Kansen en barrieres voor maatschappijwetenschappen in ... - NVLM
Kansen en barrieres voor maatschappijwetenschappen in ... - NVLM
Kansen en barrieres voor maatschappijwetenschappen in ... - NVLM
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2. Het barrièremodel van politieke besluitvorm<strong>in</strong>g 18Figuur 2.1 Het barrièremodel van politieke besluitvorm<strong>in</strong>g (Bachrach <strong>en</strong> Baratz1970)2.3. Kritiek op het barrièremodelVoor het barrièremodel gekoppeld wordt aan de onderwijspraktijk staan wij stil bij dewet<strong>en</strong>schappelijke kritiek op het barrièremodel. E<strong>en</strong> model is vanzelfsprek<strong>en</strong>d e<strong>en</strong>vere<strong>en</strong>voudigde weergave van de werkelijkheid. De weergave van de werkelijkheid isstatischer dan de werkelijkheid zelf, <strong>en</strong> doet onvoldo<strong>en</strong>de recht aan de dynamiek <strong>en</strong>grilligheid van besluitvorm<strong>in</strong>gsprocess<strong>en</strong>.De eerste fase <strong>in</strong> het besluitvorm<strong>in</strong>gsproces richt zich op het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>van problem<strong>en</strong>, w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong>. De volg<strong>en</strong>de fase bestaat uit het vergelijk<strong>en</strong><strong>en</strong> afweg<strong>en</strong> van de problem<strong>en</strong>, w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong>. Dan volgt de fase dat erbesluit<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>. De laatste fase is die van uitvoer<strong>in</strong>g van besluit<strong>en</strong>.Het barrièremodel geeft dus aan waar <strong>in</strong> het besluitvorm<strong>in</strong>gsproces problem<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> ontstaan. De barrières moet<strong>en</strong> na elkaar <strong>en</strong> <strong>in</strong> lijn word<strong>en</strong> geslecht. Het isniet vanzelfsprek<strong>en</strong>d dat ieder onderwerp alle fas<strong>en</strong> doorloopt. In hoeverre e<strong>en</strong>onderwerp alle fas<strong>en</strong> doorloopt is afhankelijk van de verschill<strong>en</strong>de actor<strong>en</strong> diebetrokk<strong>en</strong> zijn bij het besluitvorm<strong>in</strong>gsproces (Lelieveldt, 1999: 5).Het model geeft <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de macht van actor<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn <strong>in</strong> het spel dieerop gericht is e<strong>en</strong> bepaald idee of <strong>voor</strong>stel <strong>in</strong> de uitvoer<strong>in</strong>gsfase te krijg<strong>en</strong>.K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d <strong>voor</strong> het barrièremodel is dat bij elke barrière strijd geleverd moetword<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de actor<strong>en</strong>. Actor<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> <strong>in</strong> deze strijd hun macht aanw<strong>en</strong>d<strong>en</strong> om te <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>, dan wel te bewerkstell<strong>in</strong>g<strong>en</strong> dat beleid verandert. Machtis dus e<strong>en</strong> doorslaggev<strong>en</strong>d aspect <strong>in</strong> het barrièremodel (Planker 2008; 13). Machtheeft betrekk<strong>in</strong>g op (relatieve) dom<strong>in</strong>antie van sommige actor<strong>en</strong> over andere actor<strong>en</strong>.Tev<strong>en</strong>s gaat het model uit van e<strong>en</strong> analytische <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g van het beleidsproces <strong>in</strong>ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de fas<strong>en</strong>. De werkelijkheid is vaak veel grilliger, aldus Ros<strong>en</strong>thal (2001).Bressers (1990) is van m<strong>en</strong><strong>in</strong>g dat de barrières <strong>in</strong> het model als e<strong>en</strong> soortwaterdichte schott<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong>gesteld. Het <strong>in</strong>strum<strong>en</strong>t (of het probleem) passeertof wel of niet de barrière. In werkelijkheid is er echter vaak sprake van e<strong>en</strong>gedeeltelijke passer<strong>in</strong>g. Het doet meer recht aan de complexe werkelijkheid om debarrières als stuw<strong>en</strong> <strong>in</strong> e<strong>en</strong> rivier <strong>voor</strong> te stell<strong>en</strong> (p.39).E<strong>en</strong> ander kritiekpunt op het model is dat het nauwelijks empirisch getoetst is(Hermans, 2010). Bressers (1990) me<strong>en</strong>t dat het niveau van abstractie van deg<strong>en</strong>oemde barrières te hoog is. Er zijn niet direct toetsbare hypotheses uit af teleid<strong>en</strong>. Daartoe is het nodig e<strong>en</strong> theorie over de werk<strong>in</strong>g van de barrières <strong>en</strong> deonderscheid<strong>en</strong> fas<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong>. Ook merkt Bressers (1990) op dat b<strong>in</strong>n<strong>en</strong> deverschill<strong>en</strong>de compartim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het model verschill<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>in</strong> demate waar<strong>in</strong> e<strong>en</strong> probleem geaccepteerd is. De acceptatie van e<strong>en</strong> probleem kanbij<strong>voor</strong>beeld bij e<strong>en</strong> deel van de relevante actor<strong>en</strong> verder zijn, dan bij ander<strong>en</strong> waarhet nog met twijfels is omgev<strong>en</strong>. Het barrièremodel behoeft dus de nodige verfijn<strong>in</strong>g.(Bresser, 1990: 39).Volg<strong>en</strong>s Ros<strong>en</strong>thal (1990) maakt het barrièremodel duidelijk dat kle<strong>in</strong>schaligeverander<strong>in</strong>gs<strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> de meeste kans van slag<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Echter, niet alle beleidis <strong>in</strong>crem<strong>en</strong>teel van aard. K<strong>en</strong>nelijk bevatt<strong>en</strong> beleidsprocess<strong>en</strong>, naast <strong>in</strong>gebouwdebarrières, ook <strong>in</strong>gebouwde kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong>.