Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
van de ziekte dezelfde genen betrokken als bij<br />
de veranderingen in het brein. Nog een bewijs<br />
dat de hersenveranderingen direct te maken<br />
hebben met schizofrenie.’<br />
Hebben mensen met schizofrenie al problemen<br />
vóór de offi ciële diagnose?<br />
‘Het tweelingenonderzoek suggereert dat schizofrenie<br />
al zichtbaar is lang voor de diagnose<br />
gesteld wordt, wat meestal laat in de puberteit<br />
of rond het twintigste levensjaar gebeurt. Uit<br />
een achteraf-onderzoek naar de schoolprestaties<br />
van tweelingen blijkt bijvoorbeeld dat<br />
de helft met schizofrenie vaker bleef zitten<br />
dan de helft zonder. Dit betekent natuurlijk<br />
niet dat alle zittenblijvers een grote kans op<br />
schizofrenie hebben, maar het wil zeggen dat<br />
schizofrenie gepaard gaat met een cognitieve<br />
achterstand, die tot uiting komt in slechtere<br />
schoolprestaties.’<br />
Wat kunnen we nog meer verwachten van<br />
het schizofrenieonderzoek?<br />
‘In ons onderzoek zijn twee hoofdrichtingen te<br />
onderscheiden: we willen de genen vinden die<br />
schizofrenie veroorzaken en we willen precies<br />
weten wat voor actief proces nou in de hersenen<br />
van schizofreniepatiënten plaatsvindt.<br />
Voor dat laatste gebruiken we onder meer de<br />
7 Tesla MRI-scanner, een apparaat waarvan<br />
er slechts twee in Nederland staan. Met deze<br />
sterke scanner willen we in kaart brengen<br />
welke zenuwbanen of hersengebieden precies<br />
achteruitgaan.<br />
Daarnaast verwacht ik veel van de genetica. We<br />
zullen natuurlijk niet hét gen voor schizofrenie<br />
vinden, het is al lang duidelijk dat het een<br />
multicausale aandoening is waarbij tientallen<br />
genen een rol spelen. Dat is vergelijkbaar met<br />
de ziekte van Alzheimer: mensen met mutaties<br />
in het ApoE4-gen hebben een grote kans de<br />
ziekte te krijgen, maar de mutatie verklaart<br />
lang niet alle gevallen. Hetzelfde geldt voor<br />
schizofrenie.’<br />
10 Uniek<br />
Toch hebt u uw hoop op de genetica<br />
gevestigd?<br />
‘Genen gaan ons uiteindelijk vertellen wat<br />
voor ziekte schizofrenie is. Ik denk dat we op<br />
dertig tot honderd genen uitkomen die een rol<br />
spelen bij schizofrenie. Dat lijkt misschien veel,<br />
maar dertig procent van alle genen komt al in<br />
het brein tot expressie. Opgeteld zullen deze<br />
genen ons vertellen waar het misgaat in het<br />
schizofrene brein. Zelf denk ik dat een gebrekkige<br />
connectiviteit – het ontbreken van goede<br />
verbindingen tussen hersengebieden – de<br />
belangrijkste oorzaak van schizofrenie is. Maar<br />
we zullen het zien. Ik verwacht dat genetica ons<br />
het onderliggende mechanisme zal opleveren;<br />
en dat kan snel, ik denk binnen vijf jaar.’<br />
Diverse factoren vergroten de kans om<br />
schizofrenie te krijgen. Zeggen die niks over<br />
het ontstaan van de ziekte?<br />
‘Het gebruik van cannabis vergroot de kans<br />
bijvoorbeeld. Maar ook urbanisatie is een<br />
belangrijke risicofactor voor schizofrenie.<br />
Het wonen in een stad vergroot de kans op<br />
de ziekte aanzienlijk. De reden daarvoor is<br />
niet duidelijk, maar het is wel zo. Het komt<br />
al jarenlang uit vele onderzoeken naar voren.<br />
Heeft het te maken met infecties? Met vervuiling?<br />
We weten het niet. Hetzelfde geldt voor<br />
migranten. Ook die hebben een grotere kans<br />
om schizofrenie te ontwikkelen, zo blijkt keer<br />
op keer. Volgens sommigen zou dat te wijten<br />
zijn aan social defeat: gebrek aan maatschappelijk<br />
succes zou de chemische huishouding<br />
van de hersenen beïnvloeden. Maar dat idee<br />
is volstrekt onverifi eerbaar. In de psychiatrie<br />
hebben we geen gebrek aan hypothesen, maar<br />
die zijn niet allemaal even nuttig. We hebben<br />
testbare ideeën nodig.’<br />
U hebt diverse populair-wetenschappelijke<br />
boeken over psychiatrie op uw naam staan.<br />
Vanwaar die drang om het grote publiek te<br />
bereiken?<br />
‘Ik ben pas later in mijn carrière boeken gaan<br />
schrijven. Ik vond dat ik me eerst moest bewijzen<br />
als wetenschapper, dan weten lezers in elk<br />
geval dat ik weet waar ik het over heb.<br />
Ik vind het belangrijk aan een breed publiek<br />
uit te leggen wat de psychiatrie inhoudt omdat<br />
er zo veel misvattingen over bestaan. Eigenlijk<br />
was dat ook de reden me als arts daarmee<br />
bezig te gaan houden. Ik wilde goede zorg aan<br />
psychiatrische patiënten bieden, ik wilde ze<br />
helpen; iets waarvan veel artsen dertig jaar<br />
geleden dachten dat het niet mogelijk was.<br />
Dat is nu veel beter, maar bij het publiek bestaat<br />
nog steeds weinig kennis over de psychiatrie.’<br />
Welke misvattingen zijn er zoal?<br />
‘Veelgehoorde misvattingen zijn bijvoorbeeld<br />
dat schizofrenie zeldzaam is – in Nederland<br />
lijden zo’n honderdduizend mensen aan<br />
de ziekte. Autisme en schizofrenie zouden<br />
te wijten zijn aan een verkeerde, te weinig<br />
liefdevolle opvoeding – we weten nu dat deze<br />
aandoeningen zeer sterk genetisch bepaald zijn.<br />
Psychiaters zouden geen mensen beter kunnen<br />
maken – dankzij medicijnen kunnen heel veel<br />
patiënten een relatief normaal leven leiden.<br />
En meer in het algemeen wil ik uitleggen<br />
dat psychiatrische patiënten een echte ziekte<br />
hebben. Een depressie is geen aanstellerij. Het<br />
is alsof je iemand na een hartaanval uitmaakt<br />
voor slappeling.’<br />
Maar in tegenstelling tot ‘gewone’ ziekten<br />
zijn psychiatrische aandoeningen veelal een<br />
syndroom: een verzameling van symptomen.<br />
Die symptomen overlappen bovendien<br />
nogal tussen verschillende psychiatrische<br />
aandoeningen.<br />
‘In de psychiatrie treedt inderdaad veel<br />
comorbiditeit op. Patiënten met bijvoorbeeld<br />
schizofrenie lijden vaak ook aan andere ziekten<br />
zoals depressie of verslaving. Patiënten hebben<br />
symptomen die bij meer ziekten kunnen horen,<br />
dat maakt het stellen van een diagnose soms<br />
‘Het wonen in een stad vergroot<br />
de kans op schizofrenie aanzienlijk’<br />
lastig. Maar dat wil niet zeggen dat de ziekten<br />
niet uit elkaar te halen zijn! Als je op één moment<br />
in de tijd kijkt, valt soms moeilijk te zien<br />
aan welk psychiatrisch syndroom iemand lijdt.<br />
Maar het beloop van elke aandoening is meer<br />
onderscheidend en na tien jaar twijfelt men veel<br />
minder aan een diagnose. Bovendien is een<br />
ziekte soms terug te brengen tot één belangrijk<br />
kenmerk. Voor schizofrenie is dat bijvoorbeeld<br />
de cognitieve achteruitgang, voor bipolaire<br />
stoornis de heen en weer gaande stemming,<br />
en voor depressie de vatbaarheid van het brein<br />
voor stress. Ik denk dan ook niet dat de indeling<br />
van psychiatrische ziekten in de toekomst<br />
drastisch zal veranderen.’<br />
Krijgt u veel reacties op uw boeken?<br />
‘Het is niet zo erg dat ik een secretaris nodig<br />
heb om de post af te handelen, maar ze maken<br />
aardig wat los. Ik krijg er redelijk wat e-mails<br />
over.’<br />
Waar gaat uw volgende boek over?<br />
‘Dat ga ik niet zeggen. Maar wel over hersenen<br />
en gedrag.’<br />
Kunnen Nederland en het <strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong><br />
leren van de manier waarop de afdeling<br />
Psychiatrie wetenschap bedrijft?<br />
‘De Universiteit van Amsterdam staat met<br />
plaats 49 als enige Nederlandse universeit in<br />
de top 50 van de Times Higher Education, een<br />
wereldwijde vergelijking van universiteiten. Het<br />
is diep treurig dat we als Nederland blij zijn met<br />
één universiteit die op plaats 49 staat! Als we<br />
onszelf serieus nemen, staan we in de top 25,<br />
net als Australië en Zwitserland. We hebben<br />
daarvoor een goede uitgangspositie: we zijn een<br />
klein land, spreken goed Engels en hebben een<br />
goed middelbareschoolsysteem. Wat ontbreekt,<br />
is het aantrekken van talentvolle mensen. Daarvoor<br />
moet er voldoende geld beschikbaar zijn,<br />
maar we moeten vooral érgens in uitblinken.<br />
Voor het <strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong> geldt hetzelfde.<br />
We kunnen niet alle dingen doen, we moeten<br />
ons concentreren op gebieden waar we écht<br />
goed in zijn. Zo goed dat ze in het buitenland<br />
weten dat ze ervoor bij ons moeten zijn. Talent<br />
komt dan vanzelf langs. Bij de psychiatrie in<br />
<strong>Utrecht</strong> hebben we dat bereikt met de neuroimaging.<br />
We hebben personeel rondlopen uit<br />
heel Europa, maar ook uit Azië en Zuid-Amerika.<br />
Daarvoor is het trouwens niet voldoende om<br />
je onderzoek in goede tijdschrift en te publiceren.<br />
Je moet je gezicht laten zien op congressen,<br />
andere instituten bezoeken,<br />
veel vertellen over je werk. Ik was onlangs op<br />
bezoek in Japan, met als gevolg dat er binnenkort<br />
een Japanse onderzoeker bij ons komt.<br />
Het creëren van een toponderzoeksinstituut is<br />
een kwestie van lange adem. Vergelijk het maar<br />
met het planten van een boom. Je moet jaren<br />
wachten tot de boom groot is, en ondertussen<br />
moet je ’m voeden en koesteren.’<br />
Maar is het niet ook: boompje groot,<br />
plantertje dood?<br />
‘Tja… Misschien zit daar wel wat in. Een<br />
toponderzoeksgroep creëren betekent ook:<br />
jezelf misbaar maken. Je moet streven naar<br />
een goede positie voor de mensen die na je<br />
komen. Het succes van Harvard University is<br />
natuurlijk ook niet te danken aan slechts één<br />
goede rector magnifi cus, het gaat om een hele<br />
cultuur.’<br />
Wat houdt die cultuur in?<br />
‘Wetenschap doe je voor honderd procent.<br />
Wetenschap doe je er niet bij, als hobby voor<br />
René Kahn heeft meerdere boeken geschreven voor een<br />
breed publiek, zoals Onze hersenen en In de spreekkamer<br />
van de psychiater.<br />
de leuk. Dat is meteen het lastige van onderzoek<br />
bedrijven in een academisch ziekenhuis.<br />
Dokters zitten altijd met patiëntenzorg. Die<br />
klinische verantwoordelijkheid gaat ten koste<br />
van het wetenschappelijk onderzoek. Het is<br />
voor artsen vechten met een hand op de rug<br />
gebonden. Maar ja, dat is in andere academisch<br />
medische centra natuurlijk niet anders. Het is<br />
een universeel probleem. Bij de divisie Hersenen<br />
hebben we dat ook niet opgelost, maar we<br />
hebben wel erg veel niet-medici, bijvoorbeeld<br />
natuurkundigen en neuropsychologen, die<br />
onderzoek doen.’<br />
U bent er dus niet voor álle patiënten?<br />
‘Wij streven naar een een-op-eenrelatie tussen<br />
onderzoek en patiëntenzorg. We behandelen<br />
in de eerste plaats patiënten met ziekten waar<br />
ze ook wetenschappelijk onderzoek naar doen.<br />
Andere patiënten zien we wel, maar we sturen<br />
ze uiteindelijk door naar andere klinieken.<br />
Dat betekent dat we moeten samenwerken<br />
met andere ziekenhuizen voor de opvang van<br />
patiënten en voor de opleiding van psychiaters.<br />
Maar om goed te worden, moet je keuzes<br />
maken, je kunt niet overal de beste in zijn.’ <br />
Uniek 11