Tuf tuf magazine 2022
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De Humber 8/18 alsnog in ons bezit<br />
Ondertussen was Robert getrouwd en zijn familie<br />
had geen interesse in oude auto’s en zelf had hij<br />
de interesse in de restauratie verloren maar de<br />
gedemonteerde auto kon nog niet weg en werd tot<br />
driemaal toe verhuisd in losse onderdelen. De Austin<br />
verhuisde ook mee maar werd niet meer gebruikt. In<br />
2013 besloot Robert te verkopen en bood mij beide<br />
auto’s aan. Ondanks dat Nita en ik in de Austin waren<br />
getrouwd had ik alleen belangstelling in de Humber.<br />
Wij hadden inmiddels al 5 oldtimers: 2 Humbers,<br />
een Stanley Steamer en twee White stoomauto’s<br />
maar de Humber kende ik al en was zelfs voor ons<br />
aanleiding geweest on in de oude auto scene terecht<br />
te komen.<br />
Robert, met altijd een commerciële achtergrond,<br />
had de auto in “The Humber Register Bulletin”<br />
aangeboden en ik was genoodzaakt de andere<br />
geïnteresseerden uit te bieden. Maar omdat ik de<br />
historie van de auto kende en vanwege de “single<br />
owner history” en de bijzondere export model<br />
uitvoering en tenslotte vanwege het feit dat wij<br />
in hetzelfde postcodegebied wonen als waar de<br />
auto altijd heeft gereden besloten wij de Humber<br />
te kopen. In ongeveer zes jaar heb ik de auto<br />
gerestaureerd. Hierbij was de verwantschap tussen<br />
onze 9/20 en deze 8/18 van groot belang. De 9/20 is<br />
het opvolgende model met, afgezien van de boring,<br />
dezelfde motor en in veel opzichten verwante<br />
constructie en kwaliteit. De restauratie was relatief<br />
eenvoudig omdat de conditie van de onderdelen<br />
goed bleek te zijn en bij de restauratie werd vaak een<br />
middenweg gezocht tussen volledige restauratie<br />
en conserveren van onderdelen bijvoorbeeld de<br />
wielmoeren en de koplamp reflectoren behoefden<br />
totaal geen restauratie maar al het nikkelwerk<br />
moest wel worden schoongemaakt of opnieuw<br />
worden vernikkeld. De radiator shell is van<br />
Alpaca (of Hotelzilver) en behoefde alleen maar<br />
een goede poetsbeurt te krijgen; hetzelfde gold<br />
voor de treeplankranden hoewel deze niet meer<br />
compleet waren en dus gedeeltelijk nieuw gemaakt<br />
moesten worden. De treeplank loopvlakken zijn<br />
gegroefd aluminium, dat sterk gecorrodeerd<br />
was en zelfs gaten vertoonde. Deze werden met<br />
staalborstel schoongeborsteld en van achter met<br />
tweecomponent metaalplamuur vlakgemaakt en<br />
van twee lagen epoxy glasmatten voorzien en<br />
met rubber plaat weer op de stalen treeplankbasis<br />
gelijmd. De carrosserie was redelijk goed en strak<br />
maar onder het achterbank kussen was er veel<br />
houtworm schade. De elektrische bedrading<br />
werd vrijwel geheel vervangen, waarbij de nodige<br />
uitbreidingen ter wille van de veiligheid werden<br />
aangebracht; bijvoorbeeld de zijlantarens op de<br />
voorspatborden werden op dezelfde manier als ik<br />
ook al veertig jaar terug bij de restauratie van de<br />
9/20 had gedaan, aangesloten op een knipperlicht<br />
schakelaar uit een 2 CV, die de clignoteur en het<br />
stadslicht combineert op maar één gloeilamp. (dus<br />
het stadslicht gaat aan één kant uit als er een richting<br />
moet worden aangegeven). Deze oplossing werd<br />
door de RDW keurmeester bij de kentekenkeuring<br />
erg mooi gevonden. Achterlichten zijn moderne<br />
onopvallende lampen voor een aanhangwagentje<br />
maar het enkele oorspronkelijke achterlicht mocht<br />
ook blijven. Een bijzonderheid met de verlichting van<br />
de Humbers uit die tijd is dat alle lampen bajonet<br />
fittings hebben met twee contacten voor de<br />
gloeidraad dus geen aansluiting via de fitting. Deze<br />
lampen zijn tegenwoordig alleen nog te koop bij de<br />
watersport leveranciers (veel schepen hebben ook<br />
een houten carrosserie).<br />
Ik vond het jammer, dat ik na de keuring niet<br />
meer het oude provinciekenteken mocht voeren<br />
maar was erg verrast toen ik<br />
het nummer voor het ééndaags<br />
kenteken opgegeven kreeg. Dit<br />
scheelde slechts één cijfer van het<br />
oorspronkelijke Zuid-Hollandse<br />
kenteken namelijk H-6094 in plaats<br />
van H-6099 ik mocht dit nummer<br />
echter maar een dag tonen, wel heb<br />
ik de nummerborden met G-69463<br />
gerestaureerd in “oud blauw” en<br />
de nieuwe kentekens zitten hier<br />
met een afneembaar klemsysteem<br />
op bevestigd. De auto staat nu op<br />
naam van Nita en zij is de tweede<br />
eigenaresse van de auto (eigenlijk de<br />
derde juridische eigenaar aangezien<br />
de auto tot zijn dood in 1940 op<br />
naam van Joan Mees Mzn. bleef<br />
geregistreerd)<br />
17