12.07.2015 Views

HET HOGEPRIESTERLIJK GEBED VAN CHRISTUS - De Evangelist

HET HOGEPRIESTERLIJK GEBED VAN CHRISTUS - De Evangelist

HET HOGEPRIESTERLIJK GEBED VAN CHRISTUS - De Evangelist

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

310A. Christus stelt Zichzelf in dit opzicht tegen de wereld: Maar Ik heb U gekend. Alsde Zone Gods, eenwezig met de Vader, had Hij een onmiddellijke en allervolmaaktstekennis van het Goddelijk Wezen en eigenschappen, van Zichzelf en de anderePersonen; gelijk die kennis bij alle Drie algemeen is, Matth. 11: 27: Niemand kent deZoon, dan de Vader, en niemand kent de Vader, dan de Zoon. Joh. 10: 15: Gelijkerwijsde Vader Mij kent, alzo ken Ik ook den Vader. Maar de Heere zal hier voornamelijkzien op de kennis, die Hij als Middelaar heeft van de Vader, en wel als derechtvaardige Vader En deze kennis was beschouwende en beoefenende.1. Beschouwende. Zo had Hij boven alle schepselen een zeer uitgestrekte bevattingvan des Vaders liefde tot de uitverkorenen; en tevens van het strenge van Zijngerechtigheid tegen de hatelijke zonden daarvan, waarvoor genoeggedaan moestworden, zou die liefde zich dadelijk kunnen uitlaten. Dat deze kennis zeer groot was,is hieruit zeker; omdat Zijn menselijke natuur, uit kracht der personele vereniging metde Goddelijke, de Geest ontvangen had niet met mate. En als Middelaar, die het groteheil voor het keurvolk verdienen en toepassen moest, en die de voldoening aan Godsgerechtigheid voor Zijn rekening genomen had, wist Hij het beste, wat tussen deVader en Hem beraamd was; en derhalve, wat die rechtvaardigheid vorderde, enwelke onbegrijpelijke liefde uit die Vader-betrekking vloeien zou.2. Maar bespiegelende kennis van God maakt niemand aangenaam bij Hem, indien zeniet uitwerkt een dadelijke erkentenis. En zo was ze bij Christus ook beoefenende.Wat heeft Hij daarvan altijd doorluchtige bewijzen gegeven. Dat Hij God als ZijnVader erkende, bleek immers daarin, dat Hij nooit zocht Zijn eigen eer, maar de eer<strong>De</strong>sgenen, Die Hem gezonden had Ook daarin, dat Hij de volmaakte liefde de Vadertoedroeg, en in alles, hoe hard het was, Zijn hoogste lust en spijze vond in deszelfs wilte gehoorzamen. Dat Hij, in welke hachelijke en benauwende omstandigheden HijZich bevond, en welk toornig gelaat Hem de Vader vertoonde, met een onwankelbaarvertrouwen op des Vaders liefde en trouw Zich gerust verlaten kon, Joh. 4: 34, 5: 30,Matth. 26: 39, enz. En kon er grotere erkentenis van Gods gerechtigheid zijn, dan datde Zoon Zijn troon en lust verliet, en Zich aan het zwaarste lijden met zoveelvolvaardigheid overgaf, opdat die niet gekrenkt zou worden?Was dit zo, zo kon de onkunde van de wereld in deze stukken niet beletten, dat Zijnbede verhoord werd; aangezien Hij voor Zichzelf Zich aan dat gebrek niet schuldighad gemaakt, en dat van de wereld, niet te wijten was aan Hem, Die door Zijn leer envoorbeeld de krachtigste opwekking gegeven had tot het tegendeel.B. Evenmin kon dat tot nadeel strekken van diegenen voor welke Hij bad, overmitsook dezen zich van de wereld door een tegengesteld gedrag onderscheiden hadden.Ziet:1. Dat prijselijk bestaan op zichzelf: En dezen hebben bekend dat Gij Mij gezondenhebt. Dat in deze beschrijving wordt verklaard een recht geloof en gehoorzaamheidaan het Evangelie, waardoor Gods oogmerk voldaan, en Zijn eer bevorderd wordt; isgezien over vers 8, 21, 23. 1n deze bekentenis was ingesloten de kennis van God alseen rechtvaardige Vader. Want de zending van Christus geschiedde, om datvoornemen van genade uit te voeren en voldoening aan de gerechtigheid uit tewerken; volgens het betamelijke Gods, dat Hij vele kinderen tot de heerlijkheid leidende,de overste Leidsman hunner zaligheid door lijden zou heiligen, Hebr. 2: 10.Maar hoe kan Jezus dit getuigen van deze, die Hij thans in Zijn gebed voordraagt?Van de tegenwoordige discipelen is het waar, dat zij die bekentenis dadelijk hadden.Doch Hij bidt hier ook sedert vers 20 niet alleen voor deze, maar ook voor degenendie nog door hun woord in Hem geloven zullen. Van die laatsten kan Hij niet zeggen,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!