06.12.2022 Views

VVP 6-22 ezine

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Geen absoluut recht op vergetelheid<br />

PRIVACY – De consument heeft met een beroep op het recht op vergetelheid<br />

gevorderd dat haar hele dossier bij de uitvoerder van de rechtsbijstand en het<br />

medisch adviesbureau binnen veertien dagen na de uitspraak van de Geschillencommissie<br />

wordt vernietigd.<br />

De commissie merkt op dat “het recht op vergetelheid op grond van artikel<br />

17 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) geen absoluut<br />

recht is. Dit betekent dat hier niet in elke situatie een beroep op kan<br />

worden gedaan. Dit is in de onderhavige situatie het geval, omdat de uitvoerder<br />

het dossier nog nodig heeft, nu de consument nog aanspraak wenst<br />

te maken op de rechtsbijstandverzekering en de uitvoerder het dossier nodig<br />

heeft voor het voeren van verweer. De commissie kan daarom het verzoek<br />

tot vernietiging van het dossier op dit moment niet toewijzen. Voor<br />

zover het verzoek betrekking heeft op het medisch adviesbureau geldt dat<br />

die geen partij is bij dit geschil en om die reden kan dat verzoek niet worden<br />

toegewezen”.<br />

Ook kan de commissie niet oordelen over het al dan niet aanbieden van<br />

excuses, “omdat het aanbieden van excuses een gemoedstoestand veronderstelt<br />

die de commissie niet aan partijen kan opleggen.” – Uitspraak GC 20<strong>22</strong>-<br />

0907<br />

Alleen smartengeld in<br />

uitzonderlijke gevallen<br />

SMARTENGELD – Immateriële schade komt slechts in uitzonderlijke gevallen<br />

voor vergoeding in aanmerking, er moet dan voldaan zijn aan de vereisten<br />

van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek. Kort samengevat gaat het om<br />

de volgende situaties: (a) de aansprakelijke persoon heeft het nadeel opzettelijk<br />

toegebracht, (b) de benadeelde heeft lichamelijk letsel, is in zijn eer of<br />

goede naam geschaad of op andere wijze in zijn persoon aangetast of (c) de<br />

nagedachtenis van een overledene is aangetast.<br />

Degene die het smartengeld vordert moet met concrete gegevens onderbouwen<br />

dat zich een van deze situaties heeft voorgedaan. De uitvoerder van<br />

de rechtsbijstand erkent dat er in dit geval op verschillende momenten onvoldoende<br />

voortvarend op de klachten van de consument is gereageerd. De<br />

klacht van de consument over de wijze waarop haar klachten zijn behandeld<br />

is in zoverre gegrond. De vordering tot vergoeding van 7.500 euro aan smartengeld<br />

voor wat de uitvoerder haar heeft aangedaan, wijst de Geschillencommissie<br />

echter af. – Uitspraak GC 20<strong>22</strong>-0899<br />

Adviseur natuurlijk<br />

persoon met privacyklacht<br />

REGISTRATIE – De Geschillencommissie oordeelt<br />

dat een verzekeringsadviseur door a.s.r. terecht<br />

drie jaar in Incidentenregister en Extern Verwijzingsregister<br />

(EVR) is opgenomen wegens valsheid<br />

in geschrifte. Maar Kifid behandelt op grond<br />

van zijn reglement toch alleen klachten van consumenten?<br />

Op grond van artikel 60 van het reglement is<br />

een consument een natuurlijke persoon die handelt<br />

voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-,<br />

ambachts- of beroepsactiviteit vallen. De<br />

commissie: “In artikel 60 van het reglement is ook<br />

bepaald dat onder het begrip consument tevens<br />

wordt begrepen de natuurlijke persoon met een<br />

privacyklacht. Aangezien een klacht over de verwerking<br />

van persoonsgegevens een privacyklacht<br />

is, is de klager, voor zover hij klaagt over de registratie<br />

van zijn persoonsgegevens, consument in<br />

de zin van het reglement. In zoverre is zijn klacht<br />

dus wél behandelbaar.”<br />

Om ervoor te zorgen dat zijn klant de schadevrije<br />

jaren van zijn vader kon overnemen heeft de<br />

adviseur het polisblad van de verzekering van de<br />

vader van de klant bewerkt, zodat hierop stond<br />

dat de klant regelmatige bestuurder was van de<br />

auto van zijn vader. Wegens deze valsheid in geschrifte<br />

nam a.s.r. de persoonsgegevens van de<br />

adviseur voor de duur van acht jaar op in het Incidentenregister<br />

en het EVR. Na bemiddeling van<br />

een advocaat bracht de verzekeraar dit terug naar<br />

drie jaar, volgens de Geschillencommissie een redelijke<br />

termijn. – Uitspraak GC 20<strong>22</strong>-0871<br />

54 | <strong>VVP</strong> NR 6 DECEMBER 20<strong>22</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!