Jaarverslag PGB 2007

Financiële resultaten
PGB was in 2007 succesvol. De kosten per deelnemer lagen in 2007 voor pensioenbeheer
met 79 onder het gemiddelde van (bedrijfstak)pensioenfondsen. Volgens het onafhankelijke
CEM benchmark onderzoek bedroegen de kosten bij vergelijkbare pensioenfondsen in Nederland
119. Het gemiddelde onder alle onderzochte Nederlandse pensioenfondsen kwam uit
op 163. En voor de vierde keer op rij presteerde PGB voor wat betreft het vermogensbeheer
beter dan de vooraf vast gestelde normportefeuille. In 2007 bedroeg de outperformance
0,2 % bij een rendement van 5,5 %.
Het totale rendement op belegd vermogen kwam uit op 5,5%. Het beleggingsrendement van
PGB was 0,2% hoger dan de benchmark, oftewel de normportefeuille die PGB aan het begin
van het jaar vaststelt. Die 0,2% komt overeen met 20 miljoen euro. Inclusief de afdekkingsportefeuilles
voor het renterisico en valutarisico kwam het rendement uit op 3,0%.
Het totale pensioenvermogen groeide mede dankzij het beleggingsresultaat met een 252
miljoen van 9,451 miljard naar bijna 9,703 miljard.
Financiële positie PGB verbetert verder
Als gevolg van de kredietcrisis in de Verenigde Staten in de tweede helft van 2007, was het
totale rendement van de PGB-beleggingsportefeuilles in 2007 lager dan in de voorgaande
jaren (5,5% in 2007 versus 8,5% in 2006 en 15,9% in 2005). Het rendement op aandelen en
onroerende zaken daalde (van resp. 15,4% naar 6,9% en van 18,4% naar 10,2%. PGB compenseerde
deze daling echter door in 2007 een beter resultaat te boeken met de vastrentende
waarden (2% in 2007 versus 0,7% in 2006) en een uitstekend resultaat bij alternatieve
beleggingen. In 2007 bestonden de investeringen in de categorie alternatieve beleggingen
vooral uit ruwe materialen en bulkgoederen. Het rendement in deze categorie bedroeg 47%.
Tegen 3,3% een jaar eerder.
beleggingsonderdeel 2007 2006
Vastrentende waarden 2,0 0,7
Aandelen 6,9 15,4
Onroerende zaken 10,2 18,4
Alternatieve beleggingen 47,2 3,3
Liquiditeiten en opgenomen gelden 14,4
Totaal beleggingsportefeuille 5,5 8,5
Totaal normportefeuille 5,3 8,3
Toeslagverlening
De dekkingsgraad steeg in het verslagjaar van 137% naar 148%. De dekkingsgraad is gestegen
dankzij het beleggingsrendement en de oplopende marktrente. De dekkingsgraad speelt
een belangrijke rol bij de beslissing over de toeslagen van de pensioenen in verband met de
inflatie. Toeslagen zijn verhogingen van het pensioen. Tot voor kort spraken we van indexaties.
Maar met de invoering van de Pensioenwet heten deze verhogingen toeslagen.
PGB streeft ernaar om de pensioenaanspraken en pensioenuitkeringen waardevast te houden.
Het fonds heeft de ambitie om de pensioenen jaarlijks aan te passen aan de prijsindex
(cpi-afgeleid). De toeslag op de aanspraken en uitkeringen wordt echter voorwaardelijk verstrekt.
Er is dus geen recht op een toeslag en het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst
toeslagen zullen worden verleend. Er is geen geld voor gereserveerd of extra premie
voor betaald. De toeslag wordt uit de extra beleggingsopbrengsten betaald. Dat brengt met
zich mee dat de pensioenaanspraken alleen dan kunnen worden aangepast als het bestuur
vindt dat de financiële middelen van het fonds daarvoor toereikend zijn.
Voor het beantwoorden van de vraag of er voldoende middelen beschikbaar zijn om een toeslag
te kunnen geven en in welke mate, toetst het bestuur jaarlijks de dekkingsgraad (op basis
van de marktrente) aan de afgesproken richtlijn. Met deze richtlijn krijgen werkgevers en deelnemers
inzicht in de mogelijke ontwikkeling van de premie en de toeslagverlening. Deze richtlijn
wordt weergegeven op de website en in de basiscommunicatie van het pensioenfonds.
Totaal fonds incl. afdekking renterisico 3,0 6,2
pgb Jaarverslag 2007 (samenvatting) pag. 20