computer-wetenschap-bewerkt
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 38<br />
Inkapselen (netwerk)<br />
Inkapselen wordt bij <strong>computer</strong>netwerken gebruikt om een Upper Layer Protocol in te sluiten in een Lower Layer<br />
Protocol. Dit is een abstracte methode om toe te laten dat de verschillende lagen functionaliteit bijvoegen.<br />
Het internet is bijvoorbeeld gebaseerd op het Internet Protocol (IP — meer bepaald IPv4) en de meeste toepassingen<br />
gebruiken zowel het User Datagram Protocol (UDP) of Transmission Control Protocol (TCP). Dus, een stukje van<br />
de gebruikersgegevens wordt geëncapsuleerd in een UDP datagram dat dan weer wordt geëncapsuleerd in een IP<br />
pakket die vervolgens verzonden wordt over een data link layer protocol (bijvoorbeeld, ethernet). De data link layer is<br />
verantwoordelijk voor de fysieke transmissie van de data; IP voegt daar de addressing van de individuele <strong>computer</strong>s<br />
aan toe; UDP voegt er de “Adressering van de Toepassing” aan toe (namelijk: de poort specifieert de service zoals<br />
een web of FTP server).<br />
Zowel het OSI model en internet protocol suite gebruiken encapsulatie.<br />
Bij het inkapselen wordt de meer abstracte laag de the “upper layer protocol” (ULP) terwijl de meer specifieke laag<br />
de “lower layer protocol” (LLP) genoemd wordt. In het voorbeeld UDP is de ULP ten opzichte van IP terwijl ethernet<br />
de LLP ten opzichte van IP.<br />
78