12.07.2015 Views

HET HOGEPRIESTERLIJK GEBED VAN CHRISTUS - De Evangelist

HET HOGEPRIESTERLIJK GEBED VAN CHRISTUS - De Evangelist

HET HOGEPRIESTERLIJK GEBED VAN CHRISTUS - De Evangelist

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

84nog een daad Gods en een werk van Hem is bijgekomen, ja ook van henzelf, alsmiddelen tot uitvoering van die Raad. <strong>De</strong> Vader had die aan Hem gegeven; Hij hadhen des Vaders Naam geopenbaard, en zij hadden Zijn woord bewaard. En dit legt Hijtot een grond van Zijn voorbidding voor hen.Volgens de gemaakte afdeling van dit hoofdstuk is nu het eerste deel van het gebedafgehandeld, waarin de grote Hogepriester voor Zichzelf gebeden heeft. Zo volgt hettweede, zijnde de verzoeken die Hij voor Zijn discipelen doet, die reeds gelovigenwaren, begrepen in vers 6-19. In dit tweede stuk onderscheid ik wederom: 1. <strong>De</strong> grondvan Zijn voorbidding, die ook als een beweegreden tot verhoring zijn kan, vers 6-11a.2. Een tweeledige bede om hun bewaring, vers 11b-16, en heiliging, vers 17-19. <strong>De</strong>grond van dit gebed vertoont aan de Vader de hoedanigheden van de personenwaarvoor Hij bidt; en wel deze: a. Dat de Heere Jezus het Zijne met vrucht aan hengedaan had, vers 6-8. b. Dat het even dezelfden zijn waarvoor volgens des Vadersoogmerk moest gezorgd worden, vers 9. c. Dat de Zoon er dezelfde betrekking opheeft, vers 10. d. Wordt vertoond als zo de grond, de staat waarin Hij hen laat, vers11a. In het eerste, dat Christus van de staat der personen voor welke Hij bidt,verklaart, vers 6-8, zegt Hij eerst in mijn tekst, wat Hij aan hen gedaan had, en opwelke grond; en ten andere, welke vrucht dit bij hen had, en op welke grond; en tenandere, welke vrucht dit bij hen had voortgebracht, vers 7, 8.VERDELINGIn de tekstwoorden horen wij:1. Eerst zeggen wat Hij gedaan had, Ik heb Uw Naam geopenbaard den mensen dieGij Mij uit de wereld gegeven hebt.2. En dan, uit welke grond en oorzaak Hij dit gedaan had, zij waren Uwe, en Gij hebtMij dezelve gegeven, en zij hebben Uw woord bewaard.EERSTE DEELIn het eerste deel komen voor:I. <strong>De</strong> voorwerpen, de mensen die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt.II. Het werk dat Christus aan hen verricht heeft, Ik heb Uw Naam geopenbaard.I. <strong>De</strong> voorwerpen worden in het gemeen genoemd, en dan van des Vaders daadomtrent hen beschreven.A. Zij worden genoemd mensen. Redelijke schepselen, die voor zulk een openbaringvatbaar waren. Geen redeloze dieren, voor welke Franciscus, de roomsgezinde groteheilige, wordt gezegd als tot zijn broeders gepredikt te hebben. Zulk een uitzinnigmens mocht met meer recht zulker broeder, dan Jezus gelijk geacht worden, zoals zijnaanbidders godslasterlijk doen. Doch onder de redelijke wezens had Zich de HeereJezus alleen bepaald tot mensen, waaronder ook alleen zulken waren, die tot een zaligeigen worden aan God geschikt waren. <strong>De</strong> volmaakte engelen hadden geenmiddelaarswerk tot herstelling nodig; de verlaters van hun hemelwoonstede waren ervoor eeuwig van verstoken. Want waarlijk, Hij de neemt de engelen niet aan, Hebr. 2:16. Dat de Heere verder door deze benaming nog een bijzonder soort onder de mensenzou bedoelen, durf ik niet te zeggen met sommigen. Te weten zulken, die betere geschiktheidhadden dan anderen om deze openbaring te ontvangen, en die zichdaaromtrent menselijker en redelijker gedroegen dan anderen, spotters en lasteraars,die Hij bij hinden en zwijnen vergelijkt, en voor welke Hij niet wil dat Zijn dienaarsde kostelijke waarheden van het Evangelie zullen ten spot stellen en ter verachting,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!