens Brian<br />
Clegg, voormalig manager van British Airways en tegenwoordig<br />
werkzaam als consultant, is hierop slechts één<br />
antwoord mogelijk: bedrijven beseffen te weinig dat<br />
klanten op zoek zijn naar aandacht en uniciteit. Of zoals<br />
hij het omschrijft: 'Het ontbreekt de meeste bedrijven<br />
aan klantcharisma. Een onderneming met charisma geeft<br />
de consument iets speciaals. Een charismatische onderneming<br />
biedt producten of diensten, die een speciale<br />
reactie oproepen bij consumenten.'<br />
Clegg plaatst de roep om klantcharisma tegen de enorm<br />
gestegen verwachtingen van consumenten. Mensen zijn<br />
wereldwijs geworden. Ze reizen de hele wereld rond en zien<br />
dat het wel degelijk anders kan. Ze worden door de media<br />
geïnformeerd en discussiëren op het internet over hun ervaringen<br />
en frustraties. De meeste bedrijven reageren hier<br />
onvoldoende op of vaak helemaal niet. De tevredenheid<br />
over de eigen prestaties vertaalt zich binnen veel bedrijven<br />
in regelrechte arrogantie. Verhalen over tekortschietende<br />
service worden afgewimpeld als flauwekul en gezeur.<br />
Customer service wordt gezien als een gepasseerd station.<br />
Aan zorg voor klanten wordt hooguit lippendienst bewezen.<br />
De inzet van allerlei nieuwe technologieën heeft een<br />
gestandaardiseerde en ingeblikte klantenservice opgeleverd<br />
,die kraak noch smaak heeft. In plaats van zich te bekommeren<br />
om de problemen van personeel en klanten, richt de<br />
gemiddelde marketeer zich op het maken van advertenties,<br />
die slechts een droombeeld scheppen, en waarin met geen<br />
woord wordt bericht over wachtrijen, vertragingen en andere<br />
vormen van evident ongemak. De sleutel tot verandering<br />
ligt volgens Clegg dus in het begrip 'charisma'.<br />
Charisma heeft alles te maken met inspiratie en passie.<br />
CUSTOMER MINDING<br />
Het is de eigenschap van een individu of organisatie om<br />
enthousiasme, belangstelling en genegenheid bij anderen<br />
op te roepen. In zijn boek formuleert hij twaalf verschillende<br />
charisma-concepten waarmee bedrijven zich<br />
positief kunnen onderscheiden. De basis van deze twaalf<br />
componenten wordt gevormd door component nummer<br />
één: oneindig veel meer doen. Hoewel het nog steeds<br />
een belangrijk vertrekpunt van verbeteractiviteiten<br />
vormt, is "iets extra's doen" al lang geen winnende formule<br />
meer. Om uit de grauwe servicemassa te steken,<br />
moeten bedrijven oneindig veel meer doen. Zij moeten<br />
hun klanten iets bijzonders geven, waardoor zij een<br />
warm gevoel krijgen.<br />
De tweede component van klantcharisma bestaat uit het<br />
herstellen van gemaakte fouten. Een voor de hand liggende<br />
gedachte, maar een bezoek aan klachtensites leert<br />
dat organisaties er van alles aan doen om hun klanten<br />
totaal van zich te vervreemden. Ook hier geldt dat<br />
gebrek aan aandacht voor de behoeften en zorgen van<br />
klanten aan de basis ligt van openlijke desinteresse om<br />
fouten te herstellen.<br />
Liefde voor het product is een volgende stap in de wording<br />
van een onderneming met klantcharisma. De<br />
industrie - denk hierbij aan de automobielindustrie, de<br />
parfumindustrie of aan producenten van bier en frisdranken<br />
- is zeer goed in staat gebleken om haar producten<br />
een magische touch te geven. Afgezien van bedrijven die<br />
zich op entertainment richten (denk aan Disney, maar<br />
ook de horeca) hebben de meeste dienstverleners niets<br />
magisch te bieden. Waar blijft bijvoorbeeld de magie van<br />
financiële dienstverleners? Waarom moet het allemaal zo<br />
grijs en grauw zijn?<br />
De andere negen charisma-concepten variëren van het<br />
persoonlijk herkennen van klanten tot het aangaan van<br />
de daadwerkelijke dialoog, het bieden van technische<br />
snufjes en het geven van een gevoel dat de onderneming<br />
van de klanten is. Elk van die componenten kan apart of<br />
in combinatie met de anderen een rol spelen bij charismatische<br />
klantenservice. Zo blinkt de Amerikaanse<br />
retailer Nordstrom bijvoorbeeld uit in het rechtzetten van<br />
gemaakte fouten. Zo weet Virgin perfect gebruik te<br />
maken van de 'star power' van topman Richard Branson.<br />
Met enige nadruk wijst Clegg erop dat het benutten van<br />
de unieke kwaliteiten weliswaar de minst toegepaste,<br />
maar eigenlijk de meest belangrijke component is om<br />
charisma te genereren. Ieder bedrijf beschikt over unieke<br />
mensen en unieke verhalen. In plaats van voortdurend te<br />
grijpen naar gestandaardiseerde middelen om de klan-<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
49
50<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
tenservice te verbeteren, doen bedrijven er verstandiger<br />
aan hun oor bij de eigen mensen en eigen verhalen te<br />
luister te leggen. Over de vraag of bedrijven hier ook<br />
daadwerkelijk toe zullen overgaan, is Clegg ambivalent<br />
gestemd. In elk land zijn volgens hem wel een aantal<br />
dienstverleners aan te wijzen, die de tekens van de tijd<br />
goed hebben begrepen. Het gros van de dienstverleners<br />
is evenwel met heel andere zaken bezig, zoals kostenbeperking<br />
of het fuseren met andere bedrijven om zodoende<br />
nóg groter en nóg anoniemer te worden. Veel grote<br />
organisaties hebben de kans op persoonlijk contact willens<br />
en wetens verspeeld, zoals bijvoorbeeld de bancaire<br />
wereld. Door het sluiten van kantoren en filialen hebben<br />
banken zich aardig in de voeten geschoten. De claim van<br />
banken dat zij klantbehoeften centraal stellen, is immers<br />
volstrekt ongeloofwaardig nu zij er de afgelopen periode<br />
alles aan hebben gedaan om persoonlijk contact en het<br />
opbouwen van een relatie onmogelijk te maken.<br />
Vanwege de vele voorbeelden is 'De servicegerichte<br />
onderneming' niet alleen een plezierig boek om te lezen,<br />
maar ook een boek dat tot nadenken stemt. Het is de<br />
volgende stap die dienstverleners moeten zetten nu alle<br />
euforie over internet en CRM-technologie aan het wegebben<br />
is. Een boek ook dat terugvoert tot de essentie<br />
van dienstverlening: de kwaliteit van de contacten tussen<br />
dienstverlener en klant.<br />
KLANTENLOYALITEIT<br />
Over ongelijke behandeling in het digitale tijdperk<br />
M. Bügel, Pearson 2002<br />
'De komende decennia hebben<br />
de klanten het voor het zeggen,<br />
geholpen door gebruiksvriendelijke<br />
technologie. Voor bedrijven<br />
betekent dit dat het hebben van<br />
een klantenbestand alléén niet<br />
meer voldoende is. Het zal, met<br />
de toenemende macht van de<br />
klant, gaan om de loyaliteit van<br />
de klanten uit het bestand.<br />
Bedrijven zullen er de komende<br />
jaren alles aan moeten doen om de loyaliteit binnen het<br />
klantenbestand te verhogen. Voor het ontwikkelen van<br />
klantenloyaliteit is het essentieel producten, service en<br />
dienstverlening af te stemmen op de wensen en verwachtingen<br />
van de klant. Helaas verschillen deze wensen<br />
en verwachtingen tussen consumenten. Een uniforme<br />
aanpak voor alle consumenten zal in de praktijk dan ook<br />
weinig effect sorteren. Bij de ontwikkelingen van een<br />
effectieve loyaliteitsstrategie spelen de individuele eisen<br />
en wensen van de consument een belangrijke rol. Hoe<br />
kan, rekening houdend met de individuele eisen en wen-<br />
BOEKEN<br />
sen van klanten, op een bedrijfseconomische manier een<br />
loyaliteitsstrategie worden ontwikkeld?'<br />
Aldus Marnix Bügel, partner bij VODW Marketing, in het<br />
voorwoord van zijn boek over klantenloyaliteit. Het boek<br />
bestaat uit vier delen waarin klantenloyaliteit, klantenparticipatie,<br />
loyaliteitsprogramma's en loyaliteitsdifferentiatie<br />
centraal staan. Bügel heeft zijn boek om verschillende<br />
redenen geschreven. In de eerste plaats om met de<br />
besproken concepten iets toe te voegen aan de bestaande<br />
theorieën over loyaliteit. Ten tweede om de hiaten in<br />
de bestaande literatuur op te vullen, en in de derde plaats<br />
om de resultaten van een VODW-onderzoek naar loyaliteit<br />
te presenteren.<br />
In het eerste deel wordt het belang en de theorie van<br />
klantenloyaliteit uit de doeken gedaan. Het zeer bekende<br />
onderzoek van Reicheld en Sasser (1990) naar winstgevendheid<br />
van klanten vormt hierbij de basis.<br />
Vervolgens benadrukt de auteur het verband tussen<br />
loyaliteitsinstrumenten (zoals programma's, acties, positionering<br />
en branding, etc.) en de drivers van loyaliteit<br />
(zoals vertrouwen, tevredenheid, investering, kwaliteit<br />
van de alternatieven, etc.).<br />
Onder klantenparticipatie (deel twee) worden activiteiten<br />
verstaan die de klant - als gevolg van het contact met<br />
het bedrijf - zelf moet uitvoeren en die later weer worden<br />
overgenomen door het bedrijf. Als voorbeeld noemt<br />
de auteur Air Miles, dat de spaarder de mogelijkheid<br />
biedt om een eigen website aan te maken. Op deze website<br />
kan de spaarder een spaardoel kiezen, bijvoorbeeld<br />
een vliegreis naar New York voor 3500 Air Miles. Op de<br />
persoonlijke site houdt de spaarder bij hoeveel Air Miles<br />
hij is verwijderd van zijn doel. De spaarder ontvangt een<br />
e-mail van Air Miles zodra hij zijn doel bereikt. Met één<br />
handeling neemt hij nu de dienst af. Daarnaast staat<br />
Bügel stil bij het beïnvloeden van loyaliteit tijdens de verschillende<br />
levensfasen van een klant: prospect, first-timebuyer,<br />
repeat customer en opzegging.<br />
Een model voor loyaliteitsprogramma's en de uitkomsten<br />
van het onderzoek zijn de hoofdpunten uit deel drie. De<br />
resultaten van het loyaliteitsonderzoek wijzen op duidelijke<br />
verschillen in effectiviteit van de diverse loyaliteitsprogramma's.<br />
Opvallend is de uitkomst dat bij ontwikkeling<br />
en inzet van loyaliteitsprogramma's de branche en<br />
het verschil in typen consumenten nauwelijks een rol<br />
spelen.<br />
'All clients are not created equal' is typerend voor deel<br />
vier over loyaliteitsdifferentiatie. Differentiëren tussen<br />
klanten blijkt een strategische must. De auteur behandelt<br />
service differentiatie en waardesegmentatie binnen<br />
loyaliteitsprogramma's. Daarnaast wordt een lans gebro-<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
ken voor het ontwikkelen van segmentatie- en voorspellingsmodellen<br />
op basis van gedragskenmerken én<br />
behoeften. Vooral het afstemmen van propositie en aanbod<br />
op de klantenbehoeften leidt tot een hogere effectiviteit<br />
van loyaliteitsactiviteiten.<br />
Vanuit een bedrijf kan klantwaarde bepaald worden op<br />
grond van omzet of winst. Beiden hebben als nadeel dat<br />
het momentopnames zijn, vandaar lifetime value als<br />
meest precieze maat om de huidige waarde van klanten<br />
voor een bedrijf te bepalen. Echter, voor het vaststellen<br />
van de potentiële waarde biedt het begrip weinig houvast.<br />
Na een hoopgevend begin levert het boek een bescheiden<br />
bijdrage aan de theorie over klantenloyaliteit. De<br />
toegevoegde waarde zit voornamelijk in de ordening van<br />
informatie. Voor de beginner op het gebied van loyaliteit<br />
is de toegankelijkheid van informatie en de vlotte schrijfstijl,<br />
in combinatie met het gebruik van veel praktijkvoorbeelden<br />
en illustratiemateriaal, een ware verademing.<br />
Toch is het boek vooral een inkijk in de denkwereld van<br />
Marnix Bügel, VODW en de boeiende klanten die zij op<br />
hun pad tegenkomen. Voor de meer ervaren loyaliteitsdenkers<br />
is het boek meer een moment van herkenning.<br />
THE CUSTOMER DELIGHT PRINCIPLE<br />
Exceeding customers’ expectations for bottom-line success<br />
Keiningham en Vavra, New York 2001<br />
De auteurs vallen met de deur<br />
in huis door te stellen dat er<br />
geen duidelijke positieve relatie<br />
is tussen klanttevredenheid en<br />
winstgevendheid bij Southwest<br />
Airlines, Wal-Mart en Colgate-<br />
Palmolive. Sterker nog, bij deze<br />
bedrijven daalde tussen 1994<br />
en 1999 de klanttevredenheid<br />
met 5 tot 7 punten op een<br />
schaal van 100, terwijl in dezelfde<br />
periode de winst met een factor 2 tot 5 verhoogd<br />
werd!<br />
Een paar jaar geleden gingen we ervan uit dat klanttevredenheid,<br />
klantenloyaliteit en winstgevendheid zich<br />
hand in hand ontwikkelen. Bedrijven die in staat zijn om<br />
de klanttevredenheid te verbeteren, zijn slim bezig en<br />
verbeteren uiteindelijk hun bottom-line. Die zekerheid<br />
wordt marketeers ontnomen in het boek van<br />
Keiningham en Vavra, wiens motivatie om dit boek te<br />
schrijven is gevoed door de apathie binnen de meeste<br />
bedrijven bij de gangbare klanttevredenheidsprogramma’s.<br />
De twee Amerikaanse consultants betogen op<br />
BOEKEN<br />
overtuigende wijze en met veel cijfermateriaal, dat<br />
klanttevredenheid een continuüm is met grofweg drie<br />
zones, namelijk de zones van Pain, Mere Satisfaction en<br />
Delight.<br />
Het zal duidelijk zijn dat klanten in de zone van Pain<br />
ronduit ontevreden zijn en dit heeft een negatief effect<br />
op de bottom-line. Nieuw is echter het inzicht dat<br />
gemiddeld tevreden klanten nauwelijks een garantie voor<br />
financieel succes zijn. De essentie van the Customer<br />
Delight Principle is in de onderstaande figuur weergegeven.<br />
Zodra klanten de vlakke zone van Mere Satisfaction<br />
verlaten en de zone van Delight betreden, gaan zij het<br />
gedrag vertonen dat overeenkomt met de doelen van<br />
organisaties (bijvoorbeeld verhoogde retentie, herhalingsaankopen<br />
en aanbeveelgedrag, etc.). Gewone,<br />
gemiddelde klanttevredenheid is daarvoor simpelweg<br />
niet toereikend.<br />
Hoe kan een organisatie de zone van Delight bereiken?<br />
De auteurs noemen een aantal kenmerken van succesvolle<br />
organisaties, zoals het positief verrassen van klanten<br />
door extreem goede service- of productkwaliteit, het<br />
streven naar het hoogste niveau van tevredenheid, en<br />
het overtreffen van verwachtingen van klanten.<br />
Daarnaast wijzen de auteurs op de rol van medewerkers<br />
voor het realiseren van customer delight. Uit hun onderzoek<br />
blijkt geen rechtstreeks verband tussen medewerkerstevredenheid<br />
en stijging van marktaandeel of winst.<br />
Toch spreken de voorbeelden van frontliners in de cases<br />
over Roche, Toys ‘R’ Us en Mercedes Benz USA het<br />
meest tot de verbeelding.<br />
Volgens Keiningham en Vavra zijn traditionele klanttevredenheidsonderzoeken<br />
vaak op zoek naar een bevestiging<br />
van hetgeen men doet, ook wel ‘smile surveys’<br />
genaamd. Zij houden om die reden een pleidooi voor het<br />
betrekken van klanten bij de voorbereiding van een<br />
klanttevredenheidsonderzoek. Een onderzoek moet zich<br />
richten op het vinden van ‘customer satisfaction maintaining’<br />
attributen en ‘delight creating’ attributen. Daarbij<br />
wordt opgemerkt dat de verbanden tussen de scores op<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
51
52<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
attributen en de mate van klanttevredenheid vaak asymmetrisch<br />
en non-lineair zijn, in tegenstelling tot de gangbare<br />
opvattingen.<br />
Het boek is een krachtig pleidooi voor een nieuwe<br />
manier van klanttevredenheidsonderzoek, voor het interpreteren<br />
en doorvertalen van resultaten naar concrete<br />
maatregelen. Gedachtegoed dat volledig in één lijn ligt<br />
met de filosofie van Customer Minding van &Samhoud.<br />
Iedereen die in zijn businessplan als doelstelling heeft de<br />
klanttevredenheid te verhogen van een 7.0 naar een 7.5,<br />
zet na het lezen van dit boek terecht vraagtekens bij de<br />
relevantie van die doelstelling. Een aanrader dus!<br />
DRIVING CUSTOMER EQUITY<br />
How customer lifetime value is reshaping corporate strategy<br />
R.T. Rust, V.A. Zeithaml en K.N. Lemon, Free Press 2000<br />
Klanten zijn het belangrijkste kapitaal<br />
van een onderneming, niet de productiefactoren<br />
of de producten.<br />
Uiteindelijk zijn het de klanten die<br />
voor de benodigde omzet zorgen.<br />
Klanten dekken de kosten en realiseren<br />
winst en groei van een onderneming.<br />
Hieruit volgt de logische conclusie<br />
van de auteurs: het meest<br />
succesvol zijn bedrijven die in staat<br />
zijn om hun klantkapitaal te<br />
maximaliseren.<br />
Volgens Rust et al. moet een organisatie niet sturen op de<br />
rentabiliteit van producten, maar op rentabiliteit van klantrelaties.<br />
Bedrijven hebben jarenlang gestuurd op de rentabiliteit<br />
van producten. Deze bedrijven volgden gedeeltelijk<br />
een vast patroon: 1) meet de winstgevendheid van de producten<br />
van het bedrijf, 2) bepaal een acceptabel niveau van<br />
winstgevendheid, 3) elimineer alle producten die niet aan de<br />
winstgevendheidscriteria voldoen, 4) ga terug naar 1 en<br />
herhaal. Succes gegarandeerd, zo lijkt het! Het gevaar van<br />
de benadering is de (dodelijke) spiraalwerking. Sommige<br />
onrendabele producten zijn namelijk wél belangrijk voor een<br />
bepaalde klantgroep. Door deze producten te verwijderen,<br />
kan een klant voor een andere organisatie kiezen, met als<br />
gevolg dat de oorspronkelijk rendabele producten óók<br />
onrendabel worden, want de vaste kosten blijven immers<br />
gelijk voor een kleiner aantal producten. Deze onrendabele<br />
producten worden vervolgens ook uit het assortiment<br />
gehaald en opnieuw kan er een klant verloren gaan. Enfin,<br />
dit scenario herhaalt zich net zo lang tot een faillissement<br />
erop volgt.<br />
Het ogenschijnlijk logische idee dat het elimineren van<br />
onrendabele producten leidt tot meer winst, is volgens<br />
BOEKEN<br />
de auteurs te verwerpen. Als vaste kosten worden verdeeld<br />
over minder producten, dan worden in beginsel<br />
alle resterende producten minder rendabel. En wat te<br />
denken van andere gevolgen van het elimineren van producten.<br />
Een mooi voorbeeld van een mogelijke relatie<br />
tussen rendabele en onrendabele producten zien we bij<br />
financiële dienstverleners in Nederland. Veel banken<br />
hebben hun verliesgevende balietransacties geautomatiseerd,<br />
waardoor er minder traffic is in bankfilialen.<br />
Klanten lopen door de automatisering minder vaak een<br />
filiaal binnen. Hierdoor is de kans dat een klant andere<br />
(winstgevende!) producten gaat afnemen, door ‘toevallige’<br />
productconfrontatie in het filiaal, aanzienlijk kleiner<br />
geworden. En dit leidt er vervolgens toe dat andere producten<br />
weer onrendabel worden!<br />
De ‘oplossing’ ligt volgens de auteurs in het sturen op de<br />
rentabiliteit van klantrelaties in plaats van de rentabiliteit<br />
van producten. In Driving Customer Equity (=klantkapitaal)<br />
laten ze zien hoe dat in de praktijk gaat. Customer<br />
equity wordt omschreven als de som van de gedisconteerde<br />
lifetime value van alle klanten van een bedrijf. Een<br />
bedrijf kan de customer equity maximaliseren door te<br />
investeren in drie drivers, te weten: value equity (de perceptie<br />
van de functionele waarde/resultaat), brand equity<br />
(de perceptie van de emotionele waarde) en retention<br />
equity (de perceptie van de relationele waarde).<br />
In duidelijke en eenvoudige taal leggen Rust et al. uit hoe<br />
managers een bedrijfsstrategie kunnen formuleren aan<br />
de hand van (een combinatie) van de drivers. Zo kan<br />
value equity worden verhoogd door te investeren in<br />
kwaliteit, prijs en gemak. Bij brand equity spelen de factoren<br />
merkbewustzijn, de houding van een klant ten<br />
opzichte van het merk, en de klantperceptie van de ethische<br />
normen en waarden van het merk. Hier attenderen<br />
de auteurs op juiste toepassing van de communicatiemix,<br />
events en merkextensies. Aan de verhoging van retention<br />
equity liggen doorgaans loyaliteitsprogramma’s en<br />
community bouwende programma’s ten grondslag.<br />
Meten is weten, zo luidt de overtuiging van de auteurs.<br />
Meten helpt managers te bepalen hoe zij scoren op de<br />
drivers van customer equity. Dit stelt hen in staat om op<br />
grond van cijfers te investeren in die gebieden waar de<br />
pay-off het grootst is. Gebaseerd op metingen van customer<br />
equity beschrijft het boek hoe managers kunnen<br />
bepalen welke drivers het belangrijkst zijn in hun<br />
bedrijfstak, hoe zij efficiënte keuzes kunnen maken tussen<br />
uitgaven aan deze drivers en hoe zij de financiële<br />
return op deze uitgaven kunnen bepalen.<br />
De boodschap van de auteurs is duidelijk: in een tijd<br />
waarin bedrijven steeds minder vertrouwen op financiële<br />
berichtgeving en accountants om een duidelijk beeld van<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
een bedrijf te geven, wordt inzicht in het klantenbestand<br />
steeds belangrijker voor alle belanghebbenden. Uiteindelijk<br />
zijn klanttevredenheid en klantloyaliteit, en daarmee<br />
klantkapitaal de beste voorspellers van toekomstige<br />
cash flows voor een bedrijf.<br />
SYNERGETISCHE MARKETING<br />
Een visie op oorzaken en gevolgen van veranderend<br />
consumentengedrag<br />
Th. Poiesz en F. van Raaij, Amsterdam 2002<br />
De tijd is voorbij dat aanbieders<br />
van producten en diensten nauwelijks<br />
moeite hoefden te doen<br />
om klandizie te vinden. Vrijwel<br />
alle markten hebben anno 2002<br />
hun verzadigingspunt bereikt.<br />
De concurrentie is moordend.<br />
Meer en intensievere marketing<br />
is zinloos geworden. Consumenten<br />
stellen geen prijs op de<br />
tachtigste variant van een GSMtoestel.<br />
Om het hart van de consument te veroveren, is<br />
een totaal andere marketingbenadering vereist, die niet<br />
het belang van de aanbieder van producten en diensten<br />
centraal stelt, maar dat van de consument. Om de huidige<br />
impotentie van de marketing te doorbreken zijn<br />
rigoureus andere stappen vereist. Deze komen uitgebreid<br />
ter sprake in het pas verschenen boek Synergetische<br />
marketing van de Tilburgse hoogleraren Theo Poiesz en<br />
Fred van Raaij.<br />
Aan de productkant nemen Poiesz en Van Raaij een toenemende<br />
'product sophistication' waar, die zich beweegt<br />
in de richting van het aanbod van metapakketten: een<br />
combinatie van producten en diensten die afkomstig<br />
(kunnen) zijn uit verschillende categorieën. De relatie<br />
tussen aanbod en vraag ontwikkelt zich in de richting van<br />
steeds langduriger relaties, met als hoogst bereikbare<br />
vorm de relatie voor het leven. De marketing beweegt<br />
zich volgens Poiesz en Van Raaij naar een situatie toe,<br />
waarin één partij optreedt als een vertrouwensrelatie<br />
voor de consument. Deze partij, die kan bestaan uit een<br />
persoon, een database of een combinatie van beide,<br />
levert een verzameling van uiteenlopende producten en<br />
diensten die wél met elkaar in verband staan. Ze vormen<br />
een geloofwaardig, geïntegreerd geheel. De auteurs<br />
noemen zo'n aanbieder van een metapakketgoederen en<br />
-diensten aan consumenten in een levensduur-relatie een<br />
Virtual Guardian Angel ('virtual' vanwege de koppeling<br />
met informatietechnologie). Zo´n VGA is niet alleen aanbieder<br />
van een metapakket van uiteenlopende producten<br />
en diensten, maar ook een soort coach die klanten helpt<br />
om die beslissingen te nemen die het best passen bij hun<br />
BOEKEN<br />
levensstijl, levensplanning, tijdsperceptie, individuele vrijheidsbeleving,<br />
persoonlijke waarden, etc. In een apart<br />
hoofdstuk over ontwikkelingen in het<br />
consumentengedrag komen dergelijke psychologische<br />
concepten ruimschoots aan bod. VGA's kunnen volgens<br />
de beide hoogleraren economische psychologie, persoonlijke<br />
groei en ontwikkeling helpen bevorderen. Ze<br />
kunnen die echter niet opleggen. Mensen zijn immers vrij<br />
om de adviezen wel of niet over te nemen.<br />
De 'nieuwe marketeer' moet er volgens Poiesz en Van<br />
Raaij op gericht zijn om de consument werkelijk te begrijpen.<br />
Belangrijk voor de nieuwe marketeer is niet alleen<br />
een goed inzicht in consumentengedrag en -behoeften,<br />
maar vooral ook de beschikbaarheid van een uitgebreid<br />
gegevensbestand met gegevens van klanten. Niet alleen<br />
banken, verzekeringen, maar tegenwoordig ook retailers<br />
(AH, Bijenkorf) beschikken over uitgebreide databases<br />
van klanten. Dat geldt ook voor belangengroepen als<br />
ANWB, Consumentenbond en Greenpeace. Laatstgenoemde<br />
organisaties zouden op basis van hun<br />
betrouwbare imago en hun gegevensbestanden belangrijke<br />
consumentenmerken kunnen worden en zich kunnen<br />
ontwikkelen tot VGA. Maar dat geldt bijvoorbeeld<br />
ook voor een uitzendbureau als Randstad. Dat kan zich<br />
tot een VGA ontwikkelen door een deel van de nietarbeidsmarkt<br />
te claimen. Dergelijke uitzendbureaus breiden<br />
hun concept voor de arbeidsmarkt al uit door<br />
carrièrebegeleiding en loopbaanplanning in het pakket<br />
op te nemen. Dit is volgens de auteurs verder te ontwikkelen<br />
in de richting van verzekeringen, financieringen,<br />
verhuizingen (mobiliteit) en verhuur van woningen.<br />
Randstad zou bijvoorbeeld samen met Rabobank een<br />
VGA kunnen vormen onder de naam 'Rabobank Werk'<br />
of 'Randstad Finance'. Vele varianten zijn denkbaar. In de<br />
nabije toekomst (over pakweg vijf jaar) zien Poiesz en<br />
Van Raaij op deze manier ketens van aanbieders ontstaan<br />
die elkaar ondersteunen en waarbij één partij de<br />
drager wordt van het netwerk en van het gezicht (het<br />
'merk') naar buiten. De consumentenmarkt wordt verkaveld<br />
onder enkele metamerken. De continue nadruk op<br />
meerwaarde, lange termijn-resultaten, aandacht voor de<br />
individuele consument en het contact met de consument<br />
zorgen ervoor dat de macht in de markt bij de VGA komt<br />
te liggen.<br />
Complementariteit en synergie (van producten en diensten)<br />
worden de sleutelwoorden in de nieuwe marketing.<br />
Vandaar ook de titel van het boek: Synergetische marketing.<br />
Het is geen eendimensionaal betoog. Behalve de<br />
voordelen van de VGA komen ook de nadelen uitgebreid<br />
aan bod. Poiesz en Van Raaij willen, zoals gezegd, vooral<br />
de discussie stimuleren. Hun boek zou een uitstekende<br />
leidraad kunnen vormen voor workshops ten behoeve<br />
van bedrijven.<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
53
54<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
BE OUR GUEST<br />
The Disney Institute, 2001<br />
Het succes van Disney schuilt niet<br />
alleen in het feit dat ze een ontzettend<br />
leuk product hebben. In<br />
het boek Be our Guest laat Disney<br />
zien dat haar manier van dienstverlening<br />
goed doordacht is en bijzondere<br />
elementen bevat. Dit<br />
boek is, in tegenstelling tot veel<br />
andere boeken over Disney,<br />
geschreven door mensen uit de<br />
Disney-organisatie zelf en geeft een kijkje in de keuken<br />
van hun 'Quality Service Cycle'. De Quality Service Cycle<br />
is het proces waarin servicekwaliteit wordt geleverd en<br />
'magic' wordt gecreëerd. De Quality Service Cycle<br />
bestaat uit vier hoofdonderdelen: een servicethema,<br />
servicestandaarden, leveringssystemen en integratie. In<br />
het midden van deze cirkel staan de klanten.<br />
Een servicethema is een simpele boodschap die, wanneer<br />
gedeeld door alle medewerkers, de drijvende kracht<br />
wordt van de dienstverlening. Bij Disney is dit thema: 'To<br />
create happiness for people of all ages everywhere'.<br />
Servicestandaarden vormen de criteria waaraan de praktische<br />
uitwerking van een servicethema moet voldoen.<br />
Zij dienen als toetssteen voor de kwaliteit van de dienstverlening.<br />
De leveringssystemen zijn manieren waarop<br />
de kwaliteit van de dienstverlening geïmplementeerd kan<br />
worden. Het laatste onderdeel, integratie, verbindt de<br />
servicestandaarden en de leveringssystemen en stemt<br />
deze op elkaar af, om uiteindelijk servicekwaliteit te<br />
genereren die in lijn is met het servicethema.<br />
De leveringssystemen uit de 'Quality Service Cycle' krijgen<br />
in het boek de meeste aandacht. Deze bestaan uit<br />
drie onderdelen: medewerkers (door Disney 'cast'<br />
genoemd), de omgeving waarin de dienstverlening<br />
plaatsvindt, en de processen. Het is met name interessant<br />
om te zien hoe Disney omgaat met haar medewerkers en<br />
hen stimuleert tot het leveren van excellente service. Zo<br />
lopen sollicitanten eerst door een tekenfilmsetting alvorens<br />
ze bij de receptioniste aankomen. Nieuwe medewerkers<br />
maken in een eendaags oriëntatieprogramma<br />
ondermeer kennis met de normen, waarden, kwaliteitsstandaarden<br />
en tradities van Walt Disney World. Verder<br />
leren de medewerkers, door rollenspellen in de vorm van<br />
'good shows/bad shows', de universele bedrijfsprocedures<br />
en gedragsnormen op de juiste manier door te vertalen<br />
naar de praktijk.<br />
De Quality Service Cycle blijkt niet alleen bij Disney haar<br />
vruchten af te werpen. Tal van andere dienstverlenende<br />
BOEKEN<br />
organisaties blijken de Quality Service Cycle in hun organisatie<br />
te hebben toegepast. Deze dienstverleners hebben<br />
stuk voor stuk het business programma van het<br />
'Disney Institute' gevolgd. Door te kijken naar de 'Disney<br />
approach' worden professionals gestimuleerd nieuwe<br />
mogelijkheden van dienstverlening toe te passen in hun<br />
eigen organisatie.<br />
Net als vele Amerikaanse boeken kenmerkt ook dit boek<br />
zich door een overweldigende aandacht voor eigen successen.<br />
Maar Disney heeft recht van spreken gezien haar<br />
uitermate succesvolle concept. De belangrijkste les uit<br />
het boek is dat excellente dienstverlening alleen in de<br />
praktijk tot wasdom komt, wanneer het management<br />
een bijzondere visie op excellente dienstverlening ontwikkelt,<br />
hier heilig in gelooft, het overtreffen van klantverwachtingen<br />
tot een standaard verplichting stelt en dit<br />
consistent doorvoert in alle onderdelen van de strategische<br />
en dagelijkse bedrijfsvoering.<br />
Het succes van excellente dienstverlening is niet afhankelijk<br />
van de branche waarin een onderneming actief is.<br />
In beginsel is iedere organisatie in staat om magie te<br />
creëren, mits het de toverdrank laat vloeien tot in alle<br />
haarvaten van de onderneming.<br />
THE CUSTOMER REVOLUTION<br />
How to Thrive When Customers Are in Control<br />
P. Seybold, R.T. Marshak en J.M. Lewis, London 2001<br />
In de ‘customer economy’ is de<br />
diepgang van de relatie van een<br />
organisatie met haar klanten<br />
direct gelieerd aan de waarde van<br />
haar business. Het aantrekken en<br />
vasthouden van klanten zal tot de<br />
belangrijkste competenties van<br />
succesvolle organisaties gaan<br />
behoren. Organisaties zullen meer<br />
en meer worden beoordeeld op<br />
de manier waarop zij relaties met hun klanten opbouwen,<br />
uitbouwen, onderhouden en vasthouden en op de<br />
lange termijnwaarde van deze relaties voor de organisatie.<br />
Het slechte nieuws is dat de zakelijke en particuliere consumenten<br />
van vandaag sterker dan ooit de macht hebben<br />
om een organisatie teniet te doen gaan. Een grote<br />
verandering ten opzichte van weleer is dat de consumenten<br />
van de ‘customer economy’ voor een organisatie<br />
gaan bepalen hoe en waar zij haar producten en diensten<br />
aanbiedt. En daarnaast verwachten zij een consistente<br />
‘brand experience’, ongeacht het kanaal of de outlet die<br />
zij gebruiken.<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
Het goede nieuws is dat organisaties nu de uitdaging krijgen<br />
om agressief te wedijveren om de harten en het verstand<br />
van consumenten. Daarnaast is het zo, dat het<br />
voor organisaties steeds makkelijker wordt om te meten<br />
en weten wat de verschillende consumentensegmenten<br />
belangrijk vinden.<br />
De auteurs (van wie Seybold een award ontving voor het<br />
boek ‘Customer.com’) focussen in The Customer<br />
Revolution op de ‘customer economy’ en de ‘nieuwe’<br />
manier van organiseren die daar bij hoort. Zij geven aan<br />
dat er drie principes zijn die de verschuiving naar de ‘customer<br />
economy’ onderschrijven, te weten: 1) De consument<br />
heeft de macht; hij vervormt organisaties en transformeert<br />
bedrijfstakken, 2) Klantrelaties tellen; de<br />
waarde van een organisatie is gebaseerd op de waarde<br />
van haar huidige en toekomstige klantrelaties; haar ‘customer<br />
franchise’, 3) Klantbeleving is van belang; het<br />
gevoel dat consumenten hebben wanneer ze interactie<br />
hebben met een merk bepaalt hun loyaliteit.<br />
Wanneer alle principes in acht worden genomen, kan<br />
een organisatie met behulp van een stappenplan een<br />
‘Customer Flight Deck’ implementeren. Deze term is een<br />
metafoor voor de set van sleutelvariabelen (customer<br />
number, customer retention, customer experience,<br />
customer spending versus navigatie, performance, operation<br />
en omgeving) die organisaties kunnen gebruiken<br />
om bedrijfsresultaten te analyseren in relatie tot de strategische<br />
en klantgerichte doelen. Het invullen van deze<br />
variabelen leidt tot wat de auteurs een bruikbaar model<br />
noemen voor het doelgericht presteren in de ‘customer<br />
economy’.<br />
Het boek is gemakkelijk leesbaar en de theorie wordt<br />
kracht bijgezet door interessante voorbeelden van onder<br />
andere Hewlett Packard, de muziekindustrie (ontwikkeling<br />
van de MP3 en de gevolgen daarvan), Tesco,<br />
Medscape en W.W. Grainger. Dat de klant koning is, is<br />
ons natuurlijk al enige tijd duidelijk. Dit boek geeft echter<br />
weer een (ver)nieuw(d)e visie op en een model voor<br />
het floreren van organisaties in een nieuw tijdperk.<br />
BOEKEN<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
55
56<br />
WWW.SAMHOUD.COM<br />
LEESWIJZER<br />
MAGAZINE 1: Strategie en Klantrelaties<br />
In dit eerste nummer staat het thema strategie centraal.<br />
Hoe bepaalt een organisatie haar richting (visie), inrichting<br />
(waardestrategieën Operational Excellence en<br />
Customer Intimacy) en verrichting (Balanced Scorecard)?<br />
Daarnaast is er aandacht voor klantrelaties en<br />
K3-Marketing: Kennen, Kiezen, Koesteren.<br />
MAGAZINE 2: Pleziermanagement<br />
In dit nummer staat de theorie van Pleziermanagement<br />
centraal. Daarnaast zijn de resultaten opgenomen van<br />
een onderzoek naar plezier in het werk, in het kader van<br />
de Dag van het Plezier in de arbeid (1 mei). Ook is er<br />
ruime aandacht voor de waardestrategie Innovatie<br />
Leiderschap.<br />
MAGAZINE 3: E-Bizz = People-Bizz<br />
In dit nummer gaat alle aandacht uit naar internet. Wat<br />
zijn de digitale mogelijkheden en onmogelijkheden van<br />
dit medium? Er wordt uitvoerig ingegaan op de waardestrategie<br />
Mass Customization.<br />
MAGAZINE 4: Leiderschap<br />
In dit nummer ligt de focus op de leider in de rol van nar.<br />
De ‘leiderschapssafari’ voert langs Manfred Kets de Vries<br />
en Tom Delong. In een interview met Anton Reijntjes van<br />
Essent Energie Noord staat centraal hoe leiderschap in de<br />
praktijk optimaal effect kan hebben op veranderingen.<br />
MAGAZINE 5: Werk als Belevenis<br />
In dit nummer staat Pleziermanagement voor gevorderden<br />
centraal. Vanwege de overweldigende reacties op<br />
nummer 2 is door &Samhoud hard gewerkt aan verdieping<br />
van het thema Pleziermanagement, wat onder<br />
andere heeft geleid tot BetterBeYourself, een online<br />
meetinstrument voor medewerkerstevredenheid. De<br />
functionaliteiten van deze tool worden in dit nummer<br />
uitgebreid toegelicht.<br />
MAGAZINE 6: Positief Veranderen<br />
In dit nummer staat de filosofie en methode van Positief<br />
Veranderen (Appreciative Inquiry) centraal. Margo<br />
Elemans, senior consultant bij &Samhoud, zegt over verandering:<br />
‘Om te veranderen, moet je stabiliteit creëren.’<br />
Daarnaast wordt een case over ‘een retailketen op de<br />
rand van een vulkaan’ voorgelegd aan een drietal<br />
experts.<br />
SERVICE MANAGEMENT MAGAZINE - NUMMER 7 - JULI 2002
TERUGBLIK<br />
TERUGBLIK<br />
U kunt deze exemplaren nabestellen door te bellen met (030) 234 86 04. Zolang de voorraad strekt.<br />
WWW.SAMHOUD.COM