Voorbeeld m.b.t. EN 1991, deel 1-2: Compartimentbranden - Infosteel
Voorbeeld m.b.t. EN 1991, deel 1-2: Compartimentbranden - Infosteel
Voorbeeld m.b.t. EN 1991, deel 1-2: Compartimentbranden - Infosteel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2 BEPALING VAN DE VUURBELASTING <strong>EN</strong> <strong>1991</strong>-1-2<br />
Regels voor de bepaling van de vuurbelasting worden gegeven in annex E van<br />
<strong>EN</strong> <strong>1991</strong>-1-2. De rekenwaarde van de vuurbelasting mag hetzij worden<br />
ontleend aan nationale classificatie op basis van het gebruik van het gebouw,<br />
hetzij worden bepaald uitgaande van een evaluatie van het betreffende project.<br />
In dit voorbeeld wordt uitgegaan van de tweede optie<br />
q = q ⋅ m ⋅δ ⋅δ ⋅ δ<br />
Annex E.1<br />
f , d f , k q1<br />
q2<br />
n<br />
waarbij:<br />
m is verbrandingsfactor<br />
δ q1 is factor waarmee het activeringsrisico van brand m.b.t. het oppervlak<br />
van het brandcompartiment in rekening wordt gebracht<br />
δ q2 is factor waarmee het activeringsrisico van brand m.b.t. het gebruik van<br />
het brandcompartiment in rekening wordt gebracht<br />
δ n is factor waarmee de verschillende actieve brandwerende maatregelen in<br />
rekening worden gebracht.<br />
De vuurbelasting bestond voor 20% uit kunststoffen, 11% uit papier en 69%<br />
uit hout, d.w.z. voornamelijk materialen op cellulose-basis. Daarom wordt<br />
voor de verbrandingsfactor aangehouden:<br />
m = 0.8<br />
Aanbevolen waarden voor de factor δ q1 zijn opgenomen in tabel 1.<br />
Tabel 1: Activeringsrisico m.b.t. het oppervlak van brandruimte (zie <strong>EN</strong> <strong>1991</strong>-1-2,<br />
tabel E.1)<br />
Oppervlak brandruimte A f [m²]<br />
≤ 25 ≤ 250 ≤ 2500 ≤ 5000 ≤ 10,000<br />
Activerings -<br />
risico δ q1<br />
1.10 1.50 1.90 2.00 2.13<br />
δ q1 = 1.5<br />
Aanbevolen waarden voor de factor δ q1 zijn opgenomen in tabel 2.<br />
Tabel 2: Activeringrisico m.b.t. het gebruik van het brandcompartiment (zie <strong>EN</strong> <strong>1991</strong>-<br />
1-2, tabel E.1<br />
Activeringsrisico<br />
δ q2<br />
<strong>Voorbeeld</strong>en van gebruik<br />
0.78 kunstzaal, museum, zwembad<br />
1.00 kantoor, woning, hotel,<br />
1.22 fabrieken voor machines, instrumenten<br />
1.44 chemische fabrieken, verfateliers<br />
1.66 fabrieken voor vuurwerk of verf<br />
δ q2 = 1.5<br />
De factor waarmee de verschillende actieve brandwerende maatregelen in rekening<br />
worden gebracht, wordt a.v. berekend:<br />
10<br />
n<br />
=∏ δni<br />
i=<br />
1<br />
δ<br />
De factoren δ ni zijn weergegeven in tabel 3.