12.11.2018 Views

Herinneringen Oorlog 1914-1918

Mijn grootoom, Etienne Berquin, heeft in 1964 zijn memoires over zijn ervaringen als piepjonge frontsoldaat in de Groote Oorlog neergeschreven. Eind jaren 80 heb ik deze voor het eerst helemaal gelezen na het overlijden van Etienne. Het heeft mij toen niet onberoerd gelaten, maar verder is er niets mee gebeurd. Na het overlijden van mijn moeder zijn de originelen, de militaire documenten en foto’s van toen terug bovengekomen. Ik had in overleg met mijn zussen de taak op mij genomen om daar ‘iets’ mee te doen. De herdenking van 100 jaar Eerste Wereldoorlog leek mij het ideale moment om de herinneringen van Etienne Berquin met een publiek te delen.

Mijn grootoom, Etienne Berquin, heeft in 1964 zijn memoires over zijn ervaringen als piepjonge frontsoldaat in de Groote Oorlog neergeschreven. Eind jaren 80 heb ik deze voor het eerst helemaal gelezen na het overlijden van Etienne.
Het heeft mij toen niet onberoerd gelaten, maar verder is er niets mee gebeurd. Na het overlijden van mijn moeder zijn de originelen, de militaire documenten en foto’s van toen terug bovengekomen.
Ik had in overleg met mijn zussen de taak op mij genomen om daar ‘iets’ mee te doen. De herdenking van 100 jaar Eerste Wereldoorlog leek mij het ideale moment om de herinneringen van Etienne Berquin met een publiek te delen.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Ratten<br />

Maar niet alleen luizen waren ons zeer genegen, ook de ratten hielden zich op in onze nabijheid en<br />

wachtten het moment af dat het donker werd en de niet dienstdoende soldaten zich in hun<br />

‘appartementen' hadden teruggetrokken. Wanneer alles stil was, kwam een rattenpatrouille de plaats<br />

verkennen. Zij liep tussen de slapers door en snuffelde om en rond onze rugzak, die ons als hoofdkussen<br />

diende, en de 'besace' waar soms een korst brood of andere eetwaar in verborgen was. De broden<br />

moesten wij aan een koord laten bengelen in 't midden van ons hok. Om dat te bereiken sprongen de<br />

ratten omhoog en vielen dan terug op het deken dat onze lichamen bedekte. Wij voelden ze dan lopen,<br />

wipten onze benen omhoog waardoor ze op een andere slaper vielen, die ze dan op precies dezelfde<br />

wijze weer terugzond. Dat spelletje was zo doodgewoon geworden dat er zelfs niet meer over<br />

gesproken werd. Op deze kalme sector zagen we soms ook wel eens hogere officieren die zich daar<br />

waagden om hun frontstrepen, die zij in Frankrijk in Sainte-Adresse bij Le Havre verdienden, door zulke<br />

heldendaden te verrechtvaardigen.<br />

Op visvangst<br />

Dat er mogelijkheid bestond om te vissen wou ik zelf beproeven nadat ik tussen de rommel van een<br />

beschadigd huis een vishaak, of beter een grote verroeste palinghaak had gevonden. Mijn kennis van de<br />

vissport beperkte zich toen tot het besef dat aan een vishaak een aas moest gehecht worden en het<br />

geheel, verbonden met een draad voorzien van een vlotter, in het water moest geworpen worden.<br />

Met deze kennis gewapend maakte ik de vishaak schoon, verzamelde bij mijn wapenbroeders enkele<br />

eindjes dunne koord die aaneen-gebonden, volgens mijn begrippen, een fatsoenlijke vislijn vormden.<br />

Nog een kurken stop als vlotter, een dikke worm aan de haak en ik wierp, bij de eerste<br />

avondschemering, het hele zootje de IJzer in.<br />

De volgende ochtend heel vroeg was het mijn beurt om in de loopgraaf de wacht op te trekken.<br />

Met tussenpozen werd er met shrapnels naar onze linies geschoten en de onzen beantwoordden deze<br />

morgengroet met gelijke munt. Dat was allemaal heel normaal. Maar, wat niet normaal was, was dat de<br />

kurken stop van mijn vislijn nergens te bespeuren viel. Het was nu al licht geworden, maar dit kon mij<br />

niet beletten dat ik over de dijk wipte en naar het water duikelde. Daar beneden was ik voor de moffen<br />

onzichtbaar door de verhevenheid van de dijk aan de overkant. Ik hoorde een paar kogels fluiten.<br />

Hadden ze mijn sprong dan toch opgemerkt, of hadden ze maar naar eenden geschoten? Nu, waar ik<br />

zat, kon mij dat niet deren. Ik trok aan de lijn, maar die moest ergens vastgehaakt zitten. Enkele lichte<br />

snokken aan de koord en dan opeens kwam ze los. Onmiddellijk voelde ik weerstand. Met kloppend hart<br />

haalde ik bij en ... ja, daar kwam hij boven, een zich in een knoop kronkelende grote paling. Op dat<br />

ogenblik suisde weer een shrapnel door de lucht. Met draad en al smeet ik de paling over mijn hoofd in<br />

de loopgraaf en ik volgde bijna even snel. Het was tijd, want de shrapnel ontplofte boven de loopgraaf.<br />

Dat was juist op het nippertje, maar de paling was het waard. Het was er een van 700 gram, zoals even<br />

later in de keuken van de compagnie werd vastgesteld. Daar, op 2de linie, werd hij door onze kok op<br />

meesterlijke wijze gebakken en nog nooit werd een paling met zoveel smaak opgepeuzeld.<br />

Diksmuide<br />

De beelden die deze naam mij voor de geest roept, blijven mij onuitwisbaar in het geheugen geprent en<br />

ik zie niet duidelijk welke ik als eerste uit mijn herinneringen moet ophalen. Het valt me des te moeilijker<br />

omdat wij deze sector herhaalde malen voor een bepaalde duur bezet hebben en de opeenvolging van de<br />

gebeurtenissen mij totaal ontsnapt. Laat ik eerst even trachten een topografisch beeld op te hangen van<br />

het gebied dat met de benaming ‘sector van Diksmuide’ gekenmerkt werd.<br />

45

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!