Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De commissie voegt aan het voorgaande toe dat zij naast en in samenhang met de voorgaande<br />
criteria die zijn ontleend aan juridische spelregels, tevens kijkt naar de mate waarin gedrag van<br />
bestuurders en managers in onderwijsorganisaties overeenkomt met de verwachting die we<br />
mogen stellen ten aanzien van hun publieke taak in een onderwijsinstelling. De commissie vat<br />
hieronder het tonen van gewenst voorbeeldgedrag en het, in de toelichting op het<br />
Instellingsbesluit genoemde, tonen van bestuurlijk fatsoen en maatschappelijk<br />
verantwoordelijkheidsbesef in relatie tot de inzet van publieke middelen. De commissie duidt dit<br />
aan als het voldoen aan de eis van gepast gedrag.<br />
Criteria in relatie tot de feiten<br />
De commissie heeft als opdracht de signalen te onderzoeken en deze te wegen in het licht van<br />
onder andere ‘behoorlijk bestuurlijk gedrag’. De commissie heeft deze algemene norm<br />
geoperationaliseerd in vier criteria, te weten:<br />
� Is sprake van onregelmatigheden?<br />
� Is sprake van ongerechtvaardigde verrijking?<br />
� Is sprake van (de schijn van) belangenverstrengeling?<br />
� Is sprake van ongepast gedrag?<br />
De commissie heeft kortom de feiten die uit het forensisch onderzoek naar voren komen,<br />
gewogen in het licht van de vraag of sprake is van een onregelmatigheid, van<br />
ongerechtvaardigde verrijking, van (de schijn van) belangenverstrengeling en/of van ongepast<br />
gedrag in relatie tot de publieke taak van een onderwijsorganisatie.<br />
3.3 Doelmatige besteding van publieke middelen?<br />
In het Instellingsbesluit is vastgelegd dat de commissie ook moet nagaan of sprake is van een<br />
doelmatige inzet van publieke middelen. Daarbij wordt in de toelichting een handreiking gedaan<br />
hoe dit criterium in te vullen, namelijk: “een handelwijze is doelmatig of efficiënt indien de<br />
desbetreffende inspanningen en uitgaven daadwerkelijk bijdragen aan het verwezenlijken van<br />
het beoogde doel en indien de kosten in verhouding staan tot de opbrengsten.” 11<br />
Voor de<br />
commissie is daarbij de, onlangs in werking getreden Wet normering bezoldiging<br />
topfunctionarissen publieke en semipublieke sector relevant 12<br />
. De wet oefent overigens al enige<br />
tijd invloed uit in onder meer de onderwijssector, aangezien de bewindspersonen gedurende de<br />
11<br />
Stcrt. 2012, 26578 van 20 december 2012.<br />
12<br />
Kamerstukken II 32 600; Stb. 2012 583/584.<br />
15