Volledige versie - FAVV
Volledige versie - FAVV
Volledige versie - FAVV
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4<br />
Blauwtongziekte<br />
Bluetongue of blauwtongziekte is zonder enige twijfel de<br />
verrassing van 2006 gebleken.<br />
Er zijn 24 verschillende serotypes van bluetongue bekend.<br />
Een zestal daarvan waren in de afgelopen 10 jaar (al dan niet<br />
tijdelijk) opgedoken rond de Middellandse zee, nl. de types<br />
1, 2, 4, 9, 15 en 16. Wereldwijd was de verspreiding van deze<br />
vectorziekte beperkt gebleven tot gebieden tussen de 35° ZB<br />
en de 45° NB.<br />
tember, oktober en november gestaag uitgebreid over zowat<br />
het ganse land. Uiteindelijk werden in ons land 695 uitbraken<br />
geregistreerd, 399 bij schapen en 296 bij runderen.<br />
Figuur 5.8.: Uitbraken met bluetongue serotype 8 in België<br />
Bluetongue veroorzaakt in de eerste plaats problemen bij<br />
schapen, waar de ziekte dikwijls zeer ernstige problemen en<br />
massale sterfte veroorzaakt. Bij runderen en andere herkauwers<br />
werd ze eigenlijk enkel slechts sporadisch gemeld,<br />
meestal zonder al te veel klinische problemen.<br />
148<br />
De ziekte wordt verspreid door culicoidesmuggen (ook wel<br />
knutten genoemd), waarvan er wereldwijd zo’n 1.400 verschillende<br />
soorten beschreven zijn. Deze muggen zijn cruciaal<br />
in de epidemiologie van de ziekte: zonder culicoides is er<br />
geen verspreiding van het bluetonguevirus en zou de ziekte<br />
vermoedelijk vanzelf uitdoven. Niet alle soorten worden overigens<br />
in staat geacht om de ziekte over te dragen. Zo was<br />
in Europa enkel van C. imicola, die zich in Europa uitsluitend<br />
rond de Middellandse Zee ophoudt, en in veel mindere mate<br />
van C. obsoletus, bekend dat deze het virus gemakkelijk kon<br />
verspreiden.<br />
4.1. Verspreiding<br />
Het was dan ook erg verrassend toen in augustus 2006 in<br />
het grensgebied tussen België, Nederland en Duitsland , op<br />
meer dan 50° NB dus, de eerste met het serotype 8 besmette<br />
runderen werden aangetroffen met milde, weinig duidelijke<br />
tekens van besmetting. De ziekte was toen waarschijnlijk al<br />
enkele weken aan zijn opmars begonnen, maar was al die tijd<br />
niet gediagnosticeerd, net omdat de ziekte in eerste instantie<br />
bij runderen en niet bij schapen werd vastgesteld. Snel<br />
bleken deze eerste besmettingen slechts het topje van de<br />
ijsberg. De ziekte heeft zich in de loop van de maanden sep-<br />
Positieve haarden (693)<br />
20 km-zone<br />
150 km-zone<br />
Provincies<br />
Autosnelwegen<br />
Daarbij werden vooral de provincies Luik, Limburg en Oost-<br />
Vlaanderen getroffen en in mindere mate de provincies<br />
Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en Namen. West-Vlaanderen,<br />
Henegouwen en vooral Luxemburg kregen veel minder met<br />
de ziekte te maken. Deze aantallen zijn vermoedelijk slechts<br />
benaderingen: een groot deel van de besmettingen (bij runderen)<br />
is wellicht ongemerkt gebleven.<br />
Bij runderen was er een beperkte morbiditeit en een beperkte<br />
impact van de ziekte op de gezondheid van de dieren.<br />
Bij schapen is het aantal aangetaste dieren wel belangrijk<br />
gebleken, zijn de klinische problemen wel duidelijk geweest<br />
en is uiteindelijk bijna de helft van de aangetaste dieren met<br />
duidelijk ziektetekens gestorven. Er wordt op basis van de<br />
ophalingen van kadavers verondersteld dat in de piekmaanden<br />
ruim 2.000 schapen meer dan andere jaren aan de ziekte<br />
bezweken zijn.