De wrakingsprocedure. Een rechtsvergelijkend ... - Rechtspraak.nl
De wrakingsprocedure. Een rechtsvergelijkend ... - Rechtspraak.nl
De wrakingsprocedure. Een rechtsvergelijkend ... - Rechtspraak.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
externe perspectief deels in elkaars verlengde.<br />
Tegelijkertijd openbaren de spanningen tussen<br />
deze perspectieven zich met name duidelijk als<br />
het gaat om verbeteringen in de bestaande<br />
situatie. Vanuit extern perspectief – met het<br />
oog op de legitimiteit van de rechtspraak –<br />
ligt het weinig voor de hand om een systeem<br />
te ontwikkelen om bepaalde wrakingsverzoeken<br />
(de kennelijk niet-ontvankelijke of kennelijk<br />
ongegronde verzoeken) versneld (ofwel: efficiënt)<br />
af te doen. Dat staat op gespannen voet<br />
met het interne perspectief dat juist wél voor<br />
een dergelijke versnelde (en uiteraard:<br />
adequate) afdoening zou pleiten, omdat de<br />
efficiëntie en de persoo<strong>nl</strong>ijke beleving van de<br />
rechter in kwestie daarmee zouden zijn<br />
gediend. 11 <strong>De</strong> rechterlijke macht voelt hier de<br />
spanning tussen zoveel mogelijk verzoeken zo<br />
snel mogelijk willen afdoen en het recht willen<br />
spreken conform de wensen en behoeften van<br />
de burger (‘justice must be seen to be done’).<br />
Inmiddels worden vanuit beide perspectieven<br />
voorstellen voor aanpassing van de wrakingsregeling<br />
geponeerd. Zo wordt vanuit extern<br />
perspectief gesproken over het benutten van<br />
een ‘externe’ wrakingskamer (deze wordt<br />
gevormd door rechters vanuit een ander<br />
arrondissement, zoals in de zaak-Wilders in<br />
tweede instantie plaatsvond) of zelfs van een<br />
landelijke wrakingskamer. <strong>De</strong> achterliggende<br />
idee daarbij is dat een wrakingskamer binnen<br />
de eigen rechtbank te weinig distantie zou<br />
hebben. 12 Tevens is het idee gelanceerd om<br />
de betrokken wrakende partij en de te wraken<br />
rechter eerst in dialoog te laten treden. 13<br />
Echter, waar dat recentelijk ongeveer langs die<br />
lijnen gebeurde, volgde nadien een gehonoreerde<br />
wraking. 14 Ook is de gedachte geuit<br />
om de eisen aan de onpartijdigheid van de<br />
rechter minder absoluut in te vullen. 15 <strong>De</strong>ze en<br />
andere mogelijke oplossingen voor het<br />
geschetste dilemma zullen in dit eindrapport<br />
(nader) worden verkend voor zover dergelijke<br />
opties ook in andere rechtsstelsels worden<br />
gevonden. Daarbij is bij de bestudering van<br />
elke ‘procedurevorm’ de vraag aan welke<br />
doelen (onpartijdigheid, efficiency, enzovoort)<br />
in meer of mindere mate tegemoet wordt<br />
gekomen.<br />
1.2.3 Object van het onderzoek:<br />
de <strong>wrakingsprocedure</strong> in Nederland<br />
Het object van onderzoek in dit deelonderzoek<br />
is de <strong>wrakingsprocedure</strong>. Daarover kan<br />
– vooruitlopend op hoofdstuk 2 van dit onderzoeksrapport<br />
– nu al kort het volgende worden<br />
opgemerkt. Zoals bekend, kent het Nederlandse<br />
recht een dergelijke wrakings- en verschoningsregeling,<br />
een regeling die gelijk -<br />
luidend is opgenomen in zowel het Wetboek<br />
van Strafvordering (art. 512 Sv e.v.), als de<br />
Awb (art. 8:15 Awb e.v.), als in het Wetboek<br />
van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Als een<br />
11 <strong>Een</strong> adequate procedure is vanuit beide perspectieven van belang, en het voorkomen van oneige<strong>nl</strong>ijk gebruik is<br />
dat ook. Alleen de wijze van aanpak van dat probleem roept spanning op.<br />
12 W. Slagter, ‘Voorstel voor een dialoog tussen rechter en partijen, mede ter voorkoming van een poging tot<br />
wraking’, NJB 2011-36, p. 2444 en 2445.<br />
13 Zie: Slagter 2011, p. 2444, en Asser 2011, p. 106.<br />
14 Zie: Rb. <strong>De</strong>n Bosch 29 november 2011, zaaknr. 238553 / EX RK 11-205 (Van Putten).<br />
15 R. Robroek, ‘Beeldvorming een slechte raadgever en partijdigheid zo gek nog niet’, NJB 2011, p. 1960.<br />
18