You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
TEKST MICHIEL G.J. SMIT, REDACTIE STADSWERK MAGAZINE<br />
BEELD SVP ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW<br />
WWW.BUITENSTADHOORN.NL<br />
WWW.COPIJN.NL, WWW.SVP-SVP.NL<br />
Groen is misschien wel het eerste<br />
waar je aan denkt bij gezonde<br />
woongebieden, maar het staat nooit<br />
op zichzelf. ‘Je ziet overal in Nederland<br />
groene woonwijken verrijzen’, zegt Tibor<br />
Kis, architect en partner bij SVP Architectuur<br />
en Stedenbouw en betrokken bij de<br />
ontwikkeling van BuitenStad. ‘Dat groene<br />
karakter springt in het oog, maar wordt in<br />
veel gevallen mogelijk gemaakt door iets<br />
wat je in zekere zin juist niet ziet: een<br />
onderliggend concept gericht op duurzame<br />
mobiliteit. Door bijvoorbeeld goede<br />
ov-bereikbaarheid en het faciliteren van<br />
deelmobiliteit kun je de parkeernormen zo<br />
laag mogelijk houden. Daardoor zijn er<br />
minder geparkeerde en rijdende auto’s in<br />
het gebied en kun je meer ruimte bieden<br />
aan groen.’<br />
Ook BuitenStad in Hoorn (circa 600 woningen)<br />
is zo’n nieuw woongebied met een uitgesproken<br />
groen karakter, wat ook wordt uitgedragen<br />
met citaten als ‘Elegante gebouwen<br />
op een “tapijt” van groene hoven’, en ‘Groene<br />
buitenruimte voor iedereen, geen auto’s in<br />
beeld’. En ook hier is mobiliteit de drijvende<br />
kracht geweest, legt Tibor uit. ‘Het station<br />
van Hoorn ligt vlakbij en doorgaande buslijnen<br />
stoppen er, dus de uitgangspositie is al<br />
goed. En door goed naar de huishoudenssamenstelling<br />
voor deze stedelijke woonwijk te<br />
kijken - veel kleinere huishoudens - kun je de<br />
parkeernorm nog wat verder omlaag schroeven.<br />
Daardoor konden we ook uit de voeten<br />
met het ontwerpprincipe “al het parkeren uit<br />
het zicht”.’<br />
Stedelijk én groen?<br />
Stedelijk wonen in een uitgesproken groene<br />
woonwijk - het lijkt een contradictie. ‘Maar<br />
stedelijkheid gaat over meer dan de verschijningsvorm’,<br />
merkt Sander Rombout terecht<br />
op. Hij is landschapsarchitect en creatief<br />
directeur bij Copijn Landschapsarchitecten.<br />
‘Stedelijkheid gaat vooral over mensen die<br />
relatief dicht op elkaar wonen en, mede<br />
BUITENSTAD ALS STEDEN-<br />
BOUWKUNDIG CONCEPT<br />
BuitenStad maakt onderdeel uit van De<br />
Poort van Hoorn, een strategische ontwikkeling<br />
om Hoorn een meer stedelijk karakter<br />
te geven. Het grenst aan de oude binnenstad<br />
én aan het buitengebied en is in<br />
die zin een (nu nog) ontbrekende schakel.<br />
Het ontwerp sluit daarop aan: een verloop<br />
van hogere gebouwen richting het centrum<br />
naar lagere gebouwen en fijnmaziger<br />
groen de andere kant op, aansluitend op<br />
de structuur van het landelijk gebied. Ook<br />
de diverse ‘gezichten’ van de oude stad<br />
komen terug, met een afwisseling van<br />
drukkere plekken zoals winkelstraten of<br />
stadspleinen en direct om de hoek rustige<br />
plekken naar de gelijkenis van hofjes.<br />
daardoor, relatief veel samen doen, een hoge<br />
mate van collectiviteit hebben. Het kan dus<br />
zijn dat er ondanks het vele groen een hoge,<br />
“stedelijke” dichtheid is zoals bij BuitenStad.’<br />
Hoe komt die collectiviteit uit de verf bij BuitenStad?<br />
Sander: ‘We hebben met onze partners<br />
nadrukkelijk ingezet op onderlinge<br />
nabijheid van voorzieningen en het optimaal<br />
verweven van verplaatsingspatronen. Dat is<br />
belangrijk, want van nature neigt dit type<br />
gebiedsontwikkeling naar “campusvorming”:<br />
een verzameling grote, maar ver uit elkaar<br />
staande gebouwen met weinig interactie.’<br />
Collectiviteit wordt ook bevorderd doordat<br />
het ontwerp een open structuur heeft,<br />
onder meer bij de overgang van privégroen<br />
naar openbaar groen. Tibor: ‘Zodra je je<br />
woning uitloopt, kom je een “doorwaadbaar”<br />
landschap binnen; het groen houdt<br />
niet op bij je tuin.’ Sander geeft nog een<br />
ander voorbeeld van hoe je met groen een<br />
collectieve levensstijl kunt bevorderen. ‘Als<br />
etagewoningen een gemeenschappelijke<br />
tuin hebben, zorg er dan voor dat die voor<br />
iedereen op dezelfde manier toegankelijk is,<br />
via de hoofdentree. Daarmee voorkom je<br />
dat bewoners van de begane grond zich de<br />
tuin onbewust toe-eigenen. En het voorkomt<br />
gekissebis: moeten de onderburen<br />
niet meer afdragen aan de VVE? Zij hebben<br />
veel meer aan de tuin dan wij.’<br />
En de gezondheid?<br />
Nog even terug naar de hamvraag: wat betekent<br />
dit nu allemaal voor de gezondheid?<br />
Sander: ‘Je kunt op verschillende manieren<br />
naar gezondheid kijken. Bijvoorbeeld in termen<br />
van luchtkwaliteit en voldoende verkoeling<br />
in de zomer. Maar ook het bevorderen<br />
van een gezonde levensstijl, zoals vaker de<br />
fiets pakken in plaats van de auto. Of een<br />
ontspannen sfeer in het gebied creëren die<br />
uitnodigt tot interactie - ook dat is goed voor<br />
de gezondheid in brede zin. Met een uitgekiend<br />
beplantingsplan kun je daar optimaal<br />
aan bijdragen. Daarbij moet je overigens ook<br />
de gezondheid van het groen zelf niet vergeten:<br />
goede groeiomstandigheden, want dat<br />
is zeker geen vanzelfsprekendheid.’<br />
En hoe kom je tot plannen die allerlei doelstellingen<br />
- groen, gezondheid, een specifieke<br />
verstedelijkingstrategie - aan elkaar<br />
verbinden? Tibor: ‘Integraal denken en werken<br />
door alle partijen is onontbeerlijk bij dit<br />
soort herontwikkelingsopgaven in hoge<br />
dichtheid waar meerdere doelstellingen<br />
samenkomen. Iedereen moet van elkaar<br />
weten wat er mogelijk is en wat er nodig is.<br />
Je kunt dan in onderling overleg schuiven<br />
met doelstellingen en vanuit stedenbouw de<br />
juiste randvoorwaarden scheppen voor<br />
andere disciplines en ingrepen.‘ Sander<br />
besluit: ‘Ook bij de gemeente is deze manier<br />
van denken en werken noodzakelijk om creatief<br />
bij te dragen. Dus geen sectoraal gedreven<br />
wensenlijstjes, maar een open gesprek<br />
waarbij de samenhang tussen de wensen<br />
goed in beeld komt, en van daaruit keuzes<br />
maken voor een optimaal totaalresultaat.’<br />
01/<strong>2024</strong> <strong>Stadswerk</strong> 27