TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 3AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)leren de leerlingen taalregisters gebruiken, d.w.z. dat ze hun taalgebruik aanpassen aan degeadresseerde én aan de omstandigheden. De leerlingen zijn in staat aan de hand van concrete caseseen correcte en gestructureerde tekst te produceren.In het vak Nederlands: zakelijke communicatie wordt eveneens gewerkt aan de volgende attitudes:zin voor orde, stiptheid en nauwkeurigheid;zelfstandig werken;verantwoordelijkheidszin;discretie en tact;respect voor zichzelf en anderen;correcte houding;zin voor samenwerking;zin voor initiatief;zelfonderzoek en zelfkritiek;contactbereidheid;flexibiliteit;organisatievermogen.De leerlingen zijn bereid in alle communicatieve situaties de standaardtaal te gebruiken.KLEMTONEN in dit eigentijds communicatief onderwijs.1. LeerlinggerichtheidDeze visie en doelstellingen impliceren dat de leerlingen centraal staan.Leerlinggericht onderwijs kan gedefinieerd worden als onderwijs, gericht op de evolutie van handelendenaar leerbekwame leerling.1.1. De handelende leerlingUit de leerpsychologie weten we dat de leerling leert door uit te voeren, door te doen, door talig tehandelen (bijv. associëren, structureren, het tekstdoel bepalen, diagonaal lezen).De rol van de leraar is hierbij ondersteunend/begeleidend: hij organiseert bij alle uit te voerenhandelingen zo efficiënt en effectief mogelijke leeractiviteiten. Hij geeft aan welke stappen in hetleerproces dienen gezet te worden: van oriënteren, over voorbereiden, uitvoeren tot reflecteren (OVUR).Hij is nog in hoofdzaak verantwoordelijk voor het leerproces van de leerling. De leerling is hierbij deuitvoerder van de taak.1.2. De leerbekwame leerlingHij staat nog een stap verder. Hij leert (en is uiteindelijk in staat) zelf een batterij leerhandelingen op tebouwen om tenslotte zelfstandig een taaltaak uit te voeren, een vooropgesteld doel te bereiken. Hijbeheerst niet enkel het cognitief, maar ook het metacognitief handelen (bijv. zichzelf bijsturen, reflecteren,op grond hiervan andere een strategie kiezen ). Eigenlijk gaat het hier om het bereiken van eenleercompetentie, die nodig is voor de aanpak en de planning bij het creatief uitvoeren van complexereleertaken.2. Taakgerichtheid
TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 4AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)De leerling ontwikkelt zijn taalvaardigheid door het uitvoeren van concrete, realistische taken met eenruim taalaanbod op gebied van de vaardigheden. De taken zijn sociaal relevant, worden herkend alslevensecht en gebeuren aan de hand van authentiek materiaal.Taakgericht werk houdt ‘uitdaging’ in voor de leerlingen. Er moet echter wel een afstand zijn tussen de(taal)vaardigheid die de leerling reeds bezit en de (taal)vaardigheid die de taak vereist.Deze uitvoering van taken kan individueel gebeuren, maar het leereffect verhoogt aanzienlijk als de taakin overleg, samen met anderen wordt uitgevoerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van taakgerichteinteractieve werkvormen, zoals• mondelinge of schriftelijke informatie verzamelen;• onderwijsleergesprek;• observatie van de realiteit;• prioriteitenspel;• adviezen geven;• situatie- en rollenspel;• caroussel;• coöperatief leren.Bij taakgericht werken zijn bepaalde stappen te doorlopen:• een taak die de leerlingen op het einde van de les moeten kunnen uitvoeren;• de leerlingen moeten telkens een bepaald proces doorlopen, bijv. plannen;• ten slotte moeten zij ook de taak evalueren, bijv. reflecteren.3. ReflectieAandacht voor het nadenken over het bereikte resultaat, het product van de taaltaak én over deaangewende procedures (reflectie).Reflecteren wordt gezien als een basisattitude, een operatieve, op handelingen gerichte aangelegenheiddie in elk leerproces centraal staat (leren leren).Aandacht voor het toepassen van procedures of oplossingsstrategieën, zoals het opsplitsen van eencomplexe taaltaak in verscheidene kleine stappen. Onder strategie verstaan we een handeling of eenreeks mentale handelingen die planmatig en doelbewust worden uitgevoerd om een (taal)taak efficiënt(met meer rendement, in minder tijd, met minder energie) en effectief (met beoogd resultaat) uit tevoeren.4. Geïntegreerd taalonderwijsVan volwaardig geïntegreerd taalonderwijs is slechts sprake als aan minstens twee voorwaarden voldaanis4.1. Taaltaken worden geplaatst in zo compleet mogelijke communicatieve situaties waarbij de vijfcomponenten luisteren, kijken, lezen, spreken, schrijven én het reflecteren hierop samen ge-/beoefend(geïntegreerd) en ingezet worden in een bepaalde context en waarbij de leerling verschillende rollen in decommunicatie vervult.Hierbij is de kans op transfer van leereffect van de ene naar de andere component groter dan bij hetgefragmenteerd in hokjes opdelen van de taalcomponenten. Leerlingen kunnen profiteren van de kundeen kennis, opgedaan in het ene domein, bij het handelen in een ander domein (bijv. het ontdekken vaneen bepaald tekstpatroon in een gelezen tekst en het opdiepen van eenzelfde patroon voor een teschrijven tekst of het hanteren van eenzelfde criterialijst bij het evalueren van een spreektaak).4.2 De verworven vaardigheden of kennis, die uiteraard taalcommunicatief van aard zijn, wordentoegepast in nieuwe leer-/werksituaties, in de andere schoolvakken, de vervolgstudie, het (beroeps)leven.