14.02.2013 Views

YZMLNT

YZMLNT

YZMLNT

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Amarantis heeft deze ontwikkeling zeker niet als enige doorgemaakt. Voor álle scholen en<br />

besturen in het onderwijs vormde dit in de afgelopen twintig de relevante beleidscontext.<br />

Besturen ontwikkelden en voegden zich daar naar.<br />

De ontwikkeling naar meer autonomie en bestedingsvrijheid – dat laatste overigens in de jaren<br />

negentig wel in ruil voor het doorvoeren van de nodige bezuinigingen – is gepaard gegaan met<br />

de introductie van ‘new public management’: van publieke diensten zoals scholen werd vanaf<br />

de tweede helft van de jaren negentig in toenemende mate bedrijfsmatigheid,<br />

ondernemerschap en concurrentie verwacht. Deze filosofie of ‘doctrine’ was dermate dominant<br />

dat veruit de meeste schoolbesturen in Nederland hierin zijn meegegaan. Temeer daar er onder<br />

de noemer van ‘governance’ passende bestuurlijke modellen werden aangereikt om de slag naar<br />

innovatiever onderwijs te maken, dat beter zou passen bij de vraag van de omgeving. Zo raakte<br />

bijvoorbeeld het ‘besturen op afstand’, later gevolgd door ‘het raad van toezicht model’, in het<br />

onderwijs in zwang.<br />

De geleidelijke schaalvergroting en toenemende autonomie betekenden dat schoolbesturen –<br />

deels als raden van toezicht – op afstand kwamen te staan van het primaire onderwijsproces.<br />

Daarbij werd de concurrentie tussen scholen en hun besturen normaal of zelfs gewenst geacht.<br />

Passend bij de bestuurlijke filosofie werden bestuurders en managers gezocht die het onderwijs<br />

ondernemend konden maken. Deze ‘moderne’ bestuurders en managers kwamen veelal van<br />

buiten het onderwijs en afficheerden zich soms als ‘chief executive officier’ van een<br />

scholengroep in een bepaalde regio.<br />

De afstand – figuurlijk en vaak ook letterlijk – tussen bestuurders, hogere functionarissen en<br />

intern toezichthouders in het onderwijs enerzijds en de professionals op de werkvloer anderzijds<br />

is in de achterliggende decennia onmiskenbaar toegenomen. De ‘top’ van onderwijsorganisaties<br />

heeft zich daarbij wellicht te sterk gericht naar de doctrine van New Public Management<br />

(output, resultaat, rendement) terwijl voor de professionals op de werkvloer juist de interactie<br />

met de leerling, de kwaliteit en voortgang van het leerproces, voorop bleef staan. Het is niet<br />

vreemd dat in sommige onderwijsorganisaties daarmee de verhouding tussen de bestuurlijke top<br />

en de basis gespannen is geraakt.<br />

De toegenomen afstand tussen ‘bestuur’ en ‘basis’ kan in organisaties zoals Amarantis een<br />

verklaring ervoor zijn dat in enkele gevallen onwenselijk gedrag werd vertoond. Met onwenselijk<br />

gedrag bedoelt de commissie gedrag van bestuurders en managers dat volgens de regels nog<br />

nét kan, bijvoorbeeld omdat dit bekend is uit de marktsector, maar waarvan men ook kan<br />

zeggen dat dit voor een publieke organisatie ongepast is.<br />

Deze context verklaart ten dele waarom het soms ‘mis’ gaat en er signalen ontstaan over<br />

bestuurders zoals in de vorige hoofdstukken zijn besproken. Tegelijkertijd vindt de commissie<br />

deze context of systeemkant geen afdoende verklaring voor ongewenst gedrag. Immers,<br />

bestuurders zijn en blijven altijd zelf verantwoordelijk voor hun handelen, ook als de context<br />

41

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!