Volledige versie - FAVV
Volledige versie - FAVV
Volledige versie - FAVV
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3.2. Het Federaal Laboratorium<br />
voor de Voedselveiligheid in Gent<br />
He laboratorium van Gent is het grootste laboratorium<br />
van het Agentschap. Het omvat 2 grote afdelingen :<br />
- de afdeling “residuen en contaminanten”,<br />
- de afdeling “anorganische chemie”.<br />
De eerstgenoemde afdeling concentreert zich op residuen<br />
van verboden stoffen en diergeneesmiddelen in monsters<br />
van faeces, vlees en lever. In 2006 heeft deze afdeling 16.608<br />
monsters geanalyseerd, wat een verhoging betekent met<br />
18 % van het aantal monsters en met 9 % van het aantal<br />
analyses. Deze verhoging is voornamelijk te wijten aan de<br />
uitbreiding van het analysedomein tot de vaststelling van<br />
bacteriostatische stoffen in vlees en nieren. Daarenboven<br />
werden, net zoals in 2005, meer combinaties van analyses<br />
aangevraagd op éénzelfde monster.<br />
In de afdeling “anorganische chemie” werden 3.520 monsters<br />
geanalyseerd, wat een terugval met 20 % betekent in vergelijking<br />
tot 2005. De vermindering van het aantal analyses<br />
bedraagt 16 %. Deze terugval hangt samen met de vermindering<br />
van het aantal analyses van fruit en groenten. In 2005<br />
werden nog monsters van fruit en groenten genomen in het<br />
kader van een gerichte UMICORE monitoring (problematiek<br />
cadmium in het leefmilieu).<br />
Een nieuwe verordening omtrent het volume van de bodemmonsters<br />
voor Globodera analyses (aardappelcystenaaltje) is<br />
van kracht geworden in de loop van het jaar 2006. Dit heeft<br />
geleid tot een verschillende berekening van het aantal monsters,<br />
maar wel met een identiek werkvolume. Dit verklaart de<br />
terugval van de monsters van 8.039 tot 2.987.<br />
activiteiten uitgebreid op het vlak van de voedselveiligheid.<br />
In 2006 heeft het laboratorium analyses ontwikkeld zoals de<br />
bepaling van pesticidenresiduen, het gehalte aan bewaarmiddelen,<br />
contaminanten, kleurmiddelen (toegelaten of<br />
niet) en de opsporing van allergenen in levensmiddelen. De<br />
afdelingen levensmiddelen/speciale analyses en vetten verbeteren<br />
de doorlooptermijn voor analyses van de bestaande<br />
methoden door de automatisering en ontwikkeling van de<br />
screeningmethoden.<br />
Het laboratorium van Luik, afdeling fytofarmacie, werkt elk<br />
jaar mee aan analyses die samen worden georganiseerd met<br />
CIPAC (Collaborative international pesticides analytical council)<br />
met het oog op de validatie van nieuwe analysemethoden.<br />
De resultaten gegeven door de deelnemende laboratoria,<br />
dienen hoofdzakelijk voor de berekening van parameters<br />
zoals juistheid, herhaalbaarheid of reproduceerbaarheid. De<br />
afdeling fytofarmacie ontwikkelt bovenop de analyses op<br />
fytofarmaceutische producten, de dosering van bewaarmiddelen<br />
en contaminanten in levensmiddelen door jaar na jaar<br />
het aantal verschillende matrices uit te breiden.<br />
Het laboratorium van Luik heeft de analyses van aflatoxinen<br />
B1 en de PCB’s in diervoeders overgedragen aan het laboratorium<br />
van Tervuren. De afdeling PCB van het laboratorium<br />
werd afgeschaft, maar een nieuwe afdeling voor massaspectometrie<br />
en residuen werd opgericht. Deze heeft een<br />
genormaliseerde methode voor de opsporing van bestraalde<br />
levensmiddelen door thermoluminescentie ingevoerd en<br />
verbeterd.<br />
3.4. Het Federaal Laboratorium voor<br />
de Voedselveiligheid in Tervuren<br />
act<br />
ivi<br />
tei<br />
ten<br />
van<br />
de<br />
la<br />
bo<br />
ra<br />
to<br />
ria<br />
vi<br />
ei<br />
en an e<br />
a o aoia<br />
activiteiten van de laboratoria<br />
ct<br />
3.3. Het Federaal Laboratorium<br />
voor de Voedselveiligheid in Luik<br />
Het laboratorium van Luik centraliseert de analyses met<br />
betrekking tot de kwaliteitsparameters van diervoeders en<br />
meststoffen, de dosering van diermeel, aflatoxine M1 en patuline<br />
(kankerverwekkende mutagene toxinen), alsook deze<br />
voor de controle en goedkeuring van fytofarmaceutische<br />
producten. Sinds 2004 heeft het laboratorium van Luik zijn<br />
Het laboratorium in Tervuren centraliseert sinds 2004 de<br />
bepaling van PCB’s, dioxines (kankerverwekkende verbindingen<br />
die o.m. vrijkomen bij bepaalde verbrandingsprocessen)<br />
en dioxineachtige PCB’s in voeders, vlees, melk, eieren en vis.<br />
Het laboratorium is verder gespecialiseerd in de analyse van<br />
additieven en ongewenste verbindingen in voeders, levensmiddelen<br />
en andere producten van dierlijke oorsprong. In<br />
2006 werden nieuwe analyses ingevoerd, door de diversiteit<br />
van de matrices uit te breiden terwijl het aantal parameters<br />
stabiel is gebleven.<br />
161