11.07.2015 Views

5 Werken aan opbrengsten - VO-raad

5 Werken aan opbrengsten - VO-raad

5 Werken aan opbrengsten - VO-raad

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Vervolgens wordt een gemiddelde over drie jaar berekend. Resultaat is een relatievescore, die weergeeft hoe de school (vestiging) het doet in vergelijking met soortgelijkescholen of vestigingen. De zeven vergelijkingsgroepen st<strong>aan</strong> vermeld in de brochure vande inspectie: De beoordeling van <strong>opbrengsten</strong> in het voortgezet onderwijs. Hoe werkt het?Het uiteindelijk oordeel over het onderbouwrendement heeft betrekking op de helevestiging en wordt in een relatieve score uitgedrukt. Hiervoor wordt gewerkt met eenvijfpuntschaal volgens de verdeling 10, 15, 50, 15, 10. Dat zijn de bekende bolletjesop de Opbrengstenkaart. Het meest rechtse bolletje betekent dat 90 procent van devestigingen in de vergelijkingsgroep een lager onderbouwrendement heeft. Het bolletjenet rechts van het midden wordt toegekend als 75 tot 90 procent een lagere score heeften het bolletje in het midden wordt toegekend <strong>aan</strong> 50 procent van de vestigingen met eenvergelijkbare samenstelling <strong>aan</strong> schoolsoorten. Schoolsoorten van vestigingen die zich inde categorieën 1 en 2 van de vijfpuntschaal, in de twee meest linkse bolletjes bevinden,krijgen de boordeling ‘onvoldoende’.Voor een uitvoeriger beschrijving verwijzen we naar de technische toelichting, die deinspectie jaarlijks bij de <strong>opbrengsten</strong>kaart publiceert.Indicator 2: BovenbouwrendementHet bovenbouwrendement behelst de onvertraagde doorstroom van leerlingen vanleerjaar 3 tot naar het diploma. De inspectie berekent deze indicator door op basisvan de in-, door- en uitstroomgegevens voor een schoolsoort of afdeling per leerjaarhet percentage leerlingen te nemen dat <strong>aan</strong> het eind van het schooljaar is bevorderd ofgediplomeerd. In tegenstelling tot het onderbouwrendement is het bovenbouwrendementniet gebaseerd op cohortgegevens. Hiervoor worden namelijk stroomgegevens van éénschooljaar gebruikt. Het bovenbouwrendement is laag als een hoog percentage leerlingentussentijds doubleert, afstroomt of zakt voor het examen. Voor vmbo ligt het percentagegemiddeld op ongeveer 85 procent, voor havo/vwo op ongeveer 65 procent. Het oordeelis relatief genormeerd, de inspectie zet het percentage af tegen andere scholen die deschoolsoort <strong>aan</strong>bieden. De slechtst scorende 25 procent van deze schoolsoort krijgt debeoordeling ‘onvoldoende’.34 <strong>Werken</strong> <strong>aan</strong> <strong>opbrengsten</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!