paragraaf 2.1-zie blz. 128 t/m 161 - IPW - Internationaal Platform ...
paragraaf 2.1-zie blz. 128 t/m 161 - IPW - Internationaal Platform ...
paragraaf 2.1-zie blz. 128 t/m 161 - IPW - Internationaal Platform ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
een verlenging van de start- /landingsbaan.<br />
Over het geheel ge<strong>zie</strong>n moet volgens het prognoserapport tot 2015 in de “uitbreidingsvariant”<br />
uitgegaan worden van een gemiddelde groei van het aantal starts met ca. 2,4 % per jaar. Dit zal<br />
echter niet in een rechte lijn plaatsvinden, maar pas na aanpassing van de start-/landingsbaan<br />
aan JAR-OPS 1. In het „nulscenario“ zal het aantal starts ca. 2.000 lager liggen, omdat dan de<br />
activiteiten op grond van de korte baan bijna uitsluitend op het niet-commerciële terrein van<br />
General Aviation en de lesvliegerij plaatsvinden. Het zakelijke personenverkeer (taxi- en<br />
bedrijfsvluchten), dus het hoogwaardige deel van de General Aviation, zal slechts in zeer<br />
beperkte mate mogelijk zijn. Dit is ook te <strong>zie</strong>n bij de ingezette vliegtuigtypes. De korte start-<br />
/landingsbaan laat onder JAR-OPS 1 omstandigheden vrijwel geen vliegtuigen met een MTOW<br />
van meer dan 2 t toe.<br />
Zonder de uitbreiding zou vliegveld Stadtlohn-Vreden dus een andere functie dan tot dusver<br />
krijgen. De status „Schwerpunktverkehrslandeplatz“ (zwaartepuntvliegveld) voor zakelijk<br />
personenluchtverkeer zou verloren gaan. Vliegveld Stadtlohn-Vreden zou dan vrijwel alleen<br />
gebruikt worden door het niet commerciële motorvliegverkeer incl. ultra-light verkeer en voor<br />
lesvluchten (excl. hoogwaardige licenties). Dit gaat echter in tegen het doel van het regioplan en<br />
de NRW-Luftverkehrskonzeption 2010.<br />
143<br />
De berekeningen in het door firma ADU cologne (Institut für Immissionsschutz GmbH) op basis<br />
van de reeds aangehaalde prognose opgestelde rapport van november 2004 "Prognose über<br />
die Lärmimmission aus dem Flugverkehr des Verkehrslandeplatzes Stadtlohn-Vreden“ vonden<br />
plaats in analogie met de eisen van het Fluglärmgesetz (vlieglawaaiwet), echter met de<br />
volgende concretiseringen:<br />
• Uitgangspunt van de berekening „Anleitung zur Berechnung von Lärmschutzbereichen an<br />
zivilen und militärischen Flugplätzen nach dem Gesetz zum Schutz gegen Fluglärm“ d.d.<br />
30 maart 1971 (BGBl. I p. 282) – Anleitung zur Berechnung (AzB)<br />
• Lawaaiberekening daarnaast – afwijkend van de bovengenoemde instructie – met de<br />
zogeheten halveringsparameter q=3 (omdat de uit identieke invoerdata berekende Leq(3)-<br />
waarden meestal hoger zijn dan de dienovereenkomstige Leq(4)-waarden, in het bijzonder<br />
bij vliegvelden van het hier te onderzoeken type.<br />
• Lawaaiberekening – afwijkend van de bovengenoemde instructie – voor de volgende<br />
luchtvaartuigklassen (omdat in de klassen van de AzB de omstandigheden op vliegvelden<br />
van het hier te onderzoeken type niet goed genoeg weerspiegelen):<br />
- Propellervliegtuigen < 2 ton MTOW<br />
- Propellervliegtuigen van 2 tot 5,7 ton MTOW<br />
- Propellervliegtuigen van 5,7 tot 14 ton MTOW<br />
- Motorzweefvliegtuigen<br />
- Vliegtuigsleep<br />
- Ultra lights<br />
- Straalvliegtuigen tot 5,7 ton MTOW<br />
- Straalvliegtuigen van 5,7 tot 14 ton MTOW<br />
T.b.v. aanduiding van een berekening strikt volgens de Fluglärmgesetz is – op grond van het<br />
jaar waarin de laatste wijziging van de AzB plaatsgevonden heeft – het begrip „AzB84“<br />
ingeburgerd geraakt. Voor de laatstgenoemde aanpak, waarbij meer rekening gehouden wordt<br />
met de vliegtuigpatronen die nu gebruikt worden op vliegvelden wordt het begrip „AzB99“<br />
gebruikt.<br />
Omdat het vliegveld Stadtlohn-Vreden in de buurt van de Nederlandse grens ligt en enkele<br />
immissieplaatsen in Nederland liggen werd (omdat Nederland afwijkende<br />
beoordelingsprocedures voor vlieglawaai heeft) daarnaast<br />
144<br />
• lawaaiberekeningen volgens lawaai indicator „Lden“ (day-evening-night-level) uit de<br />
omgevingslawaairichtlijn van 2002 apart voor bepaalde punten en het gehele oppervlak