Maarten Luther
Fragment uit het 22-ste deel (letters K-M) van het 'Vaderlandsch Woordenboek' door Jacobus Kok (1790), m.b.t. Maarten Luther
Fragment uit het 22-ste deel (letters K-M) van het 'Vaderlandsch Woordenboek' door Jacobus Kok (1790), m.b.t. Maarten Luther
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
l76
LUTHERUS. (MARTINUS)
~
hun verwisfeit hier van voorfpan. 'Er is eene Kerlt, die door
haaren eigen Leeraar wordt bediend.
'
LuTHERUs, ( MARTINUs) hoewel geen hierlauder, nogthans,
om zijne veelvuldige naavoJgers in de Nederlanden, wel waat'
dig om veeten der Landzanten, met 's mans voornaaruite leevensbijzonderheden
, nader bekend te maaken. Zijne Ouders, lieden
van niet veel vermogen, waren' HANS LUTCJER en 1\lARGARETn.-~o
z1~.GLER., woonende te Manrve/11 , ten tijde als de Moeder
zich zwanger gevoelde. Doch banren 1\Ian na de Jaarmarkt van
E11leben verzeJJende, overvielen haar onverhoeds de Banreusweeën,
en bragt zij aldaar haaren Zoon ter waereld , in den
Jaare 1483. Zo ras hij een bekwanmen onderdom bereikt hadt,.
decden hem zij:Je Ouders in de Latijnfche taaie onderwijzen,
onder nndere te MangdenbtJrg, d:~ar hij, egter, dikmaals, met
zingen langs de huizen , den kost moest zoeken. Dijl;:ms hadde
LUTIIERCS zijn voorneemen, ter voortzeninge zijner Studiën~
door broo,lgebrek, vaanvel gezegd, toen hij, ter goeder u ure,
bekend wierde bij eene Vrouw uit het gellage van COTTA, te
$ifennclt. Zo veel behaagens vondt deeze in 's Jongelings fraai
zingen, dat zij hem in huis nam, en van kost en inwooning
verzorgde. Onbelemmerd gnf hij zich thans 'over aan de Letter-
en Redenkunde, als mede aan de Zang- en Dichtkunde,
waar roe, uit den aart, zijne neiging overhelde. Op den ou.:
derdom van achttien jaaren bezogt hij het lloogefchool van Er.
furt, daar hij zich op de Wijsbegeerte weleide, en de u de
Latijnfche Schrijvers vlijtig Jas. Vier j:~aren hier mede hebbende
doorgebragt, beklom bij den trap van Meester.
Terwijl LUTlJEr.us dus zijne kundigheden zogc uit te breiden.
maakte hij vlijtig zijn werk van het doorfnuifèlen der openb~are
Doekerije. Op zekeren dag viel hem een Latijnfelle Bijbel in
banden , en hij voorts aan 't leezen, alzo hij dit Boek nog
nooit gezien hadt. liij vondc 'er veel meer in, dan bij tot nog
roe op den Prediklloel geboord hadt. Dit verwekte in hem een
bartlijk verlangen, zulk een Boek in eigendom te mogeu hebben.
Want de Bijbel was toen rliet in aller handen. Zelf
vondt men Leeraars in de Godgeleerdheid , welke dien nog
nooit in bandèn gehad hadden. Midlerwijl oeifende hij ' zich ia..
de
LUTHERUS. (MAR TINUS j
Be Regten, doch !lapte 'er fpoedig af, bij de volgende ge te:
genbeid. Op zekeren dag wandelende met eenen zijner he:
kenden, wierdt deeze van den Donder getroffen; 't welk LU•
'rlflmus derrnaace met fi:hrilt vervulde, dat hij eene gelofte
' deedt, zich in een Klooster te zullen begeeven. Te E.rft~rt
wierdt hij Augustijner Monnik , buiten kennis van zijnen
Vnder, di~ zulks vernomen hebbende, hem vermaande, bij
hadde roe te zien, d:lC dit febrikken geen Duivelsbedrog ge:
Wl!est was. Dit viel voor Iu den Jaare 1505.
Eene gunftigc gelegenheid bel{\vnm nu Lu-J\!ERUS. om zij~
nen lust in her leezen der Schrifruure re voldoen. Doch zij;
ne nanhoudendheid in dat nnttig werk verdroot wel haast zij.
nen Kloosterbroederen. Om hem van zijne geliefde oelfening
af te trekken , fielden ze hem aan tot Deurwaarder van het
·Klooster , en Ifceden hem , daàrenboven , met den Bedelzaak
de Stad doorkruizen: Met beedelen, zeiden ze , en tziet met
f/udeeren, aicnt m verrijltt men het Klooster. Doch ver~
mids hij Meester îu de Philofophie en Lid van 't Hooge.:
fchool wns, wierde hij, op verzoek van lieden van t1anzien,
van dit laag bedrijf ontheven, en tot Priester en Prediker iri
't Klooster aangefleld. Den Bijbel maakte men hem wel afJ.
handig; doch hij vondt dien wederom in het doorfuuifelea
van de Kloosterboekerij, en Jas daar in heimelijk, doch met
grooce naarOigheid.
Een hooger post beklom nu wel bnast LVTHERUS, beter met
zijnen fmaak flrookende. In het begin der Zestiende Eeuwe'
badt de Keurvorst FREDRIK DE lil, te Wittenberg, een Hoo~
gefchool gefbgt. In den Jaare 1508 wierdt hij &!daar tot
Hoogleeraar beroepen. Nu mogt hij zich in 't leezen del'
Schrifcuure verzadigen. D'e kundigheden, welke hij daar door
\'erzamelde, hieldt hij niet verborgen. Wam re gelijk Lid
van 't Augustijner Klooster .in die Stad en Prediker zijnde •.
begon hij de gronden der zaligheid te omvouwen uit d~
Schriften der Profeeeen en Apostelen, daar men de Gemeen!
te , dus lang, alleen onderhouden hadt met de leer!lellingen
van THOMAS AQUI AS, SCOTUS, .ALDERTUS en anderen. Zo ver.o
re floeg hij daar mede voort, dat men, op zekeren tijd ,•
éenen vermaarden Leeraar openlijk hoorde zeggel:J: " Deezt!
XXII. DEEi., M ". Mo~·