Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
PURPOSE<br />
Huidige leennorm<br />
gaat niet veranderen<br />
ment zich ongemakkelijk voelen bij discussies over welke<br />
individuele uitgaven als luxe en welke als noodzakelijk<br />
gezien worden. Een dergelijke aanpak kan al snel tot subjectiviteit<br />
en willekeur leiden. Een zekere mate van standaardisering<br />
en het werken met gemiddelde uitgavenpatronen<br />
is dan ook wenselijk.<br />
BEST GEK<br />
Met andere woorden, individueel inkomen kun je eenvoudig<br />
vaststellen, maar uitgaven niet. Daarom leent<br />
iedereen in Nederland alsof we allemaal dezelfde uitgaven<br />
hebben. En dat is best gek.<br />
Neem bijvoorbeeld een gezin met drie kinderen<br />
waarvan slechts één van de ouders een betaalde baan<br />
heeft en hiermee een inkomen van 60.000 euro verdient.<br />
De leencapaciteit van dit gezin is net zo hoog als<br />
dat van een stel tweeverdieners zonder kinderen die<br />
beiden parttime werken en ieder 30.000 euro verdienen.<br />
Op het eerste gezicht lijkt dat misschien eerlijk: het<br />
gezamenlijke inkomen is in beide huishoudens hetzelfde.<br />
Maar het is niet moeilijk te beredeneren dat de situatie<br />
van het gezin met één inkomen minder robuust is<br />
dan van het stel met twee inkomens. Baanverlies, stijging<br />
in kosten, etcetera, zijn lastiger op te vangen voor<br />
het gezin met één inkomen dan voor tweeverdieners<br />
zonder kids.<br />
Nog een voorbeeld? Twee gezinnen, allebei hetzelfde<br />
inkomen en lage huurlasten. Het ene gezin zet iedere<br />
maand een flink bedrag op de spaarrekening en het andere<br />
gezin houdt niets over. De leencapaciteit is gelijk.<br />
Ik ken maar weinig geldverstrekkers die rekening houden<br />
met zoiets als spaar- of betaalmoraliteit.<br />
Ook minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting<br />
en Ruimtelijke Ordening vindt het tijd voor differentiatie.<br />
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft hij dat hij<br />
vanaf 2024 bij de leennormen rekening wil houden met<br />
de energiezuinigheid van een woning. “Voor de aankoop<br />
van een woning met een lager energieverbruik of<br />
wanneer energiebesparende maatregelen worden genomen,<br />
kan dan een hoger hypotheekbedrag worden<br />
verkregen dan voor de aankoop van een woning met<br />
een hoger energieverbruik, omdat er lagere energielasten<br />
zijn.”<br />
PRAKTIJK<br />
Wat betekent dit in de praktijk? Laten we nog eens kijken<br />
naar mijn twee eerdere voorbeelden. Differentiatie<br />
naar energiezuinigheid zou kunnen betekenen dat het<br />
eenverdienergezin in een meer energiezuinige woning<br />
straks meer kan lenen dan de tweeverdieners zonder<br />
kids. Of de big spender kan meer lenen omdat het energielabel<br />
wat gunstiger uitpakt.<br />
Ik juich toe dat er meer differentiatie komt op basis<br />
van uitgaven, maar doe het dan serieus en goed.<br />
Neem alle uitgaven in beeld. Is dat heel moeilijk zoals<br />
het Nibud stelt? Helemaal niet. Het is wellicht moeilijk<br />
om een nieuwe systematiek neer te zetten, maar zowel<br />
inkomen als uitgaven vanuit brongevens ophalen is al<br />
lang niet meer ingewikkeld.<br />
Ik pleitte eerder al voor een nationaal hypotheekacceptatie-algoritme<br />
(zie <strong>VVP</strong> 3 2021, bladzijde 62). Er<br />
zijn partijen in de markt die de zogenoemde brondata<br />
van onder meer de Belastingdienst, UWV, Mijnpensioenoverzicht<br />
en bankrekeninggegevens kunnen ontsluiten,<br />
zodat het mogelijk is om maatwerk te leveren.<br />
VOORTOUW<br />
Zolang de minister niet bereid is om hierin het digitale<br />
voortouw te nemen, verandert er niets wezenlijk aan<br />
de leennormen. Waardoor sommige huishoudens meer<br />
kunnen lenen dan goed voor ze is en anderen wegens<br />
kortzichtige regels hun droomhuis aan hun neus voorbij<br />
zien gaan. n<br />
NR 6 DECEMBER 20<strong>22</strong> <strong>VVP</strong> | 47