12.11.2018 Views

Herinneringen Oorlog 1914-1918

Mijn grootoom, Etienne Berquin, heeft in 1964 zijn memoires over zijn ervaringen als piepjonge frontsoldaat in de Groote Oorlog neergeschreven. Eind jaren 80 heb ik deze voor het eerst helemaal gelezen na het overlijden van Etienne. Het heeft mij toen niet onberoerd gelaten, maar verder is er niets mee gebeurd. Na het overlijden van mijn moeder zijn de originelen, de militaire documenten en foto’s van toen terug bovengekomen. Ik had in overleg met mijn zussen de taak op mij genomen om daar ‘iets’ mee te doen. De herdenking van 100 jaar Eerste Wereldoorlog leek mij het ideale moment om de herinneringen van Etienne Berquin met een publiek te delen.

Mijn grootoom, Etienne Berquin, heeft in 1964 zijn memoires over zijn ervaringen als piepjonge frontsoldaat in de Groote Oorlog neergeschreven. Eind jaren 80 heb ik deze voor het eerst helemaal gelezen na het overlijden van Etienne.
Het heeft mij toen niet onberoerd gelaten, maar verder is er niets mee gebeurd. Na het overlijden van mijn moeder zijn de originelen, de militaire documenten en foto’s van toen terug bovengekomen.
Ik had in overleg met mijn zussen de taak op mij genomen om daar ‘iets’ mee te doen. De herdenking van 100 jaar Eerste Wereldoorlog leek mij het ideale moment om de herinneringen van Etienne Berquin met een publiek te delen.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Het waren altijd dezelfde stoere, onverschrokken kerels: 'De Kop', korporaal en Brusselaar. 'De Strop',<br />

een Gentse cafébaas. De 'Cyriel', ook Gentenaar, metser van beroep en 'de Sus', een schrijnwerker uit<br />

Zele.<br />

Allemaal struisgebouwde mannen 'met haar op hun tanden', zoals ze dat in de volksmond zeggen.<br />

Mannen, waar het best was goede maatjes mee te blijven. Ze waren samengebracht in de escouade van<br />

'De Kop' met nog een paar andere flinke jongens en waarin ik het jongste lid, het 'kuikentje' was.<br />

Dat was de reden waarom ik er werd geduld: een 'snotjong' of zoals de korporaal het op zijn Brussels<br />

zei: een 'Ketje'. Nooit werd ik anders genoemd tenzij later, toen het haar, alhoewel nog niet zichtbaar op<br />

m'n tanden, dan toch al onder mijn neus, op de bovenlip te voorschijn kwam en ik, met meer achting,<br />

als een van hen werd beschouwd en eenvoudig weg 'De Ket' werd genoemd.<br />

Werchter<br />

Op zekere nacht werden wij samengebracht op het plein voor het station van Lier. Door het langdurig<br />

ter plaatse staan wachten had reeds menig soldaat de straatstenen als bedstee gebruikt, tot een<br />

algemeen bevel: 'Debout, opstaan!' ze uit hun slaap wekte en wij allemaal in een lange rij wagons plaats<br />

moesten nemen. Toen de trein eindelijk in beweging kwam, ging de reis traag door maanlicht<br />

beschenen overstroomde weilanden en akkers, met nu en dan een langdurige halte midden in de<br />

velden. Tegen de morgenschemering reden wij Heist-op-den-Berg voorbij en toen de zon, nog onder de<br />

gezichtseinder verdoken, de hemel kleurde, stapten wij uit in een door velden met bos afwisselend<br />

landschap. Wij togen gezwind in de frisse morgenlucht enkele kilometers verder tot er 'halt' geroepen<br />

werd. Adjudant Baeten bracht ons ter kennis dat de opdracht voor onze eenheid was de Duitse<br />

vooruitgeschoven stellingen aan te vallen en te verdrijven uit het dorp Werchter en omgeving.<br />

Wij zouden zijwaarts gesteund worden door andere afdelingen van ons regiment. Hij vroeg vrijwilligers<br />

om de voor ons liggende landstreek te verkennen. Cyriel trad voor met 'de Kop' en 'de Strop'.<br />

'Ket', riep Cyriel met gedempte stem en hij wenkte mij bemoedigend toe hem te komen vervoegen.<br />

Nu, ik had al eens met die mannen meegeweest op verkenning, maar dan met adjudant Baeten aan het<br />

hoofd en daar stonden nu de 'Kop' en de 'Strop' naar mij te kijken met een spottend lachje om hun<br />

mond, terwijl Cyriel, de metser, mij geruststellend en vertrouwend toewenkte en ... voor ik het zelf wist,<br />

stond ik bij hem.<br />

Adjudant Baeten kwam naar mij toe en zei instemmend: 'Bravo Ket.' Daarop beval hij: 'Kop en Strop,<br />

richting links. Cyriel en de Ket, rechts van bos recht voor ons. Vooruit, wij volgen verspreid op afstand.'<br />

Wij vorderden langs de bosrand, dekten ons achter struiken en hagen. Wij gingen een hoeve binnen.<br />

De boer had nog geen Duitsers gezien. Wij zetten onze speurtocht voort, naderden een ander pachthof,<br />

voorzichtig, maar niets gebeurde. De boer kwam ons tegemoet. Hij ontkende al Duitsers op zijn erf<br />

gezien te hebben, maar wist te vertellen dat er in het dorp waren, ongeveer een kilometer verder.<br />

Toen wij het dorp tot op ongeveer 200 m waren genaderd, hoorden wij een kanonschot, en nog een en<br />

steeds meer. Gierende obussen scheurden de lucht en ploften neer op de huizen recht voor ons en<br />

verder in het dorp. Ook in de verte hoorden wij geweergeschut. Wij naderden nu de eerste huizen,<br />

volgden een straatweg. Nergens een spoor van leven. Dan rechts de Dorpstraat in, maar ... al meteen<br />

kletsten kogels tegen de muren van de huizen. Wij zochten dekking in de deurgaten, wat verder nog<br />

achter de muur van een beschadigd huis. Opnieuw ontploften obussen, maar nu verder, op en om het<br />

gemeentehuis. Wij wisten dat we van daaruit beschoten werden. Het stond vlak in 't midden voor ons<br />

en beheerste heel de Dorpstraat. Cyriel waagde nog een sprong naar 10 m verder. Een granaat ontplofte<br />

tegen de gevel van het gemeentehuis en daar profiteerde ik van om mijn kameraad te vervoegen.<br />

Nu waren we geen 100 m meer van dat met moffen gevulde gebouw en er was voor ons geen sprake<br />

van nog verder te gaan. Wij stonden nu op de koer van een groot gebouw. Lege vaten waren langs een<br />

kant opgestapeld.<br />

9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!